BIBOB-beleid Horst aan de Maas

BIBOB-beleid Horst aan de Maas

Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstelling... 3 2 DE WET BIBOB... 4 2.1 Kern van de Wet BIBOB... 4 2.2 Systematiek van het BIBOB instrumentarium... 4 2.2.1 BIBOB-intake... 4 2.2.2 BIBOB- adviesaanvraag, Bureau BIBOB... 4 2.3 Toepassingsgebied van de Wet BIBOB... 4 2.4 Uitgangspunten van de wet... 5 3 TOEPASSINGSGEBIEDEN HORST AAN DE MAAS... 6 3.1 Overzicht Toepassingsgebieden... 6 3.2 Exploitatievergunning horeca inrichting en Drank- en Horeca vergunning... 6 3.3 Exploitatievergunning seksinrichting, escortbedrijf... 7 3.4 Exploitatievergunning speelautomatenhal... 7 3.5 Exploitatievergunning coffeeshop... 7 3.6 Omgevingsvergunning... 7 3.7 Subsidies... 8 3.8 Aanbestedingen... 8 4 DE WET BIBOB TOEGEPAST... 10 4.1 BIBOB-intake (gemeente)... 10 4.1.1 Bestaande intrekkings- en weigersgronden... 10 4.1.2 BIBOB-gronden... 10 4.2 BIBOB- adviesaanvraag (Bureau BIBOB)... 11 4.2.1 Ultimum remedium... 11 4.2.2 Procedure BIBOB- adviesaanvraag... 11 4.3 Betrokken personen... 12 4.4 Hoe lang moet een aanvrager op zijn vergunning wachten... 12 4.5 Regionaal informatie en expertise centrum Limburg (RIEC)... 12 BIBOB-beleid Horst aan de Maas 2

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Bestuursorganen kunnen door middel van beschikkingen (vergunningen, subsidies) of aanbestedingen onbedoeld criminele activiteiten faciliteren. De Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna Wet BIBOB) biedt bestuursorganen mogelijkheden om, bij de beoordeling van een te verlenen vergunning, subsidie, of een te gunnen aanbesteding, de integriteit van de aanvrager of gegadigde/onderaannemer te kunnen onderzoeken. Indien gevaar bestaat dat criminele activiteiten mogelijk worden gemaakt met behulp van overheidsmiddelen, kan een bestuursorgaan op basis van de Wet BIBOB besluiten een bepaalde beschikking (vergunning of subsidie) niet te verlenen of in te trekken. Vanwege deze keuzevrijheid verdient het de voorkeur dat de toepassing van de Wet BIBOB door de gemeente Horst aan de Maas gebeurt op basis van het onderliggende beleid. 1.2 Doelstelling Het doel van dit BIBOB-beleid is: Het voorkomen en bestrijden van georganiseerde criminaliteit, onbedoeld gefaciliteerd door de gemeente Horst aan de Maas. Het bieden van een kader waarbinnen de Wet BIBOB kan worden toegepast door de gemeente Horst aan de Maas. BIBOB-beleid Horst aan de Maas 3

