BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

Vergelijkbare documenten
BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012

Wmo. Toelichting Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade Afdeling Zorg

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

Artikel 1. Begripsbepalingen

MEMO van college aan de raad

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Toelichting. Artikel 2

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

1.3 Woonvoorzieningen die uitsluitend in natura kunnen worden verstrekt zijn: mobiele tilliften, en douchebrancards.

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

1.3 De Btw De in deze Nadere regels genoemde bedragen zijn, voor zover van toepassing, inclusief btw.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015

Wetstechnische informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

GEMEENTE OOSTZAAN 2014

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning De Ronde Venen 2016

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2012.

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2012

FINANCIEEL BESLUIT. maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Wijzigingen Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen:

Besluit maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget (pgb).

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

Besluit nadere regels Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint-Michielsgestel 2016

Prijzen voor te leveren diensten

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende.

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

b e s l u i t: Vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2017

besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017.

Transcriptie:

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 Het College, gelet op de bepalingen in de artikelen 17, 19, 22 en 30 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013, besluit vast te stellen het volgende: Artikel 1. Begripsbepalingen In dit besluit wordt verstaan onder: College: College van Burgemeester en Wethouders; Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013; Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning. Voor zover niet anders bepaald, hebben begrippen zoals genoemd in dit besluit dezelfde betekenis als in de Verordening, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2. Eigen bijdrage en eigen aandeel Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van hulp bij het huishouden. De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Artikel 3. Regels rond verstrekking en verantwoording persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelvoorzieningen is gelijk aan de waarde van de goedkoopst compenserende voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering voor de periode van de gemiddelde economische levensduur. Alvorens het persoonsgebonden budget wordt verstrekt, dient belanghebbende bewijsstukken te overleggen waaruit blijkt dat het persoonsgebonden budget zal worden aangewend voor de bekostiging van het gewenste resultaat waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt. Lid 3. Het college controleert steekproefsgewijs na afloop van de verstrekking van het persoonsgebonden budget dan wel na afloop van het kalenderjaar, of het persoonsgebonden budget is aangewend voor de bekostiging van het beoogde resultaat waarvoor het persoonsgebonden budget is verstrekt. Lid 4. Bij het overlijden van een houder van een persoonsgebonden budget binnen de looptijd daarvan, dient de restwaarde (en de eventuele onbestede gelden voor onderhoud, reparatie en verzekering) Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013 1

door de erven te worden terugbetaald. Indien er sprake is van een woonvoorziening, een vervoersvoorziening of een rolstoel, wordt de restwaarde bepaald op basis van hetgeen de erven bij verkoop van de voorziening hiervoor maximaal kunnen krijgen -hetzij via de zakelijke markt, hetzij via de particuliere markt. Lid 5. Indien een houder van een persoonsgebonden budget binnen de looptijd daarvan verhuist en daardoor geen compensatie door het college meer nodig is, dient de restwaarde (en de eventuele onbestede gelden voor onderhoud, reparatie en verzekering) te worden terugbetaald. Indien er sprake is van een woonvoorziening, een vervoersvoorziening of een rolstoel, wordt de restwaarde bepaald op basis van hetgeen de houder van het persoonsgebonden budget bij verkoop van de voorziening hiervoor maximaal kan krijgen -hetzij via de zakelijke markt, hetzij via de particuliere markt. Lid 6. Overwegende bezwaren om geen persoonsgebonden budget te verstrekken zijn: a. Het collectief vervoer kan in de vervoersbehoefte voorzien; b. Op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, bestaat het ernstige vermoeden dat de aanvrager problemen zal hebben met het omgaan met een persoonsgebonden budget. In uitzonderlijke gevallen kan het college besluiten dat verstrekking van een persoonsgebonden budget plaatsvindt aan derden; c. Belanghebbende zit in een schuldhulpverleningstraject, waaronder tevens begrepen een schuldsanering op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen; d. De verwachting is dat een voorziening noodzakelijk is voor een periode die korter is dan de economische levensduur; e. In eerdere gevallen is gebleken dat belanghebbende niet aan de verplichting rond een persoonsgebonden budget heeft voldaan. Artikel 4. Bedragen hulp bij het huishouden Het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedraagt: a. voor hulp bij het huishouden categorie 1, te weten huishoudelijke werkzaamheden, 17,- per uur; b. voor hulp bij het huishouden categorie 2, te weten huishoudelijke werkzaamheden, aangevuld met de organisatie van het huishouden en hulp bij een ontregeld huishouden, 19,- per uur. Artikel 5. Bedragen vervoersvoorzieningen De bedragen van een financiële tegemoetkoming voor een vervoersvoorziening zijn: a. maximaal 1.360- per jaar voor het gebruik van de eigen auto; b. maximaal 1.360- per jaar voor taxikosten; c. maximaal 2.040,- per jaar voor rolstoeltaxikosten; d. maximaal 379,- per jaar voor het gebruik van een gesloten buitenwagen; e. maximaal 879,- per jaar voor het gebruik van een bruikleenauto; f. maximaal 379,- per jaar voor vervoerskosten, als collectief vervoer alleen niet geschikt is. Artikel 6. Bedragen woonvoorzieningen De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening is gelijk aan het bedrag van de door het college geaccepteerde offerte. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013 2

