We zijn toe aan de meest bekendgeworden geschiedenis in/uit het boek Daniël: de leeuwenkuil. We gaan daarmee verder onder dit thema:

Vergelijkbare documenten
Welkom in de Menorah : Ds. E. van Gulik : mw. A. Bouma : mw. A. Dertien : dhr. P. de Jong

Daniël in de leeuwenkuil. 1 juni 2014

Hoe bouwde de koning van Medo Perzië zijn wereldrijk bestuurlijk gezien uit?

Daniël 6 Leven met overtuiging 2 maart 2014 Voor de leeuwen gegooid

8 oktober uur J Boersma orgel: Geert Burgler; piano: Theo van Bokkem schriftlezing: Biny Blijdorp

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

1. Als het leven soms pijn doet

30 augustus uur Leen Baan (prof dr J van Bruggen)

BLIJF IN DE HERE! Liturgie:

Opwekkingsdienst 2 juli 2017 om Voorganger: Ds. Timmer M.m.v.: de Opwekkingsband. Thema: Hoop!

DANIËL EN DE LEEUWENKUIL

Liturgie. zondag 4 juni :30 uur Ds H D Bondt. 13:45 uur Ds R Prins

Voorganger: ds. Werner Gugler Ouderling: H.H. Hilbers Koster: Dimri Bruggeman / A. van den Bor Muziek: Double DJ Music

Liederen voor zondag 3 december 2017

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

Vraag: Wat kun jij leren voor jouw gebed uit de structuur van het volmaakte gebed?

Eredienst Hemelvaartsdag uur Voorganger: Ds. H. van den Berg

December-januari Weekthema: Op reis naar de eeuwigheid. Maandag 28 december. Gedane zaken nemen geen keer. Lezen: Hebreeën 9: 23-28

Wij weten van de persoon Daniël niets anders dan wat in het boek Daniël en in Ez. 14 :14, 18, 20; 28 :3 wordt vermeld.

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

Paasviering. Sing-in 2017

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

6 september uur René Barkema. toewijden aan God. - stilte. - votum + vredegroet. - GK Gezang 164 (canon) luisteren naar God.

GK 206: 1a, 2v, 3m, 4v, 5m, 6a, 7a (De Heer is waarlijk opgestaan; = GK06 44)

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Liturgie 7 augustus 2016 Morgendienst

Liturgie 23 juni bevestiging ambtsdragers

Want Gods medearbeiders zijn wij. 1Kor. 3:9 HSV

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Cadeautjes. Aangepaste dienst Zondag 27 november 2016 Ds. Henk Bondt

Zegen, aanbidding. Kracht, overwinning. Ere zij de eeuwige God. Laat elke natie, elke creatie, buigen voor de eeuwige God.

Goede vrijdag Zie Het Lam!

28 januari uur J Wesseling orgel: Peter Sneep schriftlezing: Rinke Larooy

DE WIJZE KONING SALOMO

Opwekking 346: Opwekking 167:

Opwekking 763 Ik heb U nodig

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 8, Middagdienst

Bijbel voor Kinderen presenteert DE KNAPPE DWAZE KONING

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Opwekking 21 jan uur Thema : Waarom zou ik!? opwekking met Ds van den Berg

DE KNAPPE DWAZE KONING

DE HERE JEZUS GAAT IN ONS LEVEN DOOR ZIJN GEEST.

Daniël 6 Preek (vs. 2) NGKE

Liturgie zondag uur leesdienst br J. Mostert. Liturgie zondag uur samen met NGK M.W. van der Veen (kandidaat)

Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

zondag 27 maart 2016 Liturgie

Schrijf op wat je gelooft dat God wil met jouw leven. vandaag deze week maand jaar. Wat wil jij met je leven doen?

Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de

Bij 1 Samuël 12 : 19-24, Johannes 14 : 15-21

k wil even bij U komen (U bent mijn vriend) Tekst: Arend Jansen Muziek: Marcel Zimmer 2005 Celmar Music / Eagle Music

DE WIJZE KONING SALOMO

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest

Hij leeft en wij met Hem!

8 januari uur ET van de Kamp orgel: Geert Burgler Schriftlezing: Jurrina de Vos

Waarom is het belangrijk om bij elke Bijbelstudie te bidden?

