Annex bij het methoderapport

Vergelijkbare documenten
Verschillenanalyse methodewijziging Eigendom woningen

Woning- en bewonerskenmerken. van deelnemers aan de opkoopregeling in het Groningse aardbevingsgebied

WOZ-waardes Woningvoorraad naar Eigendom en Regio 2015 en 2017

Statistisch Bulletin. Jaargang

Vergelijking huishoudenspositie op basis van AOW-registratie en Basisregistratie Personen, 2016 en Wouter van Andel en Thomas Slager

Statistisch Bulletin. Jaargang

Woningmarkt bloeit langzaam op

Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007

Prijsindex Productie van gebouwen

Statistisch Bulletin. Jaargang

Bijdrage aan en impact op de inflatie

PBK bericht 2 e kwartaal 2016

Woningvoorraad naar gemeente, wijk, buurt en PC5, Kim van Zoonen en Wouter van Andel

Eigendomsverhoudingen woningmarkt 2016

Warmteleveringen in de CBS Energiebalans

Woningmarktontwikkelingen

Statistisch Bulletin. Jaargang

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom

Statistisch Bulletin. Jaargang

Woningmarktontwikkelingen rondom het Groningenveld 1e kwartaal 1995 tot en met 2e kwartaal 2017

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Woningmarktontwikkelingen

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

Resultaten E-commerce Onderzoek Caribisch Nederland

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006

Woningmarktontwikkelingen

Statistisch Bulletin. Jaargang

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Rendementen en CO -emissie van elektriciteitsproductie in Nederland, update 2012

Samenvatting. rondom het Groningenveld

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

Methodebeschrijving Landelijke Monitor Leegstand

Voorlopige woningvoorraad 2017 en mutaties Karine Tanis, Roelof Waaijman, Daniëlle Otten

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Woningvoorraad en mutaties, 2012 t/m Roelof Waaijman

Paper. Verbruik duurzaam gecertificeerde cacao door cacaoverwerkende. in Nederland. Publieksrapport. Fleur Gommans. April 2018.

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en uurloon, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

Prijsindexcijfers 0f Reclamediensten

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

van de COROP-gebieden Achterhoek en Arnhem/Nijmegen

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht,

Statistisch Bulletin. Jaargang

Toerisme in Caribisch Nederland 2016

Bevolkingstrends Bevolkingsgroei in grote steden vooral dankzij Vinex-wijken

Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010

Statistisch Bulletin. Jaargang

binnen Rotterdam

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Prijsindexcijfers Zee- en kustvaart

Toerisme in Caribisch Nederland 2015

Verschillen in cijfers over huisartscontacten. en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts

Statistisch Bulletin. Jaargang

Stroomschema financiering zorg 2012

Onzekerheidsmarges rond regionale bevolkings- en huishoudensprognose

Statistisch Bulletin. Jaargang

Pensioenfondsen ndsen en hun deelnemers,

Woningmarktontwikkelingen

Statistisch Bulletin. Jaargang

Woningmonitor Purmerend

De Conjunctuurklok; 0t patronen in de Nederlandse e conjunctuur

Stroomschema financiering zorg 2007 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Jongeren buiten beeld 2013

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Stroomschema financiering zorg 2008 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Statistisch Bulletin. Jaargang

Opkomende e groeimarkten voor Nederland steeds belangrijker

Statistisch Bulletin. Jaargang

Stroomschema financiering zorg 2004

Stroomschema ma financiering zorg 2007

Statistisch Bulletin. Jaargang

Stroomschema financiering zorg 2010 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06

27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Woningvoorraad naar bouwjaar en woningtype, 2014

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07

21 augustus Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Toerisme in Caribisch Nederland 2017

Woningmarktontwikkelingen. rondom het Groningenveld

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit

De onzekere toekomst van de pensioengerechtigde leeftijd

14 maart Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

VUT-fondsen op weg naar het einde

Stroomschema financiering zorg 2011

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

veiligheid en economische zaken, minder voor bijstand en onderwijs

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Titel Belemmerd bij het verkrijgen van werk

Transcriptie:

Paper Annex bij het methoderapport Woningmarktontwikkeling rondom het Groningenveld Oktober 2016 CBS Kwaliteits- en riscomanagementpaper 1

1.1 Inleiding Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voert in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) onderzoek uit naar de woningmarktontwikkelingen in het aardbevingsgebied in Noordoost Groningen. Inmiddels zijn twee rapporten verschenen. Voor het derde rapport in deze reeks heeft de NCG aan CBS gevraagd om het onderzoek op een aantal punten uit te breiden (zie hoofdstuk 4 van het derde rapport). In deze notitie worden de bronbestanden van de extra analyses en de gehanteerde methoden beschreven. 1.2 Representativiteit Om de representativiteit van de te koop staande woningen en de verkochte woningen uit het NVM-bestand ten opzichte van de overige koopwoningvoorraad in het risico- en referentiegebied te onderzoeken, worden zij op de volgende kenmerken met elkaar vergeleken: oppervlakte (in m 2 ), bouwjaar, het aantal verblijfsobjecten per pand en de WOZwaarden. 1.2.1 Bronbestanden Voor deze analyse worden drie bronbestanden gebruikt, het NVM-bestand, de BAG en de BAGplus. De te koop staande en verkochte woningen worden geselecteerd uit hetzelfde NVM-bestand dat gebruikt wordt voor de rest van het onderzoek. Voor meer informatie over het NVMbestand zie paragraaf 1.3 van het derde rapport en paragraaf 2.1 van het methoderapport. De overige koopwoningvoorraad en de meeste kenmerken die vergeleken worden komen uit de BAG. De BAG is een registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. De BAG bestaat uit twee samenhangende basisregistraties: de Basisregistratie Adressen en de Basisregistratie Gebouwen. De Basisregistratie Adressen bevat alle officiële, als zodanig toegekende, adressen op Nederlands grondgebied. In de Basisregistratie Gebouwen zijn alle panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen geregistreerd. Bepaalde gegevens behorende bij de objecttypen zijn ook in de registratie. In dit onderzoek is een aantal van die kenmerken vergeleken, namelijk: oppervlakte, bouwjaar en het aantal verblijfsobjecten per pand. Een laatste kenmerk dat is vergeleken, zijn de WOZ-waarden. De informatie hierover komt uit de BAGplus. Dit is de met WOZ-waarden en eigendom verrijkte BAG. Het eigendom (huur/koop) in de BAGplus betreft een voorlopige afleiding. 1.2.2 Filters Op de gegevens uit de BAG is een aantal filters toegepast. Allereerst is bij de overige woningvoorraad gefilterd zodat enkel de koopwoningen geselecteerd worden. Verder zijn er filters toegepast op de kenmerken oppervlakte en WOZ-waarden om niet-plausibele waarden uit te sluiten. In lijn met de rest van het onderzoek worden WOZ-waarden lager dan 10 000 euro en hoger dan 5 000 000 euro als onbekend beschouwd. Ook worden oppervlaktes van 10 000 m 2 of meer als niet plausibel gezien en in de categorie onbekend gezet. 1.2.3 Methode De te koop staande woningen worden geselecteerd op basis van het NVM-bestand en omvatten alle te koop staande woningen op 31 december 2015. Ook de verkochte woningen CBS Annex bij het methoderapport Woningmarktontwikkeling rondom het Groningenveld 2