Een verstrekking voor verhuis- en herinrichtingskosten vindt plaats in de vorm van een financiële tegemoetkoming. De financiële tegemoetkoming bedraagt 2.400,-. Artikel 7. Indexering Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van dit Besluit geldende bedragen verhogen of verlagen conform het CBS prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie. Artikel 8. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgend op de bekendmaking. Op de datum van inwerkingtreding vervalt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2009. Artikel 9. Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013 3

TOELICHTING BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 Algemeen Dit besluit is mede gebaseerd op de bepalingen uit hoofdstuk 6 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013. Deze verordening is in 2012 ontwikkeld om een juridische basis te leggen voor de nieuwe manier van werken binnen de Wmo: de Kanteling. Deze nieuwe manier van werken houdt in dat er niet meer wordt uitgegaan van de door de gemeente aangeboden voorzieningen, maar van de vraag van de belanghebbende. Daarbij staan de eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van belanghebbende centraal. De verordening gaat uit van acht te bereiken resultaten op basis waarvan bepaald wordt of het college moet compenseren: a. een schoon en leefbaar huis; b. wonen in een geschikt huis; c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; e. het kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; f. zich verplaatsen in en om de woning; g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; h. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. Artikel 1. Begripsbepalingen Dit artikel behoeft geen verdere toelichting. Artikel 2. Eigen bijdrage en eigen aandeel In de verordening staat in artikel 22 bepaald dat bij het verstrekken van een voorziening ten aanzien van de acht resultaten een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd kan zijn. Artikel 22 bepaald ook dat het college bevoegd is om de omvang van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast te leggen in het Besluit. De omvang van de eigen bijdrage of het eigen aandeel is afhankelijk van de leeftijd, het inkomen, de gezinssamenstelling en de kostprijs van de voorziening. Artikel 3. Regels rond verstrekking en verantwoording persoonsgebonden budget In de verordening is vastgelegd dat het college de hoogte van het persoonsgebonden budget vastlegt in het Besluit. Dit lid regelt de wijze waarop een persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelvoorzieningen wordt vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan, conform de verordening, van de goedkoopst compenserende voorziening. Als daar sprake van is kan verhoging plaatsvinden met een bedrag noodzakelijk voor onderhoud, reparatie en verzekering. Het persoonsgebonden budget wordt aangegaan voor de periode van de economische levensduur. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013 4

