Veilige veldsterktes

Vergelijkbare documenten
Veilige veldsterktes

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting. Diverse meetlocatie s West-Terschelling. West-Terschelling. 10 mei 2011

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting ambulancevoertuig

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Blauwestad - Leeuwerik

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting. Datum meting: 25 oktober 2018

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Gezondheid en elektromagnetische velden (Bron nationaal antennebureau)

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Alkmaar BCC BCC. Almere-Buiten BCC. Amersfoort BCC. Amsterdam BCC. Apeldoorn BCC. Arnhem BCC. Barendrecht BCC. Beek BCC. Bergen op Zoom BCC

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

2e Paasdag maandag 17 april

Overijssel FRYSLÂN DRENTHE FLEVO- LAND DUITSLAND. Zwolle GELDERLAND. Steenwijk* Giethoorn* Hardenberg* Kampen* Vecht* Ommen* Nijverdal* Almelo

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Catalogus stempels NIETIG AFGESCHREVEN TE

Vaatkeurmerk x x x x x x. x x x

thema 1 Nederland en het water topografie

Rapport Veldsterktemeting

Veldsterktemetingen DVB-T zendmast, Croy te Eindhoven

Antennebureau. Bart Huizing. Bleskensgraaf 8 oktober 2013

BCC AMSTERDAM BUITENVELDERT MEDIA MARKT AMSTERDAM NOORD

Antennes in uw omgeving. Antennebureau Louwrens Wemekamp 11 januari 2017

Naam Plaats donderdag 20 dec vrijdag 21 dec Koopzondag 23 dec dinsdag 25 dec woensdag 26 december 1828 Alkmaar WC de Mare open tot 21 uur open tot 21

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid R.J. van Lente. sv 57 RIS Corr.no. 2000/32266/DSB Den Haag, 7 november 2000

Wijziging Uitvoeringsregeling inkoop arbeidsvoorziening door gemeenten

Antennes in uw omgeving. Yvonne Trenning 12 april 2018

T-Mobile Netherlands.

B Baarle Nassau mhz 6875 kbd QAM-64

Transcriptie:

Veilige veldsterktes Veldsterktemetingen in het kader van convenant kleine antennes Aan Van : Ministerie van Economische Zaken, DGET : Antennebureau Nummer : 3.1 Datum : 22 mei 2007 Copyright : Agentschap Telecom 2007 Onderdeel Ministerie van Economische Zaken

Inhoudsopgave 1 Achtergrond 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Blootstellingslim ieten 3 2 Werkwijze 4 2.1 Metingen 4 2.2 Meetvoorschrift 5 2.3 Locatiekeuze: 5 3 Resultaten 5 4 Communicatie van de uitkomsten 8 5 Conclusies 10 Bijlage 1 11 1. Meetvoorschrift voor publiek vrij toegankelijke plaatsen11 1.1 Informatie afkomstig van het Antennebureau: 11 1.2 De meting 11 1.2.1 Algemeen 11 1.2.2 Meetapparatuur 11 1.2.3 Uitvoering: 12 1.3 Wegschrijven meetresultaten 13 1.4 Post processing en meetonzekerheid 13 2. Meetvoorschrift voor toetsing antenneregister 14 2.1 Informatie afkomstig van het Antennebureau: 14 2.2 De meting 14 2.2.1 Algemeen 14 2.2.2 Meetapparatuur 15 2.2.3 Uitvoering: 15 2.3 Wegschrijven meetresultaten 16 2.4 Post processing en meetonzekerheid 17

Veilige veldsterktes 1 Achtergrond 1.1 Inleiding In 2000 is het Nationaal Antennebeleid vastgesteld. Het doel van het Nationaal Antennebeleid is het binnen duidelijke kaders van volksgezondheid, leefmilieu en veiligheid stimuleren en faciliteren van voldoende ruimte voor antenne-opstelpunten 1. In dit kader is de regelgeving voor het bouwen van antennes aangepast. Antenne-installaties tot 5 meter zijn bouwvergunningvrij. Deze bouwvergunningvrijheid is geclausuleerd en de afspraken zijn vastgelegd in een Convenant 2. Het Convenant is gesloten tussen het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de mobiele telecomoperators. In artikel 6 van het Convenant zijn onder andere afspraken gemaakt over de naleving van de blootstellingslimieten, om er zorg voor te dragen dat de veiligheid in de buurt van antenne-installaties, maar tevens op voor publiek toegankelijke plaatsen is gegarandeerd. Reeds in 2005 heeft Agentschap Telecom gerapporteerd over de veldsterktes die werden waargenomen in de periode 2003 en 2004. Deze rapportage heeft tot doel om te informeren over de bevindingen van het Agentschap Telecom betreffende de veiligheid in de buurt van antenne-installaties en op voor publiek toegankelijke plaatsen sinds het uitkomen van die rapportage. De metingen zijn dan ook uitgevoerd in 2005, 2006 en 2007. De laatste meting waarop deze rapportage betrekking heeft vond plaats op 25 april 2007. 1.2 Blootstellingslimieten Europese aanbevelingen over blootstellingslimieten: De International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP), een onafhankelijke organisatie van wetenschappers, heeft in 1998 na analyse van alle wetenschappelijke publicaties op dit gebied aanbevelingen opgesteld voor veilig verblijf in elektromagnetische velden. De aanbevelingen van ICNIRP zijn door veel landen overgenomen. In 1999 heeft de Raad van Ministers van de EU het gedeelte voor de algemene bevolking overgenomen als aanbeveling aan de lidstaten. Nederland heeft deze aanbeveling overgenomen. In artikel 6.1 van het Convenant staat het volgende vermeld over de blootstellingslimieten: Ieder van de operators draagt er zorg voor dat de blootstelling van personen behorend tot het Algemeen publiek aan elektromagnetische velden afkomstig van door de betreffende operator geplaatste Vergunningvrije antenne-installaties zo gering als redelijkerwijs mogelijk is. Artikel 6.8 stelt: dat op de website van het Nationaal Antennebureau voor een ieder de contouren van de referentieniveaus per geplaatste Vergunningvrije antenne-installaties te raadplegen zijn. Om invulling te geven aan artikel 6.8 heeft het Ante nnebureau in samenwerking met de operators een antenneregister opgezet. Met behulp van het antenneregister kan de burger zien wat de veiligheidscontouren zijn van de antennes in zijn leefomgeving. 1 Nationaal antennebeleid, ministerie van Verkeer en Waterstaat, december 2000 2 Convenant in het kader van het Nationaal Antennebeleid inzake vergunningvrije antenne-installaties voor mobiele communicatie, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Ministerie van VROM, Vereniging van Nederlandse gemeenten, Ben, Dutchtone, KPN mobile, Vodafone, O2, augustus 2002 3