2 De Wet BIBOB 2.1 Kern van de Wet BIBOB De Wet BIBOB biedt de gemeenten de mogelijkheid bepaalde beschikkingen te weigeren of in te trekken indien er sprake is van de BIBOB-weigeringsgrond als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Wet BIBOB: Voorzover bestuursorganen bij of krachtens de wet daartoe de bevoegdheid hebben gekregen, kunnen zij weigeren een aangevraagde beschikking te geven dan wel een gegeven beschikking intrekken, indien ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede zal worden gebruikt om: a. uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of b. strafbare feiten te plegen. In artikel 5 en artikel 9 van de Wet BIBOB wordt toegelicht op welke punten het Bureau BIBOB aan aanbestedende diensten een advies kan uitbrengen. 2.2 Systematiek van het BIBOB instrumentarium Het BIBOB instrumentarium is preventief van karakter. Beoogd wordt te voorkomen dat door de aanbesteding van overheidsopdrachten of het verlenen van subsidies of vergunningen, de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert. Het is dus noodzakelijk dat het bestuur de beschikking krijgt over zodanige informatie dat het kan beoordelen of sprake is van een ernstig gevaar dat voormelde situatie zich voordoet. 2.2.1 BIBOB-intake De gemeente voert in eerste instantie zelf een integriteitsonderzoek uit op basis van de Wet BIBOB, artikel 3. Dit betekent extra (integriteits)vragen bij een vergunningaanvraag en onderzoek naar open bronnen en de beoordeling van deze extra informatie door de gemeente. Dit onderzoek wordt een BIBOB-intake genoemd. 2.2.2 BIBOB- adviesaanvraag, Bureau BIBOB Indien na de BIBOB intake nog vragen blijven bestaan over de betreffende bedrijfsstructuur, financiering of de omstandigheden in de persoon van de aanvrager, vraagt de gemeenten een advies aan bij het landelijke Bureau BIBOB (onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid). Het Bureau BIBOB beschikt over de mogelijkheid gesloten bronnen (belastingsdienst, politieregisters) te raadplegen en kan daardoor diepgaand onderzoek doen. Het Bureau BIBOB brengt uiteindelijk advies uit aan de gemeente. 2.3 Toepassingsgebied van de Wet BIBOB De volgende overheidsbeschikking vallen onder het toepassingsgebied van de Wet BIBOB: 1. Vergunningen voor de sectoren horeca (ook coffeeshops), prostitutie, transport, bouw en milieu. 2. Subsidies, hiervoor geldt dat in de subsidieregeling zelf moet zijn opgenomen, dat op de aanvraag van de subsidie de Wet BIBOB van toepassing is. 3. Aanbestedingen. De Wet BIBOB is tevens van toepassing bij overheidsopdrachten, voor zover het gaat om de sectoren bouw, ICT en milieu. Bij overheidsopdrachten is er echter geen sprake van een BIBOB-beleid Horst aan de Maas 4

nieuwe weigeringsgrond in de Wet BIBOB. Bij de aanbestedingsprocedures wordt namelijk aangesloten bij de Europese richtlijnen en kan met behulp van het BIBOB-instrumentarium nadere invulling worden gegeven aan de daarin reeds opgenomen weigeringsgronden (die mede gericht zijn op het verkomen van het faciliteren van criminele activiteiten). 2.4 Uitgangspunten van de wet Bij bestuursorganen ligt de beslissing al dan niet een BIBOB advies aan te vragen. Daarom is een beleidskader waarin in algemene termen wordt aangegeven in welke gevallen een BIBOB-intake volgt en een advies wordt aangevraagd bij het Bureau BIBOB vereist. Dit voorkomt willekeur, biedt de burger duidelijkheid en is ook transparant voor aanvragers en inschrijver. Met name de afweging om tot een BIBOB onderzoek over te gaan, dient, juist met het oog op het ingrijpende karakter van het instrument, weloverwogen en met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur te worden genomen. Daarbij spelen proportionaliteit, subsidiariteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid een belangrijke rol. BIBOB-beleid Horst aan de Maas 5

