VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING STEIN 2016

Vergelijkbare documenten
gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 );

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 b e s l u i t :

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr.

Verordening onroerendezaakbelastingen

Nijverdal, 12 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017;

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr ; VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN

Normal 0 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.msonormaltable

BESLUIT. VERORDENING op de heffing en invordering van onroerende- zaakbelastingen 2017

Raadsbesluit. Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer:

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13 november 2012;

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016)

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

Wetstechnische informatie

VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende. zaakbelastingen 2012 Citeertitel Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2018

Wetstechnische informatie

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

I. in te trekken de verordening d.d. 13 december 2007, nr. 60a; II. vast te stellen de: Artikel 1

Wetstechnische informatie

*ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015

Wetstechnische informatie

Onroerende zaakbelastingen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2016.

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55;

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Verordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2018 (Verordening onroerendezaakbelastingen Delft 2018).

VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014.

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. emeente Druten. emeenteraad lastinnen: onroerende-zaakbelastinçien

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

Verordening BI-zone De Vergulde Hand Vlaardingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, R.nr. 46.

Verordening rioolheffing

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010;

Raadsmededeling - Openbaar

gelet op de tekst van de tussen de gemeente Zoeterwoude en BIZ-vereniging Grote Polder te sluiten Uitvoeringsovereenkomst;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening onroerende-zaakbelastingen Deurne 2018

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr.

Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

RAADSBESLUIT 14R.00481

Verordening bedrijveninvesteringszone Bedrijventerrein Vianen

Verordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger

NIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 18 december 2012;

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL. Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2007;

Verordening op de heffing en de invordering van. en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Oosterhout 2012

Verordening op de heffing en invordering Bedrijveninvesteringszone Smakterheide Venray 2017

Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Bergambacht 2016

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2016;

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Losser

Verordening Bedrijveninvesteringszone Nieuweweg. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017;

Verordening bedrijveninvesteringszone Haarbrug-Noord gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum en nummer);

het van het college van burgemeester in wethouders vin 1 oktober 2013;

Verordening bedrijveninvesteringszone De Krogten 2017 gemeente Breda

*ZEA18E71503* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015

gelet op de tussen de gemeente Breda en Ondernemersvereniging BiZ Steenakker gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 18 oktober 2016; B E S L U I T:

Verordening bedrijveninvesteringszone De Aam

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening Onroerende Zaakbelasting 2019 vast te stellen.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Verordening Bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein Dalfsen 2018

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage voor de BI-zone eigenaren centrumgebied Alphen aan den Rijn 2016

Verordening BI-zone Twentekanaal 2010.

Transcriptie:

2015, no. De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake rioolheffing Stein 2016 van 27 oktober 2015 (Gem. blad Afd. A 2015, no. ); gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; besluit : vast te stellen de volgende verordening VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING STEIN 2016 Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. perceel: een onroerende zaak bedoeld in Hoofdstuk III van de Wet WOZ of een roerende zaak of een zelfstandig gedeelte van een roerende zaak in de zin van artikel 4; b. gemeentelijke riolering: voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; c. woning: perceel dat in hoofdzaak tot woning dient; d. niet-woning: perceel, niet zijnde een woning. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1. De belasting wordt geheven: 1

a. van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot heeft van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel; en b. van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd dan wel dat belang heeft bij nakoming van de gemeentelijke waterzorgplichten, verder te noemen: gebruikersdeel. 2. Ingeval het perceel een onroerende zaak is, wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. 3. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; a. Voor toepassing van het derde lid wordt:gebruik van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik door het door in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden; b. Gebruik door degene aan wie een deel van het perceel niet zijnde een gedeelte als bedoeld in artikel 4 in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; c. Het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld. Artikel 4 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een roerende zaak blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. Artikel 5 Maatstaf van heffing 1. Het eigenarendeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel. 2. Het gebruikersdeel wordt geheven over het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. 3. Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoegd of opgepompt. Indien dit aan het begin van het belastingjaar niet bekend is, wordt het aantal kubieke meters afvalwater gesteld op het aantal kubieke meters dat naar het perceel is toegevoerd of opgepompt van de laatst bekende verbruiksperiode. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij een herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend. 2

4. Voor nieuwe gebruikers wordt, zolang geen gegevens als bedoeld in het tweede lid bekend zijn, een belasting geheven als genoemd in artikel 6, tweede lid, onder a. 5. Ingeval de toegevoerde hoeveelheid water niet kan worden vastgesteld vanwege het ontbreken van een watermeter en het perceel ook niet aangesloten is op een gemeenschappelijke watermeter, wordt de toegevoerde hoeveelheid water gesteld op de hoeveelheid als genoemd in artikel 6, tweede lid, onder a. 6. Ingeval de toegeleverde hoeveelheid water niet kan worden vastgesteld doordat meerdere percelen op één gemeenschappelijke watermeter zijn aangesloten, wordt de toegevoerde hoeveelheid water als bedoeld in het tweede lid gesteld op het rekenkundig gemiddelde van die groep of complex. 7. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt kan worden afgelezen, of b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. 8. De op de voet van het derde lid berekende hoeveelheid toegevoerd op opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet is afgevoerd. Artikel 6 Belastingtarieven Het eigenarendeel als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, bedraagt per perceel 204 Het gebruikersdeel als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, bedraagt bij een hoeveelheid afgevoerde kubieke meters afvalwater van maximaal: a. Tot 200 m3 : geen opslag b. vanaf 200 m3 watergebruik een bedrag van 100 extra per 100 m3 extra watergebruik met een plafondbedrag van 2000 euro. Artikel 7 Vrijstelling De belasting wordt niet geheven ter zake van: a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a. bedoelde grond; c. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige 3

rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; d. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; e. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; f. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; g. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken; h. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen; i. hoogspanningsmasten en zendmasten; j. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; k. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning. Artikel 8 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 9 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld 1. De belasting voor het eigenarendeel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of voor het gebruikersdeel, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfden gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebuikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4

4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt. 5. Voor de vaststelling van de gebruikssituatie is beslissend hetgeen ter zake in de basisregistratie personen is geregistreerd, tenzij blijkt dat de gebruikssituatie anders is. Artikel 11 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslag worden betaald: a. Bij niet-automatische incasso in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later; b. Bij automatische incasso in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt; 2. In afwijking van het eerste lid, onder b, geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later. 3 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de in het voorgaande lid gestelde termijnen. Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing. Artikel 13 Kwijtschelding 1. Bij de invordering van de rioolheffing kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend, indien de belasting niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan worden betaald. 2. In afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 percent. 5

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening rioolheffing Stein 2015", vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016. 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening rioolheffing Stein 2016". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 december 2015 De Raad voornoemd, de Griffier, de Voorzitter, Dict. BW 6