Ik zal de Heer danken, zolang ik leef. Ik zal zingen voor mijn God, zolang ik besta. Psalm 146: 2 Oudejaarsavond 2015 Gezamenlijke dienst in De Levensbron Voorganger: ds. Joke van der Neut Organist: dhr. Rien Verwijs
Binnenkomst van de kerkenraad Welkom door de ouderling van dienst Lied 90: 1, 6 en 8 staande Gij zijt geweest, o Heer, en Gij zult wezen de zekerheid van allen die U vrezen. Geslachten gaan, geslachten zullen komen: wij zijn in uw ontferming opgenomen. Wij mogen bouwen op de vaste grond van uw beloften en van uw verbond. Zeventig, tachtig jaren mensenleven, is dat, o Heer, om hoog van op te geven? 't Is moeite en verdriet. Och mocht het wezen dat wij U kenden naar Gij zijt te vrezen. Leer Gij ons zo te leven, dag voor dag, dat in ons hart de wijsheid wonen mag. Stil gebed, bemoediging en groet vg: Onze hulp is in de naam van de Eeuwige die hemel en aarde gemaakt heeft. a: Wij mogen ons geborgen weten in uw hand, die ons nooit loslaat. vg: O God, wees voor ons een bodem onder onze voeten, een dak boven ons hoofd, een steun in onze rug, een gids voor ons uit, zodat we dicht bij u blijven a: Wij weten ons geborgen in uw hand, die ons nooit loslaat. vg: Wij hopen op een Rijk waarin alle tranen van de ogen afgewist zullen zijn en waar U bij ons thuis bent. a: Wij weten ons geborgen in uw hand, die ons nooit loslaat. vg. Genade en vrede wordt ons geschonken van Christus Jezus, door de Heilige Geest. a: Amen.
Lied 90: 8 Laat, Heer, uw volk uw daden zien en leven en laat uw glans hun kinderen omgeven. Zie op ons neer met vriendelijke ogen. O God, bescherm ons in ons onvermogen. Bevestig wat de hand heeft opgevat, het werk van onze hand, bevestig dat. GEBED voor oudejaarsavond LEZING: Leviticus 19: 1-2, 11-18 Bijbel in gewone taal De Heer zei verder tegen Mozes: Zeg namens mij tegen de Israëlieten: Jullie moeten heilig zijn, omdat ik, de Heer, jullie God, heilig ben. Als jullie koren maaien, mogen jullie niet tot aan de rand van de akker maaien. En als er na de oogst nog koren blijft liggen, mogen jullie dat niet oprapen. Bij de druivenoogst mogen jullie maar één keer druiven plukken. De druiven die na het plukken op de grond gevallen zijn, moeten jullie laten liggen. Want alles wat blijft liggen, is voor de arme mensen en de vreemdelingen. Ik ben de Heer, jullie God. Jullie mogen niet stelen, niet liegen en elkaar niet bedriegen. Als je zegt: Zo zeker als de Heer leeft, moet je de waarheid spreken. Want anders beledig je mijn naam. Ik ben de Heer. Beroof niemand, en dwing niemand om geld aan jou te geven. Geef een arbeider meteen na het werk zijn loon, wacht daar niet mee. Je mag iemand die doof is, geen ongeluk toewensen. En je mag iemand die blind is, niet laten struikelen. Heb eerbied voor mij. Ik ben de Heer. Wees eerlijk als je rechtspreekt. Dus behandel arme mensen niet beter dan machtige mensen, of andersom. Geef altijd een eerlijk oordeel. 16 Vertel bij de rechter geen leugens over een ander, want dan kun je zijn leven in gevaar brengen. Ik ben de Heer. Haat andere mensen niet. Als je boos bent op een ander, moet je dat tegen hem zeggen. Want als je boos op hem blijft of hem gaat straffen, word je zelf gestraft. Houd evenveel van de mensen om je heen als van jezelf. Ik ben de Heer.
