Het omschakelen van de locverlichting

Vergelijkbare documenten
Ombouw NS 1205 (Märklin 3055)

43 Keerlusprint Werking. informatieblad 43 keerlusprint KLS versie 2.0

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk

Alarm- en knipperlichtrelais MGA

De condensator en energie

Ombouwen van de LGB Stainz van analoog naar digitaal.

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Het schema. FIG.1.


OC32 Event Input Upgrade

Repetitie Elektronica (versie A)

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

We kunnen nu met deze kabel de spanning meten door de kabel parallel te schakelen op bv het LEGO zonnepaneel, de LEGO condensator of de LEGO motor.

Decoder inbouw. Het ombouwen van een analoge tot een digitale loc. Jan Boen, Ing. voor het Locje Dilbeek

Ombouw Roco NMBS type 210 (reeks 60) naar AC digitaal

Het effect is eenvoudig te bouwen en daarom ook voor beginnende effectbouwers zeer geschikt.

STROOMSENSOR BT21i Gebruikershandleiding

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2

LED lampen in de Laro

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.

Handleiding LocBuffer

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.

NEWTONE. The Bender. 1. Inleiding

Deel 1: Metingen Bouw achtereenvolgens de onderstaande schakelingen en meet de klemspanning en de stroomsterkte. VOORKOM STEEDS KORTSLUITING!!

STROOMKRING. STAP 1 Lees eerst de hele tekst door en bekijk de tekeningen en het montagepaneel.

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)

Praktijk Elektrotechniek:

POPPIX-80. Bouwbeschrijving

Mini Handleiding over Elektronica-onderdelen

Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling

Inhoudsopgave De thyristor, diac en triac

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1

Licht en donker. We willen onze verlichting langzaam laten aan en uit gaan. Daartoe hebben we een langzaam aan / langzaam uit - dimmer nodig.

12.1 Input/output-kaart IOK. Informatieblad 12 input/output-kaart versie 1.0. Beperking aansprakelijkheid

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

Zelf een simpele ionisatiekamer bouwen

Reparatie Neutraallampje BMW K1100 LT Probleem:

Maak deze plug los van de schakelaar ( op foto is aanpassing al gemaakt!)

Dit effect is wel bedoeld voor een gevorderde bouwer, bij het afstellen van trimpots (bias) is eigenlijk een multimeter een onmisbaar hulpmiddel.

Evenals het origineel wordt het project hier uitgevoerd op stripboard, het pedaal is ook voor beginnende pedaalbouwers goed te maken.

Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Functie decoder voor DCC systemen 4. Aansluiten van de decoder 4. Gebruik van LED strips 6

Het printje is kant-en-klaar in de webwinkel verkrijgbaar, de overige componenten natuurlijk ook.

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator

Het effect is eenvoudig te bouwen en daarom ook voor beginnende effectbouwers zeer geschikt. Hiernaast het origineel, de Hog s Foot.

Gebruik in geen geval soldeervet!!!! Dit zal uw print en de componenten beschadigen.

Hoofdstuk 4: De gelijkrichting

Boor de gaten in het spatbord. Diameter van de montagegaten: 5,5 mm, het gat voor de draaddoorvoer 10 mm.

Schaduwstation 18 januari 2009

Bouwbeschrijving. Servo Decoders

Blad 1. Voor het simulatiespel: 100 gele kaartjes (de energiepunten) 2 A6 met lampsymbool 1 A6 met batterijsymbool. Tijd Totaal 60 minuten.

Onderdelenpakket hf kristal-oscillatoreenheid

VAC= Wisselstroom VDC= Gelijkstroom

Basis Elektriciteit R = U/I. Gelijkstroom (Direct Current) Batterij of zonnecel; de elektronen stromen allemaal in 1 richting.

Het huis van de 1000 technische mogelijkheden

Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed).

Gestabiliseerde netvoeding

E e n i n t r o d u c t i e in praktische electronica.