Hoop in onzekere tijden. Daniël: God Regeert

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Psalm 124, 8 Ochtenddienst. Broeders en zusters,

Liturgie. zondag 11 juni :30 uur Ds H D Bondt. 14:15 uur Ds R Prins

Hij heeft overwonnen!

maandag januari NIEUWJAARSDAG Gelukkig is iemand die niet luistert naar slechte mensen. Psalm 1:1

Filippenzen 1. Begin van de brief

DE KNAPPE DWAZE KONING

Welkom in de Hoeksteen. Voorganger: Ds. Tonny Nap

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

Met open armen Schrijvers voor gerechtigheid

2

U zult Mij zoeken en Mij vinden, wanneer U Mij zoekt met Uw hele hart

Pasen I. Preek over Romeinen 1:4 Wat betekent Pasen? Lezen: Johannes 20:1-23 en Romeinen 1:1-7

Welkom in de Hoeksteen. Voorganger: ds. T. Groenveld

Liturgie 30 april 2017

Opwekkingsdienst 16 augustus 2015 om in de Ark. Voorganger: Ds. Oberink M.m.v.: de opwekkingsband. Thema: Een geworteld leven

Zo is dan het geloof uit het horen en het horen door het Woord van Christus. Romeinen 10 : 17

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Jesaja 40, Ochtenddienst / middagdienst. Broeders en zusters, 1. Votum 2. Zegengroet

Welkom in de Hoeksteen. Voorganger: Berend Jongsma

Welkom in de hervormde gemeente Hagestein - Hoef en Haag. Liturgie. 1e paasdag 'Ik ben de Opstanding en het Leven'

Voorganger: ds. Werner Gugler Ouderling: A. Bos Koster: H. van Polen/ J. Hijmissen Muziek: José & Glenn Witterland

Efeziërs 1. Begin van de brief

Samen op weg naar Pasen samen op weg de toekomst tegemoet samen op weg naar Pasen samen op weg en weten het komt goed samen op weg naar Pasen

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan volwassenen die zich bij de kerk voegen

NEEM SERIEUS WAT DE HERE OVER MAMMON ZEGT.

DE MANNEN DIE NIET WILDEN BUIGEN

Liturgie voor de ochtenddienst op 1e Kerstdag vrijdag 25 december 2015 in de Westerkerk te Veenendaal Met medewerking van de muziekgroep Voorganger:

Wij belijden één geloof en één Heer ; zijn geroepen tot één hoop, tot Uw eer. Heer, geef vrede die ons samenbindt. Vader, maak ons één!

Liturgie 20 januari 2019, Heilig Avondmaal

Lezen : Jacobus 4. PvN 84 Gezang 160 Opwekking 733 Gezang 161 Opwekking 614 Opwekking 430 Opwekking 544 Gezang 165 Gezang 10

2 september uur AA Kramer muziekgroep; orgel: Jannes Munneke schriftlezing: Nora Rodenhuis

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 10, 15 Ochtenddienst H. Avondmaal

LITURGIE. Tweede Paasdag m.m.v. muziekgroep

Liturgie morgendienst 15 oktober, voorgangers ds. W. Louwerse. Micha-zondag Thema: De knop om. Mededelingen. Zingen: Gezang 21: 1 en 4. Votum.

uur AA Kramer

Bijbel voor Kinderen. presenteert DANIËL DE GEVANGENE

Orde van dienst Voor zondag 16 juni 2019 Zondag Trinitatis Van de Drie-eenheid

25 februari uur AA Kramer orgel/piano: Jannes Munneke schriftlezing: Frouke IJsselstein

24 mei 2015, uur, Amersfoort-West(+Oost) Pinkstermiddag

Liturgie 12 mei 2019, Roel van Swetselaar

Transcriptie:

