Thema Leven in Gods geduld (Pnr.1382) Genesis 8:6-22 Uitgesproken 29 mei 2011 in het Open Hof te Kampen U luistert naar: een opname van 29 mei 2011 waarin mevrouw Lianne Haring wordt bevestigd tot ouderling en mevrouw Marietje Meijerink als pastoraal werker de belofte van geheimhouding aflegt. Ouderling van dienst Organist Jessica Wiegeraad Jurian Lipke Kerkelijk jaar: Zondag Rogate (Bidt) 6e zondag van Pasen Verkondig dit met luid gejuich, laat het horen, laat weten tot aan het einden der aarde: De Heer koopt zijn dienaar Jakob vrij! (Jesaja 48:20b) Synagogaal jaar: 25 Ijar van het jaar 5771 Gisteren stond op het leesrooster van de synagoge Leviticus 21: 1-24:23 Numeri 1:1-4:20 (parasja BeMidbar = In de wildernis) Orde van de dienst: Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen Psalm 147: 1 en 3 1. Lof zij den HEER, goed is het leven als 's Heren lof wordt aangeheven. Lieflijk en recht te allen tijde is 't onze God ons lied te wijden. Hij bouwt de stad, door Hem verkoren, het volk in ballingschap verloren brengt Hij er samen, heelt hun wonden, hoezeer hun harten zijn geschonden. 3. Zingt, zingt om beurt om Hem te danken, ontlok de lier de schoonste klanken voor onze God, Hem die in luister de hemel dekt met wolkenduister, de aarde drenkt met milde regen, het gras doet spruiten allerwegen, de dieren zegent met zijn gaven en hoort de roep der jonge raven. 1 van 6
Stil gebed Bemoediging en Groet Klein Gloria Ere zij de Vader en de Zoon, en de Heilige Geest, als in den beginne, nu en immer, en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen. Aanvangstekst Genesis 8: 21 21 De geur van de offers behaagde de H E E R, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan. Zingen Lied 337: 1, 2, 3 en 4 1. Het water van de grote vloed en van de zee zo rood als bloed, dat is de aardse moederschoot, dat is de diepte van de dood. Tora 2. Want al het water wast niet af, dat wij verzinken in dit graf, tenzij de duif die nederdaalt ons uit den hoge vrede haalt. 3. Tot ondergang zijn wij gedoemd, als God ons niet bij name noemt, maar God-zij-dank, Hij doet ons gaan door 't water van de doodsjordaan. 4. Wij staan geschreven in zijn hand, Hij voert ons naar 't Beloofde Land. Als kinderen gaan wij zingend voort. De Vader is het die ons hoort. Zingen Lied 62: 1 en 3 1. Wie oren om te horen heeft, hore naar de wet die God hem geeft: gij zult geen vreemde goden, maar Mij alleen belijden voortaan. Hoor, Israël, mijn geboden. Gebed 3. Biedt uw naaste de helpende hand, spijzigt de armen in uw land, een woning wilt hen geven. Het tweede gebod is het eerste gelijk; doet dit, en gij zult leven. 2 van 6
Schriftlezing Genesis 8: 6-22 6 Na verloop van veertig dagen deed Noach het venster dat hij in de ark had aangebracht open 7 en liet een raaf los. Deze bleef heen en weer vliegen totdat de aarde droog was. 8 Vervolgens liet hij een duif los om te zien of het water verder gedaald was. 9 Maar de duif kon nergens een plekje vinden waar ze kon neerstrijken om te rusten en kwam bij hem terug in de ark, want overal op de aarde was nog water. Hij stak zijn hand uit, pakte haar en nam haar weer bij zich in de ark. 10 Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen opnieuw los. 11 Tegen de avond kwam ze bij hem terug met een jong olijfblad in haar snavel. Toen wist Noach dat het water op de aarde verder gedaald was. 12 Weer wachtte hij zeven dagen en daarna liet hij de duif nogmaals los. Ze kwam niet meer bij hem terug. 13 In het zeshonderdeerste jaar van Noachs leven, op de eerste dag van de eerste maand, was het water van de aarde verdwenen. Noach maakte het dak van de ark open en keek rond de aarde was drooggevallen. 14 Op de zevenentwintigste dag van de tweede maand was de aarde droog. 15 Toen zei God tegen Noach: 16 Ga de ark uit, samen met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen. 17 Laat ook alle dieren die bij je zijn naar buiten gaan: vogels, vee en alles wat op de aarde rondkruipt. Ze moeten weer vruchtbaar zijn en talrijk worden en de aarde bevolken. 18 Hierop ging Noach naar buiten, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. 