Otterlo (1) Mogelijke voorouders: In 1536 is Melis Reijersz bruiker van Groot Landaas (Oudschildgeld Woudenberg 67). In 1571 is Henrick Meliss bruiker van Groot Landaas (Tienden van St. Pieter 1563-1615; door D. van Wageningen, blz. 78). Koper van de tiend van het 1e blok van Groot Landaas, 1610: Melis Hendrixxs den Cleijnen Koper van de tiend van het 2e blok van Egdom, 1610: Melis Hendrixxs den Cleijnen (Tienden van St. Pieter 1563-1615; door D. van Wageningen) I Hendrik Melisz, rademaker, ov. voor 1675, tr. Rutgen Gijsbert Knoppertsdr Hendrik Melisz te Woudenberg, pachter van de wijn- en bieraccijns 01-12-1654 en 22-04-1659. Huisgezinnen Woudenberg 1675, nr. 12: De weduwe van Henrick Melisz rademaeckster ende een zoon minderjarich. Het gerecht van Woudenberg leent 200 gulden van Eelis Thonisz en Albert Willemsz, kerkmeesters te Woudenberg. Dit geld wordt gebruikt om een lening af te lossen waarop een hoge rente moest worden betaald, afgesloten door Frans van Triest. Op 15-09-1668 wordt de lening door het gerecht afgelost aan de kerk, vertegenwoordigd door Jan Gerritsz van Blootenburg en Hendrick Melissen, kerkmeesters te Woudenberg. De lening wordt overgenomen door schout mr. Frederick van Beeck. De lening wordt op 01-01-1687 afgelost aan B. van Beeck. Afschrift van het origineel. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 109, 110; 09-11-1643). Procuratie op Isbrant Gysbertss, rademaecker te Woudenberg t.v.v. de kinderen en erven Annighen Peters, in leven wed. Jan Tonissen Rosmuller: Frans Dirckss, getrouwd met Grietgen Ros, won. Utrecht; Cornelis d' With, getrouwd met Gijsbertgen Ros, won. Utrecht; Hendrick Bosman, getrouwd met Andriesgen Ros, won. Utrecht; de kinderen van de overleden Pieter Ros; de kinderen van de overleden Anthonij Ros tot transport op Henrick Meliss van een huis c.a. te Woudenberg in de Kerkstraat hoek naast de Rooster (HUA, UT054a003, nr. 123; 15-10-1670). De weduwe van Henrick Melijssen eist betaling van de weduwe van Wulfert Aertsz. De zoon van de weduwe van Wulfert Aertsz ontkent dat er een schuld is. Henrick Aelten verklaart dat het volk van de weduwe van Wulfert Aertsz enige garven van de tient van de weduwe van Henrick Melijssen heeft zien halen. Hij weet niet hoeveel, want het is al lang geleden gebeurd. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 67; maart 1679). De weduwe van Henrick Melisz eist betaling van de weduwe van Wulfert Aertsz, op Nieuwenhuijsen. Betaling van 42 gulden van de tient van Nieuwenhuijsen. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 73; 30-10-1679). De weduwe van Henrick Melissen eist betaling van Cornelis Rijcksz. Betaling van 10 gulden voor een ploeg met aftrek van 3 gulden verdiend met zagen en wagenvrachten. Cornelis Rijcksz verklaart dat de ploeg niet meer waard is dan 6 gulden. Met aftrek blijft er dan 2 gulden over. Uitspraak: betalen van 2 gulden en 10 stuivers als hij de ploeg houdt. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 73; 30-10-1679). Melis Hendricksz eist betaling van Jacobus Pollion, predikant. Betaling van 12 gulden 12 stuivers voor geleverde tabak. Uitspraak: betalen. Op 23-02-1682 verklaart ds. Jacobus Pollion dat hij de zaak voor het Hof van Utrecht brengt. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 90, 94; 17-11-1681, 16-02-1682). De weduwe van Hendrick Melisz eist terugbetaling van de weduwe van Jan Smit Betaling van 18 gulden 10 stuivers dat de weduwe van Hendrick Melisz als borg had betaald voor de weduwe van Jan Smit ten behoeve van Dirck Jochumsz. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 100; 10-08-1682).
In 1683 wordt Melis Henricks, mede-rademaker, door zijn moeder Rutgen Ghijsbert Knoppertsdr, wed. Henrick Melis, rademaker te Woudenberg om langs gerechtelijke weg haar uitstaande boek- en inschulden te innen. (Notaris A. van Brinckesteyn, AT015 a004 fol. 26vo; 07-03-1683). In 1686 wordt Hendrik Melisz genoemd als bruiker van 1½ morgen land in de Schilt of Doornheg (Oudschildgeld Woudenberg 50). Melis Hendriksz, volgt II II Melis Hendriksz van Otterloo, rademaker, tr. Beertien Cornelis van Oudwulven In 1684 wordt Melis Henricks, mede-rademaker, door zijn moeder Rutgen Ghijsbert Knoppertsdr, wed. Henrick Melis, rademaker te Woudenberg om langs gerechtelijke weg haar uitstaande boek- en inschulden te innen. (Notaris A. van Brinckesteyn, AT015 a004 fol. 26vo; 07-03-1683). In 1683 is Melis Hendricksz getuige bij het sluiten van een testament (Amersfoort, Not. Arch.; 29-09- 1683). In 1684 machtigt Rutgen Ghijsbert Knoppert, wed. Henrick Melis, rademaker tot Woudenberg, haar zoon Melis Hendricksz, mede-rademaker, om langs gerechtelijke weg haar uitstaande boek- en inschulden te innen. Getuigen: Cornelis Jacobs. en Winand Pannekoeck. (Amersfoort, not. arch.; 07-03- 1684). Tilman Beens namens de heer van Meersborgen daagt Melis Hendricksz voor het gerecht. Verder niets vermeld. