Omgevingsvergunning 1 e fase Uitgebreide voorbereidingsprocedure Grondslag : Wabo artikel 2.1, 2.5 en 2.12 Registratienummer : W033374 / 38703 Datum : 5 december 2012 Activiteiten : Afwijken van het bestemmingsplan 1. Inleiding Op 18 september 2012 is een aanvraag om een gefaseerde omgevingsvergunning (beschikking eerste fase) ingediend door de gemeente Lisse, Postbus 200, 2160 AE in Lisse. Het betreft een aanvraag om een gefaseerde omgevingsvergunning (beschikking eerste fase) ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), voor het verbouwen en uitbreiden van een veilinggebouw tot een theatergebouw op het perceel aan de Grachtweg 75 A. Dit perceel is kadastraal bekend als gemeente Lisse, sectie D, onder nummers 5215 (gedeeltelijk), 7329 en 7330. Gemeente Lisse Heereweg 254 Postbus 200 2160 AE Lisse T (0252)- 433222 F (0252)- 433240 E gemeente@lisse.nl W www.lisse.nl 2. Besluit: Wij besluiten de gefaseerde omgevingsvergunning (beschikking eerste fase) te verlenen voor de onderstaande activiteit: 1. Afwijken van het bestemmingsplan. Inwerkingtreding vergunning De beschikkingen met betrekking tot de eerste en tweede fase treden op dezelfde dag in werking (artikel 6.3, lid 1 Wabo). Deze dag is de dag na afloop van de beroepstermijn van 6 weken waarop de beschikkingen afzonderlijk in werking zouden treden (artikel 6.1, lid 2, onder b Wabo). Wanneer in deze periode bij de rechtbank een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan treedt de vergunning niet in werking voordat op dat verzoek is beslist (artikel 6.1, lid 3 Wabo). De beschikkingen waarbij positief is beslist op de aanvragen met betrekking tot de eerste en tweede fase worden, als deze in werking zijn getreden, tezamen aangemerkt als een omgevingsvergunning (artikel 2.5, lid 8 Wabo). Onderdeel van het besluit vormen: 1. Onderdeel A - Afwijken van het bestemmingsplan 3. Nadere opmerkingen Vergunninghouder wordt erop gewezen dat: Burgemeester en wethouders een beschikking kunnen intrekken waarbij positief is beslist op een aanvraag met betrekking tot: a. De eerste fase: indien niet uiterlijk twee jaar nadat de beschikking onherroepelijk is geworden een aanvraag is ingediend voor de beschikking met betrekking tot de tweede fase, b. De eerste of tweede fase: indien op de aanvraag met betrekking tot de andere fase negatief is beslist en niet uiterlijk twee jaar nadat de beschikking onherroepelijk is geworden een nieuwe aanvraag is ingediend. De beschikkingen waarbij positief is beslist op de aanvragen met betrekking tot de eerste en tweede fase worden, als deze in werking zijn getreden, tezamen aangemerkt als een omgevingsvergunning. Verzonden: 5 december 2012 Graag bij uw antwoord datum en kenmerk van deze brief te vermelden
Pagina 2/6 Deze vergunning niet voorbij gaat aan rechten van derden. Lisse, 5 december 2012 namens het college van Lisse R.B. van Dorp Technisch medewerker Vergunningen Gemeentewinkel Lisse Bent u het niet eens met dit besluit? Beroepsmogelijkheid U kunt binnen zes weken na de verzenddatum ervan een beroepschrift indienen bij de rechtbank in s - Gravenhage. Is het besluit voorbereid volgens de procedure uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, dan begint de beroepstermijn op de dag nadat het besluit ter inzage is gelegd (overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onderdeel a Awb). Ook in dit geval heeft u zes weken om een beroepschrift in te dienen. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Het beroepschrift moet een datum hebben en uw handtekening moet eronder staan. Ook uw naam en adresgegevens moeten er op staan. Verder is het belangrijk dat u in het beroepschrift aangeeft tegen welk besluit u in beroep gaat en wat uw redenen daarvoor zijn. U stuurt het beroepschrift vervolgens aan de rechtbank -s Gravenhage, Postbus 20302, 2500 EH te s-gravenhage. Voor het in behandeling nemen van uw beroepschrift moet u griffierecht betalen. Het beroepschrift staat de werking van het besluit niet in de weg. Bij een spoedeisend belang kunt u een verzoek indienen om de werking voorlopig uit te stellen. Dat verzoek dient u in bij de voorzieningenrechter van de rechtbank s-gravenhage, Postbus 20302, 2500 EH te s-gravenhage. Hier moet u ook griffierecht voor betalen.
