- 1 - Begrotingswijziging X. Verordening Individuele Inkomenstoeslag Weststellingwerf x Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren

Vergelijkbare documenten
gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

*Z033732B8C5* gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Verordening. Individuele inkomenstoeslag. gemeente Noord-Beveland 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015;

Verordening individuele inkomenstoeslag

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; gezien het advies van [naam commissie];

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2015

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTEN HOOGEZAND-SAPPEMEER, SLOCHTEREN EN MENTERWOLDE 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2015;

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

GEMEENTEBLAD. Vastgestelde verordening - Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Leidschendam-Voorburg 2019

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 november 2014;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

Toelichting. Conceptversie toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag 18 september 2014 Pagina 1

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

Rectificatie Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enkhuizen 2015

Nummer Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet BMWE 2015

De raad van de gemeente Rijnwaarden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017,

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet;

Verordening individuele inkomenstoeslag Beuningen 2015 at IIII I'll II Hi lil III IIII

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014, R.nr ;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015

Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za /DV , afdeling Samenleving;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag Deurne 2015

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 juni 2015;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Verordening. Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Muiden d.d. 11 november 2014, met nummer 3384, Besluit:

GEMEENTEBLAD. Officiële uitgave van gemeente Staphorst. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Rijswijk

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en sub b, en tweede lid, van de Participatiewet. b e s l u i t :

Artikel 6: Nadere regels Het college stelt nadere regels voor de individuele inkomenstoeslag in beleidsregels.

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

De Raad van de gemeente Ede,

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015

besluit vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag 2017 gemeente Harderwijk.

+. šl/alg (icmccntc. Gemeente Weesp. l ll l lll l l llllll lilllllllllllllllllllll. del'-gr-el! Verordening individuele inkomenstoeslag Weesp 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN

Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Datum 2 januari 2018 collegevergadering : raadsvergadering : Portefeuillehouder : Volgnummer :

- Alleenstaanden en alleenstaande ouders krijgen dezelfde norm voor inkomenstoeslag, namelijk 436,- ;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE ASSEN 2015

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2015

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet b e s l u i t :

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet; b e s l u i t :

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Wierden 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Beverwijk Documentnummer INT

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 GR Ferm Werk

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HELMOND 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente Hoogeveen 2015.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nr. 43/10, INTB ;

Verordening individuele inkomenstoeslag WIL

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Oldambt 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014; gehoord de commissie Onderwijs en Welzijn d.d.

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Participatiewet Vastgesteld bij besluit van de raad van 12 januari 2017 nr.

Toelichting op de verordening individuele inkomenstoeslag

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht)

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening Individuele Studietoeslag en Individuele Inkomenstoeslag

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

Verordening individuele inkomenstoeslag Brummen 2015

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet

Transcriptie:

- 1 - ALGEMENE GEGEVENS Agendapunt 15. Registratienummer 2014-000977/r Portefeuillehouder FK Griffier 0561-691201 BIJLAGEN (in te vullen door griffier) Voorstel X Raadsvoorstel Concept besluit X Begrotingswijziging X ONDERWERP Verordening Individuele Inkomenstoeslag Weststellingwerf 2015. REDEN VOORSTEL x Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren COLLEGE STELT DE RAAD VOOR OM a. De Verordening individuele inkomenstoeslag Weststellingwerf 2015 vast te stellen en met ingang van 1 januari 2015 in werking te laten treden; b. De Verordening Langdurigheidstoeslag Weststellingwerf 2013 in te trekken met ingang van 1 januari 2015.. BIJLAGEN (Worden meegezonden) Nee TER INZAGE LIGGENDE STUKKEN (leeskamer en op de website) Nee STATUS (in te vullen door griffier) Akkoord raad Bespreken raad College B&W X Presidium X Raad van 1 december 2014 X

