LEERLINGENSTATUUT voor het R.K. GYMNASIUM JUVENAAT H.HART

Vergelijkbare documenten
LEERLINGENSTATUUT. RSG Enkhuizen

Leerlingenstatuut Christelijk College Nassau-Veluwe 02FB

leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Jozefmavo

Leerlingenstatuut Lauwers College

Met een leerlingenstatuut in de hand is er een prima mogelijkheid de rechten en plichten van leerlingen te verduidelijken en te verbeteren.

Leerlingenstatuut Metameer

Leerlingenstatuut Maritieme Academie Harlingen

Leerlingenstatuut t Atrium

LEERLINGENSTATUUT ZWIN COLLEGE 2014

Leerlingenstatuut VMBO-groen 2013

OSG Piter Jelles Leerlingenstatuut Leerlingenstatuut

LEERLINGENSTATUUT. Vastgesteld in de vergadering van de MR in 2015 na instemming van het leerlingendeel van de MR. Leerlingenstatuut

A. Algemeen N.B. Overal waar hij staat, kan ook zij gelezen worden.

Leerlingenstatuut De Rietlanden. april 2014

THYv GRT. Leerlingenstatuut Voortgezet Onderwijs Best-Oirschot

A. ALGEMEEN 1. Betekenis 2. Doel 3. Begripsomschrijving 4. Procedure en geldigheidsduur 5. Toepassing 6. Publicatie

Leerlingenstatuut Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Noord-Holland-Noord

Leerlingenstatuut Gymnasium Novum

Leerlingenstatuut. Jac. P. Thijsse College

LEERLINGENSTATUUT s Gravendreef College INTERCONFESSIONELE SCHOLENGEMEENSCHAP VOOR VMBO (KGT) en HAVO

Leerlingenstatuut. Scholengemeenschap Lelystad Kofschip EZ Lelystad

LEERLINGENSTATUUT. St. BONIFATIUSCOLLEGE

Leerlingenstatuut Vechtdal College

Leerlingenstatuut. OSG Piter Jelles. Vastgesteld door CvB: 16 januari 2018 Vastgesteld door MR: 21 februari 2018

Leerlingenstatuut Van Lodenstein College. Augustus 2014

Leerlingenstatuut. Kennemer College

LEERLINGENSTATUUT VAN HET BAUDARTIUS COLLEGE. december 2015

2.2 LEERLINGENSTATUUT

Leerlingenstatuut VMBO-groen 2015 Van kracht met ingang van schooljaar 2015/2016

Schooljaar 2010/2011 Schooljaar 2011/2012 LEERLINGENSTATUUT

LEERLINGENSTATUUT. Geldig van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2016

Algemeen. 1.1 Begrippen In dit leerlingenstatuut wordt bedoeld met:

Leerlingenstatuut SOVON uitwerking Huygens College

LEERLINGENSTATUUT /

LEERLINGENSTATUUT STEDELIJK GYMNASIUM HAARLEM

Leerlingenstatuut Stad & Esch geldig van 1 augustus 2018 t/m 31 juli 2020

Leerlingenstatuut. Stad & Esch. geldig van. 1 augustus t/m. 31 juli Leerlingenstatuut Stad & Esch pagina 1 van 10

Leerlingenstatuut LMC Voortgezet Onderwijs

Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Kennemer College

Zaandam, augustus Beste leerling,

Leerlingenstatuut Stad & Esch geldig van 1 augustus 2016 t/m 31 juli 2018

LEERLINGENSTATUUT VEURS LYCEUM 2013 INHOUDSOPGAVE

LEERLINGENSTATUUT

Voorgenomen besluit CvB : d.d. 25 juni 2008 Instemming leerlingen/oudergeleding GMR : d.d. 7 juli 2008 Definitief besluit CvB : d.d.