Ag entschap Telecom De veiligheidscontouren rond de antenne zijn hieronder weergegeven. Zijaanzicht Bovenaanzicht Toelichting: De veilige afstand voor de algemene bevolking is in dit voorbeeld 2.9 meter recht voor de antenne en 0.5 meter onder de antenne. Het Agentschap Telecom heeft gedurende de jaren 2005 2007 in totaal 211 metingen gedaan waarbij zij onderzocht heeft wat de veldsterkte is geweest op voor publiek toegankelijke plaatsen en of daarbij de daarvoor geldende ICNIRP-limieten overschreden worden. 2 Werkwijze 2.1 Metingen Gedurende de jaren 2005 2007 zijn er twee soorten metingen verricht: 1. Steekproefmetingen op willekeurige voor publiek toegankelijke plaatsen. Het Agentschap Telecom probeert op min of meer willekeurige plaatsen in het land metingen te doen om op die manier een beeld te krijgen van de veldsterktes die over het hele land optreden, zowel in stedelijk als in landelijk gebied. 2. Metingen naar aanleiding van voorlichtingsactiviteiten van het Antennebureau. Regelmatig komt het voor dat het Antennebureau in haar taak als voorlichtingsbureau van de overheid een veldsterktemeting laat verrichten op een specifieke plaats, vaak in de omgeving van een nieuwe of geplande antenne-installatie. Deze veldsterktemetingen worden gebruikt als ondersteuning in het voorlichtingstraject om toehoorders een duidelijk inzicht te geven in de velsterktes die in de omgeving van betreffende voorlichting optreden. De resultaten van de metingen zijn voor het publiek toegankelijk gemaakt via de website van het Antenneregister (www.antenneregister.nl). 4

Veilige veldsterktes 2.2 Meetvoorschrift Voor het uitvoeren van de metingen heeft Agentschap Telecom gebruik gemaakt van een meetvoorschrift 3, dat vooruitlopend op het definitieve Europese meetvoorschrift EN 50400 is ontwikkeld. Het meetvoorschrift heeft betrekking op het meten van veldsterktes rond vast opgestelde zendinstallaties, waarvan de frequentie ligt tussen 100 khz en 3 GHz, in het bijzonder van basisstations ten behoeve van netwerken zoals GSM en UMTS. Het doel is om de veldsterkte te toetsen aan de vastgestelde referentiewaarden in relatie tot de gezondheid, de ICNIRP normen. De referentiewaarden voor de frequenties voor GSM- en UMTS -basisstations zijn: 41 Volt/meter voor 900 MHz (GSM); 58 Volt/meter voor 1800 MHz (GSM); 61 Volt/meter voor 2100 MHz (UMTS). In het meetvoorschrift wordt onderscheid gemaakt tussen metingen vlakbij de zendinstallatie, het nabije veld, en metingen op enige afstand van de zendinstallatie: het zogenaamde verre veld. Bij het uitvoeren van de metingen op vrij toegankelijke plaatsen vinden de metingen plaats in het verre veld. Ter verificatie van het ante nneregister, metingen dichtbij de antenne, vinden de metingen plaats in het nabije veld. In bijlage 1 zijn de meetvoorschriften opgenomen. 2.3 Locatiekeuze: De locatiekeuze van de steekproefmetingen is gemaakt op basis van verschillende criteria zoals: landelijke spreiding, inwonersaantal en plaatsen waar veel mensen samenkomen. De locatiekeuze van de voorlichtingsmetingen worden vooral ingegeven door de voorlichtingsvragen die specifiek speelden. Soms vonden metingen plaats in de buurt van bouwvergunningsplichtige zendmasten, soms in de buurt van vergunningsvrije masten. De aanwezigheid van deze masten heeft echter geen terugkerende rol gespeeld bij de locatiekeuze en deze factor is dan ook niet meegenomen bij de analyse van de meetresultaten over de periode 2005 2007. 3 Resultaten In de periode 2005-2007 hebben medewerkers van Agentschap Telecom metingen verricht op 211 locaties in den lande. In de onderstaande tabel zijn de 211 locaties, meetdata en gemeten veldsterktes weergegeven. Indien per locatie meerdere meetwaardes zijn geregistreerd is in deze rapportage steeds uitgegaan van de hoogst gemeten waarde. De onderstaande tabel begint met de laagst gemeten veldsterkte en eindigt met de hoogst gemeten waarde. Plaats Datum Veldsterkte (V/m) steekproef / op verzoek Plaats Datum Veldsterkte (V/m) steekproef / op verzoek Sliedrecht 14-11-05 0,2 verzoek Enkhuizen 19-04-05 1,0 steekproef Sliedrecht 12-10-06 0,2 verzoek Rotterdam 6-04-06 1,0 verzoek Gouda 28-11-05 0,3 verzoek Oude Tonge 30-08-05 1,0 steekproef Den Burg - Texel 16-01-07 0,3 verzoek Joure 22-11-05 1,0 steekproef Wijchen 25-04-07 0,3 verzoek Vlissingen 31-08-05 1,0 steekproef Dwingeloo 12-09-06 0,3 verzoek Dordrecht 18-04-06 1,0 verzoek 3 Meetvoorschrift voor het uitvoeren van EMF-metingen rond basisstations, Agentschap Telecom, april 2003 5

