Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Vergelijkbare documenten
de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Opleidingsspecifiek deel MA Religie en theologie. toelatingseisen opleiding

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

De onder artikel 2.1, lid 1, genoemde kennis, inzicht en vaardigheden kunnen onder. Opleidingsspecifieke deel OER MA Geschiedenis

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Opleidingsspecifiek deel MA Portugese taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

Opleidingsspecifiek deel MA Engelse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in

Opleidingsspecifiek deel MA Italiaanse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

2. Voor het onderscheiden programma Kunstgeschiedenis van de opleiding Kunst- en

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

- verdiepende kennis op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

kennis op bachelorniveau op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Islam en Arabisch. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht per 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

1. De opleiding wordt in het Frans en Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding. Islam in de moderne wereld

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Taalwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Keltische talen en cultuur

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 135 studiepunten, dat betrekking heeft op Taalwetenschap. Van de major dienen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Literatuurwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht sinds 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Opleidingsspecifiek deel MA Nederlandse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap

Onderwijs- en examenregeling

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Keltische talen en cultuur

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Literatuurwetenschap. Artikel Tekst uit OER Colloquium doctum

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Engelse Taal en Cultuur:

Opleidingsspecifieke deel OER, Duitse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Cultureel erfgoed

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Cultureel erfgoed

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Spaanse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Transcriptie:

Opleidingsspecifieke deel OER, 2014-2015 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen - Theology and Religious Studies/ Programma s: (A) Theologie en geestelijke verzorging, (B) Religies in hedendaagse samenlevingen, (C) Biblical Studies/Bijbelwetenschappen Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands universitair bachelordiploma, die aantoont te beschikken over de volgende kennis en vaardigheden: a) Kennis op het gebied van de theologie en/of de islamologie en/of de religiewetenschap met een omvang van minimaal 30 ects b) Vaardigheden met betrekking tot het verrichten van onderzoek, d.w.z. het formuleren van een probleemstelling, het verzamelen van relevante gegevens, het analyseren ervan, het relateren van de gegevens aan theoretische begrippen, en het schrijven van een eindwerkstuk op academisch niveau. 2. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Godgeleerdheid/Religiestudies van de Universiteit Utrecht dan wel religiewetenschappen of een vergelijkbare opleiding, behaald aan een Nederlandse universiteit, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 3. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Arabische Taal en Cultuur/Islam en Arabisch van de Universiteit Utrecht dan wel een vergelijkbare opleiding, behaald aan een Nederlandse universiteit, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Taal- en cultuurstudies van de Universiteit Utrecht, met als hoofdrichting Religie en Cultuur, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 5. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de Universiteit Utrecht, die een bij de opleiding aansluitende hoofdrichting gevolgd heeft, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. 6. De bezitter van een bachelordiploma UCU, inclusief Religion track van 30 ECTS, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. Voorts worden toegelaten studenten met de kennis en de vaardigheden vermeld in artikel 2.1, lid 1, zulks ter beoordeling van de toelatingscommissie. 2.3 Toelating programma s Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, de volgende toelatingsvoorwaarden: Religies in hedendaagse samenlevingen a) Inzicht in de methoden en benaderingen in de religiewetenschap b) Kennis van de islam en het christendom Deze kennis en dit inzicht kunnen worden opgedaan in verschillende minoren. De instroom van de programma s Theologie en geestelijke verzorging en Biblical Studies/Bijbelwetenschappen is niet meer mogelijk per 1 september 2013. Het diploma van het programma Theologie en geestelijke verzorging kan tot 31 december 2014 behaald worden. Het diploma van het programma Biblical 1

Studies/Bijbelwetenschappen kan tot 1 september 2015 worden gehaald. 2.5 Toelatingsprocedure 1. De toelating tot de opleiding en de onderscheiden programma s is opgedragen aan de Toelatingscommissie van de Utrecht Graduate School of Humanities, kamer Academische Masters. 2. Met het oog op de toelating tot de opleiding stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis, inzicht en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. 3. Met het oog op de toelating tot een programma van de opleiding onderzoekt de toelatingscommissie of de kandidaat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de daarvoor in art. 2.1 en 2.3 gestelde voorwaarden. De commissie betrekt bij haar onderzoek de motivatie en ambitie van de kandidaat m.b.t. het desbetreffende programma, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het onderwijs van het programma wordt verzorgd. 4. Voor dit masterprogramma geldt een doorlopende toelating procedure. Op ieder moment tijdens de inschrijfperiode kan een verzoek tot inschrijving worden gedaan. Voor het masterprogramma Theologie en geestelijke verzorging vindt een verplicht geschiktheidgesprek plaats. Voor de overige programma's B en C vinden verplichte intakegesprekken plaats. 5. Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding wordt tussen 1 oktober en 1 april ingediend bij de toelatingscommissie. Studenten met de nationaliteit van één van de landen van de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, Vaticaanstad en Zwitserland, kunnen zich ook nog tussen 1 april en 1 juni aanmelden, maar toelating kan dan niet worden gegarandeerd. 6. De toelatingscommissie beslist binnen zes werkweken na ontvangst van het volledige dossier op het verzoek. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.1 en 2.3 getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. 7. De kandidaat ontvangt per e-mail een bewijsstuk van de toelatings- c.q. afwijzingsbeslissing tot de opleiding en een bepaald programma. Hierin wordt gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. 2.6 Hardheidsclausule toelating 1. In bijzondere gevallen kan de toelatingscommissie de kandidaat die zich voorbereidt op het afsluitend examen van de in art. 2.1, tweede lid, genoemde bacheloropleiding, op diens verzoek voor een half jaar toelaten tot de opleiding, indien: hij de verplichte onderdelen van de major heeft behaald en hij overigens van de bacheloropleiding nog slechts onderdelen met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 15 studiepunten moet behalen, èn de gerechtvaardigde verwachting bestaat dat hij de bacheloropleiding in zeer korte tijd, doch maximaal binnen een half jaar vanaf het moment dat student voorlopig is toegelaten tot de masteropleiding zal kunnen afronden, èn hij ten gevolge van overmacht onvoldoende heeft kunnen doorstromen en er een onevenredige studievertraging zou optreden indien hij niet alvast aan de masteropleiding kan beginnen. 2. Na het behalen van het afsluitend examen van de in art. 2.1, tweede lid, genoemde bacheloropleiding wordt de toelating voor een half jaar omgezet in een definitieve toelating. 3. Indien de student niet binnen 6 maanden na aanvang van de masteropleiding het afsluitend examen van de in art. 2.1, tweede lid, genoemde 2