- 2 - Aan de gemeenteraad Inleiding Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden is bij de invoering van de Wet werk en bijstand (hierna: WWB) in 2004 de langdurigheidstoeslag in het leven geroepen. Sinds 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd. Ook is de langdurigheidstoeslag sinds die datum een bijzondere vorm van (categoriale) bijzondere bijstand. Per 1 januari 2015 vervangt de individuele inkomenstoeslag de langdurigheidstoeslag. De regels voor een individuele inkomenstoeslag moeten op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel b van de Participatiewet worden opgenomen in een verordening. Het verlenen van de toeslag is geen gebonden bevoegdheid meer, maar een discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat het college een individuele inkomenstoeslag kan verlenen als een persoon voldoet aan de voorwaarden daarvoor. Het college kan in beleidsregels aangeven welke groepen niet in aanmerking komen voor individuele inkomenstoeslag en in welke gevallen personen uitzicht hebben op inkomensverbetering. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan personen aan wie in de referteperiode een maatregel is opgelegd wegens een schending van een arbeidsverplichting of een reintegratieverplichting of aan personen die uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgen. Voorstel a. De Verordening individuele inkomenstoeslag Weststellingwerf 2015 vast te stellen en met ingang van 1 januari 2015 in werking te laten treden; b. De Verordening Langdurigheidstoeslag Weststellingwerf 2013 in te trekken met ingang van 1 januari 2015. Argumenten De regels voor een individuele inkomenstoeslag moeten op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel b Participatiewet worden opgenomen in een verordening. Hierin moeten in ieder geval de hoogte en frequentie van de betaling van de individuele inkomenstoeslag zijn opgenomen (artikel 8, derde lid, Participatiewet). Bij de afweging om al dan niet een inkomenstoeslag te verstrekken, neemt het college de omstandigheden van de persoon in beschouwing. Daarmee wordt bedoeld de krachten en bekwaamheden van de persoon (art. 36, 2 e lid Participatiewet sub. a) en de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen (art. 36, 2 e lid sub b. Participatiewet). a1. Voorstel invulling langdurig De door de gemeenteraad vastgestelde langdurige periode voorafgaand aan de peildatum, wordt aangeduid als referteperiode. De referteperiode is vastgesteld in artikel 1 van deze verordening. Bij vreemdelingen die aansluitend op een asielprocedure een status krijgen en op grond daarvan gelijkgesteld worden met een Nederlander, telt de de periode van verblijf in het buitenland mee voor de referteperiode. Aangenomen wordt dat de vreemdeling gedurende het verblijf in het buitenland een laag inkomen heeft gehad. a2. Voorstel invulling laag Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 100 procent van de toepasselijke bijstandsnorm. Daarmee bestendigt u de invulling zoals die ook aan dit begrip in het kader van de Langdurigheidstoeslag werd gegeven. a3. Voorstel invulling krachten en bekwaamheden van de persoon (bepalend voor het al dan niet ontbreken van perspectief op inkomensverbetering) Een persoon heeft geen uitzicht op inkomensverbetering als bedoeld in artikel 36 eerste lid van de Participatiewet als op de Participatieladder de maximaal haalbare trede 5 (gesubsidieerde arbeid) is.