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 150; 06-09-1688). Melis Hendriksz, eigenaar en bruiker van een haardstede en eigenaar van een naastgelegen haardstede in een 'kamertje' in 1693. Cornelis Lambertsz Brom eist betaling van Melis Hendricksz. Betaling van de helft van de tabak door Melis Hendricksz gekocht in 1691. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 214, 217; 28-09-1693, 21-11- 1693). In 1696 wordt Melis Hendriksz genoemd als bruiker van ¾ morgen land in de Schilt of Doornheg (Oudschildgeld Woudenberg 50). Dit echtpaar wordt in 1718 genoemd (als Melis van Otterloo en Barendje van Oudwulven) in het testament van hun zoon Cornelis. Melis Hendriksen van Otterloo verkoopt aan zijn zoon Hendrik Melissen van Otterloo een huis, berg en tabakschuur, zijnde een halve hofstede ten zuiden van de Voorstraat. Oost: Mathijs Lagerweij, west: de weduwe van Dirck hendriksz, zuid: de Schilt, noord: de gemene Voorstraat. Recht op anderhalf schaar weidens op de meent. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 6, 6vo; 25-05-1718). Melis Hendriksz van Otterloo verkoopt aan Arien Thijssen van Wittenbergh een huis aan de Middelstraat. Oost: Cornelis Jansz van Ginckel, west: Theunis Sijmensz van Linden, zuid: Hermen Schouten en Jan Evertsen, noord: de weduwe van Gerrit Theunisz. Recht op anderhalf schaar weidens op de meent. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 11; 10-07-1719). 1. Hendrick Melisz van Otterloo, volgt III 2. Cornelis Melisz van Otterloo, ged. Woudenberg 15-08-1686, get. Lijsje Jans, ov. 1725, meester timmerman te Amsterdam, tr. Amsterdam 23-05-1713 Magdalena Brouwer Hun zoon trouwt een De Mol, waaruit de familie de Mol van Otterloo. 3.? Aeltje Melis van Otterloo, otr. Woudenberg 08-11-1726 Peter van Gildeburch, wed. Hendrikje Helmich, van Amersfoort Aeltje Melis is doopgetuige bij kind van Hendrik Melisz Otterlo op 14-09-1710. III Hendrick Melisz van Otterloo, tr. Woudenberg 12-05-1709 Jannigje/Jantje Hendricks Overeem, ged. Doorn 01-08-1685, ov. Woudenberg 14-05-1750, dr. van Hendrick Gerritsz van Overeem en Trijntje Fredericks Melis Hendriksen van Otterloo verkoopt aan zijn zoon Hendrik Melissen van Otterloo een huis, berg en tabakschuur, zijnde een halve hofstede ten zuiden van de Voorstraat. Oost: Mathijs Lagerweij, west: de weduwe van Dirck hendriksz, zuid: de Schilt, noord: de gemene Voorstraat. Recht op anderhalf schaar weidens op de meent. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 6, 6vo; 25-05-1718). Hendrik Melissen van Otterlo, schepen en zijn vrouw lenen 600 gulden van Reijnier van Wessel, secretaris van Amerongen. Onderpand: huis, berg en tabakschuur ten zuiden van de Voorstraat. Oost:
Matthijs Lagerweij, west: de kinderen van Dirk Hendrikz Vermeulen, zuid: De Schilt, noord: de gemeene Voostraat.Recht op anderhalf schaar weidens op de meent. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 58, 58vo, 59; 14-06-1726). 1. Berendina Hendriks van Otterloo, ged. Woudenberg 14-09-1710, get. Aaltje Melis, tr. Woudenberg 03-01-1733 Barend Kloek, van Woudenberg 2. Hendrik Hendriksz van Otterloo, ged. Scherpenzeel 07-08-1712, won. onder Woudenberg, rademaker, begr. Doorn 08-08-1770, tr. (1) Zeist 25-05-1738 Maria Cuynera de Wolf, ged. Zeist 25-04-1717, dr. van Pieter de Wolf en Geertruijd van Linstee, tr. (2) Doorn (att. van Loenen) 05-11-1752 Nelletje/Petronella Dirks van Raaij Hendrik van Otterloo, getrouwd met Maria de Wolff vraag een akte van indemniteit om in Doorn te gaan wonen. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 180vo; 10-06-1739). In 1744 krijgt hij 4 man inkwartiering. (Dorpsgerecht Doorn 535; 27-12-1744). In 1746 krijgt hij 3 man inkwartiering. (Dorpsgerecht Doorn 535; 22-3-1746). In 1747 krijgt hij 5 man inkwartiering. (Dorpsgerecht Doorn 535; 13-11-1747). In 1748 krijgt hij 1 man inkwartiering. (Dorpsgerecht Doorn 535; 30-10-1748 en 07-11-1748). In 1755 woont hij in een huis van Teunis van Blankestein. Dit is hetzelfde huis als hij in 1762 koopt van de familie van Dam. (Dorpsgerecht Doorn 535; 29-01-1755). In 1756 krijgt hij 2 man inkwartiering. (Dorpsgerecht Doorn 535; 10-06-1756). In 1762 koopt hij 2 huizen van de familie Van Dam. De huizen liggen naast elkaar aan de huidige Dorpsstraat (Gemene weg). Het ene huis ligt ten westen van Huig van Hamersveld en ten oosten van het andere huis. Bij het andere huis ligt ten westen de nakomelingen van Thomas Hendriksz van Waveren. Het erf van het 2 e huis is 13 roeden lang en 25 voeten breed. Voor deze koop neemt hij een hypotheek van 400 gulden op bij Willem en Bartholomeus van Otterlo uit Amsterdam. In 1775 heeft hij deze hypotheek afgelost. 28-8-1800 verkoopt de weduwe Otterlo beide huizen aan Johannes van Geelkerken. (Dorpsgerecht Doorn 535; 13-12-1762) In 1766 plecht voor het gerecht van Doorn. Hij heeft een schuld bij de 5 kinderen uit zijn eerste huwelijk. Die kinderen komen aan dat geld als erfgenaam van hun grootmoeder, de huisvrouw van Jacob Brama (Dorpsgerecht Doorn 535; 24-07-1766). Zijn huis staat in Doorn naast De Zwaan. Aan de andere kant woont Huig van Hamersveld. Hij is begraven in een kerkengraf. 