Dubbele Sirene N

Lees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. stroomkring 1 stroomkring 2

Spanning en sensatie!!! Wat een weerstand!! Elektriciteit. 3HV H3 elektriciteit les.notebook February 13, Elektriciteit 3HV

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

BUIZEN-VERSTERKER MOTIVATIE

Elektrische stroomnetwerken

Bouwbeschrijving van de algemene voeding voor buizenversterkers

Algemene Breadboard tips

Handleiding. Handleiding VVP. Verlichting Voeding print VVP. De Wittenhagen GJ Harderwijk

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting

Geluidsmelder

Ombouw MP3020 (Märklin 3389)

Elektrische installatie op voertuigen

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Blad 1. Het simulatiespel Bijlage - Simulatiespel 100 gele kaartjes = energiepunten. Digibord Afbeelding van technische tekening

AT-142 EPD Basis 1. Zelfstudie en huiswerk 10-08

Inhoudsopgave LED dobbelsteen

Gelijkrichten. Gelijkrichten met één diode

Meten met de multimeter Auteur: Wouter (Flush) [ ]

Onderzoeken welke onderdelen noodzakelijk zijn om een PV-installatie autonoom te laten werken.

1. Sluit de LED aan zoals afgebeeld 2. Sluit de USB-kabel aan op de Arduino 3. Klik op de knop uploaden 4. De LED begint te knipperen

NEWTONE. The Electric Brownie Overdrive. 1 Inleiding

Claxon Inhoud: Gereedschap:

Hybride voertuigen (2)

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Bouwbeschrijving. Servo Decoders

Alleen gekwalificeerde elektrotechnici of elektrotechnisch geïnstrueerde personen mogen aan een elektrische installatie werken.

2 ELEKTRISCHE STROOMKRING

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

6.0 Elektriciteit 1

De wereld van de seinen

Fig. 5.1: Blokschema van de 555

Elektrotechniek voor Dummies

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie

Transcriptie:

Modelbaan Besturing DINMO HFI - ichtwisseling Het omschakelen van de locverlichting Uitgangssituatie De standaardschakeling voor het schakelen van de lampen in de locs is bijna altijd een diode in serie met het lampje om te zorgen dat dat lampje slechts brandt bij één polariteit van de spanning en gedoofd blijft bij een omgekeerde polariteit. De diode van de lamp aan gene zijde staat dan omgekeerd. Bij de oudere locs zitten de lampen veelal gezamenlijk met een pool aan het huis van de loc vast, bij de nieuwere (met decoderstekker) meestal niet meer. Feitelijk vind je bijna altijd een van de volgende schakelingen: De lampen (voor) en (achter) zijn de witte koplampen aan voor of achterzijde van de loc. ls je een loc hebt met rode sluitlichten, dan heeft zo n loc meestal 2 lampen aan beide zijden, een rode en een witte. De rode aan de ene kant staat dan parallel aan de witte lamp aan andere zijde. Bij de linker schakeling kan het voorkomen dat de 2 diodes in één huisje zitten (bv Fleischmann locs). Bovengenoemde schakelingen werken zolang je rijdt met gelijkspanning of normale pulsbreedtemodulatie. De spanning die we gebruiken voor de permanente verlichting is echter een wisselspanning, zodat gedurende de helft van de tijd de ene lamp stroom krijgt en gedurende de andere helft de andere lamp. Beide lampen branden dan op halve sterkte. ls de PWM 1 blokgolf voor de motor er bij komt (als de trein gaat rijden) en de HFI 2 blokgolf evenredig afneemt zal de lamp in de rijrichting feller gaan branden en die aan overliggende zijde zwakker. Sommige nieuwere locs hebben verlichting op basis van EDs. Het principe daarvan is in principe hetzelfde met dat verschil dat EDs van zichzelf al een diode zijn en altijd een voorschakelweerstand nodig hebben. De schakelingen die je tegenkomt kunnen overeenkomen met de bovenstaande, maar ook verschillen. Het voordeel van EDs is in het algemeen wel dat de schakeling die in de loc zit wat gemakkelijker aan te passen is. ampjes hebben soms een steekfitting, waarbij de binnenkant van de fitting het huis van de loc is. Dat modificeert lastig. ichtwisselschakeling Om te zorgen dat steeds slechts een van de lampen brandt en deze bovendien ofwel op volle sterkte brandt of helemaal niet heb je een hulpschakeling nodig in je loc. Deze schakeling maakt gebruik van het principe dat de hoogfrequent blokgolf niet permanent aanwezig is, maar steeds korte periodes wordt onderbroken (afhankelijk van je Dinamo versie en instellingen 80 tot een paar honderd keer per seconde). Op het moment dat de HFI blokgolf weer start gebeurt dat steeds met een positieve flank als de loc vooruit rijdt en een negatieve flank als de loc in z n achteruit staat. De loc zelf mag dus gewoon stilstaan, tijdens stilstand kun je zo de verlichting van voorzijde naar achterzijde omschakelen en terug. Welke lichtwisselschakeling hangt er van af of je lampen of EDs in je loc hebt en hoe die geschakeld zijn. Er zijn momenteel 2 ontwerpen: de thyristor-uitvoering werkt het best bij lampen en de flip-flop uitvoering werkt het best bij EDs. Bij de thyristor-uitvoering mogen de lampen met één pool aan massa liggen, bij de flip-flop versie is dat niet wenselijk. oordat je de schakeling bouwt moet je dus eerst nagaan hoe de verlichting in je loc is aangesloten. 1 Pulse Width Modulation (pulsbreedtemodulatie) 2 High Frequency Illumination (hoogfrequent verlichting) 2003-2005 eon van Perlo versie 2.0 9 januari 2005 Pag 1 van 7

