Aanwijzingsbesluit luchthaven Rotterdam Airport (sedert 21 juni 2006)

Vergelijkbare documenten
Aanwijzingsbesluit. luchthaven Hoogeveen. tekst sedert 22 augustus 2003

Aanwijzingsbesluit. luchthaven Texel. tekst sedert 22 augustus 2003

luchthaven Midden-Zeeland/Zeeland Airport

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

luchthaven Rotterdam Airport

Aanwijzingsbesluit. luchthaven Drachten. tekst sedert 14 maart 2007

Aanwijzingsbesluit. luchthaven Ameland. tekst sedert 23 oktober 2003

Aanwijzingsbesluit. luchthaven Hilversum. tekst sedert 14 november 2007

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2018

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 22 september 2014 tot vaststelling van de Verordening luchthavenbesluit Hilversum

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2016

Handhavingsrapportage Maastricht Aachen Airport. Gebruiksjaar 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport

Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Handhavingsrapportage Maastricht Aachen Airport 2014

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2017

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d ;

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2015

Handhavingsrapportage Maastricht Aachen Airport. Gebruiksjaar 2016

Regeling gebruiksbeperkingen Rotterdam Airport

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

R8-C37. Aanwijzing ex artikel 27 jo. artikel 24 van de Luchtvaartwet voor het Luchtvaartterrein Rotterdam Airport

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het luchthavengebied is aangegeven op de kaart in bijlage 1 bij deze regeling.

Onderwerp Verordening luchthavenbesluit luchthaven Budel Noord-Brabant. gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 4 juni /13;

Aanwijzingsbesluit. luchthaven Teuge. tekst sedert 10 december 2007

LUCHTVAARTWET (LVW) WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

LJN: AU4276, Rechtbank Rotterdam, 05/4247. Datum uitspraak: Datum publicatie:

Handhavingsrapportage Maastricht Aachen Airport. Gebruiksjaar 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

luchthaven Maastricht

Aanwijzingsbesluit. luchthaven Lelystad. tekst sedert 10 oktober 2007

Commissie Regionaal Overleg. Wetgeving in de luchtvaart d.d.28 november 2011

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eindhoven Airport na 2019

Berekening van de geluidsbelasting op Nederlands grondgebied nabij de vliegbasis Geilenkirchen in 2005

Voorontwerp aanwijzing Rotterdam Airport

Handhavingsrapportage luchtvaartterrein Groningen Airport Eelde Gebruiksjaar

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Handhavingsrapportage luchtvaartterrein Groningen Airport Eelde Gebruiksjaar

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Eindhoven Airport na Klaas Kopinga

Hoofdstuk 1. Algemeen

de informatiebalie van Rotterdam Airport op de luchthaven; de bibliotheken van de ministeries van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting,

1. de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging Vereniging Geen Uitbreiding Vliegveld Beek, gevestigd te Schimmert, gemeente Nuth;

Gelet op artikel 5.7 van de Wet luchtvaart en artikel 56 van het Luchtverkeersreglement;

Aanwijzing Luchtvaartterrein Maastricht

Ontwerp Aanwijzing luchtvaartterrein Lelystad

1. de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, 2. de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerders.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Handhavingsrapportage luchtvaartterrein Groningen Airport Eelde Gebruiksjaar

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Eindhoven Airport na Klaas Kopinga

Aanwijzing luchtvaartterrein Lelystad

Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer 2.4 Sterke stad Meer werkgelegenheid

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vergunning Luchtvaartvertoning TT balloonfestival Assen

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Havengeldregeling. April Rotterdam The Hague Airport

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vergunning luchtvaartvertoning Ballon Fiësta Meerstad

Gemeente Lansingerland

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Facet-bestemmingsplan Geluidszones Rotterdam The Hague Airport

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HAVENGELDREGELING STICHTING VLIEGVELD DRACHTEN 2017

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling

Onderzoek doorwerking geluidscontouren in bestemmingsplannen

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Havengeldregeling Lelystad Airport