worden geselecteerd op basis van het NVM-bestand. Hier selecteren we alle woningen die verkocht zijn in 2015. De overige koopwoningvoorraad bestaat uit alle koopwoningen in de BAG op 31 december 2015, exclusief de koopwoningen die volgens het NVM-bestand zijn verkocht in 2015 of die te koop staan op 31 december 2015. Zoals eerder genoemd, zijn de kenmerken waarop de woningen worden vergeleken oppervlakte (in m 2 ), bouwjaar, het aantal verblijfsobjecten per pand en de WOZ-waarden. Deze zijn als volgt geoperationaliseerd: 1. Oppervlakte: de gebruiksoppervlakte. De gebruiksoppervlakte is vastgelegd conform de binnenruimte in NEN 2580. De gemeenschappelijke en algemene ruimten (zoals de entree en hal) maken geen onderdeel uit van de oppervlakte. In dit onderzoek gaat het om de oppervlakte op 31 december 2015. De oppervlakte is ingedeeld in vijf categorieën, namelijk: Oppervlakte 2 tot 100 m 2 Oppervlakte 100 tot 150 m 2 Oppervlakte 150 tot 250 m 2 Oppervlakte 250 tot 10 000 m 2 Oppervlakte onbekend Waarden van 10 000 m 2 en groter worden onwaarschijnlijk geacht en worden in de categorie onbekend geplaatst. 2. Bouwjaar: bouwjaar van het pand (of panden) bekend op 31 december 2015. Latere wijzigingen aan het pand leiden niet tot wijziging van het bouwjaar. Het bouwjaar is in deze vier categorieën ingedeeld: Bouwjaar voor 1925 Bouwjaar 1925 tot 1945 Bouwjaar 1945 tot 1985 Bouwjaar 1985 en later 3. Het aantal verblijfsobjecten per pand, op 31 december 2015. Een verblijfsobject is een eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen. Panden kunnen meer dan één verblijfsobject hebben 1). Daarom worden deze ingedeeld naar één verblijfsobject per pand of twee of meer verblijfsobjecten per pand. 4. WOZ-waarde: de WOZ-waarde op 1 januari 2015. Deze heeft als waardepeildatum 1 januari 2014. In lijn met de rest van het onderzoek worden waarden onder de 10 000 euro en boven de 5.000.000 euro onwaarschijnlijk geacht. Deze worden in de categorie onbekend geplaatst. De WOZ-waarde is in de volgende categorieën ingedeeld: WOZ-waarde 10 000 tot 150 000 euro WOZ-waarde 150 000 tot 200 000 euro WOZ-waarde 200 000 tot 250 000 euro WOZ-waarde 250 000 tot 5 000 000 euro WOZ-waarde onbekend. 1) Hieronder vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voor zover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur. CBS Annex bij het methoderapport Woningmarktontwikkeling rondom het Groningenveld 3

De WOZ-waarden zijn voorlopige waarden. Eventuele aanpassingen in de WOZ-waarde naar aanleiding van een bezwaarschrift zijn dus niet in de waarden verwerkt. 1.3 WOZ-waarde ontwikkeling Om de ontwikkeling van WOZ-waarde van de koopwoningvoorraad in het risicogebied te vergelijken met die van woningen in het referentiegebied is de ontwikkeling van de WOZwaarde onderzocht. 1.3.1 Bronbestanden De wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) verplicht gemeenten het onroerend goed periodiek te taxeren. Deze waarderingen worden geregistreerd in de WOZ-registratie. Het Basisregister Adressen en Gebouwen bevat alle verblijfsobjecten in Nederland. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de BAGplus. Dit is de met WOZ-waarden verrijkte BAG. Door gebruik te maken van de BAGplus kunnen koopwoningen worden onderscheiden van huurwoningen en van niet-woningen. De BAGplus is beschikbaar vanaf woningvoorraadstand 2012. Omdat gemeenten taxeren naar de waarde van 1 januari van het voorgaande jaar, bevat de BAGplus 2012 de WOZwaarden met waardepeildatum 1 januari 2011. De BAGplus is beschikbaar tot en met woningvoorraadstand 2015 (WOZ waardepeildatum 1 januari 2014). 1.3.2 Filters Er worden filters toegepast op de BAGplus om koopwoningen te kunnen onderscheiden van huurwoningen en niet-woningen. Anders gezegd, er wordt een filter toegepast om de koopwoningvoorraad te selecteren. Daarnaast wordt een filter toegepast om niet-plausibele WOZ-waarden te verwijderen. De toegepaste filters komen overeen met de filters die worden toegepast voor de berekening van het SPAR-model. De volgende filters worden toegepast: Objecten met de WOZ gebruiksfunctie wonen worden geselecteerd. Dit komt overeen met gebruiksfunctie 10, 11 en 12. Objecten gedefinieerd als Eigen Woning. Objecten met een WOZ-waarde groter dan 10 duizend euro en kleiner dan 5 miljoen euro worden geselecteerd. 1.3.3 Methode De ontwikkeling van de WOZ-waarde is berekend door per gebied de som van de WOZwaarden in een bepaald jaar te delen door de som van de WOZ-waarden in het voorgaande jaar. Alleen woningen die in beide opeenvolgende jaren voorkomen, worden meegenomen. Op deze manier wordt voorkomen dat de gemeten ontwikkeling wordt beïnvloed door verschillen in de samenstelling van de woningvoorraad tussen beide jaren. Per jaar is op deze manier een groeifactor berekend. De index wordt berekend door de factor van een bepaald jaar te vermenigvuldigen met de index van het voorgaande jaar. Zo ontstaat de reeks die start met ingang van waardepeildatum 1 januari 2011. Alle indicatoren in het onderzoek zijn herschaald naar het derde kwartaal van 2012. Omdat de WOZ-waarde jaarlijks per januari wordt vastgesteld, is het niet mogelijk om op dit punt exact bij de andere indicatoren in het onderzoek aan te sluiten. De WOZ-index is daarom per CBS Annex bij het methoderapport Woningmarktontwikkeling rondom het Groningenveld 4