3 Toepassingsgebieden Horst aan de Maas In het vorige hoofdstuk zijn de toepassingsgebieden van de Wet BIBOB benoemd. Gemeenten bepalen zelf binnen welke aangewezen branches en beleidsterreinen gebruik gemaakt wordt van de Wet. Hier volgen de branches en beleidsterreinen die Horst aan de Maas geselecteerd heeft voor toepassing van de Wet BIBOB. 3.1 Overzicht Toepassingsgebieden Hier volgt een samenvattend overzicht van de gebieden waarop de gemeente Horst aan de Maas de Wet BIBOB toepast. In de volgende paragrafen volgt een nadere toelichting per toepassingsgebied. Beschikking Soort BIBOB intake (screening door gemeente) Vergunningen 1. Drank- en horeca wet (nat) In alle gevallen (preventief) 2. Exploitatie horeca (droog) In alle gevallen (preventief) 3. Exploitatie sexinrichting / In alle gevallen (preventief) escortbedrijf 4. Exploitatie In alle gevallen (preventief) speelautomatenhal 5. Exploitatie coffeeshop In alle gevallen (preventief) 6. Omgevingsvergunning Bij vermoedens criminele (milieu, bouwen) activiteiten (repressief) Aanbesteding Subsidies BIBOB-advies aanvraag (bij landelijk Bureau BIBOB) Bij openstaande vragen na een BIBOB intake. Op advies van het RIEC 1 of de Officier van Justitie. BIBOB- advies aanvragen bij Bureau BIBOB indien advies vereist is bij beoordeling van uitsluitingsgronden van de Europese aanbestedingsrichtlijnen. De wet BIBOB is niet van toepassing verklaard op subsidies. Figuur 1 Samenvattend overzicht toepassingsgebieden Wet BIBOB Horst aan de Maas. 3.2 Exploitatievergunning horeca inrichting en Drank- en Horeca vergunning Er wordt onderscheid gemaakt tussen de exploitatievergunning op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de vergunning die op basis van de Drank- en Horecawet (DHW) wordt verstrekt. Alle horeca inrichtingen waar geen alcoholhoudende dranken worden geschonken (ook wel droge horeca genoemd) dienen in het bezit te zijn van een exploitatievergunning op grond van artikel 2:28 APV. Bij droge horeca gaat het om inrichtingen zoals ijssalons, snackbars en sportscholen. Indien in het horecabedrijf alcoholhoudende dranken worden geschonken (ook wel natte horeca genoemd), dient de exploitant in het bezit te zijn van een Drank- en Horecawet vergunning. Een exploitatievergunning is dan niet vereist. Toepassing Wet BIBOB De wet BIBOB wordt preventief toegepast. Bij de aanvraag van een drank- en horeca vergunning of een exploitatievergunning horeca inrichting volgt een BIBOB-intake (zowel bij vestiging, overname of wijziging van onderneming). Om in het bezit te kunnen komen van genoemde vergunningen vult de aanvrager een aanvraagformulier in dat voorzien is van extra vragen uit artikel 30 van de Wet BIBOB. Deze beleidsregel geldt niet voor slijtersbedrijven. 1 Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Limburg. BIBOB-beleid Horst aan de Maas 6

3.3 Exploitatievergunning seksinrichting, escortbedrijf Om een seksinrichting of escortbedrijf te exploiteren is een exploitatievergunning nodig op basis van artikel 3:4 APV. Voor wat betreft het aantal seksinrichtingen hebben de Noord-Limburgse gemeenten met elkaar een maximumstelsel afgesproken. Pas indien een bestaande seksinrichting de deuren sluit, kan een nieuwe seksinrichting worden opgestart. Toepassing Wet BIBOB De wet BIBOB wordt preventief toegepast. Bij de aanvraag van een exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf volgt een BIBOB-intake (zowel bij vestiging, overname of wijziging van onderneming). Om in het bezit te kunnen komen van genoemde vergunningen vult de aanvrager een aanvraagformulier in dat voorzien is van extra vragen uit artikel 30 van de Wet BIBOB. 3.4 Exploitatievergunning speelautomatenhal Op grond van artikel 2:40b APV is het verboden zonder exploitatievergunning een speeltautomatenhal te exploiteren. Toepassing Wet BIBOB De wet BIBOB wordt preventief toegepast. Bij de aanvraag van een exploitatievergunning speelautomatenhal volgt een BIBOB-intake (zowel bij vestiging, overname of wijziging van onderneming). Om in het bezit te kunnen komen van genoemde vergunning vult de aanvrager een aanvraagformulier in dat voorzien is van extra vragen uit artikel 30 van de Wet BIBOB. 3.5 Exploitatievergunning coffeeshop Voor wat betreft het aantal coffeeshops hebben de Noord-Limburgse gemeenten met elkaar een maximumstelsel afgesproken. Naar aanleiding van verandering in het Nederlandse coffeeshopbeleid vervalt deze afspraak in de loop van 2012. Daarom wordt voorgesteld om de APV aan te passen en een vergunningplicht voor de exploitatie van een coffeeshop op te nemen. Hiervoor wordt het VNG-model als uitgangspunt genomen. Toepassing Wet BIBOB De wet BIBOB wordt preventief toegepast. Bij de aanvraag van een exploitatievergunning coffeeshop volgt een BIBOB-intake (zowel bij vestiging, overname of wijziging van onderneming). Om in het bezit te kunnen komen van genoemde vergunning vult de aanvrager een aanvraagformulier in dat voorzien is van extra vragen uit artikel 30 van de Wet BIBOB. 3.6 Omgevingsvergunning De Wet BIBOB is ook van toepassing op een omgevingsvergunning met de activiteit bouw en milieu. Genoemde vergunningen vallen onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Bij de activiteiten bouw en milieu dient een omgevingsvergunning aangevraagd te worden. BIBOB-beleid Horst aan de Maas 7