19 Ook alle dieren gingen de ark uit, soort bij soort, alle vogels, en alles wat op de aarde rondkruipt. 20 Noach bouwde een altaar voor de H E E R; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. 21 De geur van de offers behaagde de H E E R, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan. 22 Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht nooit komt daar een einde aan. Zingen Ken je dit verhaal? God zei: Noach bouw een boot samen met je zonen maak hem sterk en maak hem groot je moet er straks in wonen en neem dan heel veel dieren mee wanneer de boot gaat varen Ik zal ze sturen twee aan twee Ik wil hun leven sparen De ark was netjes afgebouwd de intocht kon beginnen de dieren liepen twee aan twee de ark van Noach binnen toen deed God de deur op slot en liet de wolken komen de regen viel met bakken neer en bleef en bleef maar stromen Refr. Ken je dit verhaal, ken je dit verhaal zo wordt het nu al eeuwenlang verteld in elke taal ken je dit verhaal, ken je dit verhaal lees maar in de Bijbel want daar staat het allemaal De wereld werd een oceaan waarop de ark bleef drijven slechts de dieren in de ark die zouden overblijven maar op een dag was het voorbij het water ging verdwijnen de wolken schoven weer opzij de zon begon te schijnen 3 van 6
De aarde werd weer langzaam groen de bomen gingen groeien er startte weer een nieuw seizoen en bloemen gingen bloeien Noach liet de dieren gaan ze mochten gaan proberen om elk weer op z n eigen plek op aarde terug te keren Refr. Ken je dit verhaal, ken je dit verhaal zo wordt het nu al eeuwenlang verteld in elke taal ken je dit verhaal, ken je dit verhaal lees maar in de Bijbel want daar staat het allemaal Toen zei God: Kijk eens omhoog zie daar die boog vol kleuren Luister Noach, Ik beloof dit zal niet meer gebeuren Ik zal met jullie nog een keer de aarde op gaan bouwen Ik maak met jou een nieuw begin daar mag je op vertrouwen Refr. Ken je dit verhaal, ken je dit verhaal zo wordt het nu al eeuwenlang verteld in elke taal ken je dit verhaal, ken je dit verhaal lees maar in de Bijbel want daar staat het allemaal (2x) Kinderen mogen naar de nevendienst gaan Preek Zingen Lied 460: 1, 3 en 4 1. Loof de Koning, heel mijn wezen, gij bestaat in zijn geduld, want uw leven is genezen en vergeven is uw schuld. Loof de Koning, loof de Koning, tot gij Hem ontmoeten zult. 3. Ja, Hij spaart ons en Hij redt ons, Hij kent onze broze kracht. Hij bewaart ons, Hij ontzet ons van de boze en zijn macht. Looft uw Heiland, looft uw Heiland, die het licht is in de nacht. 4. Snel vergaan de mensenkindren als de bloemen op het veld. God alleen is onverminderd steeds dezelfde sterke held! Looft de Heer van dood en leven, 4 van 6
Hem die onze dagen telt. Kinderen komen terug uit de nevendienst Bevestiging van mevrouw Lianne Haring tot ouderling; belofte van geheimhouding door mevrouw Marietje Meijerink als pastoraal werker. Zingen Gezang 381: 4 en 5 (staande) 4. Wij mogen leven door zijn kracht, de taak door Hem ons toegedacht volbrengend als een heerlijk blijk van Christus' komend koninkrijk. 5. O Heer, die ons uw liefde geeft waardoor 't geloof dit uitzicht heeft, sta Gij ons bij en help ons dan meer dan ons lied U vragen kan. Diaconale voorbede wordt gevraagd voor. Dankgebed en voorbeden Inzameling van de gaven Zingen ELB 168 1. Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor elke nieuwe dag. Dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag. 2 Dank U voor alle goede vrienden, dank U, o God voor al wat leeft, dank U voor wat ik niet verdiende: dat U mij vergeeft. 3 Dank U voor alle bloemengeuren, dank U voor ieder klein geluk, dank U voor alle held're kleuren, dank U voor muziek. 4 Dank U dat U in moeilijkheden, dank U dat U in pijn en strijd, dank U dat U in alle tijden toch steeds bij ons zijt. 5 Dank U dat U hebt willen spreken, dank U, U hoort een ieders taal. Dank U dat U het brood wilt breken met ons allemaal. 6 Dank U dat ons uw woord bewaarde, 5 van 6
Zegen Orgelspel dank U dat U uw Geest ons geeft. Dank U dat ieder mens op aarde van uw liefde leeft. 7 Dank U, uw liefde kent geen grenzen, dank U dat ik nu weet daarvan. Dank U, o God, ik wil U danken dat ik danken kan. 6 van 6