MONUMENTENVERORDENING 2006

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

NOTITIE. Notitie Ke-geluidsberekeningen helikopters op Seppe Airport (pnb not), 18 februari

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213

Tweede Kamer der Staten-Generaal

28 COMMISSIE MILIEUHYGIËNE LUCHTVAARTTERREIN ROTTERDAM JAARVERSLAG 2011

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ECLI:NL:RBAMS:1999:AA3415

REGLEMENT TOEGANG ROTTERDAM THE HAGUE AIRPORT

Eerste Kamer der Staten-Generaal

3 december 1992, houdende plaatsing in het

Havengeldregeling Lelystad Airport

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN EINDHOVEN AIRPORT

Gelezen de aanvraag van de Stichting Vliegveld Oostwold-Oldambt van 20 juli 2018;

Transcriptie:

Aanwijzingsbesluit luchthaven Rotterdam Airport (sedert 21 juni 2006) Aanwijzing 17 oktober 2001, DGL/L. 01.421852 (Stcrt. 2001, 209) (incl. ROaanwijzing M387). Wijzigingen op de aanwijzing: I. Beslissing op bezwaar 25 november 2002, DGL/02.422157. Geen wijzigingen. II. Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State 10 maart 2004, 200300437/1. Uitspraak treedt in de plaats van aantal in deze uitspraak vernietigde en herroepen artikelen (Artikelen 10, 12 lid 1 en 2 voorzover verwezen wordt naar artikel 10, artikel 9 lid 2 sub b en c en artikel 6 lid 3) uit de aanwijzing. III. IV. Beslissing op bezwaar 22 juni 2004, HDJZ/LUV/2004-1171 (Stcrt. 1 juli 2004, nr. 2004, 123). Wijzigingen betreffen artikel 9 lid 2 sub b en c. Wijzigingsbesluit met betrekking tot verruiming openstellingstijden uurtje extra 14 juli 2004, DGL/04.U01562 (Stcrt. 6 augustus 2004, nr. 2004, 149). Wijziging betreft het toevoegen van de onderdelen d tot en met h aan artikel 9, lid 2 (openstellingstijd tot 24:00 ipv tot 23:00 uur). [Nb. In dit besluit wordt nog gerefereerd aan het aanwijzingsbesluit van 13 november 1964, Stcrt. 1964, 225 en 232, maar in het aanwijzingsbesluit van 17 oktober 2001 zijn de besluiten uit 1964, 1976 en 1999 ingetrokken.] V. Beslissing op bezwaar 4 mei 2005, HDJZ/LUV/2005-701. Geen wijzigingen. VI. Uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 21 juni 2006, 200505334/1. Beroep gegrond en vernietiging beslissing op bezwaar met betrekking tot 9 lid 2 sub g, maar in stand laten van rechtsgevolgen van gehele beslissing op bezwaar. Tekst aanwijzing: Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 1. Aangewezen wordt het luchtvaartterrein Rotterdam Airport, gelegen in de gemeente Rotterdam in de provincie Zuid-Holland, ten behoeve van de N.V. Luchthaven Schiphol, hierna te noemen: de exploitant. 2. Tot het luchtvaartterrein Rotterdam Airport behoren de percelen en perceelsgedeelten die met opgave van de kadastrale aanduidingen als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onder a, van de Luchtvaartwet, zijn aangegeven op de kaart, opgenomen in bijlage A1, behorende bij dit besluit. 3. De in het tweede lid bedoelde percelen en perceelsgedeelten zijn onder vermelding van de gegevens, als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onder b en c, van de Luchtvaartwet, aangegeven op de lijst, opgenomen in bijlage A2, behorende bij dit besluit.