Modelbaan Besturing DINMO HFI - ichtwisseling ichtwisselschakeling: Thyristor-versie De thyristor versie maakt gebruik van de karakteristiek van gloeilampen, d.w.z. een lage weerstand als ze uit zijn en een hoge weerstand als ze branden. Het voordeel van de thyristor uitvoering is dat hij relatief simpel is en in bepaalde gevallen nog verder te vereenvoudigen is. Bovendien werkt deze uitvoering als de lampen met één poot aan de massa van de loc liggen en dat is wel zo handig. Het nadeel is dat hij niet werkt bij EDs en dat hij een vrij lange relaxatietijd nodig heeft. De maximale verlichtingssterkte die je op je Dinamo baan kunt gebruiken is meestal 13, bij kortere pauzetijden wordt de schakeling onbetrouwbaar. Overigens is sterkte 13 in de meeste gevallen ruimschoots voldoende. We beschrijven eerst de meest uitgebreide schakeling voor lampen aan voor -en achterzijde. Zolang de schakeling spanningsloos is zijn de condensatoren en ontladen. ls de eerste flank van de HFI blokgolf positief is laadt op via 1 en. 1 begrenst hierbij de piekstroom tot een aanvaardbare waarde. Op de gate van komt nu via de spanningsdeler 2/3 een positieve spanning te staan, die ontsteekt, waardoor lamp gaat branden. ls gevolg van het geleiden van voert deze ook op de gate een spanning die ongeveer gelijk is aan die op de kathode, ca 10-14. edurende de negatieve periode van de blokgolf wordt ook opgeladen. ls gevolg van het geleiden van blijft de gate van echter positief. spert (de basis van wordt beschermd door diode ), wordt niet getriggerd, dus lamp blijft uit. 2 1 10 3 4 5 Standaard lichtwisselschakeling voor/achter edurende de negatieve periode ontlaadt enigszins (enkele olts), maar de spanning blijft groot genoeg om lamp te laten branden en in geleiding te houden. Pas na afloop van de HFI blokgolf zal leeglopen via lamp. Op zeker moment zal de spanning te laag worden om in geleiding te houden. Omdat nog is opgeladen zal de spanning op het knooppunt 2/3 dan negatief worden als gevolg waarvan gaat geleiden en ontsteekt. Deze trekt daardoor via lamp de condensator leeg, waarna de ruststand weer is bereikt. Deze piekstroom zal echter veel te kort zijn om lamp te laten branden. amp blijft dus uit. oor de goede orde: deze hele cyclus herhaalt zich zo n 100 keer per seconde. ls de eerste flank van de HFI blokgolf negatief is laadt eerst op. ia het weerstandsnetwerk 2/3 en diode komt daardoor een negatieve spanning op de basis van te staan. Deze gaat geleiden en ontsteekt, waardoor lamp gaat branden. edurende de positieve periode van de blokgolf laadt ook op. Door de verhouding 2/3 zal echter de spanning aan de basis van altijd negatief blijven (ook als de spanning over als gevolg van het stroomverbuik van lamp een paar olt daalt). De spanning op de gate van blijft daardoor altijd -1,4 en deze zal niet ontsteken. amp blijft uit. Pas na afloop van de blokgolf zal ontladen. Op een gegeven moment wordt hierdoor de spanning op de gate van positief en zal ontsteken. Deze trekt dan via lamp alsnog geheel leeg, Het vermogen zal echter te gering zijn om lamp te laten branden. De rusttoestand is weer bereikt. ls de HFI blokgolf voorafgegaan wordt door een normale PWM puls voor de motor verandert dit niets aan het principe. De eerste periode van de blokgolf is dan alleen flink wat langer. Zelfs als er helemaal geen HFI blokgolf aanwezig is maar alleen een normale PWM rijpuls of zelfs op een gewone analoge baan werkt deze schakeling, alleen is de verlichtingssterkte dan wel afhankelijk van de rijsnelheid. Je "aangepaste" locs blijven dus gewoon bruikbaar op traditionele banen. 2003-2005 eon van Perlo versie 2.0 9 januari 2005 Pag 2 van 7