bacheloropleiding heeft behaald, wordt hij uitgesloten van verdere deelname aan de masteropleiding totdat het bachelorexamen is behaald. 3.1 Doel van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd: o gespecialiseerde kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van religie en theologie, en het bereiken van de eindkwalificaties genoemd in het tweede lid o voorbereiding op de beroepsuitoefening als Geestelijk verzorger, c.q. op een van de deelgebieden van de religiewetenschap of theologie en o voorbereiding op de opleiding tot onderzoeker op het gebied van één van de vakgebieden van de religiewetenschap of theologie. 2. Alle afgestudeerden van de opleiding Theologie en Religiewetenschappen: a) hebben diepgaande kennis van en inzicht in een van de deelgebieden van de religiewetenschappen/theologie respectievelijk de islamologie; afhankelijk van het gekozen programma betreft dit de Bijbelwetenschappen, de rol van religies in de hedendaagse samenlevingen of de geestelijke verzorging. b) kunnen op een academisch niveau reflecteren op religie in het algemeen en op de actuele situatie van godsdienstige gemeenschappen en individuen in hun historische en maatschappelijke context; c) kunnen hun kennis toepassen en integreren in complexe vraagstukken rond theologie en religie; d) kunnen een zelfstandig oordeel vormen op het terrein van theologie en godsdienstwetenschappen en overzien daarvan de sociaal maatschappelijke en ethische consequenties; e) kunnen hun inzichten vertalen naar een breed publiek van specialisten en niet-specialisten, en deelnemen aan het maatschappelijk debat; f) beschikken over voldoende vakkennis en methodisch inzicht om zich op academisch niveau zelfstandig verder te kunnen ontwikkelen in de door hen gekozen disciplinaire specialisatie; g) zijn in staat om zelfstandig onderzoek te doen. Afgestudeerden van het programma Theologie en geestelijke verzorging dienen bovendien te voldoen aan de eisen die gesteld worden door de beroepsvereniging VGVZ. 3.2 Vorm van de opleiding De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd. Voor het programma Religies in hedendaagse samenlevingen geldt dat de deeltijdvariant de vorm heeft van aanschuifonderwijs bij de voltijd. 3.3 Taal waarin de opleiding wordt verzorgd 1. Het programma Religie in hedendaagse samenlevingen wordt in het Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding in het Engels worden verzorgd indien de herkomst van de student of docent daartoe noodzaakt of als het onderdeel als zodanig geprogrammeerd is. 3.6.1 Samenstelling programma Het programma omvat de volgende verplichte onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 3

Religies in hedendaagse samenlevingen: twee verplichte kerncursussen van samen 10 studiepunten, verplichte keuze tussen twee tracés van 10 studiepunten, namelijk islam en religieus pluralisme, 20 studiepunten te kiezen uit het aanbod van keuzecursussen. Een scriptie van 15 studiepunten, die moet passen binnen het gekozen tracé, en moet worden voorafgegaan door 5 ECTS in de vorm van stage, keuzecursus of tutorial op het terrein van het scriptieonderwerp. 4