Leerlingenstatuut Rijnlands Lyceum Oegstgeest 2014

LEERLINGENSTATUUT. Inhoudsopgave

Leerlingenstatuut De Rietlanden. april 2019

Leerlingenstatuut Rijnlands Lyceum Oegstgeest Inhoud

Leerlingenstatuut. Maerlant-Lyceum

Leerlingstatuut Vechtdal College

SINT-JANSCOLLEGE LEERLINGENSTATUUT I. ALGEMENE BEPALINGEN

LEERLINGENSTATUUT. Pagina 1. Leerlingenstatuut Vlaardingse Openbare Scholengroep januari Versie maart 2014

LEERLINGENSTATUUT. Goedgekeurd door de MR d.d. 7 juni 2012

Leerlingenstatuut Dollard College

LEERLINGENSTATUUT. Van Kinsbergen college

Inleiding Toetsen Toetsbespreking, correctie, normering, inzage Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9

Leerlingenstatuut Erasmiaans Gymnasium

Leerlingenstatuut AOC Terra

LEERLINGENSTATUUT VAN HET MEREWADE COLLEGE VOOR PRO, VMBO, HAVO, ATHENEUM TE GORINCHEM

3.1. Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen.

Kennemer College. Het leerlingenstatuut

Reglement Schoolexamen Gerrit van der Veen College (bijlage bij het Examenreglement ZAAM) klassen HAVO 4, 5 en VWO 4, 5, 6

Leerlingenstatuut locatie CSG Beilen

Leerlingenstatuut PARAGRAAF 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Leerlingenstatuut Vastgesteld in de MR vergadering van 12 juni 2018

Leerlingenstatuut Scholengemeenschap Lelystad

Leerlingenstatuut 11 juni 2018

Schooljaar 2013/2014 Schooljaar 2014/2015 LEERLINGENSTATUUT

Leerlingenstatuut Versie september

Voorwoord. Apeldoorn, 12 april P.D. Bergambagt rector LYC 11/12 213

LEERLINGENSTATUUT VAN DALTON DEN HAAG

1. BETEKENIS Een leerlingenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van een leerling.

Paragraaf 1 ALGEMEEN De Boerhaave

Leerlingenstatuut Februari 2017

Schoolreglement. het Leerlingenstatuut. Van Maerlantlyceum. waarin opgenomen Colofon

LEERLINGENSTATUUT ONDERWIJSGROEP TESSENDERLANDT

Leerlingstatuut van Stichting EBO voor de Passie-scholen

Toetsprotocol. Secr/Determ/Toetsnotitie HNE Pagina 1

LEERLINGENSTATUUT AUGUSTINIANUM S.G. Van Wassenhovestraat 26 Eindhoven

Leerlingenstatuut. Bonhoeffer College

De onderbouw: klas 1,2,3 havo/vwo en klas 1en 2 mavo

Leerlingenstatuut Stedelijk Gymnasium Schiedam. Mei 2008 Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad

LEERLINGENSTATUUT Havo Notre Dame des Anges, Ubbergen

Toetsbeleid J.S.G. Maimonides voor de klassen 1 t/m 3, klas 4 h, klas 4 v, klas 5 v

Commissie van Beroep der Examens

LEERLINGENSTATUUT APRIL 2016

Leerlingenstatuut Scholengemeenschap Reigersbos. sgreigersbos.nl. Leerlingenstatuut /

Leerlingenstatuut Scholengemeenschap Panta Rhei Amstelveen, juni 2015

Leerlingenstatuut. Versie juni

BEZWAARREGELING EN ALGEMENE KLACHTENREGELING VAN DE STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE

Koudum. Schooljaar 2014 / 2015 VMBO 3T. Programma van Toetsing en Afsluiting

HUISHOUDELIJK REGLEMENT WILLEM BLAEU, januari 2016

Inleiding. Wettelijke context

Preambule. Eindhoven, juli B:school/protocollen/leerlingenstatuut versie

LEERLINGENSTATUUT Almere College, maart 2016

Leerlingenstatuut Openbare Scholengemeenschap De Meergronden

Transcriptie:

LEERLINGENSTATUUT voor het R.K. GYMNASIUM JUVENAAT H.HART Artikel 1 Betekenis Dit leerlingenstatuut legt de rechten en verplichtingen van de leerlingen vast en bevat tevens de daaruit voortvloeiende opdrachten aan de andere geledingen binnen de school en aan het bevoegd gezag. Artikel 2 Begrippen In dit statuut worden om redenen van leesbaarheid personen steeds in de mannelijke vorm aangeduid. In dit statuut wordt bedoeld met: - leerlingen: alle leerlingen die op de school staan ingeschreven - ouders: ouders, voogden, of feitelijke verzorgers van de leerlingen - docenten: personeelsleden met een lesgevende taak - onderwijs ondersteunend personeel: niet tot de schoolleiding behorende personeelsleden met een andere dan lesgevende taak (OOP) - personeel: de aan de school verbonden onderwijzende en onderwijsondersteunende medewerkers - schoolleiding: de rector, de leden van het Managementteam en de afdelingscoördinatoren - bevoegd gezag: Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Breda e.o. (SKVOB e.o.) - schoolbestuur: het College van Bestuur van de SKOVB. e.o. - leerlingenraad: een uit en door de leerlingen gekozen groep die de belangen van de leerlingen behartigt (LLR) - medezeggenschapsraad de medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap op scholen 2006 - geleding: de afzonderlijke groepen van leden van de medezeggenschapsraad, bedoeld in artikel 3, derde lid van voornoemde wet - mentor: docent, aangewezen om een groep leerlingen gedurende het schooljaar te begeleiden - afdelingscoördinator lid van de schoolleiding, speciaal belast met de leiding van een afdeling - klachtencommissie een commissie waarbij het bevoegd gezag is aangesloten en waarbij een klacht kan worden ingediend tegen genomen besluiten - proefwerk: van tevoren aangekondigde toetsing, die de behandelde stof van een aantal lessen of de leerstof van een (aantal) boek (en) bevat - oefentoets: toets, waarvan de beoordeling uitsluitend bedoeld is om de leerling en de docent een inzicht te geven in hoeverre de lesstof begrepen en/of geleerd is. Een oefentoets kan ook onaangekondigd gegeven worden. - overhoring: toets, die de behandelde stof van een les of een deel van de leerstof van een proefwerk bevat. Een overhoring kan ook onaangekondigd worden gegeven - werkstuk: algemeen bruikbare term voor een toets waarbij de leerling zelfstandig een onderwerp moet behandelen om zijn vaardigheden te vergroten c.q. verscherpen 1/9 03-09-2015

- verslag: schriftelijke of mondelinge verwerking van een practicum of een gelezen boek van de boekenlijst. - examenreglement jaarlijks door het bevoegd gezag vast te stellen reglement voor het afnemen van het examen aan de school - programma van toetsing en afsluiting programma waarin de eisen waaraan een examenkandidaat moet voldoen voor het schoolexamen is vastgelegd (PTA) - klachtenprocedure door het bevoegd gezag vastgestelde procedure voor het indienen en afhandelen van officiële klachten - Z-band uur waarin de leerling volgens een vastgelegd rooster zelfstandig werkt en waarin de school vakinhoudelijke ondersteuning organiseert - les door de school in rooster vastgelegd moment van instructie, begeleide zelfwerkzaamheid of toetsing Uit het Examenreglement worden de volgende begripsomschrijvingen overgenomen: - toets een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten, of een praktische opdracht - handelingsopdracht (ook wel handelingsdeel) opdracht die de kandidaat moet uitvoeren om te laten zien dat hij in staat is vaardigheden in de praktijk te gebruiken; de kandidaat presenteert de opdracht op enigerlei wijze - praktische opdracht opdracht die de kandidaat moet uitvoeren om te laten zien dat hij in staat is problemen te onderzoeken en oplossingen te bedenken; de kandidaat presenteert de opdracht op enigerlei wijze - profielwerkstuk werkstuk dat in het examenjaar afgerond wordt en waarin de kandidaat een vakinhoudelijk of maatschappelijk probleem dat te maken heeft met tenminste twee vakken uit het profiel onderzoekt. - toetsperiode / een deel van het schooljaar, waarbinnen toetsen gepland zijn. toetsweek In dit statuut worden de volgende officiële documenten vermeld: het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting, het medezeggenschapsraadreglement en het klachtenreglement (o.a. m.b.t seksuele intimidatie). Deze documenten worden zelfstandig gepubliceerd. Het ordereglement, redactiereglement, leerlingenraadreglement en reglement m.b.t schorsing en verwijdering zijn bijlagen van het leerlingenstatuut. Artikel 3 Geldigheidsduur De schoolleiding legt namens het bevoegd gezag iedere twee jaar een voorstel aan de MR voor inzake de tekst van een leerlingenstatuut. Bij een eventuele tussentijdse wijziging wordt deze ook aan de MR voorgelegd. Artikel 4 Toepassing Het leerlingenstatuut is bindend voor alle geledingen, mits niet in strijd met wat bij wet geregeld is. 2/9 03-09-2015