3. Cornelis Hendriks van Otterloo, ged. Woudenberg 14-10-1714, get. Heiltje Hendriks 4. Trijntje Hendriks van Otterloo, ged. Woudenberg 13-12-1716, get. Heiltje Hendriks 5. Melis Hendriksz van Otterloo, ged. Woudenberg 14-04-1720, get. Maegje, volgt IVa 6. Gerrit Hendriks van Otterloo,volgt IVb 7. Jantje Hendriks van Otterloo, ged. Woudenberg 16-07-1724, get. Lijsje Jans 8. Hendrik Hendriksz van Otterloo, ged. Woudenberg 13-04-1727, get. Willemijntje 9. Willem Hendriksz van Otterloo, ged. Woudenberg 18-06-1730, get. Maeijken Koudijs Antoni Pakkouw, Aaltje Pakkouw, wed. Gerrit van Otterloo, Jacob Koudijs, getrouwd met Teuntje Pakkouw, erfgenamen van Gijsbert Pakkouw, ov. te Amsterdam. Laatst is zijn weduwe Judith Zoontje ook overleden. Zij machtigen Willem van Otterloo, won. Amsterdam om de nalatenschap van Gijsbert Pakkouw te regelen. (Recht. Arch. Woudenberg 2347, blz. 142, 143; 28-04-1777). (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2356, blz. 19, 20, 21, 22; 28-04-1777). IVa Melis Hendriksz van Otterloo, ged. Woudenberg 14-04-1720, hospes, tr. Woudenberg 20-01- 1743 Trijntje/Catharina Willems Moesbergen, wed. Gijsbert Hannissen Bosch, ged. Woudenberg 15-09-1709, get. Gosentje Packouw, dr. van Willem Cornelisz Moesbergen en Gerritje Gerrits van Wittenberg/Verhoef In 1744 laat Gerritje Gerrits Verhoef, wed. Willem Cornelisz van Moesbergen, won. Woudenbergh, Middelstraat haar testament maken. Erfgenaam: Trijntje van Moersbergen, dochter, eerder wed. Gysbert Hannisse Bosch, nu gehuwd met Melis Hendrikse van Otterloo. Met verwijzing naar testament d.d. 30-12-1742 voor notaris A. van Geytenbeek te Woudenberg (Not. Utrecht UT209a001; 04-01-1744). Melis Hendriksen van Otterloo en zijn vrouw Trijntje Willems verklaren ten verzoeke van de weduwe van Willem van Moesbergen dat zij het huis van de weduwe huren, gelegen naast het huis van Anthonij Voskuijlen en Gerrit van Ravesloot. Zij drogen hun hout achter in de tuin. Op Paasmaandag 06-04-1744
hebben Trijntje Willems en Gerritje van Langelaar, weduwe van Willem van Geijtenbeek gezien dat Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravesloot een loodsje, dat tegen hun muur was aangebouwd, hebben afgebroken. Er kwam zelfs een gat in de muur. (Dorpsgerecht 2345, fol. 80, 81, 82, 83; 25-06-1745). Hof van Utrecht; 115-8 stukken betreffende criminele rechtspraak 1742-1748: Verklaring van Melis van Otterloo, 28 jaar, hospes te Woudenberg in het proces tegen Teunis Brouwer, won. aan t Leusder heetveld. Teunis was 01-08-1747 tijdens de kermis van Woudenberg bij hem ter gelage geweest. Hij kwam binnen met getrokken mes en zocht ruzie. Niemand reageerde. Hij is de deur uitgezet. Aanwezig Jan Peter Cossen op Groenewoud en Sijmon Verhoef, won Woudenberg. In 1775 is de weduwe van Melis Otterloo eigenaar en bruiker van 1 morgen in de Caneel (Oudschildgeld Woudenberg 58c2). In 1775 is de weduwe van Melis Otterloo eigenaar en bruiker van 525 roeden land op de Wetering (Oudschildgeld Woudenberg 1b). Testament van Cornelia van Moesbergen, ongehuwd, bejaard, won. aan de Middelstraat in Woudenberg. Zij prelegateert haar nicht Gerritje Bos, bij haar inwonend, haar huis, hof, hofstede, tabaksschuur met de spijlen, bergen, tabakskisten, in de Middelstraat. Recht van weiden op de meent. En een hoekje land, genaamd de Hof aan het Vonger, aan de Geeresteinselaan. Oost: de Geeresteinselaan, west: Anthonij Packouw, zuid: Teunis Voskuijl, noord: het gemene kerkpad. En een streep land van 1 1/4 morgen, genaamd de Brejestriep, op de Wetering onder Woudenberg. Oost: de weduwe van Tijs Ariense van Wittenbergh en Anthonij Packouw, west: de Weteringsendijk, zuid: Elisabeth Verhoeff, noord: Willem Lagerweij, secretaris. Met veel meubilair. Zij prelegateert haar nicht Maria Bos, bij haar inwonend, en bij haar overlijden haar grootmoeder Trijntje Bosch, een huis, hof, hofstede, twee bergen, tabaksschuur met de spijlen in de Agterstraat in Woudenberg, bewoond door Hendrik Lagerweij en de weduwe van Gerrit Hendriksen. Recht van weiden op de meent. En een streep land, genaamd de Heuvel, op de Wetering onder Woudenberg. Oost: Jan de Bree, west: de Weteringsendijk, zuid: de weduwe van Abbema, noord: Willem Lagerweij, secretaris. En een hoek land, groot 1 1/4 morgen, genaamd de Grooten Hoek, in de Caneel onder Geerestein. Oost: de weduwe Trijntje Otterloo, west: Jacob Hendriksen en Hermen van Maanen, zuid: Gijsbert Lagerweij c.s., noord: de weduwe van Frans Voskuijl. Met veel meubilair. Zij moet 500 gulden uitkeren aan de andere erfgenamen. Samen erven zij de rest van de inboedel. Enige erfgenamen van wat er overblijft: Willem, Hendrina, Gerrigje en Barend Moesbergen, de vier kinderen van Aaltje Wittenbergh uit haar huwelijk met Tijs Moesbergen, voor de ene helft. Haar zuster Trijntje Moesbergen, eerst wed. Gijsbert Bosch, laatst wed. Melis Otterloo, voor