waardepeildatum 1 januari 2012 op 100 gesteld. Dit is de meest recente WOZ-waarde op het moment dat de grootste beving tot dan toe plaatsvond. 1.4 Verhuisbewegingen Om een aanvullende schets te geven van de woningmarkt wordt er gekeken naar verhuisbewegingen vanuit, naar en binnen het risico- en referentiegebied. 1.4.1 Bronbestanden Voor de verhuizingen en referentiepersonen is gebruik gemaakt van de Basisregistratie Personen (BRP) en de Gemeentelijke Basisadminstratie Persoonsgegevens (GBA). De BRP is de digitale bevolkingsregistratie van Nederland, en (sinds 2014) de opvolger van de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). In de BRP/GBA zijn van iedere ingeschrevene gegevens als burgerservicenummer (BSN), geboortedatum, geslacht, geboorteland en woonplaats geregistreerd, van ingezetenen bovendien gegevens over het huishouden waartoe de persoon behoort. Voor ingezetenen wordt een adres in Nederland geregistreerd, voor niet-ingezetenen een adres buiten Nederland. De verhuizing wordt afgeleid uit de BRP/GBA aan de hand van een adreswijziging. 1.4.2 Methode Alleen de verhuisbewegingen van, naar en binnen het risico- en referentiegebied worden weergegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de herkomst- en bestemmingsgemeente. Aangezien het hier gaat om een eerste verkennende analyse is er gekozen voor een eenvoudige methode. De verhuisbewegingen worden weergegeven op huishoudensniveau. Onder een huishouden wordt hier zowel een particulier als een institutioneel huishouden verstaan. Voor het bepalen van een huishouden wordt gebruik gemaakt van een referentiepersoon. Een referentiepersoon is het lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel ook aan het huishouden worden toegekend. Per kwartaal wordt de referentiepersoon van het huishouden bepaald. De aanname is dat als de referentiepersoon in een bepaald kwartaal verhuist het hele huishouden verhuist in het betreffende kwartaal. De verhuisbewegingen worden bestudeerd voor alle kwartalen van 2012 t/m 2015. CBS Annex bij het methoderapport Woningmarktontwikkeling rondom het Groningenveld 5

Verklaring van tekens Niets (blanco) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen. Het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim * Voorlopige cijfers ** Nader voorlopige cijfers 2015 2016 2015 tot en met 2016 2015/2016 Het gemiddelde over de jaren 2015 tot en met 2016 2015/ 16 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2015 en eindigend in 2016 2013/ 14 2015/ 16 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2013/ 14 tot en met 2015/ 16 In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen. Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag www.cbs.nl Prepress CCN Creatie, Den Haag Ontwerp Edenspiekermann Inlichtingen Tel. 088 570 7070 Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen/Bonaire, 2016. Verveelvoudigen is toegestaan, mits CBS als bron wordt vermeld. CBS Annex bij het methoderapport Woningmarktontwikkeling rondom het Groningenveld 6