Proces-verbaal van de zitting, gehouden op 31 december 2015, houdende mondeling vonnis

Vergelijkbare documenten
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

ECLI:NL:RBOVE:2014:4818

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA 15/1545

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627

EJEA ECLI:NL:RBAMS:2017:1109 Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/13/ / KG ZA

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:1907 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC KG ZA

ECLI:NL:RBGEL:2017:2637

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBROT:2017:886

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 27 september 2016

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBSGR:2006:BA4470

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBMAA:2012:BV7033

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:RBDHA:2017:9296

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

King Cuisine [gedaagde] DomJur

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

Rechtbank Amsterdam CV EXPL Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606

ECLI:NL:RBOVE:2016:593

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBMNE:2017:1813

ECLI:NL:RBOVE:2017:1192

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBOVE:2014:5435

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

EJEA ECLI:NL:RBROT:2016:10202 Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/10/ / KG ZA

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980

ECLI:NL:RBALM:2011:BU1896

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBMNE:2016:348

Partijen zullen hierna ook [X] en Slamdam genoemd worden.

ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553

Overheidsaanbesteding. Referentie-eis. Incident in hoger beroep, strekkende tot verbod opdrachtverlening totdat in appel is beslist. Belangenafweging.

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537


ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

2.2. [eiseres] heeft tegen de vordering tot tussenkomst verweer gevoerd.

ECLI:NL:RBAMS:2013:6267

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBARN:2005:AT7137

ECLI:NL:RBDHA:2016:16893

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBROT:2016:665

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI I KG ZA 15-67

ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727

ECLI:NL:RBMNE:2014:4000 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HL ZA 12-86

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:3335 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2017:5084

Transcriptie:

EJEA 16037 ECLI:NL:RBNHO:2015:12033 Rechtbank NoordHolland Datum uitspraak31122015 Datum publicatie15032016 ZaaknummerC/15/237023 / KG ZA 151031 RechtsgebiedenAanbestedingsrecht Bijzondere kenmerkenkort geding Mondelinge uitspraak Inhoudsindicatie Aanbesteding. Sluiten van een (niet openbaar aanbestede) tijdelijke regeling hangende kort geding tot bezwaar tegen de gunning is op zichzelf niet onrechtmatig. Gevorderd verbod tot uitvoering van die tijdelijke regeling afgewezen. Evenmin grond voor toewijzing van gevorderd gebod om per 1 januari (in plaats van na het verstrijken van de tijdelijke regeling per 1 april) 2016 uitvoering te geven aan de Aanbestede overeenkomst. OPOVregeling leidt er niet zonder meer toe dat Connexxion onder alle omstandigheden aan 75% van de werknemers van ZCN en/of Bios een aanbod moet doen voor een dienstbetrekking. Uitspraak..procesverbaal RECHTBANK NOORDHOLLAND Afdeling privaatrecht Sectie Handel & Insolventie zaaknummer / rolnummer: C/15/237023 / KG ZA 151031 Procesverbaal van de zitting, gehouden op 31 december 2015, houdende mondeling vonnis in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ZORGVERVOERCENTRALE NEDERLAND B.V., gevestigd te Rotterdam, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BIOS PERSONENVERVOER B.V., gevestigd te Rotterdam, 3. [eiser sub 3.], wonende te [plaats], 4. [eiser sub 4.], wonende te [plaats], eisers, advocaten mr. K. van KranenburgHanspians te Amsterdam en mr. J.M.E. Yilmaz te Utrecht, tegen 1. de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE ALKMAAR, zetelend te Alkmaar, 2. de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE BERGEN, zetelend te Alkmaar, 3. de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE CASTRICUM, zetelend te Castricum, 4. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE HEERHUGOWAARD, zetelend te Heerhugowaard, 5. de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE HEILOO, zetelend te Heiloo, 6. de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE LANGEDIJK, zetelend te ZuidScharwoude, 7. de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE UITGEEST, zetelend te Uitgeest, advocaat mr. J. Tophoff te Alkmaar, 8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CONNEXXION TAXI SERVICES B.V., gevestigd te IJsselmuiden, advocaat mr. J.F. van Nouhuys te Rotterdam, gedaagden, en 1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING, ook genoemd FNV, gevestigd te Amsterdam,

2. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid CNV VAKMENSEN, gevestigd te Utrecht, eisers in het incident tot voeging aan de zijde van de Gemeenten c.q. tussenkomst in de hoofdzaak, advocaat mr. J. van Overdam te Utrecht. Eisers zullen hierna respectievelijk ZCN, Bios, [eiser sub 3.] en [eiser sub 4.], dan wel (gezamenlijk) ZCN c.s. genoemd worden. Gedaagden 1. tot en met 7. zullen de Gemeenten en gedaagde sub 8. Connexxion worden genoemd. Voegende c.q. tussenkomende partijen zullen gezamenlijk FNV en CNV worden genoemd. De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding. Tegenwoordig zijn mr. J.I. de VreeseRood, voorzieningenrechter, en mr. S.M.P. Langeveld, griffier. Na uitroeping van de zaak verschijnen [ ], statutair bestuurder van ZCN c.s. [ ], bedrijfsjurist en gemachtigde van Bios mr. Van KranenburgHanspians voornoemd mr. Yilmaz voornoemd mr. L.M.J. van Bohemen te Utrecht, kantoorgenoot van mrs. Van Kranenburg en Yilmaz [ ], manager en gemachtigde van de gemeente Alkmaar mr. Tophoff voornoemd