Ag entschap Telecom Bredevoort 26-04-05 0,3 steekproef Alphen a/d Rijn 20-09-06 1,0 verzoek Rotterdam 28-11-05 0,4 verzoek Amsterdam 12-01-07 1,0 verzoek Langezwaag 17-04-07 0,4 verzoek Bergen op Zoom 29-09-05 1,0 steekproef Wijchen 25-04-07 0,4 verzoek Weert 27-09-05 1,0 steekproef Groningen 6-11-06 0,4 verzoek Ter Apel 16-11-05 1,0 steekproef Vaals 10-10-05 0,4 steekproef Roosendaal 12-09-05 1,0 steekproef Zaandam 16-03-06 0,4 verzoek Varsseveld 28-06-06 1,1 verzoek Gouda 23-02-06 0,4 verzoek Lelystad 1-11-05 1,1 steekproef Wassenaar 26-04-06 0,4 verzoek Ulft 15-06-05 1,1 steekproef Geleen 10-10-05 0,4 steekproef Waalwijk 12-09-05 1,1 steekproef Heerlen 10-10-05 0,5 steekproef Hengelo (O) 12-10-05 1,1 steekproef Roosendaal 23-11-05 0,5 verzoek Hengelo (Gld) 13-04-05 1,1 steekproef Rotterdam 18-01-06 0,5 verzoek Amstelveen 21-10-05 1,1 verzoek Barneveld 23-05-06 0,5 verzoek Delft 2-05-06 1,1 verzoek Laag Soeren 11-09-06 0,5 verzoek Westzaan 7-04-05 1,1 steekproef Harreveld 25-05-05 0,5 steekproef Groningen 19-06-05 1,1 verzoek Middelharnis 30-08-05 0,9 steekproef Zutphen 5-10-05 1,1 verzoek Vries 12-09-06 0,5 verzoek Heerde 29-06-05 1,2 verzoek Groningen 16-01-06 0,5 verzoek Hoogeveen 29-06-05 1,2 verzoek Emmeloord 7-11-05 0,5 steekproef Ruurlo 10-01-06 1,2 verzoek Hoog Keppel 22-06-05 0,5 steekproef Groenlo 26-04-05 1,2 steekproef Kootwijkerbroek 4-07-05 0,5 steekproef Voorthuizen 4-07-05 1,2 steekproef Drunen 30-08-06 0,5 verzoek Helmond 21-09-05 1,2 steekproef Arnhem 28-10-05 0,6 steekproef Callantsoog 12-04-05 1,2 steekproef Arnhem 28-10-05 0,6 verzoek Giesbeek 4-05-05 1,2 steekproef Soest 30-11-05 0,6 verzoek Harderwijk a 30-03-05 1,2 verzoek Kapelle 17-05-06 0,6 verzoek Didam 18-04-05 1,2 steekproef Oosterwolde 22-11-05 0,6 steekproef Den Helder 12-04-05 1,2 steekproef Groningen a 19-06-05 0,6 verzoek Deurne 21-09-05 1,2 steekproef Rotterdam 14-02-06 0,6 verzoek Assen 29-03-05 1,2 steekproef Halle 29-06-06 0,6 verzoek Harlingen 7-11-05 1,2 steekproef Amsterdam 22-06-05 0,6 verzoek Dronten 1-11-05 1,2 steekproef Heerlen 19-04-06 0,6 verzoek Harderwijk 23-01-06 1,2 verzoek Putten 6-09-06 0,6 verzoek harderwijk 23-01-06 1,2 verzoek Harskamp 27-06-05 0,6 steekproef Zelhem 12-04-05 1,3 steekproef Wassenaar 26-04-06 0,6 verzoek Lichtenvoorde 24-05-05 1,3 steekproef Groningen 15-03-07 0,6 verzoek Steenwijk 19-10-05 1,3 steekproef Haren 11-04-06 0,6 verzoek Hoorn 25-09-06 1,3 verzoek Kampen 19-10-05 0,7 steekproef Den Bosch 30-03-05 1,3 steekproef Appingedam 10-11-05 0,7 steekproef Raalte 20-10-05 1,3 steekproef Gouda 23-03-06 0,7 verzoek Amersfoort 6-04-05 1,3 steekproef Akkrum 31-01-07 0,7 verzoek Utrecht 6-04-05 1,3 verzoek Schagen 19-04-05 0,7 steekproef Zierikzee 30-08-05 1,3 steekproef Terneuzen 13-08-05 0,7 steekproef Harderwijk b 22-09-05 1,3 verzoek Tilburg 21-09-05 0,7 steekproef Winterswijk 26-04-05 1,3 steekproef Venray 21-09-05 0,7 steekproef Hardinxveld a 30-05-05 1,3 verzoek Venlo 27-09-05 0,7 steekproef Wehl 18-04-05 1,3 steekproef Beilen 19-12-05 0,7 steekproef Gendringen 15-06-05 1,4 steekproef Meerssen 14-07-06 0,7 verzoek Almelo 29-03-05 1,4 steekproef Zutphen 13-04-05 0,7 steekproef Amsterdam 15-05-06 1,4 verzoek Voorburg 14-04-05 0,7 steekproef Zeddam 14-04-05 1,4 steekproef Voorburg 14-04-05 0,7 verzoek Oudshoorn 18-01-06 1,4 verzoek Domburg 31-08-05 0,7 steekproef Zoetermeer 9-01-07 1,4 verzoek Sliedrecht 16-09-05 0,7 verzoek Otterlo 27-06-05 1,4 steekproef Aalten 11-10-06 0,7 verzoek Etten Leur 12-09-05 1,4 steekproef Beesterszwaag 17-04-07 0,7 verzoek Heumen 20-06-05 1,5 verzoek Terwispel 17-04-07 0,7 verzoek Voorburg 6-09-05 1,5 verzoek 6