- 3 - Degene voor wie reguliere arbeid (trede 6 van de Participatieladder) haalbaar wordt geacht, komt om die reden niet in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag. Deze persoon kan zijn inkomenspositie verbeteren door reguliere arbeid te aanvaarden. Het past niet deze persoon te belonen voor een langdurig verblijf in de bijstand, door het verstrekken van een inkomenstoeslag. a5.voorstel invulling inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen Degene aan wie in de 12 maanden voorafgaande aan de peildatum een maatregel is opgelegd op grond van de Participatiewet, is uitgesloten van het recht op een om individuele inkomenstoeslag. Deze persoon heeft wel uitzicht op inkomensverbetering, maar heeft zich onvoldoende ingespannen om terug te keren naar de arbeidsmarkt. Student Degene die uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgt, is uitgesloten van het recht op een om individuele inkomenstoeslag. Studenten hebben in beginsel wel zicht op inkomensverbetering en zullen bovendien in de toekomst over het algemeen niet aangewezen zijn op gesubsidieerde arbeid. Zie wat dit betreft ook artikel 5 van deze verordening. a6. Voorstel invulling geen uitzicht op inkomensverbetering Een persoon heeft geen uitzicht op inkomensverbetering als bedoeld in artikel 36 eerste lid van de Participatiewet als op de Participatieladder de maximaal haalbare trede 5 (gesubsidieerde arbeid) is. a7. Hoogte van de Individuele Inkomenstoeslag Wij stellen voor om de hoogte vast te stellen op 250, ongeacht type huishouden. Met dit bedrag is aansluiting gezocht bij de gemiddelde vervangingskosten van duurzame gebruiksgoederen. Omdat dit minder is dan de Langdurigheidstoeslag en de doelgroep naar verwachting qua omvang gelijk blijft, resteert een deel van het budget (naar schatting 30.000). Wij willen dit resterende budget inzetten t.b.v. de gebiedsteams, die daarmee beschikken over financiële middelen t.b.v. de uitvoering van maatwerkplannen. Op dit moment onderzoeken wij op welke wijze de middelen kunnen worden besteed; bij voorkeur regelvrij, maar uitsluitend indien onvermijdelijk t.b.v. interventies, gericht op de bevordering van de zelfredzaamheid van de individuele persoon (cliënt gebiedsteam) en diens eventuele gezin. Daarmee wordt een deel van het beschikbare budget besteed aan een niet nader te beperken groep die hulp nodig heeft, en waarin niet voorzien kan worden vanuit de bijzondere bijstand of andere gemeentelijke regelingen. Het geld wordt daarmee niet verstrekt als een inkomensvoorziening, maar ten behoeve van individuele interventies (maatwerk) gericht op verbetering van een situatie en als onderdeel van een "maatwerkplan". Wij zien hierin de kanteling terug: niet de regeling zou leidend moeten zijn, maar de omstandigheden waarin iemand verkeert. Wij vinden dat met deze werkwijze meer armslag gecreëerd wordt om dat uitgangspunt ook daadwerkelijk tot uitvoer te brengen. De werknaam voor dit budget is Maatwerkbudget. Begin volgend jaar zullen wij u een voorstel aanbieden omtrent doel en bestedingsvoorwaarden van dit budget. Kanttekeningen Het college van Ooststellingwerf zal haar raad adviseren om de hoogte van de Inkomenstoeslag vast te stellen op 420 per rechthebbend huishouden. Het college komt hiermee afspraken na die voortvloeien uit het coalitieakkoord. In Ooststellingwerf resteert dientengevolge niet een budget t.b.v. de gebiedsteams. Het verschil in benadering staat niet in de weg aan de OWO samenwerking; afgesproken is immers dat elke gemeente de individuele beleidsvrijheid houdt. Duurzaamheidstoets N.v.t. Financiën De invoering van de regeling verloopt budgettair neutraal, in die zin dat het budget voor de regeling Langdurigheidstoeslag met ingang van 1 januari 2015 beschikbaar wordt gesteld voor de regeling Individuele Inkomenstoeslag Communicatie Plaatsing in digitaal handboek beleid Schulinck, plaatsing gemeentelijke website.

- 4 - Afkondiging op de gemeentepagina. WMO-platform Het WMO-platform ziet deze Individuele Inkomenstoeslag nadrukkelijk als een nieuw instrument, dat wordt ingevoerd tengevolge van de Participatiewet. Zij heeft ook kennisgenomen van het advies aan het college van de gemeente Ooststellingwerf en geeft, na beraad, de voorkeur aan de voorliggende Weststellingwerfse keuze. Gegeven het feit dat uitzetting van budgetten niet opportuun is, kan het platform kan zich vinden in de hoogte van de Inkomenstoeslag (en in de onderbouwing daarvan). Het platform denkt dat het aanvullende Maatwerkbudget in een behoefte van een bredere doelgroep voorziet. Het platform dringt erop aan dat het bedrag, dat structureel in de begroting is opgenomen t.b.v. de voormalige Langdurigheidstoeslag, volledig wordt benut in het kader van het gemeentelijke minimabeleid, i.c. ten behoeve van de Inkomenstoeslag en het Maatwerkbudget. Dit vraagt jaarlijkse, tijdige evaluaties. Dit alles laat onverlet dat het platform zich ervan bewust is (en het betreurt) is dat een deel van de huishoudens in onze gemeente erop achteruitgaat nu de Langdurigheidstoeslag door het Rijk is ingetrokken. Bijlagen (worden meegezonden) N.v.t. Ter inzage liggende stukken (leeskamer) N.v.t. Burgemeester en Wethouders van Weststellingwerf, de secretaris, de burgemeester, VAN MAURIK VAN KLAVEREN