Artikel 5 Publicatie Het leerlingenstatuut wordt aan alle leerlingen en alle personeelsleden op de website openbaar gemaakt. Een wijziging van het statuut ontvangen alle leerlingen en alle personeelsleden op dezelfde wijze. Voorts ligt voor iedereen het leerlingenstatuut ter inzage op de administratie. Artikel 6 Kwaliteit van het onderwijs 6.1 De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om goed onderwijs te geven. De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken. 6.2 Tot de zaken waartoe de docent gehouden is behoren o.a.: - een redelijke verdeling van de stof over de lessen en over de periode dat het vak gegeven wordt; - een goede presentatie en duidelijke uitleg; - keuze van geschikte onderwijsmaterialen (o.a. lesmethodes); - goede aansluiting van de zelfstandig door de leerling te verwerken stof bij de lesstof; - toetsing die aansluit bij de behandelde stof en - het zich houden aan redelijke termijnen voor het opgeven van werkzaamheden voor leerlingen (bij voorkeur volgens een studiewijzer) en voor het beoordelen van door leerlingen gemaakt werk. 6.3 Tot de zaken waartoe de leerling gehouden is behoren o.a.: - het naar vermogen voldoen aan de gestelde eisen; - gedrag dat een goed verloop van de les bevordert; - het zich houden aan de termijnen die door de docent gesteld worden voor het inleveren van opgedragen werk. 6.4 Als een docent naar het oordeel van een leerling of een groep leerlingen zijn taak niet op een behoorlijke wijze vervult, kan dat door de leerling(en) aan de orde worden gesteld bij de schoolleiding. Deze reageert binnen tien werkdagen op deze klacht. Is deze reactie naar het oordeel van de leerling(en) niet afdoende, dan kan de klachtenprocedure in werking worden gesteld. 6.5 Als een leerling naar het oordeel van de docent het goede verloop van de les verstoort, kan deze de leerling verplichten de les te verlaten. De leerling meldt zich direct in de mediatheek; de docent neemt zo spoedig mogelijk contact op met de afdelingscoördinator. Pas daarna besluit de docent welke maatregelen genomen worden om herhaling te voorkomen. Artikel 7 Toetsing De inhoud van dit artikel heeft betrekking op de toetsing op de school. Een belangrijk deel van de toetsing in klas 4 tot en met 6 is vastgelegd in het Examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Het examenreglement en het PTA gaan boven dit leerlingenstatuut voor zover het de toetsing in klas 4 tot en met 6 betreft. 7.1 Aan het begin van het schooljaar dient aan de leerlingen kenbaar gemaakt te worden hoe toetsing van kennis en vaardigheden zal plaatsvinden en hoe het toetsresultaat meegeteld wordt bij vaststelling van het rapportcijfer. Voor de klassen 1 tot en met 3 is daarvoor een toetsplan beschikbaar. 3/9 03-09-2015