1 Kinderen van de levende God, broeders en zusters. We zijn toe aan de meest bekendgeworden geschiedenis in/uit het boek Daniël: de leeuwenkuil. We gaan daarmee verder onder dit thema: De levende God bevrijdt en redt, maar dat is geen Medisch-Perzische wet. Dat beseft Darius niet goed Dat beseft Daniël heel goed U en jullie, broeders en zusters, begrijpen naar ik hoop het thema van de preek. Een Medisch-Perzische wet is een wet van Meden en Perzen. Zoals we die tegenkomen in vers 9 van Daniël 6. Een wet die onveranderlijk en onherroepelijk is. Het is zelfs in Nederland, ver verwijderd van Medië en Perzië (Turkije, Iran, Irak) een staande uitdrukking geworden voor een regel waarvan nooit afgeweken wordt. Zo kun je in je leven bepaalde gewoonten ontwikkelen waaraan je zó strak en stram vasthoudt, dat iemand anders wel eens kan verzuchten: maar het is toch zeker geen wet van Meden en Pérzen!? Zo is het metterdaad régel dat de levende God bevrijdt en redt, maar géén regel waarvan Hij nooit afwijkt. Want als Hij moet constateren dat er mensen zijn die er geen enkele behoefte aan hebben door Hem alleen gered te worden, helemaal niet door Hem gered wíllen worden, dan bevrijdt Hij niét. Dan krijg je temaken met zijn tóórn, zijn áfgewezen liefde. Maar hoe zit dat nu met die koning Darius? Moet je horen wat een prachtige woorden hij wijdt aan de God van Daniël: hij is de levende God die bestaat in eeuwigheid. Zijn koningschap gaat nooit te gronde en zijn heerschappij is zonder einde. Hij redt en bevrijdt, geeft tekenen en doet wonderen in de hemel en op aarde.., vs.27.28. Als ik u zou vertellen dat dit een citaat was uit een psalm van David zou u het ook geloven. Maar het zijn eigen woorden van de koning van Meden en Perzen, en niét van dè koning van Israël! Geweldig toch, dat de heerser over Gods gedeporteerde volk én over een heel wereldrijk zúlke woorden spreekt? En heus, het zijn geen holle, hoogdravende frasen. Hij meent wat hij zegt. Broeders en zusters: we hebben de neiging om Darius een sympathiek iemand te vinden. Hij wenst Daniël, vlak voor zijn afdaling in de leeuwekuil, toe dat God hem bevrijdt. En de koning doet die nacht geen oog dicht, heeft geen enkele behoefte aan afleiding, in wat voor vorm ook. En bij het eerste sprankje morgenlicht haast hij zich naar buiten, naar de kuil. Wat een meeleven! Ja, maar mág het ook! Het is zijn eigen dwaze schuld dat zijn allerbeste onderdaan als diner voor de leeuwen mag functioneren. Hij moest zo nodig dertig dagen voor god spelen, terwijl hij heel goed wist dat Daniël hem hoog had, maar zijn God nóg hoger. Hij wíst dat de man die hij over heel zijn rijk wilde stellen driemaal per dag op de knieën ging voor zijn God in een apart daarvoor ingerichte bovenkamer. Maar als zijn ijdelheid even wordt gekieteld valt híj op de knieën voor zichzélf. Hij is blijkbaar wég van het dertig-dagen-gebeds-plan. Zo mag je het wel noemen: dertig dagen lang neemt de koning de plaats in van ál de goden - en dat zijn er nogal wat gezien al de volken die deel uitmaken van het medisch-perzische wereldrijk - die in zijn rijk worden vereerd.