Artikel 2 Het luchtvaartterrein Rotterdam Airport wordt aangewezen voor het openbare burgerlijke luchtverkeer. Artikel 3 1. De exploitant stelt ten genoegen van de Minister van Verkeer en Waterstaat, onverminderd het recht op vergoeding van kosten, ruimten ter beschikking, indien deze nodig worden geacht voor de van rijkswege uit te oefenen diensten ten behoeve van de veiligheid, de regelmaat en de doelmatigheid van het luchtverkeer, alsmede in verband met de handhaving van de geluidszones. 2. De exploitant stelt ten genoegen van de Minister van Verkeer en Waterstaat kosteloos grond op het luchtvaartterrein ter beschikking voor de plaatsing en instandhouding van hulpmiddelen ten behoeve van de veilige uitvoering van het luchtverkeer, alsmede voor hulpmiddelen ten behoeve van de handhaving van de geluidszones. 3. De exploitant biedt ten genoegen van de Minister van Verkeer en Waterstaat, onverminderd het recht op vergoeding van kosten, voldoende gelegenheid voor het afhandelen van luchtvaartuigen, passagiers, goederen en post. Paragraaf 2 Situatie op en rond het luchtvaartterrein en voorschriften omtrent het gebruik van het luchtvaartterrein. Paragraaf 2.1 Situatie op en rond het luchtvaartterrein. Artikel 4 1. Het plan in hoofdzaak, bedoeld in artikel 20, tweede lid, onder d, van de Luchtvaartwet, omvat het bepaalde in het tweede tot en met vierde lid. 2. Op het luchtvaartterrein is gelegen de verharde baan 06-24, gelegen in de geografische richting 57º-237º, met een lengte van 2.200 meter en een breedte van 45 meter, die voor het gebruik door het luchtverkeer is ingedeeld in codenummer 4 en codeletter E, bedoeld in bijlage 14, deel 1, van het Verdrag van Chicago.De baan is opgenomen in bijlage B, behorende bij dit besluit. 3. De bij de in het tweede lid bedoelde baan behorende aan- en uitvliegroutes zoals deze voor de berekening van de geluidszones zijn gehanteerd, zijn aangegeven op de kaart, opgenomen in bijlage C, behorende bij dit besluit. 4. De beschrijving van de verwachte ontwikkelingen naar aard en omvang van het luchtverkeer op het luchtvaartterrein en de daarmee samenhangende geluidsbelasting door luchtvaartuigen is opgenomen in bijlage D, behorende bij dit besluit. De toegepaste luchtverkeersgegevens voor de berekening van de geluidsbelastingscontouren, die ten grondslag liggen aan de in artikel 5 bedoelde geluidszones, zijn eveneens opgenomen in bijlage D. Artikel 5 Rond het luchtvaartterrein gelden de volgende geluidszones: a. een geluidszone voor luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a, van de Luchtvaartwet met een grenswaarde van 35 Ke en met de geluidscontouren behorende bij de maximale waarden 40, 45, 50, 55 en 65 Ke. Deze geluidszone met bijbehorende contouren is aangegeven op een topografische kaart, opgenomen in bijlage E, behorende bij dit besluit. b. een geluidszone voor luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder b, van de Luchtvaartwet met een grenswaarde van 47 bkl en met de geluidscontour behorende bij de waarde 57 bkl. Deze geluidszone met bijbehorende contour is aangegeven op een topografische kaart opgenomen in bijlage F, behorende bij dit besluit; Paragraaf 2.2 Voorschriften omtrent het gebruik van het luchtvaartterrein. Artikel 6