[ ], manager TenderTeam en gemachtigde van Connexxion mr. Van Nouhuys voornoemd mr. J. van Overdam voornoemd. 1 De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: de dagvaarding met producties de producties van de Gemeenten de conclusie in het incident van de vordering tot voeging ex artikel 217 Rv de mondelinge behandeling van 31 december 2015 de pleitnotities van ZCN c.s. de pleitnotities van de Gemeenten de pleitnotities van Connexxion. 1.2. Voor de vordering en de daaraan ten grondslag gelegde feiten wordt verwezen naar voornoemde stukken, die in afschrift aan het griffieexemplaar van dit vonnis zijn gehecht. 1.3. Partijen blijven bij de eerder en ter zitting door hen ingenomen standpunten. De rechter wijst het volgende vonnis. 2 De beoordeling 2.1. FNV en CNV hebben ter zitting verklaard zich in dit kort geding te willen voegen aan de zijde van eisers. Zij stellen echter een eigen vordering in, zodat in feite sprake is van tussenkomst. De vordering tot voeging wordt dan ook begrepen als een vordering tot tussenkomst.

2.2. De voorzieningenrechter staat de gevorderde tussenkomst toe. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben FNV en CNV, die de belangen voor bij hen aangesloten werknemers van ZCN c.q. Bios behartigen, voldoende belang om benadeling of verlies van recht te voorkomen. Daarbij komt dat hun vorderingen aansluiten op die van eisers, zodat het geding door de tussenkomst niet nodeloos wordt vertraagd of nodeloos ingewikkeld wordt. De ontvankelijkheid van eiser sub 3. 2.3. Connexxion heeft de ontvankelijkheid van eiser sub 3. bestreden, omdat niet de in de dagvaarding genoemde persoon [naam eiser sub 3. met afwijkende slotletters], maar de op de zitting aanwezige [eiser sub 3.] de juiste partij is. Connexxion voert aan dat zij in haar verdediging is geschaad, doordat voor haar niet duidelijk was namens wie de vordering nu werd ingesteld en waarom. De voorzieningenrechter overweegt daarover als volgt. 2.4. Het is duidelijk dat de dagvaarding een fout bevat. Eiser sub 3. is vermeld als [naam eiser sub 3. met afwijkende slotletters] in plaats van [eiser sub 3.]. Doordat het lichaam van de dagvaarding en het petitum geen enkele verwijzing bevatten naar eiser sub 3., noch onder de naam [naam eiser sub 3. met afwijkende slotletters], noch onder de naam [eiser sub 3.], was voor Connexxion niet duidelijk dat sprake was van een schrijffout in de naam en evenmin wat de betrokkenheid was van eiser sub 3. Connexxion kon zich ten aanzien van deze eiser dan ook niet op een verweer voorbereiden. Eiser sub 3. wordt daarom nietontvankelijk verklaard in zijn vordering. De vorderingen van eisers sub 1, 2 en 4 (verder: ZCN c.s.). 2.5. Onder a. van het petitum vordert ZCN c.s. dat de Gemeenten en Connexxion wordt verboden per 1 januari 2016 uitvoering te geven aan de tijdelijke overeenkomst. 2.6. Vooropgesteld dient te worden dat het sluiten van een tijdelijke regeling op zichzelf niet onrechtmatig is. Door de door ZCN tegen de gunning opgeworpen bezwaren en het aanhangig gemaakte kort geding, kon er vóór afloop van het kort geding nog geen definitieve gunning plaatsvinden en kon er niet van uit gegaan worden dat de definitieve gunning per 1 januari 2016 aan Connexxion doorgang zou vinden. Om de continuïteit van het vervoer te waarborgen, was een tijdelijke regeling nodig. Dat deze tijdelijke regeling betrekking had op de periode van 1 januari 2016 tot 1 april 2016, komt niet onredelijk voor, aangezien zo lang de mogelijkheid bestond dat er een herbeoordeling zou moeten plaatsvinden onduidelijk was binnen welke termijn een definitieve gunning plaats zou kunnen vinden. 2.7. Zou ZCN c.s. gevolgd moet worden in haar standpunt dat de Gemeenten door de krappe planning aan zichzelf te wijten hebben dat een tijdelijke regeling nodig werd, dan leidt dat zo betoogt Connexxion terecht niet tot het oordeel dat de tijdelijke regeling op zichzelf onrechtmatig is en niet uitgevoerd mag worden.