2 Dertig dagen één geloof, één hoop, één god en vader van allen: koning Darius! Goed voor de eenheid van het rijk: Darius über Alles! Hij is er blijkbaar weg van, want hij raadpleegt niet eens vooraf de minister-president: Daniël. Die had hem direkt wel kunnen én zullen laten weten dat hij aan deze wet niet kon gehoorzamen. En of er misschien ook goden zijn die hem dit niet in dank afnemen, Darius denkt er niet over. Hij denkt zelfs niet over de God van Daniël. Dertig dagen proefdraaien als oppergod, magnifiek! Terwijl juist Darius reden te over had om éérst goed ná te denken vóór hij tot het vastleggen van dit besluit over ging: het zou immers een wet van Meden en Perzen worden: onherroepelijk! Maar nee, de grootheidswaan slaat toe, en binnen de kortste keren ligt het kleitabletje met daarop de nieuwe wet te drogen. Om straks bikkelhard te worden uitgevoerd. Ach kom, zo'n vaart zal het toch niet lopen. Darius gaat zijn beste kracht toch niet voor de leeuwen gooien? Ja, toch wel. Want wie zijn eígen wetten bóven die van God stelt, kan niet anders dan slaaf van zijn eigen beslissingen worden. Dat blijkt tot in het absurde bij deze wet van Meden en Perzen. Maar is dat in onze tijd, in onze maatschappij, in ons eigen leven ànders? Wie zijn eigen inzichten de hoogste wijsheid acht, die heeft Góds wijsheid niet meer nodig, en zal zijn eigen wijsheid dus als goddelijk hanteren. En als die wijsheid zich tégen je gaat keren, dan blijkt er vaak geen weg meer terug, dan is het te laat. Zeker als je dan nóg aan je eigen wijsheid vasthoudt. En wij kunnen nu wel makkelijk zeggen: Darius kón toch ook echt niet anders, met die rijksbestuurders en stadhouders als getuigen. En hij hééft er nog enorm zijn best voor gedaan. Hij heeft echt geprobeerd om Daniël te bevrijden en te redden (nu staat er beschermen ), vs.15. Opvallend: dezelfde woorden die Darius de volgende dag gebruikt voor Daniëls God: Hij bevrijdt en redt. Hij die zichzelf voor dertig dagen heeft laten maken tot de machtigste in hemel en op aarde, moet constateren dat hij als het erop aankomt machtelóós is! Als Darius écht naast Daniël stond, dan had hij dat ook consequent moeten doen. En moest hij constateren dat hij hem niet meer kon bevrijden, dan had hij naast hem kunnen líjden: mét hem de leeuwekuil in. Dàt zou een daad geweest zijn! Solidair met zijn eerste minister tégen de hele samenzweerderskliek! En dáárin zou hij hebben kunnen laten uitkomen dat ook híj helemaal op de God van Daniël vertrouwde. Maar nee. Hij laat Daniël alleen bloeden voor zíjn dwaasheid. En als Daniël de volgende morgen niet gebloed blijkt te hebben mogen de mannen die Daniëls wetsovertreding aan Darius hebben doorgegeven bloeden, inclusief vrouwen en kinderen. Maar de koning zelf houdt het bij wat zweten in de afgelopen nacht. En geeft Daniël een verontschuldigende schouderklop door heel zijn koninkrijk te bevelen: heb eerbiedig ontzag, beter: vrees en beef voor de God van Daniël! Nu vormt het vrezen en beven voor de God van Daniël een wet van Meden en Perzen. Door wat er met Daniël gebeurd is beseft Darius dat hijzelf een stap terug moet doen voor de God van Daniël: niet hijzélf bevrijdt en redt, maar Daniëls Gód heeft dat in die kuil gedaan.