Modelbaan Besturing DINMO HFI - ichtwisseling Tussen het eindigen en starten van de HFI blokgolf moet enige tijd zitten om en voldoende te ontladen (ca 10 perioden van de HFI blokgolf). oor je DINMO systeem betekent dit dat de lichtintensiteit instelling 15 beter niet gebruikt kan worden. Werk je op een PWM frequentie van 160Hz dan geldt dat voor instelling 14 en 15. Bij instelling 13 (afhankelijk van de rijspanning) hebben je passagiers al zonnebrillen nodig, dus in de praktijk is dat niet echt een probleem. ereenvoudigde versies Wil je alleen koplampen achter schakelen (bv in de tender van een stoomloc) dan kun je gebruik maken van de volgende schakeling. 2 22nF De Thyristor zit nu alleen aan de negatieve kant. Het weerstandsnetwerkje 2/3 zorgt ervoor, in combinatie met, dat alleen ontstoken wordt als de negatieve periode het eerst verschijnt. Is de eerste periode positief dan is al opgeladen en zal nooit tot geleiding komen. Merk dat nu aanzienlijk kleiner is, immers hoeft geen stroom te leveren. De waarde van is zo gekozen dat deze gedurende enkele periodes leegloopt via 2/3: 1 10 4 3 5 ichtwisselschakeling alleen achter (bv voor sluitverlichting of bij een stoomlok met losse tender) Wil je alleen koplampen voor schakelen (bv aan voorzijde van een stoomloc met losse tender) dan wordt het nog iets simpeler. De schakeling is eigenlijk alleen de bovenste helft van de volledige schakeling, aangezien je het negatieve deel hier niet nodig hebt, behalve uiteraard. is weer aanzienlijk kleiner omdat deze geen stroom hoeft te leveren aan lampen. Overigens zou ik de koplampen van een loc met losse tender niet schakelen. Een loc met sleeptender rijdt in principe alleen vooruit, behalve bij rangeren en in dat geval neem ik het voor lief dat de koplampen gewoon blijven branden en alleen de 'achterlichten' schakelen. Je kunt de schakeling echter ook gebruiken wanneer je alleen sluitverlichting wilt schakelen of wanneer je alleen achterlichten wilt schakelen waarbij de lampen niet aan massa liggen. Om Deze reden kun je de schakeling toch vrij veel toepassen en het voordeel is: hij is lekker simpel: 2 1 10 22nF 3 ichtwisselschakeling alleen voor (bv voor koplampen van stoomlok met losse tender) Ook te gebruiken als schakeling voor alleen achter indien lamp niet vast aan de massa ligt 2003-2005 eon van Perlo versie 2.0 9 januari 2005 Pag 3 van 7