Veilige veldsterktes Amsterdam 15-05-06 0,7 verzoek Leeuwarden 13-06-05 1,5 verzoek Volendam 3-07-06 0,7 verzoek Hardinxveld b 13-12-05 1,5 verzoek Delft 4-10-06 0,7 verzoek Vorden 13-04-05 1,5 steekproef Joure 31-01-07 0,7 verzoek Rijswijk 9-05-06 1,5 verzoek Dinxperloo 2-05-05 0,7 steekproef Harreveld 22-12-05 1,5 steekproef Tolkamer 14-06-05 0,7 steekproef Harreveld 22-12-05 1,5 steekproef Doesburg 22-06-05 0,8 steekproef Winschoten 10-11-05 1,6 steekproef Soest 30-11-05 0,8 verzoek Nootdorp 18-01-06 1,6 verzoek Wijchen 25-04-07 0,8 verzoek Ruurlo 13-04-05 1,6 steekproef Sliedrecht 16-09-05 0,8 verzoek Bergen op Zoom 3-01-06 1,6 verzoek Oldenzaal 12-10-05 0,8 steekproef Hillegom 7-12-06 1,6 verzoek Workum 7-11-05 0,8 steekproef Prinsenbeek 30-03-05 1,7 steekproef Ijmuiden 7-09-06 0,8 verzoek Utrecht 19-04-05 1,7 verzoek Apeldoorn 4-10-05 0,8 steekproef Ommen 20-01-06 1,7 verzoek Ouddorp 30-08-05 0,8 steekproef Drachten 16-11-2005 1,8 steekproef Roermond 27-09-05 0,8 steekproef Sassenheim 20-04-05 1,8 verzoek Amsterdam 22-06-05 0,8 verzoek Eindhoven 6-06-05 1,8 verzoek Waarder 31-01-06 0,8 verzoek Geldrop 24-06-05 1,8 verzoek Duiven 14-04-05 0,8 steekproef Putten 4-05-05 1,9 steekproef s Heerenberg 14-04-05 0,8 steekproef Rotterdam 8-06-05 1,9 verzoek Meppel 19-10-05 0,8 steekproef Nootdorp 18-01-06 1,9 verzoek Nootdorp 18-01-06 0,8 verzoek Dokkum 7-11-05 2,0 steekproef Wijchen 25-04-07 0,8 verzoek Winsum 10-11-05 2,0 steekproef Schoorl 12-04-05 0,8 steekproef Zwolle 5-04-05 2,0 verzoek Wildervank 16-11-05 0,8 steekproef Amsterdam 3-05-05 2,0 verzoek Amsterdam ZO 31-10-06 0,8 verzoek Schoonoord 9-05-05 2,0 verzoek Middenmeer 19-04-05 0,8 steekproef Ede 1-06-05 2,0 verzoek Den Oever 19-04-05 0,8 steekproef Amsterdam 17-01-06 2,0 verzoek Veghel 24-08-05 0,8 steekproef Amsterdam 22-06-05 2,1 verzoek Eibergen 23-05-05 0,8 steekproef Barendrecht 2-05-05 2,1 verzoek Middelburg 31-08-05 0,8 steekproef Wijchen 25-04-07 2,4 verzoek Aalten 26-04-05 0,9 steekproef Amsterdam a 3-05-05 2,4 verzoek Rotterdam a 8-06-05 0,9 verzoek Maarsen 20-12-05 2,4 steekproef Mijdrecht 23-11-06 0,9 verzoek Uden 24-08-05 2,5 steekproef Buren 30-05-05 0,9 steekproef Emmen 21-03-06 2,6 verzoek Den Bosch 30-03-05 0,9 steekproef Nieuwegein 11-05-05 2,8 verzoek Zevenaar 4-05-05 0,9 steekproef Deventer 4-10-05 3,3 steekproef Deventer 15-01-07 0,9 verzoek Rotterdam 9-03-06 3,3 verzoek Neede 23-05-05 0,9 steekproef Dedemsvaart 20-10-05 3,8 steekproef Sittard 10-10-05 0,9 steekproef Alkmaar 19-04-05 5,1 steekproef Kaatsheuvel 12-09-05 0,9 steekproef Valkenburg 19-12-06 10* verzoek Boxtel 24-08-05 0,9 steekproef Leek 16-11-05 0,9 steekproef * Gemeten op ca. 20 cm. schuin boven/achter paneelantenne Goes 13-09-05 1,0 steekproef Tabel 1: Meetresultaten op vrij toegankelijke locaties 7