de andere helft. Zij moet haar dochter Gerrigje Bosch haar leven lang jaarlijks 50 gulden betalen. Bij overlijden van Trijntje Moesbergen erven in haar plaats haar (klein)kinderen: Gijsbert, Jannigje, Elisabeth Otterloo, Gerrigje en Gosentje Bosch en Maria, Trijntje, Gijsbertje, Dirk, Gijsbert, Cornelia en Willem Bosch, kinderen van Aaltje Voorsteeg uit haar huwelijk met Willem Bosch. Het testament van d.d. 07-05-1777 voor not. A. van Geijtenbeek te Woudenberg wordt teniet gedaan. Octrooi Utrecht d.d. 16-03-1764. Getuigen: Willem Karssenberg, Hendrik van Geijtenbeek en Evert Bosch. (Notarieel Woudenberg 2462, Nr. 47, f. 145-152vo; 12-02-1780). Trijntje Moesbergen, laatst wed. Melis Otterloo stelt haar enige zoon Gijsbert Otterloo aan als curator over haar innocente dochter Gerrigje Bosch, uit haar eerste huwelijk met Gijsbert Bosch. (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2361, blz. 54, 55, 56; 23-11-1784). (Geprotocolleerd in: Dorpsgerecht Woudenberg 2347, blz. 262, 263; 23-11-1784). Matthijs Lagerweij, gerechtsbode verkoopt namens Trijntje Moesbergen, laatst wed. Melis Otterloo aan Gijsbert, Jannigje en Elizabeth Otterloo, allen me.j., de helft een huis, tabaksschuur en hof met daar in staande kisten in de Agterstraat bij het grote vondel. Oost en noord: Arien Evertse van Wittenberg, zuid: de gemene weg, west: het kerkhof. Recht op anderhalf schaar weidens op de meent. De wederhelft is van de weduwe van Tijs Moesbergen. Onderhands gekocht op 25-05-1784. De 40e penning is betaald op 07-07-1784. (Dorpsgerecht Woudenberg 2348, blz. 38, 39; 22-03-1787). Trijntje Moesbergen, wed. Melis Otterloo en haar dochters Jannigje en Elizabeth van Otterloo machtigen haar zoon en broer Gijsbert van Otterloo om mede namens hen de 100ste penning te betalen. Gedaan voor not. Arnoldus van Geijtenbeek te Woudenberg. Getuigen: Oth van Geijtenbeek en Hendrik van Dijk. (Dorpsgerecht Woudenberg 2348, blz. 193; 27-07-1793). (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2356, blz. 72; 27-07-1793). Trijntje Moesbergen, laatst weduwe van Melis Otterlo laat haar testament maken. Zij verklaart van de drie kinderen uit haar tweede huwelijk kost en inwoning gekregen te hebben. Zij vindt dat zij meer moeten erven dan de andere kinderen. Er moet nog een chirurgijnrekening van 150 gulden betaald worden. De 300 gulden geleend geld van Willem Vlug te Amersfoort is door de drie kinderen uit haar tweede huwelijk afgelost. Zij heeft haar innocente dochter Gerritje Bosch op eigen kosten moeten uitbesteden. Zoon Gijsbert Otterlo is getrouwd met Grietje Vermeulen. Dochter Jannigje Otterlo is in
ondertrouw van Hendrik van Dijk. Dochter Elisabeth Otterlo onderhoudt haar moeder voor 52 stuivers per week. Om dit te kunnen betalen heeft zij deze dochter ruim een morgen land op de verste Wetering, ten westen van de Weteringsendijk verkocht. Oost: de Weteringsendijk, west: de Grift, zuid: Tijs van Colfschoten, noord: Barend Moesbergen. Samen met enig land ten noorden hiervan tijnsplichtig met een tijns van 18 stuivers en 12 penningen aan het St. Jansconvent te Wijk bij Duurstede. Tinsplichtig met 4 stuivers en vijf penningen aan Huis Renswoude. En een halve morgen land in Slappendel ten noorden van de Marense Meentsteeg onder Maarn. Oost: Willem Lagerweij Wz., west: L.L. Bols, zuid: de Marentse Meentsteeg, noord: Gijsbert Otterlo. Samen verkocht voor 799 gulden. Volgt de verkoop van Trijntje Moesbergen op haar dochter Elisabeth Otterlo. (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2361, blz. 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109; 24-03-1798). (Geprotocolleerd in: Dorpsgerecht Woudenberg 2348, blz. 261, 262, 263, 264, 265, 266, 267, 268; 24-03-1798). 1. Jannigje Melissen van Otterlo, ged. Woudenberg 09-06-1743, get. Jannigje Otterloo, jong. ov. 2. Gijsbert Melissen van Otterlo, ged. Woudenberg 13-03-1746, get. Gerritje Knoppers, ov. Woudenberg 17-02-1813, tr. Woudenberg 09-04-1797 Grietje Dirks Vermeulen, ged. Woudenberg 26-01-1755, ov. Woudenberg 17-05-1832, dr. van Dirk Gerritsz Vermeulen en Maria Evertsen van Wittenberg Lidm. Woudenberg 01-01-1782: Grietje Dirksd Vermeulen hv Gijsbert Otterlo. Lidm. reg. Woudenberg 1805: Grietje Dirkse Vermeulen hv Gijsb. Otterloo. De erfgenamen van Jannigje van Otterloo laten 2/3 deel van een streep land in de Caneel taxeren. Zuid: Gijsbert van Otterloo met een derde deel; noord: Elisabeth van Otterloo met een derde deel. Geschat op 300 gulden. (Dorpsgerecht Geerestein 692; 26-07-1804). Hendrik Lagerweij Mz. verkoopt namens Arien van Otterloo en Arien Koudijs, als executeurs van de boedel van Maria van den Heuvel, wed. Anthonij van Wittenberg aan Gijsbert van Otterloo en Hendrik Verhoef ca. 1/4 morgen land bij het dorp tussen de huizen van Hendrik Verhoef en Jan van Domselaar. Recht op drie schaar weidens op de meent. Voor 215 gulden. (Dorpsgerecht Woudenberg 2350, blz. 183; 31-01-1809). Albertus van Heteren namens Ariaantje Volkmaar, wed. Wouter