Modelbaan Besturing DINMO HFI - ichtwisseling (In)bouwen Het bouwen van de schakeling vereist een beetje priegelwerk. Het heeft geen zin om een printje te maken voor deze schakeling. Je moet eigenlijk per loc kijken welke ruimte je hebt en vervolgens de schakeling dusdanig fysiek vormgeven dat hij in die ruimte past. oor de weerstanden kun je het best 1/5Watt types gebruiken, die zijn nog een slagje kleiner dan de gewone 1/4Watt weerstanden, behalve 1, die kun je het best 1/4Watt houden. Condensatoren van 1m kun je het best in tantaaluitvoering nemen. Hiernaast zie je een opname van de 'lichtschakelaar' in z'n meest uitgebreide vorm in een B64 van Fleischmann: B E K C 2N5060 2N5062 C B 2N 5064 K BT E inks hiervan vind je de aansluitingen van de, en. et op dat de en de elkaars spiegelbeeld zijn. De componenten zijn getekend met de platte kant als aanzicht. De waarde van de condensatoren is bepaald aan de hand van het stroomverbruik van lampjes van ca 50m. Heb je lampjes die minder gebruiken, dan zal de schakeling bij grotere verlichtingssterktes (stand 12, 13) niet meer goed werken omdat de ontlaadtijd van de condensatoren dan te groot wordt. Je kunt en dan wat kleiner nemen, bv 470nF of 330nF. Sommige nieuwere locs hebben lampjes van 16. Bij deze lampjes zijn de koplampen van je locs dan een soort van gloeiende spijkers. Bij een aantal van mijn oco s heb ik ze daarom vervangen door lampjes van 12/60m (oco rijtuigverlichting 40322). Die doen het een stuk mooier en worden niet overmatig heet. 149 Heb je een loc met decoderstekker (norm NEM650, voor details: zie de normbladen), dan kun je in de meeste gevallen de schakeling hierop aansluiten en hoef je verder in je loc weinig aan te passen. Bij K K Fleischmann locs tref je vaak de NEM651 variant aan. Hierbij zit er standaard een plugje in de decoderstekker waar de diodes inzitten die de lampjes schakelen (conform de linker schakeling aan het begin van dit document). Dat plugje kun je dan vervangen door een ander stekkertje waar je je schakeling op aansluit. Bij oco locs tref je meestal een stekker aan volgens NEM652, die volgens de tekening hiernaast is bedraad. De blauwe lijnen zijn de doorverbindingen van de plug die er fabrieksmatig in zit: M+ ls je goed kijkt zie je de rechter schakeling getekend aan het begin van dit verhaal. Ook hier is het vrij simpel om daarop je schakeling aan te sluiten. Je kunt dan het best de beide diodes verwijderen. an een stukje gaatjesboard (met soldeereilandjes) kun je vrij eenvoudig een passend stekkertje maken door daar enkele draadjes in te solderen. De rest van de schakeling soldeer je dan ofwel op dat stukje gaatjesboard, of je maakt er een paar draadjes aan en zet de schakeling ergens anders, indien er boven de connector te weinig plek is. Elektrisch ziet het er dan als volgt uit: E M- oco connector 2003-2005 eon van Perlo versie 2.0 9 januari 2005 Pag 4 van 7

Modelbaan Besturing DINMO HFI - ichtwisseling 2 M 4 1 10 M 3 5 Deze diode mag je laten zitten omdat hij in sperrichting zit Merk op dat de lampen oor en chter nu zijn omgedraaid, maar ook inks en echts zijn verwisseld, zodat het uiteindelijk toch weer normaal werkt. Onderstaand: Inbouw van de lichtwisselschakeling in de oco NS2305 echts: NEM652 decoderstekker in de oco NS2305 Onder: ichtwisselschakeling met NEM652 stekker diode verwijderd decoderstekker 2003-2005 eon van Perlo versie 2.0 9 januari 2005 Pag 5 van 7