Ag entschap Telecom veldsterkte Gemeten veldsterktes 2005-2007 Veldsterkte (V/m) Limiet UMTS: 61 V/m 60,00 55,00 Limiet GSM 1800: 58 V/m 50,00 45,00 40,00 Limiet GSM 900: 41 V/m 35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00 feb-05 mei-05 sep-05 dec-05 mrt-06 jul-06 okt-06 jan-07 apr-07 aug-07 2005-2007 Grafiek 1: Geclusterde meetwaarden op vrij toegankelijke locaties In de grafiek is te lezen dat de hoogte van de veldsterktes varieert van 0,22 V/m t/m 5 V/m, met een uitschieter naar 10 V/m. Zoals in de meetvoorschriften (zie bijlage ) is beschreven wordt bij een meetresultaat beneden 6 V/m geen specifieke actie ondernomen. Indien meer dan 6 V/m gemeten wordt, wordt actie ondernomen om er achter te komen of specifieke maatregelen noodzakelijk zijn. In de periode 2005 2007 is één keer een veldsterkte van meer dan 6 V/m gemeten. Het bleek hier te gaan om een meting van 10 V/m boven in een kerktoren in Valkenburg. Het antennepaneel is hier aan de buitenkant van de borstwering bevestigd. Hierdoor kan het publiek op korte afstand achter de antenne komen. De veldsterkte 10 V/m werd dan ook gemeten op 20 centimeter achter/boven het paneel. Op grotere afstand van de antenne nam de veldsterkte snel af. De toren kan steeds slechts kortdurend door publiek bezocht worden. De veldsterkte nam met toenemende afstand van het paneel snel af en de hoogst gemeten veldsterkte ligt nog steeds ruim beneden de blootstellinglimiet. Agentschap Telecom heeft van deze meting melding gedaan aan de operator en de exploitant van de toren. De rode lijnen geven de waarden van de blootstellingslimieten weer: 41 V/m voor GSM 900, 58 V/m voor GSM 1800 en 61 V/m voor UMTS 2100. Uit de grafiek kan geconcludeerd worden dat de gemeten waarden ver beneden de blootstellingslimieten voor GSM en UMTS liggen. 4 Communicatie van de uitkomsten Burgers en beleidsmakers willen graag weten wat er in hun leefomgeving gebeurt. Daar is ook de communicatiestrategie van het Antennebureau op geënt. De informatie die naar voren komt uit deze metingen maakt het beeld verder compleet van het hoe en waarom van antennes in de leefomgeving van mensen. Het doel van de verspreiding van de informatie over de metingen is om burgers, gemeenten en beleidsmakers inzicht te verschaffen in de waarden van de veldsterktes zoals die voorkomen in de leefomgeving van mensen. De uitkomsten zullen worden ingezet in de communicatie van het Antennebureau. Onder andere zullen de uitkomsten van deze metingen met een begeleidende tekst op de internetsite van het Antennebureau geplaatst worden. 8