Toepassing Wet BIBOB De wet BIBOB wordt repressief toegepast bij een omgevingsvergunning (bouw en milieu), hetgeen inhoudt dat uitsluitend indien de gemeente signalen bereiken dat de vergunning wordt gebruikt ter facilitering van criminele activiteiten, een BIBOB onderzoek zal worden gestart. Er volgt dus geen BIBOB intake bij een vergunningaanvraag. Bij vermoedens wordt de vergunning tussentijds beoordeeld door middel van een BIBOB-intake en kan deze alsnog ingetrokken worden. 3.7 Subsidies In artikel 6 van de wet is geregeld dat ook bepaalde subsidieregelingen onder de Wet BIBOB kunnen vallen. Voor subsidies geldt dat er sprake moet zijn van aanzienlijke maatschappelijke of economische waarde, zodat misbruik of criminele betrokkenheid aantrekkelijk wordt. Of bepaalde subsidies onder het BIBOB-instrumentarium vallen dient expliciet opgenomen te worden in de betreffende regeling of verordening. In de subsidieverordening van Horst aan de Maas zijn de mogelijkheden voor het gebruik van de Wet BIBOB niet opgenomen. De subsidieverordening bevat voldoende weigeringsgronden en er bestaan bindende voorschriften op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht om subsidies in voorkomende gevallen te weigeren, lager vast te stellen of in te trekken. BIBOB wordt vooralsnog als een te zwaar middel beschouwd waardoor er geen aanleiding bestaat om de subsidieverordeningen aan te passen. Subsidies worden vaak aangevraagd door stichtingen of verenigingen, dit zijn niet-commerciële aanvragers. Er wordt minder criminaliteit verwacht vanwege deze vaak niet-commerciële achtergrond van de aanvragers van een subsidie. Daarnaast is er zowel bij een subsidieaanvraag als de vaststelling vaak intensief contact met de aanvrager. Deze procedure geeft de gemeente voldoende mogelijkheden om inzicht te krijgen in zijn integriteitspositie. Tot slot wordt er vanuit het oogpunt van deregulering voor gekozen om verenigingen en stichtingen niet extra te belasten met BIBOB-vragenlijsten. Geen toepassing Wet BIBOB Gezien het vorenstaande wordt de Wet BIBOB niet van toepassing verklaard op subsidieregelingen. Er volgt gen BIBOB-intake of advies aanvraag bij het Bureau BIBOB in geval van een aanvraag voor een subsidie. 3.8 Aanbestedingen Voor aanbestedingen is de Wet BIBOB van kracht op de sectoren bouw, milieu en ICT. Vanwege de proportionaliteitsgedachte is ervoor gekozen om niet voor alle overheidsopdrachten een BIBOB- advies mogelijk te maken. Het moet gaan om opdrachten met een aanzienlijke maatschappelijke of economische waarde, waarbij mogelijk misbruik of criminele betrokkenheid aantrekkelijk wordt. Het aanvragen van een BIBOB- advies bij het landelijk Bureau is alleen mogelijk in de volgende gevallen: voordat het bestuursorgaan een beslissing neemt over de gunning van de aanbesteding; als het bestuursorgaan bij overeenkomst heeft aangeven dat deze ontbonden wordt als het BIBOBadvies daartoe aanleiding geeft; als het om een screening van onderaannemers gaat, moet het bestuursorgaan in het bestek opnemen dat onderaannemers niet zonder toestemming van de aanbestedende dienst worden BIBOB-beleid Horst aan de Maas 8

gecontracteerd. Daarbij kan de aanbestedende dienst de voorwaarde stellen dat een BIBOB- advies kan worden aangevraagd. Voor de toepassing van de Wet BIBOB op aanbestedingen blijven de Europese aanbestedingsrichtlijnen Leveringen, Werken en Diensten van kracht. In die regelingen staan de uitsluitinggronden die het bestuursorgaan kan gebruiken bij aanbestedingen. Het Bureau BIBOB onderzoekt of er feiten en omstandigheden zijn die vallen onder de uitsluitinggronden van de Europese aanbestedingsrichtlijnen Leveringen, Werken en Diensten. Toepassing Wet BIBOB De Wet BIBOB wordt bij aanbestedingen alleen toegepast indien de gemeente advies nodig heeft bij de beoordeling van uitsluitingsgronden van de Europese aanbestedingsrichtlijnen Leveringen, Werken en Diensten. Op dat moment kan de gemeente ervoor kiezen om een advies te vragen aan het Landelijke Bureau BIBOB. BIBOB-beleid Horst aan de Maas 9