3 En daar is Darius Hem dankbaar voor. Vandaar deze nieuwe wet. Maar we moeten goed begrijpen, dat Darius hiermee niet zegt: iedereen in mijn rijk, inclusief ikzelf, moet alléén vrezen en beven voor de God van Daniël, met uitsluiting van alle andere goden. Wel wijst hij Daniëls God een hoge plaats aan onder de goden, misschien wel de hóógste. Maar toch: onder de goden. Terwijl de levende God gekend en gediend wil worden als de énige! Dat is voorwaarde voor zijn bevrijding en redding! Bovendien helpt het je niets als je voor Hem alleen maar vreest en beeft. Precies dezelfde woorden: vrezen en beven, worden in c.5,19 gebruikt in verband met koning Nebukadnessar: alle volken, naties en talen leefden voor hem in vrees en beven (beefden van ontzag, NBV); wie hij wilde, doodde hij, en wie hij wilde, liet hij leven; Wat heeft dit vrezen en beven nu te maken met vertrouwen en liefhebben? Helemaal niets, integendeel. Darius meent dat hij de God van Daniël recht doet door Hem af te meten aan zijn bevrijding van Daniël uit de macht, de klauwen van de leeuwen. Darius gééft Hem een plaats. Maar het is wel een plaats in de ríj. De rij van goden die je niet vertroúwt, maar voor wie je vreest en beeft. Laat het ons ook opvallen dat er consequent gesproken blijft worden over 'de God van Daniël'. Darius heeft er geen notie van dat deze God ook zíjn God zou kunnen worden, wanneer hij Hem zou liefhebben en vertrouwen. De levende God bevrijdt en redt? Ja, als je liefde hebt voor zíjn wet! Daarmee komen we bij punt twee van de preek: De levende God bevrijdt en redt, maar dat is geen Medisch-Perzische wet. Dat beseft Darius niet goed, maar Daniël heel goed. Daniël leeft al wel 60 jaar ver weg van Jeruzalem. Jeruzalem, het centrum van de eredienst van de HERE, zijn God. Jeruzalem, dat in puin ligt. Je zou verwachten dat Daniël die stad inmiddels toch wel heeft losgelaten. Natuurlijk, dat hij een dierbare herinnering aan die stad heeft overgehouden spreekt voor zich. Maar hij leeft nu hiér, en bekleedt hier zijn zeer hoge ambt. Hij heeft het toch maar bijzonder goed getroffen. Ja, maar wat ís in die situatie de verleiding groot om de God van Israël, die woont op de berg Sion die nu een puinhoop is, vaarwel te zeggen. Toch doet Daniël dat niet. Hij leeft al vele jaren verbannen van Jeruzalem, maar net zo vele jaren niét verbannen van zijn Gód. Elke dag bewijst hij de HERE zijn liefde en eer: driemaal per dag gaat hij voor Hem op de knieën, en bidt tot Hem en lóóft Hem. En hij doet dat vanuit een bovenkamer, voorzien van ramen die ópen zijn, d.w.z.: niet voorzien van lamellen die het uitzicht belemmeren. Het uitzicht in de richting van Jerúzalem! Is dat te zien dan? Nee, zeker niet nu het in puin ligt.

4 Is dit een wat overdreven sentimentele hang naar het voorgoed voorbije verleden? Nee. Dit driemaal per dag bidden tot God, met de vensters open naar Jeruzalem, spreekt van het volste vertrouwen dat Daniël heeft in zijn God. In het feit dat er voor Jeruzalem toékomst is. Juíst voor Jeruzalem. Dè stad van God. Want God is de levende. Die bevrijdt en redt. Die tekenen en wonderen doet in hemel en op aarde. En die belóften doet aan en over zijn volk en dús ook over Jeruzalem: het komt allemaal goéd! Zie bv.dn7,27:. Het koningschap, de heerschappij en de grootheid van alle koninkrijken onder de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de hoogste God. Zijn koningschap is een eeuwig koningschap en alle machten zullen hem dienen en gehoorzamen. Vgl. ook dn2,44 (Gods Rijk dat alle aardse rijken definitief en eeuwig vervangt). Dus wat doet Daniël wanneer hem de onheilstijding ter ore komt dat hij dertig dagen van koning Darius niet zal mogen bidden tot zijn God, en dus niet zal kúnnen bidden zonder gevaar voor eigen leven? Gewoon: bidden. Maar wat is dit nu toch voor doordrammerij? Moet hij nu echt zonodig zijn leven op het spel zetten? Kan hij niet even een maandje net doen alsof hij zich onderwerpt aan die nieuwe wet? Even het sluwe spelletje meespelen? Nee. Want de omgang met zijn God ís zijn leven. En als hij dat ook maar één dag, of één keer per dag, overslaat, dan is dàt zijn dood. Daniël, de premier van Medië en Perzië, lééft met zijn God. En ook als hij met de dood wordt bedreigd omdat hij met de HERE leeft, ja juist dan wil hij niet anders dan met zijn God leven. Hij legt Vader in de hemel zijn grote moeite voor. Daniël beseft: als ik nú niet bid, hoef ik het nooit meer te doen. Hij bidt, pleitend op Gods beloften voor Jeruzalem, op Gods verbondsbeloften aan zijn volk gedaan. En dat gebéd werkt voor Daniël bevrijdend en reddend. Daniël gaat in de volle overtuiging dat zijn God met hem is de leeuwekuil tegemoet. Hoe het ook afloopt: wat mijn God doet, dat is welgedaan. Híj is mijn schild ende betrouwen! En moet je daarnaast de ónrust van Darius zien! Hij weet niet waar hij het zoeken moet. Het enige wat hij kan is wat vroom klinkende gelegenheidswoorden spreken: Uw God, die u zo vasthoudend dient, zal u redden! Broeders en zusters: mooie, dierbare, bekende klanken spreken: dat zegt op zich nog helemaal niets over onze, over uw relatie met Vader in de hemel. En voor en na elke maaltijd bidden en danken: het zegt op zich nog niéts. De HERE redt en bevrijdt alleen dán wanneer we ménen wat we zeggen én heel goed wéten tot Wié.