7.2 Een proefwerk wordt tenminste 5 cursusdagen voordat deze wordt afgenomen opgegeven. 7.3 Voor de laagste drie klassen geldt de regel dat buiten de proefwerkweek slechts één proefwerk per dag kan worden gegeven met een maximum van vier in een week. Voor klas 4 tot en met 6 geldt deze regel als leidraad bij het samenstellen van het toetsschema. Herkansingen en inhaaltoetsen vallen buiten deze regel. Voor de toetsweek in de bovenbouw geldt als maximum het aantal van drie toetsen op een dag; voor kandidaten met extra vakken kan van dit uitgangspunt worden afgeweken. 7.4 Een proefwerk mag alleen behandelde lesstof bevatten die is afgerond; in klas 1 tot en met 3 moet er minimaal één vakles zitten tussen het afronden van de stof en de toetsdatum. Voor klas 4, 5 en 6 wordt dit gehanteerd als leidraad. Er dient altijd een redelijke verhouding te bestaan tussen leerstof en de toets. De vorm van de toets moet tevoren duidelijk zijn. 7.5 De docent moet zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen tien schooldagen een proefwerk of overhoring nakijken. De termijn voor een werkstuk, scriptie, praktische opdracht of profielwerkstuk is vijfentwintig cursusdagen. De resultaten van de toets worden binnen vijf schooldagen na correctie ingevoerd in het schooladministratiepakket (Magister). 7.6 De docent bespreekt een proefwerk altijd in hoofdlijnen na binnen lesverband. Een docent kan voor nadere uitleg verwijzen naar een Z-band. 7.7 Een proefwerk dat qua leerstof voortbouwt op een vorig proefwerk kan slechts worden afgenomen als het vorige proefwerk is besproken. 7.8 Een leerling heeft altijd recht op inzage van de toets. De docent is niet verplicht de leerlingen het gemaakte werk en de opgaven te retourneren. Een toets die niet aab de leerlingen geretourneerd wordt, wordt door de docent vijftig schooldagen bewaard. 7.9 De wijze van beoordeling wordt - indien mogelijk van tevoren - door de docent medegedeeld en zonodig toegelicht. 7.10 Wie het niet eens is met de beoordeling van een toets, tekent eerst bezwaar aan bij de docent. Is de reactie van de docent niet bevredigend, dan staat de leerling de gang naar de schoolleiding open. Zie overigens artikel 28. 7.11 Wordt een leerling op heterdaad betrapt op welke vorm van fraude dan ook, dan volgt een straf die eventueel ook puntenvermindering kan inhouden. Van elke maatregel op grond van fraude wordt melding gemaakt aan de afdelingsleider. 7.12 Voor diegenen die met geldige reden afwezig waren bij een toets, blijft het recht op het maken ervan bestaan, onverminderd het recht van de docent om de desbetreffende leerling te verplichten het proefwerk te maken. De leerling dient zo spoedig mogelijk na terugkeer op school hierover contact op te nemen met de betrokken docent. 7.13 De school stelt regels vast voor een afwijkende vorm van toetsen voor leerlingen met een handicap (bijvoorbeeld dyslexie); in de regel zal verlenging van de toetsduur worden toegestaan met een maximum van een half uur en/of een vergroot lettertype. Artikel 8 Werkstukken en verslagen Wanneer het maken van werkstukken en verslagen ( van welke aard dan ook) onderdeel is van het onderwijsprogramma en meetelt in een rapportcijfer, dan dient tevoren duidelijk te 4/9 03-09-2015

zijn aan welke normen een werkstuk of verslag moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en wat er gebeurt bij te laat of niet inleveren. Voor de klassen 4 tot en met 6 geldt in dezen hetgeen vastgelegd is in het Examenreglement en het PTA. Artikel 9 Rapporten 9.1 Het rapport geeft de leerling van klas 1 tot en met 4 een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken over een bepaalde periode. In klas 5 en 6 bestaat de rapportage uit een overzicht van de tot dan toe voor het SE behaalde cijfers en het alsdan geldende gewogen gemiddelde; een voortgangsrapportage kan worden bijgevoegd. 9.2 Aan het begin van het schooljaar wordt aan de leerlingen kenbaar gemaakt hoe de cijfers van de rapporten en het eindrapport vastgesteld worden. 9.3 Het rapportcijfer moet op grond van voldoende proefwerken en overhoringen worden vastgesteld. Artikel 10 Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting Het bevoegd gezag stelt jaarlijks een examenreglement vast. Het voor de kandidaat geldende reglement en programma wordt jaarlijks uiterlijk 1 oktober aan ieder kandidaat uitgereikt. Artikel 11 Overgaan en zittenblijven 11.1 Voor 1 januari van het lopende schooljaar dient duidelijk te worden aangegeven aan welke normen een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar. De bevorderingsnormen worden aan de leerlingen en hun ouders / verzorgers ter hand gesteld. Zij liggen tevens ter inzage bij de afdelingscoördinator. 11.2 Een leerling kan volgens deze normen in de rapportvergadering in bespreking komen. Het resultaat van de bespreking kan zijn: - de leerling wordt bevorderd - de leerling wordt niet bevorderd - de leerling wordt na het voldoende maken van een herexamen bevorderd. 11.3 De schoolleiding stelt in overleg met de docenten nadere regels voor het doubleren. 11.4 In z n algemeenheid geldt dat leerlingen geen twee keer mogen doubleren in drie achtereenvolgende schooljaren. Voor doubleren in klas 1 moeten duidelijk aanwijsbare redenen zijn aan te dragen. Artikel 12 Huiswerk 12.1 De docenten die gezamenlijk aan een klas lesgeven, dienen ervoor te zorgen dat de totale belasting aan huiswerk geen onredelijke belasting is. Hierbij houden zij ook rekening met het maken van werkstukken. 12.2 Leerlingen zijn verplicht opgegeven huiswerk te maken. De leerling die niet in de gelegenheid is geweest het opgegeven huiswerk te maken of te leren, meldt dit onverwijld bij aanvang van de les aan de docent. Voor toetsing van de reden kan de afdelingsleider geraadpleegd worden. 12.3 Er worden huiswerkvrije dagen vastgesteld voor de onderbouw, die vermeld zijn in het kalendarium. 5/9 03-09-2015