- 5 - Registratienummer: 2014-000977/r De raad van de gemeente Weststellingwerf; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet; b e s l u i t vast te stellen de: Verordening individuele inkomenstoeslag Weststellingwerf 2015 Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet (GW). 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weststellingwerf b. inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand; c. peildatum: datum waartegen een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt; d. referteperiode: periode van drie jaar voorafgaand aan de peildatum. Artikel 2 Indienen verzoek Een verzoek als bedoeld in artikel 36 eerste lid van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier. Artikel 3. Uitsluiting 1. Geen recht op de individuele inkomenstoeslag heeft degene: a. aan wie in de 12 maanden voorafgaande aan de peildatum een maatregel is opgelegd vanwege het niet nakomen van de arbeidsverplichtingen op grond van de Participatiewet; b. die uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgt. 2. Voor toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend. Artikel 4. Langdurig laag inkomen Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 100 procent van de toepasselijke bijstandsnorm. Artikel 5. Geen uitzicht op inkomensverbetering Een persoon wordt geacht geen uitzicht op inkomensverbetering als bedoeld in artikel 36 eerste lid van de Participatiewet te hebben als op de Participatieladder de maximaal haalbare trede 5 is.

- 6 - Artikel 6. Gehuwden 1. Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, of artikel 3 eerste lid onderdeel b van deze verordening, komt de rechthebbende echtgenoot zelfstandig in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag. 2. Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge artikel 3 eerste lid onderdeel a van deze verordening, zijn beiden uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag. 3. Gehuwden dienen, om in aanmerking te komen voor de individuele inkomenstoeslag, beiden te voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4 en 5 van deze verordening. Artikel 7. Hoogte individuele inkomenstoeslag De individuele inkomenstoeslag bedraagt voor de alleenstaande, de alleenstaande ouder en de gehuwden 250 per kalenderjaar. Artikel 8. Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Langdurigheidstoeslag Weststellingwerf 2013. 2. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening individuele inkomenstoeslag Weststellingwerf 2015. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 december 2014, de griffier, de voorzitter,