Veilige veldsterktes 5 Conclusies In 2005, 2006 en 2007 heeft Agentschap Telecom metingen uitgevoerd om de veldsterkte rond basisstations te toetsen aan de blootstellingslimieten die gelden voor GSM- en UMTS -basisstations. De laatste meting waarop deze rapportage betrekking heeft vond plaats op 25 april 2007. Uit de metingen gehouden op basis van de steekproef blijkt dat de veldsterktes op één na, in alle gevallen lager zijn dan 6 Volt per meter. In één geval werd een veldsterkte van 10 V/m waargenomen. Alle waarden liggen ver onder de blootstellingslimieten van 41 Volt per meter voor GSM 900 MHz, 58 Volt per meter voor 1800 MHz en 61 Volt per meter voor UMTS. Geen trend Er valt over de afgelopen jaren geen duidelijk trend af te lezen in de geconstateerde veldsterktes. Er is geen duidelijk waar te nemen groei of daling van de gemeten veldsterkte in de jaren 2005-2007. In december 2006 zijn de analoge televisiezenders uitgeschakeld. Hier is vooralsnog geen effect van waargenomen op de gemiddelde gemeten velsterktes op voor publiek toegankelijk locaties. 9

Ag entschap Telecom Bijlage 1 1. Meetvoorschrift voor publiek vrij toegankelijke plaatsen 4 1.1 Informatie afkomstig van het Antennebureau: Het Antennebureau zal via een selectieprocedure de meetlocaties bepalen. Hierbij zullen de volgende gegevens aan de afdeling Handhaving worden verstrekt:? NAW (Naam, Adres, Woonplaats) gegevens, inclusief geografische coördinaten;? soort locatie;? eventueel gegevens contactpersoon;? overige relevante gegevens. 1.2 De meting 1.2.1 Algemeen Bij deze metingen wordt er vanuit gegaan dat er in het algemeen onder de verre veldconditie wordt gemeten. D ie wordt bereikt op een afstand van r > 2 D² /? van de antenne (D is de grootste afmeting van de antenne). Omdat in het verre veld het E-veld en het H-veld een vaste relatie met elkaar hebben, wordt alleen het E-veld gemeten. Bij metingen aan TDMA- (GSM/ TETRA) of pulsachtige systemen (radar) moet er voor gewaakt worden dat er niet een te grote meetfout wordt gemaakt. De bevindingen van het onderzoek worden gerapporteerd via het formulier EMF-meting voor publiek vrij toegankelijke plaatsen. Hierop worden alle velden zoveel mogelijk ingevuld. Er wordt ook een foto van de meting/meetlocatie en het spectrumplaatje van de quick frequentiescan in de rapportage verwerkt. 1.2.2 Meetapparatuur Alle te gebruiken meetmiddelen moeten in ordelijke staat verkeren en gekalibreerd zijn, denk hierbij ook aan de toestand van de accu/batterij. Meetapparatuur moet gebruikt worden volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing. Bij gebruik van de veldsterktemeter met probe dient de bij de meting gevonden waarde vermenigvuldigd te worden met de "Cal.Factor" (zie kalibratie-gegevens) om de gecorrigeerde veldsterktewaarde te verkrijgen. 1.2.3 Uitvoering: Aangekomen nabij de locatie worden allereerst de NAW gegevens, geografische coördinaten en de andere informatie zoals opgegeven door het Antennebureau op juistheid gecontroleerd. Eventuele afwijkingen of aanvullingen worden gerapporteerd. De meting dient in beginsel uitgevoerd te worden op een hoogte van 1,5 meter. Blijkt tijdens het meten dat iets hoger of lager de te meten waarde hoger is dan dient op die positie de meting verder uitgevoerd te worden. Neem hier ook de polarisatie (X, Y en Z) in acht. Stappenplan: 1. plaats de veldsterktemeter op een kunststofstaaf om deze hieraan vast te houden (dit om beïnvloeding door het menselijk lichaam zoveel mogelijk te voorkomen); 2. schakel de veldsterktemeter in en zet de meter op de instelling max. Eventueel kan de gemeten veldsterkte worden geregistreerd op een meetpc/laptop; 4 Afkomstig uit Meetvoorschrift voor het uitvoeren van EMF-metingen rond basisstations, Agentschap Telecom, april 2003 10