Onderwijsprogramma Masterprogramma Religies in hedendaagse samenlevingen (60 ECTS, voltijd en deeltijd) Verplichte cursussen (10 ects) Religie in hedendaagse samenlevingen: theoretische benaderingen 5 ECTS 1 Religie in het publieke domein 5 ECTS 2 Afstudeeronderzoek (15 ects) Afstudeeronderzoek Religies in hedendaagse samenlevingen 15 ECTS 3 4 Verplichte cursussen: tracé Islam (10 ects) Sleutelteksten in de islamwetenschap (UvA) 6 ECTS 2 Bronnen van de islam 5 ECTS 1 Verplichte cursussen: tracé Religieus pluralisme (10 ects) Christendom in een veranderend Europa 5 ECTS 1 Nieuwe vormen van religiositeit 5 ECTS 2 Keuzecursussen (25 ects) Religie en gender 5 ECTS 2 Islam in West-Europa 10 ECTS 1 2 Sociale en politieke ideologieën in de islam (UvA) 12 ECTS 1 2 Interreligieuze relaties: islam - christendom 5 ECTS 3 Religieuze opvoeding en vorming 5 ECTS 4 Religieus fundamentalisme 5 ECTS 1 Hedendaagse islamitische denkers (UvA) 12 ECTS 3 4 The Body in Islam 5 ECTS 3 Islam and Ritual practice (UvA) 6 ECTS 4 Levensbeschouwing, organisatie en beleid 5 ECTS 4 Tutorial scriptievoorbereiding 5 ECTS 1 2 3 Stage Religies in hedendaagse samenlevingen 5 ECTS 1 2 3 5

Overgangsregelingen masteropleiding Theologie- en religiewetenschappen, 2014-2015 Algemene opmerkingen Voor studenten die zijn gestart vóór collegejaar 2012-2013 zijn geen overgangsregelingen opgenomen. Zij dienen te overleggen met de examencommissie van de opleiding. Hieronder vindt u de overgangsregelingen van de cohorten 2010 t/m 2013, startend met het cohort 2012. Een onderwijsonderdeel kan in een nieuw onderwijsprogramma terugkomen op een andere plek in het curriculum, terwijl de cursus ongewijzigd blijft (bijv. verschuiving van verplicht naar verplichte keuze of andersom). Indien u een onderdeel heeft behaald dat in uw programma op een bepaalde plek stond (bijv. verplicht) dan blijft deze cursus voor u op diezelfde plek geregistreerd staan. Indien u dit onderdeel nog niet heeft behaald, ook dan blijft dit onderdeel voor u een verplicht onderdeel, ook al geldt het onderdeel voor studenten gestart in een ander collegejaar als een keuzeonderdeel. Een onderdeel kan nooit twee keer behaald worden, ook al is de plek in het curriculum veranderd. 2012-2013 (cohort 2012) Studenten die gestart zijn in collegejaar 2012-2013, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2012-2013. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2014-2015 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar (2014-2015). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2014-2015 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 2012-2013 (cohort 2012) Theologie en geestelijke verzorging, voltijd en deeltijd De instroom van het programma Theologie en geestelijke verzorging is niet meer mogelijk per 1 september 2013. Het diploma van dit programma kan behaald worden tot 31 december 2014. Overgangsregelingen zullen individueel met de programmacoördinator besproken worden. - Het afstudeerproject is ongewijzigd. - De cursorisch verplichte onderdelen van de master zijn ongewijzigd * Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met de studieadviseur ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met de studieadviseur. 6

2012-2013 (cohort 2012) Biblical Studies, voltijd en deeltijd De instroom van het programma Biblical Studies/Bijbelwetenschappen is niet meer mogelijk per 1 september 2013. Het diploma van dit programma kan behaald worden tot 1 september 2015. Overgangsregelingen zullen individueel met de programmacoördinator besproken worden. - Het afstudeerproject is ongewijzigd. - De cursorisch verplichte onderdelen van de master zijn ongewijzigd. 3) Keuzeonderdelen - De cursorisch keuzeonderdelen van de master zijn ongewijzigd. Religies in hedendaagse samenlevingen, voltijd en deeltijd - Het afstudeerproject is ongewijzigd. Niet behaald Te doen in 2014-2015 Opmerkingen Religieus pluralisme RTMV10024 Religie in het publieke domein RTMV10021 3) Keuzeonderdelen - De cursorisch keuzeonderdelen van de master zijn ongewijzigd. 2013-2014 (cohort 2013) Studenten die gestart zijn in collegejaar 2013-2014, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2013-2014. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2014-2015 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar (2014-2015). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2014-2015 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 2013-2014 (cohort 2013) Theologie en geestelijke verzorging, voltijd en deeltijd 7

De instroom van het programma Theologie en geestelijke verzorging is niet meer mogelijk per 1 september 2013. Het diploma van dit programma kan behaald worden tot 31 december 2014. Overgangsregelingen zullen individueel met de programmacoördinator besproken worden. * Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met de studieadviseur ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met de studieadviseur. 2013-2014 (cohort 2013) Biblical Studies, voltijd en deeltijd De instroom van het programma Biblical Studies/Bijbelwetenschappen is niet meer mogelijk per 1 september 2013. Het diploma van dit programma kan behaald worden tot 1 september 2015. Overgangsregelingen zullen individueel met de programmacoördinator besproken worden. 3) Keuzeonderdelen Religies in hedendaagse samenlevingen, voltijd en deeltijd - De verplichte keuzeonderdelen van de master zijn ongewijzigd. Niet behaald Te doen in 2014-2015 Opmerkingen 3) Keuzeonderdelen - De cursorisch keuzeonderdelen van de master zijn ongewijzigd. 8