- 7 - Algemene toelichting Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden is bij de invoering van de Wet werk en bijstand (hierna: WWB) in 2004 de langdurigheidstoeslag in het leven geroepen. Sinds 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd. Ook is de langdurigheidstoeslag sinds die datum een bijzondere vorm van (categoriale) bijzondere bijstand. Per 1 januari 2015 vervangt de individuele inkomenstoeslag de langdurigheidstoeslag. Sindsdien is het verlenen van de toeslag geen gebonden bevoegdheid meer, maar een discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat het college een individuele inkomenstoeslag kan verlenen als een persoon voldoet aan de voorwaarden daarvoor. Het college kan in beleidsregels aangeven welke groepen niet in aanmerking komen voor individuele inkomenstoeslag en in welke gevallen personen uitzicht hebben op inkomensverbetering. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan personen aan wie in de referteperiode een maatregel is opgelegd wegens een schending van een arbeidsverplichting of een re-integratieverplichting of aan personen die uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgen. Vast te leggen regels in verordening De individuele inkomenstoeslag is een inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde personen die langdurig een laag inkomen hebben en daarbij, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht hebben op inkomensverbetering (artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet). Bij verordening moeten regels vastgesteld worden over het verlenen van een individuele inkomenstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet. Deze regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen. Op grond van deze verordening is geen sprake van een laag inkomen bij een inkomen hoger dan 100 procent van de toepasselijke bijstandsnorm. Daarnaast moet bij verordening de hoogte van de individuele inkomenstoeslag bepaald worden Overgangsrecht Per 1 januari 2015 vervangt de individuele inkomenstoeslag de langdurigheidstoeslag. Het is niet nodig om in deze verordening overgangsrecht op te nemen met betrekking tot eerder verstrekte langdurigheidstoeslagen, omdat artikel 78z van de Participatiewet voorziet in algemeen overgangsrecht met betrekking tot de wijzigingen in de Participatiewet als gevolg van de inwerkingtreding van de Invoeringswet Participatiewet en de Wet maatregelen WWB op 1 januari 2015. De individuele inkomenstoeslag en voorheen de langdurigheidstoeslag worden immers toegekend tegen een peildatum. Zaken die na de peildatum gebeuren hebben geen betekenis voor het recht op een dergelijke toeslag. Wie op een datum gelegen vóór 1 januari 2015 op basis van de toepasselijke verordening recht had op langdurigheidstoeslag, behoudt dat onverkort, ongeacht of hij voldoet aan de voorwaarden die per 1 januari 2015 zijn gesteld in artikel 36 van de Participatiewet en deze verordening. Toekenning van het recht op individuele inkomenstoeslag tegen een datum gelegen op of ná 1 januari 2015 is uitsluitend mogelijk als wordt voldaan aan de in artikel 36 van de Participatiewet en deze verordening opgenomen voorwaarden. Wijziging leefvorm De leefvorm (alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwd) van een persoon kan wijzigen binnen de referteperiode. Dit is bijvoorbeeld het geval indien gehuwden individuele inkomenstoeslag aanvragen, maar zij over een gedeelte van de referteperiode als alleenstaande moeten worden aangemerkt. Personen moeten dan ook over dat deel van de referteperiode aan de voorwaarden

- 8 - voldoen om voor individuele inkomenstoeslag in aanmerking te komen. Gehuwden moeten immers zowel gezamenlijk als afzonderlijk aan de voorwaarden voldoen. Vermogen Om in aanmerking te kunnen komen voor de individuele inkomenstoeslag mag/mogen de belanghebbende(n) op grond van artikel 36 lid 1 van de Participatiewet geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet hebben. Het vermogen gebonden in de woning met bijbehorend erf, bedoeld in artikel 50, eerste lid van de Participatiewet, wordt niet in aanmerking genomen, voorzover dit minder bedraagt dan het bedrag genoemd in artikel 34 tweede lid onderdeel d van de Participatiewet. Ook het vermogen tot de vermogensgrenzen, bedoeld in artikel 43, derde lid, wordt niet in aanmerking genomen. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begrippen Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze verordening. Inkomen Met inkomen wordt bedoeld het inkomen zoals bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet. In afwijking hiervan wordt algemene bijstand voor de beoordeling van het recht op individuele inkomenstoeslag ook in aanmerking genomen als inkomen. Bijzondere bijstand kan niet als inkomen in aanmerking worden genomen. Aangezien individuele inkomenstoeslag een vorm van bijzondere bijstand is, is het niet nodig expliciet te bepalen dat een eerder verstrekte individuele inkomenstoeslag buiten beschouwing moet worden gelaten bij de vaststelling van het inkomen. Het wordt niet wenselijk geacht een eerder verstrekte individuele inkomenstoeslag in aanmerking te nemen als inkomen, omdat dit het ongewenst effect kan hebben dat een persoon geen recht op een individuele inkomenstoeslag heeft omdat hij een te hoog inkomen heeft gehad in de referteperiode vanwege een eerder verstrekte toeslag. Wat voor een eerder verstrekte individuele inkomenstoeslag geldt, dat geldt ook voor een eerder verstrekte langdurigheidstoeslag op grond van de WWB zoals die luidde vóór 1 januari 2015. Peildatum De peildatum is de datum waartegen een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt (artikel 1 van deze verordening). Het gaat om de datum waarop een persoon langdurig een laag inkomen heeft, geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet en, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht op inkomensverbetering heeft. De peildatum komt meestal overeen met de meldingsdatum. De peildatum kan in beginsel niet liggen vóór de dag waarop een persoon zich heeft gemeld om individuele inkomenstoeslag aan te vragen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Dit volgt uit artikel 44, eerste lid, van de Participatiewet en de jurisprudentie rondom artikel 44 van de Participatiewet. Referteperiode Verder is bepaald wat onder de referteperiode moet worden verstaan: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum. Zie ook de toelichting bij artikel 4 onder Langdurig. Artikel 2 Indienen verzoek De Wet maatregelen WWB heeft artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet dusdanig gewijzigd dat een persoon een verzoek tot verlening van individuele inkomenstoeslag kan indienen. Voorheen was de langdurigheidstoeslag alleen op aanvraag verkrijgbaar.