4 De Wet BIBOB toegepast Toepassing van de Wet BIBOB maakt een zorgvuldige screening van de aanvraag van een vergunning, subsidie, dan wel tussentijdse beoordeling bij voorgenomen intrekking, noodzakelijk. Dit moet de gemeente in eerste instantie zelf doen, door onderzoek van open bronnen en de beoordeling van de extra informatie die een ondernemer verplicht is aan te leveren op het moment dat er gekozen wordt voor een BIBOB-intake. Indien na het eigen onderzoek door het bevoegd gezag vragen blijven bestaan zal het bevoegd gezag een advies aanvragen bij het landelijk Bureau BIBOB. Hier volgt een uitgebreide toelichting op de toepassing van de Wet BIBOB door de gemeente Horst aan de Maas. 4.1 BIBOB-intake (gemeente) Bij het aanvragen van een nieuwe vergunning 2 (of bij controle van de vergunning welke kan leiden tot intrekking daarvan) wordt verzocht om bij de aanvraag aanvullende informatie te verstrekken conform het, bij het standaard aanvraagformulier te voegen, gemeentelijk BIBOB-vragenformulier. Indien er aanleiding toe is zal nader onderzoek worden gedaan via aanvullende vragen (in twee modellen; één voor natuurlijke personen en één voor rechtspersonen). Het onderzoek behelst in ieder geval een controle en analyse van: de door de aanvrager/houder van de vergunning beantwoorde BIBOB-vragen die zijn opgenomen in het vragenformulier behorende bij het standaard aanvraagformulier; de door hem/haar daarbij aangeleverde documenten; eventuele extra, op verzoek van de ambtenaar, overgelegde documenten of informatie; open bronnen onderzoek (Kamer van Koophandel, Kadaster, etc.) 4.1.1 Bestaande intrekkings- en weigersgronden De BIBOB gronden vormen een aanvulling op de reeds bestaande mogelijkheden om een vergunning te weigeren of in te treken. Het bevoegd gezag zal eerst deze bestaande gronden onderzoeken en toepassen. Deze kunnen overigens ook (net als de BIBOB-gronden) betrekking hebben op de integriteit van de aanvrager/houder van de vergunning. 4.1.2 BIBOB-gronden Als het bevoegd gezag op basis van het eigen onderzoek genoeg aanwijzingen heeft dat een situatie als bedoeld in artikel 3 van de wet BIBOB zich voordoet, zal het de vergunning weigeren of intrekken. Een situatie als bedoel in artikel 3: indien ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede zal worden gebruikt om: uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of strafbare feiten te plegen. Dit is dus mogelijk zonder tussenkomst van het Bureau BIBOB. Een weigering om de gevraagde extra informatie aan te leveren dan wel onvolledig aan te leveren wordt door het bevoegd gezag aangemerkt als 2 Alleen de vergunningen zoals beschreven in hoofdstuk 3 BIBOB-beleid Horst aan de Maas 10