2.8. Anders dan ZCN c.s. betoogt, hoefde de tijdelijke regeling voorts niet openbaar aanbesteed te worden. Openbare aanbesteding van de tijdelijke regeling zou immers betekenen dat voor de duur van de periode van díe openbare aanbesteding ook weer een tijdelijke regeling zou moeten worden getroffen om de continuïteit van het vervoer in de tussenliggende periode te waarborgen. Dat leidt tot een onwerkbare situatie. 2.9. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter voeren gedaagden terecht tegen de stellingen van ZCN c.s. aan dat ZCN c.s. bovendien geen belang hebben bij de vordering sub a, omdat toewijzing van deze vordering er slechts toe zal leiden dat er helemaal geen overeenkomst van kracht is. Deze vordering sub a zal dan ook worden afgewezen. 2.10. Onder b. van het petitum vorderen ZCN c.s. primair dat de Gemeenten en Connexxion worden geboden per 1 januari 2016 uitvoering te geven aan de Aanbestede overeenkomst, al dan niet voorzien van tijdelijke provisies. In dit verband stellen ZCN c.s. dat het definitief gunnen van de Aanbestede overeenkomst een kwestie is van het versturen van een briefje, dat niet valt in te zien waarom dat nog niet is gebeurd en dat er geen reden is waarom de Aanbestede overeenkomst niet direct gesloten kan worden en per 1 januari 2016 uitgevoerd kan worden. 2.11. Gedaagden voeren hiertegen aan dat zij zich noodgedwongen hebben gericht op de implementatie van de tijdelijke overeenkomst en dat ze aan het sluiten en de implementatie van de Aanbestede overeenkomst nog niet toegekomen zijn. De implementatie van de Aanbestede overeenkomst kon immers niet aangevangen worden voordat het vorige kort geding was afgerond. 2.12. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat definitieve gunning en implementatie van de Aanbestede overeenkomst op grond van de wet niet was toegestaan, zolang het vorige kort geding aanhangig was. Sinds het vonnis in het vorige kort geding zijn twee weken verstreken, waar nog de kerstperiode tussen zat. In de gegeven omstandigheden kan ZCN c.s. niet aan gedaagden tegenwerpen dat zij de Aanbestede overeenkomst niet reeds hebben gesloten en per 1 januari 2016 implementeren. 2.13. Dit leidt tot de conclusie dat er geen grond is voor toewijzing van de vordering onder b., die ziet op uitvoering van de Aanbestede overeenkomst per 1 januari 2016. 2.14. Voor zover met het subsidiair onder b. gevorderde bedoeld is te vorderen dat gedaagden wordt bevolen om te bewerkstelligen dat in de periode tot definitieve gunning, althans sluiting van de aanbestede overeenkomst, 75% van de betrokken werknemers, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen percentage, door ZCN of Bios aan Connexxion wordt gedetacheerd, is die vordering evenmin toewijsbaar. Met Connexxion is de voorzieningenrechter immers van oordeel dat de OPOVregeling er niet zonder meer toe leidt dát Connexxion onder alle omstandigheden aan 75% van de werknemers van ZCN en/of Bios een aanbod moet doen voor een dienstbetrekking. In het bestek van het onderhavige kort geding, is het voor de voorzieningenrechter ook niet mogelijk een lager percentage vast te stellen. Daarvoor ontbreekt het de voorzieningenrechter aan voldoende informatie. Ook het subsidiair onder b gevorderde is derhalve niet toewijsbaar.

2.15. De vordering onder c. van het petitum die ertoe strekt dat de tijdelijke overeenkomst inclusief bijlagen A en B aan ZCN en Bios wordt afgegeven, wordt eveneens afgewezen. De tijdelijke overeenkomst is inmiddels door de Gemeenten verstrekt aan ZCN c.s. ZCN c.s. stelt dat zij belang heeft bij die bijlagen, omdat daarmee duidelijk zou worden waarom de tijdelijke overeenkomst is gesloten. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft ZCN c.s. haar (concrete) belang in het kader van de onderhavige procedure, mede in het licht van het hiervoor overwogene, echter onvoldoende toegelicht. 2.16. De vordering onder d betreft een nevenvordering die, nu de hoofdvordering wordt afgewezen, ook dient te worden afgewezen. 2.17. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat alle vorderingen van ZCN c.s. worden afgewezen. 2.18. Nu FNV en CNV hun vorderingen hebben gebaseerd op dezelfde uitgangspunten als door ZCN c.s. naar voren gebracht, leidt het voorgaande eveneens tot de conclusie dat de vorderingen van FNV en CNV worden afgewezen. 2.19. ZCN c.s., FNV en CNV, zullen als in de het ongelijk te stellen partijen worden veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van gedaagden. De kosten worden, zowel aan de zijde van de Gemeenten als aan de zijde van Connexxion, begroot op: griffierecht 613,00 salaris advocaat 816,00 Totaal 1.429,00. 3 De beslissing De voorzieningenrechter 3.1. verklaart eiser sub 3. nietontvankelijk in zijn vordering, 3.2. wijst de vorderingen van ZCN c.s. en de vorderingen van FNV en CNV af, 3.3. veroordeelt ZCN c.s., FNV en CNV in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeenten tot op heden begroot op 1.429,00, en aan de zijde van Connexxion eveneens begroot op 1.429,00, 3.4. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.