Wouterus Pull, Gijsbertje van Manen, wed. Matthijs van Geijtenbeek, voor zichzelf en als voogd van haar vier minderjarige kinderen; Hendrik, Jannetje en Weintje van Geijtenbeek verkopen aan Gijsbert van Otterloo twee kampen land, groot 1 morgen 250 roeden op de Schild. Oost: Jan Lagerweij, west: de kinderen van Oth van Geijtenbeek, boven genoemd, zuid: Teuntje Lagerweij, noord: de koper. Voor 500 gulden. Koopakte (onderhands) d.d. 13-07-1810. (Dorpsgerecht Woudenberg 2350, blz. 283, 284; 10-09-1810). Albertus van Heteren namens Ariaantje Volkmaar, laatst wed. Wouter Wouterus Pull, Gijsbertje van Manen, wed. Matthijs van Geijtenbeek, voor zichzelf en als voogd van haar vier minderjarige kinderen; Hendrik, Jannetje en Weintje van Geijtenbeek verkopen aan Gijsbert van Otterloo 300 roeden bouwland op de Schild. Oost: perceel nr. 4, west: de kinderen van Oth van Geijtenbeek, zuid: perceel nr. 5, noord: het dorp. Voor 260 gulden. Procuratie op Albertus van Heteren d.d. 06-01-1810 voor not. Martinus Wigman te Woudenberg. (Dorpsgerecht Woudenberg 2350, blz. 288, 289; 29-10-1810). 3. Jannigje Melissen van Otterlo, ged. Woudenberg 09-03-1749, get. Jannigje Hendriks, begr. Woudenberg 16-01-1801, tr. Woudenberg 14-04-1798 Hendrikus van Dijk, won. Woudenberg, ged. Leersum 14-07-1754, ov. Doorn 09-01-1839, zn. van Gerrit van Dijk en Cunera Bos De erfgenamen van Jannigje van Otterloo laten de volgende goederen taxeren: 1. Tweederde van eenderde van een huis, berg en schuur ten noorden van de Middenstraat. Oost: Aard van de Haar, west: de kerk. Geschat op 350 gulden. 2. Tweederde van eenderde deel van de helft van een huis, schuur en hof daar achter. Oost: aan het huis vast, Gijsbert Eijkelkamp, west: het in erfpacht uitgegeven land van de kerk. Geschat op 125 gulden. 3. Tweederde van eenderde deel van ruim 2 morgen land, genaamd de Slingers, op de Wetering. Zuid: de erfgenamen van jvr. F.C.S. gravinne van Rechteren, noord: Jan van Kolfschoten. Geschat op 140 gulden. 4. Tweederde van de helft van ruim twee en een half morgen, genaamd de Hoek achter Bogaard, op de Wetering. Zuid: de erfgenamen van jvr. F.C.S. gravinne van Rechteren, noord: Jan van Kolfschoten. Geschat op 410 gulden. (Dorpsgerecht Woudenberg 2349, blz. 128, 129; 20-07-1804). (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2355, blz. 147, 148, 149, 150; 20-07-1804).
De erfgenamen van Jannigje van Otterloo laten 2/3 deel van een streep land in de Caneel taxeren. Zuid: Gijsbert van Otterloo met een derde deel; noord: Elisabeth van Otterloo met een derde deel. Geschat op 300 gulden. (Dorpsgerecht Geerestein 692; 26-07-1804). 4. Elizabeth Melissen van Otterlo, ged. Woudenberg 23-01-1752, get. Gosentje Bos Trijntje Moesbergen, laatst weduwe van Melis Otterlo laat haar testament maken. Zij verklaart van de drie kinderen uit haar tweede huwelijk kost en inwoning gekregen te hebben. Zij vindt dat zij meer moeten erven dan de andere kinderen. Er moet nog een chirurgijnrekening van 150 gulden betaald worden. De 300 gulden geleend geld van Willem Vlug te Amersfoort is door de drie kinderen uit haar tweede huwelijk afgelost. Zij heeft haar innocente dochter Gerritje Bosch op eigen kosten moeten uitbesteden. Zoon Gijsbert Otterlo is getrouwd met Grietje Vermeulen. Dochter Jannigje Otterlo is in ondertrouw van Hendrik van Dijk. Dochter Elisabeth Otterlo onderhoudt haar moeder voor 52 stuivers per week. Om dit te kunnen betalen heeft zij deze dochter ruim een morgen land op de verste Wetering, ten westen van de Weteringsendijk verkocht. Oost: de Weteringsendijk, west: de Grift, zuid: Tijs van Colfschoten, noord: Barend Moesbergen. Samen met enig land ten noorden hiervan tijnsplichtig met een tijns van 18 stuivers en 12 penningen aan het St. Jansconvent te Wijk bij Duurstede. Tinsplichtig met 4 stuivers en vijf penningen aan Huis Renswoude. En een halve morgen land in Slappendel ten noorden van de Marense Meentsteeg onder Maarn. Oost: Willem Lagerweij Wz., west: L.L. Bols, zuid: de Marentse Meentsteeg, noord: Gijsbert Otterlo. Samen verkocht voor 799 gulden. Volgt de verkoop van Trijntje Moesbergen op haar dochter Elisabeth Otterlo. (Dorpsgerecht Woudenberg 2348, blz. 261, 262, 263, 264, 265, 266, 267, 268; 24-03-1798). De erfgenamen van Jannigje van Otterloo laten 2/3 deel van een streep land in de Caneel taxeren. Zuid: Gijsbert van Otterloo met een derde deel; noord: Elisabeth van Otterloo met een derde deel. Geschat op 300 gulden. (Dorpsgerecht Geerestein 692; 26-07-1804). IVb Gerrit Hendriks van Otterloo, van Woudenberg, begr. Woudenberg 07-09-1773, tr. Woudenberg 22-01-1747 Aaltje Packouw, ged. Woudenberg 02-12-1714, dr. van Arien Packouw en Ariaantje Anthonis van Wittenberg In 1775 is de weduwe van Gerrit Otterloo eigenaar en bruiker van 1 morgen op Ekeris (Oudschildgeld Woudenberg 74b2). Antoni Pakkouw, Aaltje Pakkouw, wed. Gerrit van Otterloo, Jacob Koudijs, getrouwd met Teuntje Pakkouw, erfgenamen van Gijsbert Pakkouw, ov. te Amsterdam. Laatst is zijn weduwe Judith Zoontje ook overleden. Zij machtigen Willem van Otterloo, won. Amsterdam om de nalatenschap van Gijsbert Pakkouw te regelen. (Recht. Arch. Woudenberg 2347, blz. 142, 143; 28-04-1777). 