1. De exploitant laat op het luchtvaartterrein slechts luchtverkeer toe, voor zover de daardoor veroorzaakte geluidsbelasting buiten de in artikel 5, onder a en b, bedoelde geluidszones de vastgestelde grenswaarden niet overschrijdt. 2. Indien, ondanks het bepaalde in het eerste lid, een zodanig feitelijk gebruik van het luchtvaartterrein plaatsvindt dat een overschrijding van de vastgestelde grenswaarden buiten de in het eerste lid bedoelde geluidszones dreigt, is de exploitant gehouden die maatregelen te nemen die binnen zijn vermogen liggen om overschrijding van de vastgestelde grenswaarden buiten de geluidszones te voorkomen. Artikel 7 Het gebruik of het doen of laten gebruiken van het luchtvaartterrein is verboden: a. in de periode van 18:00 uur tot 08:00 uur plaatselijke tijd: voor starts en landingen met hoofdstuk 2-vliegtuigen en met hoofdstuk 3-vliegtuigen waarvan het verschil tussen de som van de gecertificeerde geluidsniveaus en de som van de hoofdstuk 3 limietwaarden minder is dan 5 EPN db; b. in de periode van 23.00 uur tot 07:00 uur plaatselijke tijd: voor starts en landingen met luchtvaartuigen, niet zijnde hoofdstuk 2-vliegtuigen en hoofdstuk 3- vliegtuigen als bedoeld onder a. Artikel 8 Het gestelde in artikel 7 geldt niet voor: a. luchtvaartuigen die in nood verkeren of ten behoeve van reddingsacties of hulpverlening zijn of worden ingezet; b. het uitvoeren van landingen met luchtvaartuigen waarbij sprake is van technische storingen of bijzondere meteorologische condities, waardoor uitwijken naar het luchtvaartterrein gerechtvaardigd is. Artikel 9 1. Het bepaalde in het artikel 7, onder a, geldt niet, in de periode van 18:00 uur tot 23:00 uur en in de periode van 07:00 uur tot 08:00 uur plaatselijke tijd, voor hoofdstuk 2 of hoofdstuk 3-vliegtuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van ten hoogste 34 ton, waarvan de maximale binnenruimte waarvoor het bepaalde type vliegtuig toestemming is verleend ten hoogste 19 passagiersstoelen bevat, de stoelen voor de bemanning niet meegerekend. 2. Het gestelde in artikel 7, onder b, geldt niet voor: a. luchtvaartuigen die worden gebruikt ten behoeve van de Politie en de Kustwacht. b. het uitvoeren van landingen tussen 23.00 uur en 24.00 uur plaatselijke tijd door vluchten die volgens schema eerder dan 23.00 uur plaatselijke tijd hadden moeten arriveren, voor zover sprake is van onverwachte vertragende omstandigheden, die op het moment van het vertrek redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen worden, dan wel voorzover sprake is van vertragingen veroorzaakt door toekenning van ATC-slots; c. het uitvoeren van starts tussen 23.00 uur en 24.00 uur plaatselijke tijd door vluchten die volgens schema eerder dan 23.00 uur plaatselijke tijd hadden moeten vertrekken, voor zover sprake is van: - een technische storing van het luchtvaartuig, dan wel van de luchtvaarttechnische gronduitrusting of - extreme meteorologische omstandigheden, die een vertraging van de start volgens dat schema rechtvaardigen of - een zodanige toekenning van ATC-slots op de luchthaven van bestemming dat de vlucht bij een vertrek vóór 23.00 uur plaatselijke tijd kunstmatig lang zou worden. d. spoedeisende vluchten voor het transport van zieken, gewonden, organen, of medische hulpmiddelen;