Artikel 13 Toelating tot de school 13.1 Het bevoegd gezag beslist over toelating en stelt met instemming van de MR de toelatingsvoorwaarden vast. 13.2 Een door het bevoegd gezag ingestelde toelatingscommisie adviseert het bevoegd gezag over toelating. 13.3 Bij wet is geregeld welke acties ondernomen moeten worden als een leerling niet toegelaten wordt. Artikel 14 Schorsing en verwijdering 14.1 Het schorsen en verwijderen van leerlingen is aan wettelijke bepalingen onderworpen. 14.4 De schoolleiding stelt een reglement m.b.t. schorsing en verwijdering vast en legt dit voor aan de MR. Artikel 15 Orde De schoolleiding stelt een ordereglement op en legt dit iedere twee jaar voor aan de MR. Het wordt jaarlijks gepubliceerd in de schoolgids. Artikel 16 Consumptief gedrag en uiterlijk 16.1 Een ieder heeft het recht op vrijheid van uiterlijk. De school kan bepaalde kleding verplicht stellen wanneer deze kleding aan bepaalde gebruiks-, zedelijkheids- of veiligheidseisen moet voldoen. 16.2 Regels betreffende consumptief gedrag en uiterlijk dienen in het ordereglement vastgelegd te worden. Artikel 17 Schoolkrant 17.1 De schoolleiding stelt in overleg met de redactie een redactiereglement vast en legt dit voor aan de MR. 17.2 In het reglement zijn regels vastgelegd betreffende - de samenstelling, benoeming en werkwijze van de redactie, - de materiële randvoorwaarden waarbinnen de redactie haar werk doet en - de verantwoordelijkheid van redactie, begeleidend docent en schoolleiding ten aanzien van de inhoud van de schoolkrant. Artikel 18 Mededelingenborden 18.1 Er dient een mededelingenbord te zijn dat door Leerlingenraad gebruikt kan worden. 6/9 03-09-2015

18.2 Affiches en mededelingen, afkomstig van de Leerlingenraad en andere interscholaire leerlingenorganisaties, kunnen zonder toestemming vooraf op dat bord worden opgehangen. 18.3 Overige affiches en mededelingen mogen alleen na toestemming van de schoolleiding worden opgehangen. Voor commerciële uitingen wordt in de regel geen toestemming verleend. Artikel 19 Bijeenkomsten 19.1 De leerlingen hebben het recht te vergaderen over zaken aangaande het schoolgebeuren en daarbij gebruik te maken van de faciliteiten van de school. 19.2 Anderen worden alleen toegelaten op een bijeenkomst van leerlingen als de leerlingen dat toestaan. 19.3 De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze te gebruiken en achter te laten. De gebruikers zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor eventuele schade. Artikel 20 Leerlingenraad De schoolleiding stelt in overleg met de Leerlingenraad een Leerlingenraadreglement vast, waarin de bevoegdheden, verkiezingen, samenstelling en faciliteiten geregeld worden. Artikel 21 Recht op medezeggenschap Inspraak en medezeggenschap zijn vastgelegd in het Medezeggenschapsraadreglement. Artikel 22 Leerlingenregistratie en bescherming persoonsgegevens De bescherming van de persoonsgegevens is bij wet geregeld. De SKVOB e.o. heeft een privacyreglement vastgesteld dat op het secretariaat ter inzage ligt. Artikel 23 Klachtenprocedure seksuele intimidatie Het klachtenreglement m.b.t. sexuele intimidatie is opgenomen in de klachtenregeling zoals die beschreven staat in art. 28. 7/9 03-09-2015