1. Ariaantje Gerrits van Otterlo, ged. Woudenberg 21-01-1748, get. Teuntje Packouw, jong. ov. 2. Hendrik Gerritsz van Otterlo, ged. Woudenberg 25-12-1749, get. Teuntje Packouw, jong. ov. 3. Arien Gerritsz van Otterlo, ged. Woudenberg 01-01-1752, get. Teuntje Packouw, volgt V 4. Hendrik Gerritsz van Otterlo, ged. Woudenberg 13-01-1754, get. Teuntje Packouw 5. Ariaantje Gerrits van Otterlo, ged. Woudenberg 25-12-1754, get. Teuntje Packouw, ov. Woudenberg 19-02-1823, tr. Woudenberg 24-07-1774 Johannes Gombsen, geb. Loenen 1750, won. Woudenberg, ov. Woudenberg 10-09-1820, zn. van Johannes Gombsen en NN V Arien Gerritsz van Otterlo, ged. Woudenberg 01-01-1752, wagenmaker, ov. Woudenberg 12-06-1819, tr. (1) Woudenberg 12-05-1782 Ariaantje Aarts Emans, won. Woudenberg, begr. Woudenberg 26-09-1797, tr. (2) Woudenberg 29-05-1803 Hendrijn Hendriks Koudijs, ged. Woudenberg 16-01-1752, ov. Woudenberg 24-06-1842, dr. van Hendrik Jansz Coudijs en Gijsbertje Barents van Wittenberg Arien Otterloo, wed. Ariaantje Emans verklaart dat zij zes kinderen hebben gekregen waarvan Aaltje, Lammert en Gerrigje Otterloo, allen minderjarig, nog in leven zijn. Hij stelt zijn zwager Johannis Gombzen, won. Woudenberg en zijn neven Gijsbert Otterloo, won. Woudenberg en Arien Ravesloot, won. aan het Heetveld onder Leusden aan tot voogden. (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2361,
blz. 195, 196, 197; 24-09-1801). (Geprotocolleerd in: Dorpsgerecht Woudenberg 2349, blz. 27; 24-09- 1801). 1. Gerrit van Otterlo, geb./ged. Woudenberg 03/09-03-1783, get. Ariaantje van Otterloo, begr. Woudenberg 16-04-1783 2. Gerrit van Otterlo, geb./ged. Woudenberg 27-07/01-08-1784, get. Ariaantje van Otterloo, begr. Woudenberg 06-02-1790 3. Lammert van Otterlo, geb./ged. Woudenberg 26-11/03-12-1786, get. Ariaantje van Otterloo, jong ov. 4. Aaltje van Otterlo, geb./ged. Woudenberg 14/16-11-1788, get. Ariaantje van Otterloo, begr. Woudenberg 25-02-1790 5. Aaltje van Otterlo, geb./ged. Woudenberg 20/26-12-1790, get. Ariaantje van Otterloo, ov. Woudenberg 22-03-1874, tr. Woudenberg 18-11-1815 Jan van Ginkel, geb./ged. Woudenberg 26-09/02-10-1785, ov. Woudenberg 18-05-1848, zn. van Lammert Hermsen van Ginkel en Elizabeth Gerritsen Pothoven 6. Lammert van Otterlo, geb./ged. Woudenberg 06/17-03-1793, get. Ariaantje van Otterloo, wagenmaker, ov. Woudenberg 08-09-1820, ongehuwd 7. Gerritje/Gerrigje van Otterlo, geb./ged. Woudenberg 07/27-11-1796, ov. Woudenberg 25-06-1818, ongehuwd Otterlo (2) Marrigje Rijks van Otterloo tr. (1) Veenendaal (3 e gebod) 30-5-1728 Cornelis Hermensz van Hardevelt, ged. Scherpenzeel 29-1-1702, zn van Hermen Cornelisz van Hardevelt en Marijtje Claessen, tr. (2) Veenendaal (3 e gebod) 13-03-1735 Arie Kits, wed. Geertruij Kouwenhoven, won. Veenendaal I Jan Rijksz van Otterloo, won. in Aschat onder Leusden, otr. Barneveld 05-03-1729 Teuntje Wouters, van Barneveld. Teuntje Wouters van Utrecht, tr. (2) Woudenberg 21-04-1771 Hendrik Lammertsz van Renswoude, wed. Stijntje Cornelissen, won. Leersum In 1734 hebben Jan Rijksen en Teunisje Wouters egtelieden getransporteert aen Hendrik Stevensen en Hendrikje Jans mede egtelieden een derde part in twee en een half vierde part aen t erff en goedje den Kleijnen Brijler daer Cornelis Arrissen woont (ORA 0203, boek 836, Buurtschap Glinde, folio 601; 20-6-1734). 1740 woont Jan Rijksen op Klein Hooibroek. 1. Rijk Jansz van Otterloo, ged. Scherpenzeel 20-08-1730, op Borgstede 2. Gerrit Jansz van Otterloo, ged. Renswoude 30-01-1735, op de Grote Vliert 3. Jacobje Jansz van Otterloo, ged. Renswoude 30-12-1736, op de Grote Vliert, jong ov. 4. Jacobje Jansz van Otterloo, ged. Renswoude 07-06-1739, op de Grote Vliert 5. Aaltje Jans van Otterloo, ged. Scherpenzeel 16-09-1742, in de Agterstraat op t Sticht 6. Maartje Jans van Otterloo, ged. Scherpenzeel 06-09-1750, in de Agterstraat op t Sticht 7. Wouter Jansz van Otterloo, ged. Woudenberg 14-11-1745, volgt II II
Wouter Jansz van Otterloo, ged. Woudenberg 14-11-1745, ov. Woudenberg 14-09-1825, tr. Leersum (otr. Woudenberg) 11-02-1776 Hanna Gerrits van Ginkel, ged. Leersum 26-01-1749, ov. Woudenberg 09-12-1823, dr. van Gerrit Gerritsen Rookes en Jannetje Wulferts In 1777 komt Hanna Gerritsen van Ginkel met attestatie van Leersum (Herv. Gem. Scherpenzeel 167; Kasboek diaconie 1763-1819, fol. 67; 1777). In 1782 komen Wouwter Jansen van Otterloo met attestatie van Woudenberg sijn vrouw Hanna Gerritsen van Ginkel met attestatie van Leersum (Herv. Gem. Scherpenzeel 167; Kasboek diaconie 1763-1819, fol. 68; 1782). 