e. positievluchten waarvan de landing na 6.00 uur plaatselijke tijd op het luchtvaartterrein plaatsvindt; f. zakelijke overlandvluchten met luchtvaartuigen ingericht voor personenvervoer met een maximaal toegelaten totaalmassa van ten hoogste 45 ton, waarvan de maximale binnenruimte waarvoor het bepaalde type luchtvaarttuig toestemming is verleend ten hoogste 19 passagiersstoelen bevat, de stoelen voor de bemanning niet meegerekend; g. het uitvoeren van landingen in de periode van 23.00 uur tot 24.00 uur plaatselijke tijd door: 1 o. hoofdstuk 3-vliegtuigen waarvan het verschil tussen de som van de gecertificeerde geluidsniveaus en de som van de hoofdstuk 3 limietwaarden groter of gelijk is aan 10 EPN db; 2 o. hoofdstuk 5-vliegtuigen waarvan het verschil tussen de som van de gecertificeerde geluidsniveaus en de som van de hoofdstuk 3 limietwaarden groter of gelijk is aan 10 EPN db of; 3 o. hoofdstuk 4-vliegtuigen; 4 o. door een turboprop aangedreven vliegtuigen met een maximaal toegelaten startmassa tussen de 6000 en 9000 kg; h. het uitvoeren van landingen in de periode van 24.00 uur tot 01.00 uur plaatselijke tijd door in onderdeel g genoemde vliegtuigen die volgens schema eerder dan 24.00 uur plaatselijke tijd hadden moeten arriveren, voor zover sprake is van: 1 o. een technische storing van het luchtvaarttuig, dan wel van de luchtvaarttechnische gronduitrusting; 2 o. extreme meteorologische omstandigheden, die een vertraging van de landing rechtvaardigen of; 3 o. een onverwachte vertraging veroorzaakt door toekenning van een ATC-slot op de luchthaven van vertrek. Artikel 10 (vervallen) Artikel 11 Het uitvoeren van circuitvluchten in het kader van een les- of oefenvlucht is verboden: a. op werkdagen voor 08.00 uur en na 18.00 uur plaatselijke tijd; b. op zaterdagen voor 09:00 uur en na 13:00 uur plaatselijke tijd; c. op zon- en erkende feestdagen gedurende het gehele etmaal; d. op zaterdagen voor luchtvaartuigen uitgerust met turbinestraalmotor(en). Artikel 12 1. (vervallen) 2. De havenmeester rapporteert binnen 14 dagen na het verstrijken van iedere maand over de in die maand op basis van de artikelen 8 en 9 uitgevoerde starts en landingen aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. Paragraaf 3 Nadere voorschriften in verband met de handhaving van de geluidszones en tolerantiegebieden. Artikel 13 1. De gezagvoerder voert de aan hem door de luchtverkeersleidingsdienst opgedragen standaard instrument-vertrek-procedure uit binnen het voor die instrument-vertrek-procedure vastgestelde tolerantiegebied, opgenomen in bijlage G, behorende bij dit besluit. 2. Van het bepaalde in het eerste lid mag niet worden afgeweken, tenzij door de luchtverkeersleidingsdienst afwijkende instructies zijn gegeven.

Artikel 14 1. Ten behoeve van het toezicht op de naleving van de geluidszones en de naleving van de in dit besluit opgenomen voorschriften doet de exploitant binnen twee weken na afloop van ieder kwartaal aan de Minister van Verkeer en Waterstaat opgave van alle gegevens die daarvoor noodzakelijk zijn. 2. Indien overschrijding van de geluidszones dreigt, levert de exploitant de in het eerste lid bedoelde gegevens na afloop van iedere maand. Artikel 15 Het gebruiksplan, bedoeld in artikel 30b van de Luchtvaartwet, betreft de periode van 1 november van enig jaar tot 1 november van het daarop volgende jaar. Paragraaf 4 Slotbepalingen Artikel 16 1. Evaluatie van de milieueffecten van dit besluit als bedoeld in artikel 7.39 van de Wet milieubeheer vindt plaats als omschreven in bijlage H behorende bij dit besluit. 2. De exploitant stelt kosteloos alle gegevens ter beschikking die door de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu noodzakelijk worden geacht in het kader van de in het eerste lid bedoelde evaluatie. Artikel 17 Op een verzoek tot vergoeding van schade ten gevolge van dit besluit is de Regeling nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999 van toepassing. Ontheffingen op de aanwijzing: - artikel 33, eerste lid, onder a Lvw: incidenteel gebruik militaire luchtvaartuigen (13 mei 2002, DL/Infra/02.540354)