5 De levende God die zich aan ons verbindt met zijn beloften. Dàn zijn we vrij, bèvrijd. Hoe dan ook. Door verder te leven óf door te sterven. Darius meent het juiste zicht op de God van Daniël gekregen te hebben doordat de leeuwen zich niet op Daniël stortten. Zie je wel: Hij bevrijdt en redt, doet wonderen in hemel en op aarde, Hij die Daniël uit de macht van de leeuwen heeft bevrijd. Maar Darius heeft er niets van begrepen. Dat blijkt als hij al zijn onderdanen beveelt voor de God van Daniël te vrezen en te beven. Wat, als God Daniël niét uit de klauwen en kaken van de leeuwen had gered? Was God dan niét de God geweest die bevrijdt en redt? Jazeker wel. Alleen had Darius dan nóg minder van God begrepen. Dít was ten diepste Daniëls bevrijding: dat hij samen met zijn God die leeuwenkuil in ging. Hoe en of hij die kuil weer uitkwam deed aan zijn bevrijding niet wezenlijk toe of af. Zijn gelóóf in God, dáár ging het om, daar gáát het om. Geloof dat blijkt in een dagelijks léven met Hem, voor Hem, uit Hem. Lees maar hb11. Dat bekende hoofdstuk waarin het refrein wordt gevormd door de woorden: 'door het geloof...' Daar staat onder andere: door het geloof hebben profeten van alles gedaan, o.a.: leeuwen de muil toegeklemd. Dat moet wel slaan op deze geschiedenis. Maar er staat meer: door het geloof ontnamen ze aan vuur de laaiende kracht, ontkwamen ze aan de houw van het zwaard; werden ze in de oorlog machtige helden en joegen vijandelijke legers op de vlucht. Nou, zie je wel: als je maar gelóóft, dan bevrijdt God. Heel concreet. Hier en nu. Uit alle nood. Wacht even. Want dat onze God altijd zó bevrijdt en redt is evenmín een Medisch-Perzische wet. Hb11 is nog niet afgelopen. Andere, even zo grote gelovigen kregen te maken met bespotting en geseling, zelfs met arrestatie en gevangenschap. Ze werden gestenigd of doormidden gezaagd, of stierven door een moordend zwaard. Ze zwierven rond in schapenvachten of geitenvellen, berooid, vernederd en mishandeld. Door het geloof in de levende God, die waarmaakt álles wat Hij belooft, zijn wij bevrijd en gered. Ook als je al christen moet leven in Syrië. Of in Noord-Korea. Ook als je gebeden niet als effect hebben dat de kankercellen verdwijnen, maar je - zoals vriend en broeder Erik Oostland gisteravond op nog jonge leeftijd - sterft. Ook wij, als wij midden in de moeiten, de spanningen, de tranen en de pijn, en niet te vergeten: midden in onze welvaart - vertrouwen op onze Vader in de hemel alléén.

6 Daniël werd aangeklaagd omdat hij niet gehoorzaamde aan de wet. Iets dergelijks overkwam onze Verlosser, Jezus Christus. Daniël werd weggestopt in de aarde. Iets dergelijks overkwam onze Heiland ook. Daniël kreeg een verzegelde steen, Christus ook. Bij het krieken van de dag gaat er iemand bij Daniël's 'graf' kijken. Was dat bij het graf van de Here Jezus ook niet zo? Ja, het leek er allemaal op. Maar het was toch heel anders. Want door het lijden, sterven én opstaan van de Here Jezus ís God de levende God die bevrijdt en redt uit de klauwen van de leeuw die satan heet. Een leeuw die zich in allerlei gedaanten voordeed en -doet. De levende God bevrijdt en redt, Hij die Jezus Christus heeft opgewekt uit de dood. Hij redt op ons gebed. Dàt is Góds wet. Amen.