1. Jan van Otterloo, geb./ged. Scherpenzeel 09/13-10-1776, get. Gijsbertje Pieters van Veenendaal hv Hendrik Pietersz 2. Jannigje Wouters van Otterloo, geb./ged. Scherpenzeel 13/26-04-1778, op Nieuw Gooswilligen, ov. Woudenberg 28-03-1831, tr. Renswoude dec. 1802 Willem van Hardeveld, geb./ged. Scherpenzeel 04/16-04-1780 en ged. Woudenberg 16-04-1780, ov. Woudenberg 02-09-1839, zn. van Cornelis Jansz van Hardeveld en Evertje Willems Bosch/Kleuver. Willem van Hardeveld, tr. (2) Woudenberg 02-02-1833 Neeltje van Kirpestein, geb. Doorn 06-07- 1794, ov. Woudenberg 09-12-1861, dr. van Willem Kirpestein en Petronella van Amerongen 3. Gerrit van Otterloo, ged. Renswoude 02-04-1780, ov. Maarn 09-08-1865, tr. Maarn 07-12- 1811 Dirkje van den Breul, ged. Renswoude 17-02-1788, op Wagensveld, ov. Maarn 05-08- 1866, dr. van Antonie/Toon van den Breul en Jannetje Teunissen Wagensveld In 1782 komt Gerrit, zoon van Wouter Jansen met attestatie van Renswoude (Herv. Gem. Scherpenzeel 167; Kasboek diaconie 1763-1819, fol. 68; 1782). Uit dit huw. o.a.: 1. Aalbert Otterloo, geb. Maarn 17-01-1829, arbeider, ov. Maarn 12-11-1897, tr. Woudenberg 02-05-1856 Marritje van den Berg, geb. Woudenberg 15-01-1825, dr. van Lammert van den Berg en Geertje van Doorn Uit dit huw. o.a.: 1. Geertje van den Berg/Otterloo, geb. Woudenberg 31-10-1846 (erkend bij huw.) 2. Leentje Otterloo, geb. Woudenberg 14-07-1858 4. Teunisje van Otterloo, geb./ged. Scherpenzeel 02/16-02-1783, in het Gooswilliger Veldhuisje, ov. Renswoude 08-08-1856, tr. Renswoude 22-12-1808 Cornelis van de Vliert, ged. Doorn 19-01-1777, ov. Renswoude 15-11-1854, zn. van Gijsbert Melissen van de Vliert en Hendrijntje Cornelisse van Ginkel Ondertrouw Cornelis Gijsbertse van de Vliert, jm. geb. Doorn, en Teunisje Wouterse van Otterloo, jd geb Scherpenzeel, beide won. alhier. Trouwen Renswoude 22-12-1808. (Dorpsgerecht Amerongen 155; 03-12-1808). 5. Aalbert van Otterloo, geb./ged. Scherpenzeel 18/23-10-1785, in het Gooswilliger Veldhuisje, ov. Zeist 05-06-1844, ongehuwd 6. Maria van Otterlo, geb./ged. Scherpenzeel 15-08/07-09-1788, in het Gooswilliger Veldhuisje, ov. Woudenberg 02-11-1847, tr. (1) Frans Fransen van Ingen, ged. Doorn 25-03- 1787, ov. Woudenberg 07-07-1831, zn. van Frans Fransz van Engelen/Ingen en Maria/Maatje Baars, tr. (2) Woudenberg 17-03-1838 Mees/Melis Haverstee, wed. Kaatje (Catharina) Valkenburg, geb./ged. Woudenberg 30-07/25-08-1799, wever, ov. Woudenberg 30-11-1842, zn. van Hendrik Haverstee en Gijsbertje van Hardeveld 7. Jacobje van Otterlo, geb./ged. Scherpenzeel 23-06/03-07-1791, in het Gooswilliger Veldhuisje, ov. Woudenberg 10-11-1824, ongehuwd Otterlo (3)
I Jan Gerritsen van Otterlo, won. Leusden, tr. Amersfoort (att. van Leusden) 04-04-1768 Jacomijntje Pauw, won. Amersfoort, geb. 1739, ov. Amersfoort 05-05-1815 1. Dirkje van Otterloo, ged. Amersfoort 03-07-1768 2. Gerrit van Otterloo, geb. Leusden, ged. Amersfoort 28-01-1770, volgt II 3. Gerard van Otterloo, ged. Amersfoort 04-10-1771 4. Johannes van Otterloo, ged. Amersfoort 14-01-1774 5. Wilhelmus van Otterloo, ged. Amersfoort 21-07-1776, daghuurder, ov. Amersfoort 21-10- 1816, tr. Amersfoort 02-12-1813 Cornelia van Alphen, geb. Asch (Buuren) 1785, dr. van Dirk van Alphen en Gerritje de Quint 6. Johannes van Otterloo, ged. Amersfoort 09-01-1778, daghuurder, ov. Amersfoort 23-09- 1825, tr. Amersfoort 15-03-1820 Hendrikje Teunissen Boeschoten, ged. Amersfoort 25-10- 1795, ov. Amersfoort 14-12-1827, dr. van Breunis Teunissen en Aartje Teunissen 7. Jan van Otterloo, ged. Amersfoort 26-03-1780 II Gerrit van Otterlo, geb. Leusden, ged. Amersfoort 28-01-1770, ov. Leusden 31-05-1861, otr. (1) Woudenberg (otr. gerecht Leusden) 16-07-1803 Jannetje Geurtsen van Moorst, ged. Woudenberg 19-11-1775, dr. van Geurt Jacobsz van Moorst en Geusje Reijers van Pothoven, begr. Leusden 29-05-1810, tr. (2) Leusden (gerecht) en Amersfoort 12-12-1810 Maria Johanna Reneman, geb. Lunteren, ged. Ede 28-03-1773, won. Leusden, ov. Leusden 26-02- 1845 als Maria van Reenen, dr. van Samuel Reneman en Aalbertje van Tellingen Uit het 1 e huw.: 1. Jacomina van Otterlo, ged. Leusden 1804 2. Jannetje van Otterlo, ged. Amersfoort 25-12-1805 3. Geurt van Otterlo, ged. Leusden 04-05-1806, ov. Leusden 23-12-1853, ongehuwd Uit het 2 e huw.: 4. Mientje van Otterlo, geb. Leusden 21-05-1812 5. Samuel van Otterlo, geb. Leusden 20-12-1813, tr. Amersfoort 16-10-1844 Jannetje van Leuven, geb. Amersfoort 1811, ov. Arnhem 29-03-1884, dr. van Jordanus van Leuven en Kuyntje de Kwant. Jannetje van Leuven, tr. (2) Wormerveer 12-10-1834 Douwe de Vries, geb. Wormerveer 1808, zn. van Hendrik de Vries en Hendrikje Otter 6. Lambertus van Otterlo, geb. Leusden 05-04-1815 7. Jan van Otterlo, geb. Leusden 15-04-1816, ov. Leusden 18-04-1816 8. Nelletje van Otterlo, geb. Leusden 15-04-1816, ov. Leusden 19-06-1816 9. Alberta van Otterlo, geb. Leusden 15-04-1816, ov. Leusden 17-04-1816 Otterlo (4) Jan Brandsz van Otterlo, tr. Gijsbertje Jans, ov. voor 1675 Cornelis Gisbertsz machtigt zijn vrouw Annitje Elias. Annitje Elias moet geld in ontvangst nemen van Jan Brantsz. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 28, 29; 13-10-1669).