- 9 - Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een persoon, een besluit te nemen (artikel 1:3, derde lid, van de Awb). Een aanvraag dient in beginsel schriftelijk te worden ingediend (artikel 4:1 Awb). Om onduidelijkheid te voorkomen over de wijze waarop het verzoek moet worden ingediend, bepaalt artikel 2 van deze verordening dat het verzoek moet worden gedaan middels een door het college vastgesteld formulier. Een verzoek wordt dan gezien als een aanvraag zoals bedoeld in afdeling 4.1.1 van de Awb. Het gaat dan om een schriftelijke aanvraag (artikel 4:1 van de Awb) die wordt ondertekend door de aanvrager en tenminste de naam en het adres van de aanvrager bevat, de dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd (artikel 4:2, eerste lid, van de Awb). De aanvrager verschaft ook de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen (artikel 4:2, tweede lid, van de Awb). Een mondeling verzoek kan hiermee dus niet worden aangemerkt als een verzoek om individuele inkomenstoeslag zoals bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet. Artikel 3. Uitsluiting Dit artikel bevat drie uitsluitingsgronden voor de individuele inkomenstoeslag. Dit betreft een nadere invulling van artikel 36 tweede lid van de Participatiewet voor zover het gaat om de omstandigheden van de persoon en meer specifiek de bepaling inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen. Maatregel Degene aan wie in de 12 maanden voorafgaande aan de peildatum een maatregel is opgelegd op grond van de Participatiewet, is uitgesloten van het recht op een om individuele inkomenstoeslag. Deze persoon heeft wel uitzicht op inkomensverbetering, maar heeft zich onvoldoende ingespannen om terug te keren naar de arbeidsmarkt. Zie wat dit betreft ook artikel 5 van deze verordening. Student Degene die uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgt, is uitgesloten van het recht op een om individuele inkomenstoeslag. Studenten hebben in beginsel wel zicht op inkomensverbetering en zullen bovendien in de toekomst over het algemeen niet aangewezen zijn op gesubsidieerde arbeid. Zie wat dit betreft ook artikel 5 van deze verordening. Artikel 4. Langdurig laag inkomen Van belang bij het bepalen wat een langdurig laag inkomen is, is wat onder langdurig en onder laag wordt verstaan. Langdurig De door de gemeenteraad vastgestelde langdurige periode voorafgaand aan de peildatum, wordt aangeduid als referteperiode. De referteperiode is vastgesteld in artikel 1 van deze verordening. Bij vreemdelingen die aansluitend op een asielprocedure een status krijgen en op grond daarvan gelijkgesteld worden met een Nederlander, telt de volledige asielprocedure mee voor de referteperiode. Gedurende de asielprocedure wordt de vreemdeling geacht een laag inkomen te hebben gehad.