Modelbaan Besturing DINMO HFI - ichtwisseling Je kunt ook experimenteren met SMD uitvoeringen van halfgeleiders en de condensatoren, dan wordt het allemaal nog een slagje compacter. De weerstanden zijn weer die extra kleine 1/5W types. Je kunt ook de weerstanden in SMD utvoering nemen, maar dan wordt het zo onhandelbaar dat je echt een printje nodig hebt als drager. echts Thyristor - B99 + S4-05 Thyristor 10mm 857 ½ B99 2 P01 S4-10 = 1mF S4-05 =.47mF S4-03 amp = chter.33mf inks (massa) amp oor B99 1 10 ½ B99 6 ½ B99 4 857 P01 17mm Dikte = 2,4mm 3 5 ichtwisselschakeling: Flip-flop versie Heb je een loc met EDs dan werkt de thyristorschakeling niet. In dat geval kun je je toevlucht nemen tot de volgende uitvoering: 1k 1k geel = licht achter wit = licht voor blauw = + lternatief als de EDs aan massa liggen. In dat geval de B70 blauwe draad NIET aansluiten. icht brandt minder constant! rood = rechts 47nF 4 5 zwart = links D4 2 22k 6 22k 7 22k B70 D6 D5 B70 1 10 3 22k 846 8 9 T2 846 2003-2005 eon van Perlo versie 2.0 9 januari 2005 Pag 6 van 7

Modelbaan Besturing DINMO HFI - ichtwisseling, T2 en de 6 weerstanden aan de rechterkant van het schema vormen een klassieke flipflop. De diodes,, en D5 een klassieke bruggelijkrichter. is een condensator om de spanning stabiel te houden tijdens het wisselen van de blokspanning op de ingang. Op het moment dat de HFI blokgolf start wordt opgeladen via 1. Bij de start daarvan staat heel even de volle spanning over 1 en daardoor trekt tijdens het starten een van de diodes D4 of D6 via 2 of 3 de flipflop uit balans. fhankelijk van de polariteit van de blokspanning op de eerste flank gebeurt dat in de ene of andere richting, zodat doelgericht het licht voor of achter wordt geschakeld. ls eenmaal is opgeladen is de spanning over 1 minimaal en de invloed van 2/3 verwaarloosbaar geworden en houdt de flipflop zijn stand. Merk op dan veel kleiner is dan in de thyristorschakeling, omdat in deze uitvoering dubbelzijdig wordt gelijkgericht. De relaxatietijd is daardoor ook veel gunstiger. Het nadeel is dat, hoewel deze schakeling er simpeler uit ziet, je toch meer componenten nodig hebt. Hierdoor is het bijna niet mogelijk deze met normale componenten op te bouwen in je loc. ls je je toevlucht neemt tot SMD halfgeleiders is de schakeling echter bijna zo klein te maken als de thyristoruitvoering:..d6 T2 De anode van de EDs moet je aansluiten op de + van je gelijkgerichte spanning. Feitelijk is dit net zoals het gebeurt wanneer je een decoder in je loc zou bouwen. Het is wel mogelijk om de anodes aan te sluiten op de of draad, maar dan verandert de lichtopbrengst als je loc gaat rijden, dit is dus niet wenselijk, maar in noodgevallen wel mogelijk. ls je meerdere EDs per kant hebt kun je ze het best in serie zetten. Je kunt met bovenstaande schakeling geen gloeilampen aansturen (het kan wel, met 2 extra transistoren maar dan wordt hij (nog) groter). Hij werkt in deze uitvoering dus alleen voor EDs. Terwijl de thyristorschakeling juist gebruik maakt van het verschil in weerstand tussen een lamp in warme en koude toestand, brengt dat deze schakeling zo uit balans dat als eenmaal een van de lampen aan is je deze ook niet meer uit krijgt. EDs hebben geen geheugen en zijn zodra de stroom wegvalt ook echt meteen weer uit. Hiernaast een ED lichtwisselaar in een Fleischmann B98-812. Deze lok heeft af fabriek alleen EDs aan de voorzijde. Je kunt een losse verlichtingsunit voor achter kopen, maar die kun je natuurlijk ook zelf maken. Hier zijn 3 SMD EDs in een flinterdun plaatje gelijmd, aan de achterkant is daarop de lichtwisselschakeling gelijmd, vervolgens met staalplamuur verstevigd en op een messing grondplaat verankerd. Op de voorgrond een tweede schakeling zoals die onder het plamuur zit. 2003-2005 eon van Perlo versie 2.0 9 januari 2005 Pag 7 van 7