Veilige veldsterktes 3. onderzoek met de veldsterktemeter (op statief) een bepaald gebied en zoek de hoogste meteraanwijzing op, zorg ervoor dat tijdens het lopen de probe zich op een hoogte van ongeveer 1,5 meter boven de grond bevindt. Controleer regelmatig of de meter nog steeds de maximum waarde aangeeft door meter te resetten met shift-clear ; 4. op de locatie van de hoogste meteraanwijzing waarde noteren, dan: a.? voer op deze locatie m.b.v. een spectrum analyzer een quick frequentiescan (zie punt 4.6) uit. b.? vermenigvuldig de meteraanwijzing van de breedband veldsterktemeter met de correctie factor van de probe (gebruik hiervoor de correctie factor behorende bij de frequentie van het hoogste signaal afkomstig uit de quick frequentiescan), noteer het eindresultaat van deze waarde + meetlocatie. Als dit niveau lager is dan 6 V/m: einde meting. c.? Als het niveau hoger is dan 6 V/m, doorgaan met punt 5; Na de quick frequentiescan is bekend door welke frequentie(s) het gemeten niveau wordt veroorzaakt. 5. kijk of er tussen de waargenomen signalen, tijdens de quick frequentiescan, onderling 10 db niveau verschil zit. a.? Bij meer dan 10 db verschil, vermenigvuldig de meteraanwijzing van de breedband veldsterktemeter met de correctiefactor van de probe (gebruik hiervoor de correctiefactor behorende bij de frequentie van het sterkste signaal afkomstig uit de quick frequentiescan) noteer het eindresultaat van deze waarde + meetlocatie, einde meting. Kijk in de ICNIRP tabel, wat het referentieniveau is dat bij de waargenomen sterkste frequentie hoort. Bij vermoeden van overschrijden ICNIRP waarden; followup/projectleider informeren. b.? Bij minder dan 10 db verschil, voer een selectieve meting uit per waargenomen signaal/frequentie(band). Doorgaan met punt 6; 6. selectief meten, per frequentie, sommeren van verticaal en horizontaal veld, eventueel sommeren van verschillende trunkingkanalen per systeem (zie stroomschema stappenplan in 4.4), dan: noteer de berekende totale veldsterkte per frequentie + locatie, einde meting. Bij vermoeden van overschrijden ICNIRP waarden; follow-up/projectleider informeren. 1.3 Wegschrijven meetresultaten De meetresultaten en overige relevante informatie worden verwerkt in een hiervoor ontworpen document. Zie het document Formulier meting vrij toegankelijk. 1.4 Post processing en meetonzekerheid Het doorrekenen en in voorkomende gevallen sommeren van signalen naar het totale SAR niveau zal door Handhaving uitgevoerd worden. Ook zal de meetonzekerheid worden meegenomen in de berekening. 11

Ag entschap Telecom 2. Meetvoorschrift voor toetsing antenneregister 2.1 Informatie afkomstig van het Antennebureau: Het Antennebureau zal via een selectieprocedure de meetlocaties bepalen. Hierbij zal de volgende informatie aan de afdeling Handhaving worden verstrekt: - NAW gegevens, inclusief geografische coördinaten; - opstelplaats van de antenne; - welke operator, sitenummer, systeem (GSM/UMTS/straalverbinding enz.) - antennegegevens (welke sector, richting); - berekende veilige afstand volgens ICNIRP (zowel EM-werkers als algemeen publiek). Indien er meerdere systemen op één combiantenne zijn aangesloten (b.v. GSM900 + GSM 1800), zal ook dit door het Antennebureau worden aangegeven (deze cumulatieve velden kunnen alleen indicatief worden berekend omdat er bij de berekening vanuit wordt gegaan dat alle aanwezige systemen gezamenlijk één hoofdbundel hebben en dat is in de praktijk onjuist). 2.2 De meting 2.2.1 Algemeen Bij het meten nabij GSM antennes als toetsing van de berekende veilige afstand uit het antenneregister zal het niet altijd mogelijk zijn om in het verre veld te kunnen meten. Bij antennes op daken kan niet op altijd voldoende afstand worden gemeten.tussen de afstand van?/2? en 2D²/? tot de antenne is de zogenaamde radiating near-field region (zie ook tabel 1). Uit praktijkervaring blijkt dat de EMF-meting wel vanaf?/2? afstand tot de antenne uitgevoerd kan worden, al zal de meetfout wat groter kunnen zijn, zie ook 3.1. De meting wordt uitgevoerd met een non-directional meetinstrument dat breedbandig genoeg is om de betreffende frequentiebanden te meten. In de praktijk zal dit meestal plaatsvinden met een veldsterktemeter met daarop een E-veld probe. Omdat er direct in de antennebundel wordt gemeten, kan beïnvloeding van andere systemen (afkomstig van andere antennes) vrijwel uitgesloten worden. Bij metingen aan TDMA- (GSM/TETRA) of pulsachtige systemen (radar) moet er voor gewaakt worden dat er geen te grote meetfout wordt gemaakt. Omdat de E-veld probe werkt met detectordiodes, dient de veldsterktemeter ingesteld te worden op maximum value (beter is bij dit soort modulatievormen, indien voorhanden, gebruik te maken van een thermocoupler probe). De bevindingen van het onderzoek worden gerapporteerd via het formulier EMF meting antenneregister. Hierop worden alle velden zoveel mogelijk ingevuld. Ook wordt er een foto van de antennemeting in de rapportage geplaatst. 2.2.2 Meetapparatuur Alle te gebruiken meetmiddelen moeten in ordelijke staat verkeren en gekalibreerd zijn, denk hierbij ook aan de toestand van de accu/batterij. Meetapparatuur moet gebruikt worden volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing. Bij gebruik van de veldsterktemeter met probe dient de bij de meting gevonden waarde vermenigvuldigd te worden met de "Cal.Factor" (zie kalibratie-gegevens) om de gecorrigeerde veldsterktewaarde te verkrijgen. Let op: bij gebruik van een spectrum analyzer of meetontvanger dient e r minimaal 10 db voorgeschakeld te worden ter voorkoming van beschadiging van de ingangstrap (deze extra verzwakker wel meenemen in de eindberekening!). 12