- 10 - Laag inkomen Een inkomen is laag als het niet hoger is dan 100 procent van de toepasselijke bijstandsnorm. De vraag of het inkomen van een persoon gedurende de referteperiode niet hoger is dan het langdurig lage inkomen van 100 procent van de toepasselijke bijstandsnorm, zal niet al te rigide mogen worden beoordeeld. Een marginale overschrijding van dit lage inkomen moet worden genegeerd. Marginale overschrijding Een paar voorbeelden van hoe om te gaan met een marginale overschrijding van de bijstandsnorm Indien het inkomen van een belanghebbende gedurende (een deel van) de referteperiode de toepasselijke bijstandsnorm maandelijks met 5,00 tot 8,00 te boven gaat, is geen sprake meer van een marginale overschrijding van de bijstandsnorm die niet aan toekenning van een individuele inkomenstoeslag in de weg staat aangezien geen sprake is van een in de referteperiode voorkomende incidentele geringe overschrijding van de bijstandsnorm of van te verwaarlozen bedragen van enkele eurocenten. (CRvB 31-07-2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BX7178, uitspraak betreft langdurigheidstoeslag). Echter, het enkele feit dat het netto-inkomen van een belanghebbende in enig jaar - kennelijk uitsluitend als gevolg van belastingheffing en/of vakantietoeslag - enkele euro's hoger uitvalt dan de in dat jaar van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief toeslag, staat niet aan toekenning van een individuele inkomenstoeslag in de weg (CRvB 19-08-2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BE8918, uitspraak betreft langdurigheidstoeslag). Bovendien staat het enkele feit dat het netto-inkomen van een belanghebbende in bepaalde maanden binnen de referteperiode - kennelijk uitsluitend als gevolg van een technisch verschil in berekeningswijze in het bruto-nettotraject - enkele euro's hoger uitvalt dan de voor hem geldende bijstandsnorm, niet in de weg aan toekenning van een individuele inkomenstoeslag [uitspraak betreft langdurigheidstoeslag] (CRvB 15-02-2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BP5532, uitspraak betreft langdurigheidstoeslag). Artikel 5. Geen uitzicht op inkomensverbetering Een persoon heeft geen uitzicht op inkomensverbetering als bedoeld in artikel 36 eerste lid van de Participatiewet als op de Participatieladder de maximaal haalbare trede 5 (gesubsidieerde arbeid) is. Degene voor wie reguliere arbeid (trede 6 van de Participatieladder) haalbaar wordt geacht, komt om die reden niet in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag. Deze persoon kan zijn inkomenspositie verbeteren door reguliere arbeid te aanvaarden. Het past niet deze persoon te belonen voor een langdurig verblijf in de bijstand, door het verstrekken van een inkomenstoeslag De gemeenten Oost- en Weststellingwerf stellen dit vast volgens de volgende procedure: Als de huidige trede 5 is en bij groeipotentieel staat een +, of als de huidige trede 6 is: dan bestaat geen recht op de individuele inkomenstoeslag. Is de huidige trede 5-nul of lager, dan bestaat wel recht op de toeslag. Dus een 4+ (of 3+, 2+ of 1+) heeft wel recht, want uit het systeem kan niet worden afgelezen of dit ooit een 6 kan worden. NB: dit kan betekenen dat een 4+ in 2015 recht heeft, en in 2016 niet als hij dan als 5+ staat vermeld. Artikel 6. Gehuwden Bij gehuwden moet in het oog worden gehouden dat het recht op individuele inkomenstoeslag de gehuwden gezamenlijk toekomt. Worden personen op de peildatum als gehuwden aangemerkt, dan moeten beide gehuwden voldoen aan de voorwaarden van artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet. Voldoet één van hen niet aan deze voorwaarden, dan bestaat voor beiden geen recht op individuele inkomenstoeslag

- 11 - Niet rechthebbende partner Is één van de echtgenoten uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag, anders dan vanwege het niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, dan komt de rechthebbende partner wel in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag. Het gaat hier uitsluitend om een partner die op een van de in artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet genoemde gronden geen recht heeft op bijstand of is uitgesloten van het recht op een individuele inkomenstoeslag op grond van artikel 3 eerste lid onderdeel c van deze verordening. Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge artikel 3 eerste lid onderdeel a of b van deze verordening, zijn beiden uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag. Artikel 7. Hoogte individuele inkomenstoeslag De individuele inkomenstoeslag bedraagt voor de alleenstaande 250, voor de alleenstaande ouder 250 en voor de gehuwden tezamen ook 250 per kalenderjaar. Artikel 8. Inwerkingtreding Dit artikel spreekt voor zich.