Lid 2 en 3. De gemeente is zelf verantwoordelijk voor de rechtmatige en doelmatige besteding van gelden op grond van de wet, en heeft ook zelf de bevoegdheid om vast te stellen in hoeverre er wordt gecontroleerd of aanvragers hun persoonsgebonden budget besteden conform de voorwaarden. Het is dus aan de raad en het college om te bepalen hoe die controle plaatsvindt en daarbij de afweging te maken tussen volledige controle en steekproefsgewijze controle. Lid 4. Indien een houder van een persoonsgebonden budget overlijdt binnen de looptijd van dat persoonsgebonden budget, dienen de restwaarde en de eventueel onbestede gelden voor onderhoud, reparatie en verzekering door de erven te worden terugbetaald. Wanneer de houder van het persoonsgebonden budget een onderhoudscontract is aangegaan dat niet meer teruggedraaid kan worden, dan vallen de kosten hiervoor niet onder onbestede gelden. Indien er sprake is van een woonvoorziening, een vervoersvoorziening of een rolstoel, wordt de restwaarde bepaald op basis van hetgeen de erven bij verkoop van de voorziening hiervoor maximaal kunnen krijgen -hetzij via de zakelijke markt, hetzij via de particuliere markt. Bij terugbetaling aan de gemeente dienen de erven een verkoopbewijs te overleggen zodat de restwaarde kan worden bepaald. Lid 5. Wanneer een houder van een persoonsgebonden budget verhuist, kan het zo zijn dat de compensatieplicht vervalt. Als dat het geval is dient de restwaarde (en de eventuele onbestede gelden voor onderhoud, reparatie en verzekering) te worden terugbetaald. Wanneer de houder van het persoonsgebonden budget een onderhoudscontract is aangegaan dat niet meer teruggedraaid kan worden, dan vallen de kosten hiervoor niet onder onbestede gelden. Indien er sprake is van een woonvoorziening, een vervoersvoorziening of een rolstoel, wordt de restwaarde bepaald op basis van hetgeen de houder van het persoonsgebonden budget bij verkoop van de voorziening hiervoor maximaal kan krijgen -hetzij via de zakelijke markt, hetzij via de particuliere markt. Bij terugbetaling aan de gemeente dient de houder een verkoopbewijs te overleggen zodat de restwaarde kan worden bepaald. Lid 6. In artikel 19 van de verordening ligt vastgelegd dat het college bevoegd is om vast te leggen in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt. Het is niet in alle situaties mogelijk om een persoonsgebonden budget te ontvangen. Allereerst wordt geen persoonsgebonden budget verstrekt indien het collectief vervoerssysteem kan voorzien in de vervoersbehoefte. De keuzevrijheid tussen zorg in natura en een persoonsgebonden budget kan in dit geval leiden tot leegloop en ondergraving van het collectief vervoerssysteem. Het is ook niet mogelijk een persoonsgebonden budget te ontvangen als het ernstige vermoeden bestaat dat een aanvrager problemen zal krijgen met het omgaan met een persoonsgebonden budget. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de aanvrager een verslaving heeft die dagelijks functioneren bemoeilijkt, een ernstige schuldenlast heeft en problemen heeft bij afbetalingen, een zwervend bestaan leidt of veroordeeld is voor een vermogensdelict. Indien de verwachting is dat een voorziening noodzakelijk is voor een periode korter dan de economische levensduur wordt geen persoonsgebonden budget verstrekt. Dit kan de gemeente namelijk op onnodige kosten jagen. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013 5

Ook als blijkt dat een belanghebbende in eerdere gevallen niet aan de verplichting rond een persoonsgebonden budget heeft voldaan, wordt geen persoonsgebonden budget verstrekt. Artikel 4. Bedragen hulp bij het huishouden In dit artikel worden de bedragen genoemd voor het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden. Hulp bij het huishouden 1 bestaat uit huishoudelijke werkzaamheden. Hulp bij het huishouden 2 bestaat uit huishoudelijke werkzaamheden aangevuld met de organisatie van het huishouden. Bij de vaststelling van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden is door de gemeente gekozen voor vaststelling op basis van het aantal geïndiceerde uren. Artikel 17 van de verordening gaat ondermeer uit van een voorziening in natura of het ontvangen van een hiermee vergelijkbaar persoonsgebonden budget. Omdat het persoonsgebonden budget bestaat uit een geldbedrag, mag uit de wettekst worden afgeleid dat dit geldbedrag vergelijkbaar moet zijn met het bedrag dat de gemeente betaalt voor de voorziening in natura. De budgethouder moet met het geldbedrag in staat worden gesteld dezelfde hulp in te kopen als de gemeente doet. Daarbij geldt wel, dat als men zelf iemand inhuurt, men een kleinere overhead heeft. Daarom wordt voor de vergoeding van de hulp bij het huishouden door de gemeente een uurtarief vastgesteld dat gebaseerd is op 80% van de gemiddelde kosten van zorg in natura zoals door de gemeente overeengekomen met de verschillende zorgaanbieders. De overhead ontbreekt namelijk niet volledig. Cliënten moeten verantwoording afleggen en een administratie bijhouden over de bestede gelden. Artikel 5. Bedragen vervoersvoorzieningen Artikel 5 legt een aantal bedragen vast voor vervoersvoorzieningen. Artikel 6. Bedragen woonvoorzieningen In dit lid is geregeld hoe de financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening wordt vastgesteld. Het gaat daarbij om de kosten van de door het college goedgekeurde offerte. Daarin kan een aantal kosten teruggevonden worden. Te denken valt hierbij aan de kosten van bouw, maar ook aan eventuele kosten van de architect, kosten van vergunningen en kosten van toezicht. Door uit te gaan van de kosten van de goedgekeurde offerte is het mogelijk per offerte andere kosten mee te nemen. Zo zullen toezichtkosten bij een kleine verbouwing geen rol spelen. Lid 2 Dit lid legt vast welk bedrag verstrekt wordt als het gaat om een tegemoetkoming in de verhuisen herinrichtingskosten. Artikel 7. Indexering Dit artikel behoeft geen verdere toelichting Artikel 8. Inwerkingtreding Dit artikel behoeft geen verdere toelichting Artikel 9. Citeertitel Dit artikel behoeft geen verdere toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013 6