Lied: Lied 19 (AWN, deel 3, Als je geen liefde hebt voor elkaar). Als je geen liefde hebt voor elkaar, vallen de dromen in duigen. Dromen van vrede worden niet waar, kwaad is niet om te buigen. refrein: Als je geen liefde hebt voor elkaar, leef je buiten Gods gloria Als je geen liefde hebt voor elkaar, leef je buiten Gods gloria. Als je geen antwoord geeft op verdriet, zullen de tranen niet drogen. Als je het leed in de wereld niet ziet, worden Gods woorden verbogen. Als je geen liefde hebt voor elkaar, is er geen hoop meer op zegen Mensenkind, maak de liefde toch waar; schrijf het op alle wegen. refrein: refrein: Overweging: Jullie moeten heilig zijn, omdat ik de Heer, jullie God, heilig ben. Leviticus 19: 2 Meditatief orgelspel Verhaal: De gloeiende plaat Tekst: Bondgenoten zoek ik
lied 511 Door goede machten trouw en stil omgeven, behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar, zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven, en met u ingaan in het nieuwe jaar. Wil nog de oude pijn ons hart vernielen, drukt nog de last van 't leed dat ons beklemt, o Heer, geef onze opgejaagde zielen het heil waarvoor Gij zelf ons hebt bestemd. En wilt Gij ons de bittre beker geven met gal gevuld tot aan de hoogste rand, dan nemen wij hem dankbaar zonder beven aan uit uw goede, uw geliefde hand. Maar wilt Gij ons nog eenmaal vreugde schenken om deze wereld en haar zonneschijn, leer ons wat is geleden dan herdenken, geheel van U zal dan ons leven zijn. Laat warm en stil de kaarsen branden heden, die Gij hier in ons duister hebt gebracht, breng als het kan ons samen, geef ons vrede. Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht. Valt om ons heen steeds meer het diepe zwijgen, de eenzaamheid, die nergens uitkomst ziet, laat ons dan allerwege horen stijgen tot lof van U het wereldwijde lied. In goede machten liefderijk geborgen verwachten wij getroost wat komen mag. God is met ons des avonds en des morgens, is zeker met ons elke nieuwe dag.
Gebed voor de wereld We steken waxinelichtjes aan en maken een krans van licht rond de wereldbol als symbolisch gebed voro de wereld. Na het aansteken van de lichtjes vormen we een kring. We sluiten onze gebeden af met het Onze Vader, hierbij geven we elkaar een hand. Staande in de kring zingen we in wisselzang lied 90A Allen O God, die droeg ons voorgeslacht, in nacht en stormgebruis, bewijs ook ons uw trouw en macht, wees eeuwig ons tehuis! Vrouwen. De schaduw van uw troon omsloot uw heiligen weleer, bij U beveiligd is ons lot en zeker ons verweer. Allen. Gij zijt, van vóór Gij zee en aard' hebt door uw woord bereid, altijd dezelfde, die Gij waart, de God der eeuwigheid! Mannen. En duizend jaar gaan als de dag van gistren voor U heen, een schaduw, een gedachte vaag, een nachtwaak, die verdween. Allen. De tijd draagt alle mensen voort op zijn gestage stroom; ze zijn als gras, door zon verdord, vervluchtigd als een droom.
Zegenbede Allen. O God, die droeg ons voorgeslacht in tegenspoed en kruis, wees ons een gids in storm en nacht en eeuwig ons tehuis! vg: Over onze harten, over onze huizen a: De zegen van God vg: In ons komen, in ons gaan a: De vrede van God vg in ons leven, in ons geloven a: De liefde van God vg: aan ons eind en nieuw beginnen a: De barmhartigheid van God. Amen We beantwoorden de zegen met: Lied 121: 4 De Heer zal u steeds gadeslaan, Hij maakt het kwade goed, Hij is het die u hoedt. Hij zal uw komen en uw gaan, wat u mag wedervaren, in eeuwigheid bewaren. We verlaten al groetend de kring en wensen ieder een gezegend 2016 Inzameling van de gaven twee collecten bij de uitgang voor kerk en diaconie.