Pagina 3/6 Gezien coördinator: Legesberekening: 1. Aanvraag omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik artikel 2.3.3.3 en 2.3.15.1 gefaseerde aanvraag eerste fase (60%): 804,00 ----------- Totaal leges 804,00 Bijlage(n) behorende bij de vergunning: Bijlagen: 1. -20120918143545 Aanvraagformulier 2. Bijlage 1 koen Plangebied en Verkochte-Bijlage 1[420x297] Tekening plangebied 3. koen-layout2[297x420s] Tekening begane grond 4. koen-layout3[297x420s] Tekening 1 e verdieping 5. koen-layout4[297x420s] Tekening 2 e verdieping 6. ROB_Theater_CNB Goede ruimtelijke onderbouwing 7. vogelvluchtperspectief van het Florialis theater 3D-tekening
Pagina 4/6 Onderdeel A Afwijken van het bestemmingsplan Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met: a. een bestemmingsplan; b. een beheersverordening; c. een exploitatieplan; d. de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of e. een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet 1. Toetsingsgronden Op grond van artikel 2.12 van de Wabo kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend: a. Indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening: 1 met toepassing van de in het bestemmingsplan of de beheersverordening opgenomen regels inzake afwijking, 2 in het Besluit omgevingsrecht aangewezen gevallen, of 3 indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat; b. indien de activiteit in strijd is met het exploitatieplan: met toepassing van de daarin opgenomen regels inzake afwijking; c. indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening: voor zover de betrokken regels afwijking daarvan toestaan; d. indien de activiteit in strijd is met een voorbereidingsbesluit: met toepassing van de in het voorbereidingsbesluit opgenomen regels inzake afwijking. 2. Overwegingen a. Bestemmingsplan / beheersverordening: De aanvraag om gefaseerde omgevingsvergunning (beschikking eerste fase) is getoetst aan het geldende bestemmingsplan Centrum 1986. Het perceel heeft de bestemming Bedrijven met de aanduiding Bv een veilingbedrijf. Het realiseren van een theatergebouw is in strijd met het bestemmingsplan Centrum 1986 omdat gronden met de bestemming Bedrijven met de aanduiding Bv alleen zijn bestemd voor een veilingbedrijf. Er is een actualisatie van het bestemminsplan Centrum in ontwikkeling. Het ontwerpbestemmingsplan Centrum heeft al van 5 juli 2012 tot en met 15 augustus 2012 ter inzage gelegen. Het plangebied van het theatergebouw is echter geen onderdeel van het plangebied van het in ontwikkeling zijnde bestemmingsplan Centrum. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lisse heeft ingestemd met het voorontwerpbestemmingsplan CNB. Het theatergebouw
Pagina 5/6 maakt hier onderdeel van uit. Voor de verbouw en uitbreiding van het theatergebouw wordt een afzonderlijke afwijkingsprocedure gevolgd. Op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3 van de Wabo kan de omgevingsvergunning worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Vanwege de strijdigheid met het bestemmingsplan Centrum is een goede ruimtelijke onderbouwing aangeleverd om een gefaseerde omgevingsvergunning (beschikking eerste fase) te verlenen, waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan. Wij stemmen in met de goede ruimtelijke onderbouwing voor het realiseren van een theatergebouw en zijn dan ook voornemens medewerking aan het plan te verlenen. Op grond van artikel 2.27 Wabo juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is een verklaring van geen bedenking van de gemeenteraad nodig. De gemeenteraad heeft middels besluit nr. 823 d.d. 29 maart 2012 een lijst van categorieën van gevallen vastgesteld, waarvoor geen verklaring van geen bedenking is vereist. Voor deze lijst en de daarin opgenomen categorieën van gevallen geeft de gemeenteraad op voorhand aan dat zij voor de aanvraag omgevingsvergunning een verklaring van geen bedenkingen (lees: vvgb) af geven. Deze aanvraag past binnen de lijst van categorieën (nr. 3 van de Lijst van categorieën waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist) zoals door de gemeenteraad is vastgesteld. Op de voorbereiding van het besluit is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, artikel 3.10, lid 1, onder a van de Wabo. Van het voornemen om medewerking te verlenen aan het plan en van het verlenen van de gevraagde gefaseerde omgevingsvergunning (beschikking eerste fase) heeft een openbare kennisgeving plaatsgevonden en is een ieder in de gelegenheid gesteld een eventuele zienswijze naar voren te brengen. De goede ruimtelijke onderbouwing (Theater CNB Locatie, projectnummer 120181) en het ontwerpbesluit gefaseerde omgevingsvergunning (beschikking eerste fase) hebben vanaf 27 september 2012 tot en met 7 november 2012 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen naar voren gebracht. b. Exploitatieplan: Voor het gebied waarin het theatergebouw is gelegen, is geen exploitatieplan vastgesteld. c. Provinciale verordening en amvb Ruimte: Het verbouwen en uitbreiden van een veilinggebouw tot een theatergebouw is niet in strijd met de geldende provinciale verordening Ruimte en niet in strijd met de algemene maatregel van bestuur Ruimte als bedoeld in artikel 4.1, derde lid en artikel 4.3, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening.
Pagina 6/6 d. Voorbereidingsbesluit: Voor het gebied waarin het perceel is gelegen, is geen voorbereidingsbesluit van kracht. 3. Conclusie Gezien het bovenstaande bestaan er vanuit ruimtelijk oogpunt geen bezwaren om mee te werken aan het afwijken van het bestemmingsplan om een theatergebouw mogelijk te maken.