Claes Arisz eist betaling van Jan Brantsz. Betaling van 150 gulden met twee jaar renten, jaarlijks 7 gulden 10 stuivers voor een lening van 23-07-1663. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 30; 14-10- 1669). Annitje Elias eist betaling. Volgens volmacht van 13-10-1669 van Jan Brants. Op 10-02-1667 eiste zij deze betaling al van 100 gulden en twee jaren renten, jaarlijks 5 gulden. (Dorpsgerecht Woudenberg 2343, blz. 30; 14-10-1669). Jan Bastiaensz weduwnaer 3 kinderen onmundich doet bouwerije, won. in het dorp (Huisgezinnen Woudenberg en Geerestein, 1675, nr. 1). In 1686, 1696, 1706, 1716, 1719 en 1725 zijn de kinderen van Jan Brantsz eigenaar van 10 ½ morgen land op de Wetering (Oudschildgeld Woudenberg 24a). In geeft Jan Brantsz van Otterloo, eigenaar en bruiker van een huis in het dorp, 3 haardsteden op (Haardstedegeld Woudenberg 1693, nr. 3). In 1736 accepteren Maas Brandsen x Rijkje van Otterloo, won. Woudenberg, het aandeel van Frans van Otterloo in een huis, hofstede c.a. en landerijen te Woudenberg. Het geaccepteerde aandeel komt uit de boedel van Jan Brandsen van Otterloo en Gysbertje Jans, ouders, en de boedel van Gerritje van Otterloo, zuster. Maas Brandsen neemt de lasten van de boedels op zich. Frans van Otterloo heeft afstand gedaan van de nalatenschap van zijn ouders en zuster d.d. 17-2-1736 voor notaris M. Lagerwey (HUA, UT190a001, nr. 41; 30-05-1736). 1. Rijkje Jans van Otterloo, ov. voor 1746, tr. Woudenberg 27-10-1695 Maas Brandsen, van Emmikhuizen In 1706, 1716, 1719 en 1725 is Maas Brantsz bruiker van 10 ½ morgen land op de Wetering (Oudschildgeld Woudenberg 24a). Registratie van een tinsbrief voor Frederik Adriaan, baron van Rheede, vrijheer van Renswoude en Emminckhuijsen. Maas Brantsen en zijn vrouw verkopen voor 1190 gulden aan Jan Cobussen en zijn vrouw ca. zes morgen op de Wetering. Koopakte 03-10-1736. Geen recht van overpad. Oost: de Zeedijck, west: de verkoper, zuid: Gijsbertje en Hendrik Vermeulen c.s., noord: Willem Lagerweij, secretaris. Belast met een tijns van 18 stuivers en 4 penningen. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 159vo, 160; 16-11-1736). Maas Brantsen van Emmikhuijsen leent 600 gulden van Frans Voskuijl. Onderpand: huis, hof en hofstede aan de Voorstraat, vanaf deze straat tot aan de Schilt. Oost: de weteringsen dijck, west: Pieter Janz Steenhof. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 160, 160vo; 27-12-1736). Registratie van een lening voor Frederik Adriaan, baron van Rheede, vrijheer van Renswoude en Emminckhuijsen. Maas Brantsen van Emmikhuijsen leent 400 gulden van Teunis Voskuijl, den ouden. Onderpand: een hoek land van ca. 4 1/2 morgen op de Wetering. Oost: Jan Cobussen, west: de weduwe van Arijen van Wittenberg, zuid: Jan Dirksen Vermeulen, noord: Willem Lagerweij, schout van Overlangbroek en secretaris van Woudenberg. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 161, 161vo; 12-01-1737). In 1735 en 1745 is Maas Brantsz eigenaar en bruiker van 10 ½ morgen land op de Wetering (Oudschildgeld Woudenberg 24a). Maas Brantsen, wed. Rijkje Jans van Otterlo en Jan Maassen, mede namens zijn vrouw verkopen aan Frans Voskuijlen een huis, hof, hofstede, berg en schuurtje aan de zuidzijde van de Voorstraat. Oost: de Weteringsendijk, west: Peter Jansen Steenhoff, zuid: de weduwe van Raadsheer Blotenburg. Recht op drie schaar weidens op de meent. Belast met een tins van 7 stuivers t.b.v. Domeinen s Lands van Utrecht. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 219vo, 220, 220vo; 05-05-1746). 1. Gijsbert Maassen, ged. Woudenberg 11-10-1696, get. Fransje Jans 2. Gijsbertje Maassen, ged. Woudenberg 22-12-1697, get. Fransje Jans 3. Gijsbertje Maassen, ged. Woudenberg 07-12-1698, get. Fransje 4. Jantje Maassen, ged. Woudenberg 16-06-1700, get. Fransje Jans 5. Jan Maassen Emmikhuizen, ged. Woudenberg 12-11-1702, get. Neeltje Teunissen, tr. Marritje Everts Drie kinderen gedoopt te Woudenberg. 2. Frans Jansz van Otterloo Frans van Otterloo, won. Utrecht, doet afstand van zijn aandelen in een huis, hofstede c.a. en landerijen te Woudenberg, door hem geërfd van zijn ouders Jan Brandsen van Otterloo en Gysbertje Jans, t.b.v. van zijn zuster Gerritje van Otterloo x Maas Brandsen, mits zij de lasten van de boedel op zich neemt (HUA, UT190aa001, nr. 37; 17-02-1736).
3. Gerritje Jans van Otterloo, ov. voor 1736. Samengesteld door: Henk van Woudenberg, januari 2013