Artikel 24 Vertrouwenspersoon In de school functioneren ten minste twee vertrouwenspersonen. Na consultatie van en in overleg met de Leerlingenraad worden zij voor een periode van twee jaar benoemd door het schoolbestuur. Artikel 25 Buitenlesactiviteiten De schoolleiding stelt in overleg met de betrokkenen regels vast voor het organiseren van buitenlesactiviteiten zoals bijvoorbeeld excursies, schoolfeesten, schoolreisjes enzovoorts. De leerlingenfeesten worden georganiseerd door een feestcommissie die bestaat uit door de leerlingen aangewezen leerlingen en door de schoolleiding benoemde volwassenen. Artikel 26 Sancties 26.1 Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de zwaarte van de straf en de overtreding. Lijf- en tuchtstraffen zijn ten strengste verboden. Degene die de straf oplegt, geeft de leerling aan op welke grond hij/zij de straf oplegt. 26.2 Alleen leden van de schoolleiding kunnen een straf opleggen die in haar uitvoering de lengte van een lesuur overschrijdt. 26.3 Tegen een opgelegde straf kan een leerling zich beklagen bij de afdelingscoördinator. Legt deze de straf op dan kan de leerling tegen de straf in beroep gaan bij de rector. Als een leerling in beroep gaat tegen een door de rector opgelegde straf, treedt het klachtenreglement in werking. 26.4 De straf wordt hangende het geschil opgeschort, dit met uitzondering van maatregelen vallende onder art. 14. 26.5 Het dient duidelijk te zijn wie belast zijn met het toezicht op de naleving van regels en de uitvoering van sancties. Artikel 27 Klachten 27.1 De school is aangesloten bij De Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag. Voor klachten op het terrein van seksuele intimidatie staat een gang naar de Vertrouwensinspecteur voor het Voortgezet Onderwijs open: Postbus 32138, 3001 KC Rotterdam. 27.2 Voordat men zich met een klacht wendt tot de Klachtencommissie, is het wenselijk te proberen de klacht op school bevredigend afgehandeld te krijgen. De mogelijke gang van zaken wordt beschreven in de artikelen 27.3 tot en met 27.7. 27.3 Leerlingen en ouders kunnen zich met klachten wenden tot de mentor, de afdelingscoördinator en de schoolleiding. 27.4 Een leerling, ouder of personeelslid kan, als hij zich ernstig getroffen voelt in zijn belang, een schriftelijke klacht indienen bij de schoolleiding binnen tien cursusdagen na het voorval, zo mogelijk met redenen omkleed. 27.5 De schoolleiding hoort de betrokkene en neemt binnen twee weken na ontvangst van de klacht een besluit. De betrokkene wordt schriftelijk van het besluit op de hoogte gebracht. 27.6 Indien het niet mogelijk is binnen de vastgestelde termijn een besluit te nemen, wordt de betrokkene hiervan schriftelijk in kennis gesteld, een en ander met redenen omkleed. 8/9 03-09-2015

27.7 Als een klacht naar het oordeel van de klager niet bevredigend is afgehandeld, kan deze contact opnemen met het College van Bestuur van de SKVOB e.o. Het College van Bestuur zal de klacht in behandeling nemen en trachten te bemiddelen tussen de klager en de school. 27.8 De interne procedure, beschreven in de artikelen 27.3 tot en met 27.7, blokkeert de gang naar de instanties genoemd in artikel 27.1 niet. Artikel 28 Slotbepaling In alle gevallen waarin dit statuut niet voorziet, beslist het bevoegd gezag. Aldus opgemaakt en vastgesteld namens het College van Bestuur van de SKVOB e.o., 3 september 2015 Geert A.M. Derkse BA, BEd rector van het Gymnasium Juvenaat 9/9 03-09-2015