ernstig gevaar en zal eveneens leiden tot weigering of intrekking van de vergunning (artikel 4 van de wet BIBOB). 4.2 BIBOB- adviesaanvraag (Bureau BIBOB) Indien na het eigen onderzoek, door het bevoegd gezag, vragen blijven bestaan over: de bedrijfsstructuur; de financiering; omstandigheden in de persoon van de aanvrager zal het bevoegd gezag een advies aanvragen bij het landelijk Bureau BIBOB (artikel 9 wet BIBOB). Ook op advies van het Openbaar Ministerie of het RIEC Limburg zal het bevoegd gezag een advies over de verlening of intrekking van een vergunning aan het landelijk Bureau BIBOB (artikel 26 wet BIBOB) vragen. 4.2.1 Ultimum remedium Een toetsing aan de wet BIBOB met behulp van een advies bij het Bureau BIBOB geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Het bevoegd gezag moet eerst gebruik maken van de eigen instrumenten. Verder moet het vragen van een advies evenredig zijn gelet op de mate van gevaar en de ernst van de strafbare feiten. Dus pas wanneer de bestaande wetgeving geen uitkomst biedt bij het weigeren of intrekken van een vergunning en het belang aantoonbaar is, kan een advies worden aangevraagd bij het Bureau BIBOB. 4.2.2 Procedure BIBOB- adviesaanvraag Als er een BIBOB- advies wordt aangevraagd zal de aanvrager/houder van de vergunning vooraf worden geïnformeerd door het bevoegd gezag (mededelingsplicht). Het landelijk Bureau BIBOB neemt geen direct contact op met de aanvrager/houder van de vergunning of de andere, bij het onderzoek betrokken (rechts)personen. Eventuele aanvullende vragen van het landelijk Bureau BIBOB worden via het bevoegd gezag aan betrokkenen gesteld. Het landelijk Bureau BIBOB moet in beginsel binnen vier weken adviseren aan het bevoegd gezag. Deze termijn kan nog eens met vier weken worden verlengd. Het landelijk Bureau BIBOB zal het bevoegd gezag hiervan in kennis stellen. De beslistermijn voor het bevoegd gezag wordt opgeschort gedurende de adviestermijn van het landelijk Bureau BIBOB, doch niet langer dan acht weken. Het bureau brengt advies uit aan het bevoegde gezag (geen gevaar, enige mate van gevaar, ernstig gevaar) Het bevoegd gezag neemt (mede) op basis van het BIBOB- advies een besluit. Het BIBOB- advies is niet bindend. Belangen die meewegen zijn: economische en maatschappelijke gevolgen, financiële gevolgen voor betrokkene, aanwezigheid van een alternatief, de mate waarin betrokkene preventieve maatregelen heeft genomen. Bij een negatief besluit van het bevoegd gezag wordt een voorlopige beschikking opgesteld en wordt de betrokkene(n) de gelegenheid gegeven een zienswijze naar voren te brengen. Op basis van het eigen voorgenomen besluit, het BIBOB- advies en de zienswijze van betrokkene(n) neemt het bevoegd gezag het definitieve besluit. BIBOB-beleid Horst aan de Maas 11

De adviesaanvraag bij het landelijk Bureau BIBOB is géén beschikking in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). Hier staat dus geen bezwaar en beroep open. De aanvrager van een vergunning kan uiteraard te allen tijde de aanvraag intrekken. 4.3 Betrokken personen In de Wet BIBOB is bepaald wie aan een dergelijk onderzoek van de gemeente en Bureau BIBOB kan worden onderworpen. De voornaamste personen en bedrijven zijn: de aanvrager van een vergunning de houder van een vergunning degene die voor de financiering van het bedrijf zorgdragen beheerders diegenen die zeggenschap hebben over bovengenoemde personen of bedrijven 4.4 Hoe lang moet een aanvrager op zijn vergunning wachten De normale termijn voor vergunning verlening is ten hoogste acht weken tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Indien advies wordt gevraagd aan het Bureau BIBOB wordt deze termijn met vier weken verlengd. Dit kan nogmaals met vier weken verlengd worden indien het onderzoek van het Bureau niet in de eerste vier weken na de indiening van het verzoek om advies, kan worden afgerond. Dit betekent dat de beslissing op de aanvraag maximaal 16 weken duurt, tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen en een extra redelijke termijn wordt bepaald als bedoeld in artikel 4:14 Awb. De gemeente Horst aan de Maas streeft ernaar de beslissingstermijn zo kort mogelijk te houden. 4.5 Regionaal informatie en expertise centrum Limburg (RIEC) Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Limburg (RIEC) kan gemeenten ondersteunen in de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Het RIEC Limburg vormt een informatieknooppunt waar bestuurlijke, strafrechtelijke en fiscale informatie samenkomt. De toepassing van de Wet BIBOB is een van de terreinen waarbij het RIEC de gemeente kan ondersteunen. Denk hierbij aan informatie vergaren, een adviesaanvraag doen bij het Bureau BIBOB namens de gemeente, het interpreteren en vertalen van adviezen van het Bureau BIBOB en ondersteuning bieden bij beroepszaken. BIBOB-beleid Horst aan de Maas 12