Veilige veldsterktes 2.2.3 Uitvoering: Aangekomen op de antennesite worden allereerst de NAW gegevens, geografische coördinaten en de andere informatie zoals opgegeven door het Antennebureau op juistheid gecontroleerd. Eventuele afwijkingen of aanvullingen worden gerapporteerd. Voorwaarde hierbij is dat de antenne bereikbaar is voor de degenen die de meting uitvoeren. Niet iedere locatie is dus geschikt. Als de juiste (sector)antenne is vastgesteld wordt hier in de hoofdbundel de veldsterkte gemeten. Er zijn antennes waar de zend en ontvang antenne onder elkaar in één antennebehuizing zitten. Pas op bij antennes met elektronische en/of mechanische tilt. Afhankelijk van de richting (up- of downtilt) wordt de hoofdbundel iets naar beneden of naar boven gericht (zie figuur 7). Figuur 1: Downtilt Stappenplan: 1. zoek de juiste sectorantenne die door het Antenneburea u ter verifiëring/toetsing is genoemd; 2. zet hier in het horizontale vlak m.b.v. een meetlint zo nauwkeurig mogelijk de door het Antennebureau berekende veilige afstand uit, gerekend vanaf de voorkant van de antenne in de stralingsrichting; 3. plaats op dit meetpunt de veldsterktemeter (met de 8.2 probe) op (kunststof)statief (dit om menselijke beïnvloeding tijdens de meting zoveel mogelijk te voorkomen); 4. schakel de breedband veldsterktemeter in en zet de meter op de instelling max. Eventueel kan de meteraanwijzing worden geregistreerd op een meetpc/laptop, 5. varieer de veldsterktemeter met statief op deze positie in hoogte (in de stralingsbundel van de antenne) tot de hoogste meteraanwijzing wordt gevonden, eventueel met shift-clear de meter tussendoor indien nodig resetten. Noteer deze waarde; 6. vermenigvuldig de meteraanwijzing met de correctiefactor van de probe (behorende bij de gemeten frequentie) en noteer de frequentie (is bekend uit gegevens van Antennebureau); 7. loop vervolgens iets verder van de antenne vandaan en loop daarna al metende terug (in de stralingsbundel van de antenne) naar de antenne totdat het referentie niveau wordt gemeten. Probeer hier de probe in de antenne stralingsbundel te houden en zelf daar zoveel mogelijk buiten te blijven. Het referentieniveau is bij GSM 900? de meteraanwijzing = 41 V/m (na deling door de bijbehorende corr.factor probe) en voor GSM 1800? de meteraanwijzing = 58 V/m (na deling door de bijbehorende corr.factor probe); 8. meet vervolgens vanaf dit punt de afstand in cm tot de voorkant van de antenne (in het horizontale vlak) a.? Als de gemeten afstand minder dan 10% hoger is dan de afstand opgegeven door het Antennebureau, noteer de gevonden afstand, einde meting. b.? Als de gemeten afstand meer dan 10% hoger is dan de afstand opgegeven door het Antennebureau, noteert deze gevonden afstand en volg dan de procedure (op die gevonden meet hoogte ) van: quick scan, selectief meten, per frequentie, sommeren van verticaal en horizontaal veld, eventueel sommeren van verschillende trunkingkanalen per systeem (zie stroomschema stappenplan in 4.4), dan: noteer de berekende totale veldsterkte per frequentie, einde meting. Let op: plaats bij het meten met spectrum analyzer/ontvanger nabij de antenne altijd een extra demping van minimaal 10 db voor de ingang van de spectrum analyzer. Toelichting: Het Antennebureau gaat bij haar berekeningen van de veilige afstand uit van het maximale erp-niveau per sectorantenne. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de informatie afkomstig van de desbetreffende provider en wordt er van uitgegaan dat alle TRX-en (controlchannel en trafficchannel) op maximaal 13

Ag entschap Telecom zendervermogen uitzenden. In de berekening wordt een cumulatief effect van GSM 900 en 1800 meegenomen. Ofwel de berekening gaat uit van een worstcase situatie die hooguit alleen in de piekuren gehaald zal worden. Omdat we direct in de stralingsbundel van de genoemde antenne meten, kunnen we beïnvloeding van Antennebureauursignalen (afkomstig van antennes) in principe uitsluiten. De gebruikte veldsterktemeter/probe is bedoeld voor het meten van een enkel signaal. Bij het meten van meerdere signalen/kanalen kan er een meetfout ontstaan. Deze fout is mede afhankelijk van het aantal kanalen, onderlinge frequentie afstand, soort modulatie en vermogen per signaal. Deze meting als toetsing van de veilige afstand moet dan ook gezien worden als een indicatieve meting. Het kan zijn dat de 10% toegestane afwijking op de berekende/gemeten veilige afstand in de nabije toekomst nog bijgesteld gaat worden. Als de afwijking groter is dan 10% is er zeer waarschijnlijk wat anders aan de hand, b.v. meerdere kanalen of andere signalen die de meting beïnvloeden. 2.3 Wegschrijven meetresultaten De meetresultaten en overige relevante informatie worden verwerkt in een hiervoor ontworpen document. Zie het document Formulier meting antenneregister. 2.4 Post processing en meetonzekerheid Het doorrekenen en indien nodig sommeren van signalen naar het totale SAR niveau zal door Handhaving uitgevoerd worden. Ook zal de meetonzekerheid worden meegenomen in de berekening. 14