Inspectierapport Kinderdagverblijf 't Huys (BSO) Vossenbergselaan 13a 5171CA KAATSHEUVEL Registratienummer 132985561 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: LOON OP ZAND Datum inspectie: 11-09-2014 Type onderzoek: Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 17-11-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...5 Veiligheid en gezondheid...6 Inspectie-items...7 Gegevens voorziening...9 Gegevens toezicht...9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse opvang 't Huys, locatie Vossenbergselaan is momenteel nog de enige locatie van 't Huys. Op deze BSO, grenzend aan het woonhuis van de houder, worden maximaal 20 kinderen van 4 tot 12 jaar opgevangen. Alleen de houder en een beroepskracht zijn werkzaam op deze locatie. De groepsomvang is doorgaans kleiner dan 10 kinderen waardoor ook doorgaans slechts een van beiden op locatie werkzaam is. De ruimte is prettig ingericht en biedt volop spelmogelijkheden. Ook de buitenruimte die feitelijk de tuin van de houder is, biedt voldoende ruimte om te spelen. Tijdens deze inspectie wordt aan alle getoetste voorwaarden voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein is het pedagogisch klimaat beoordeeld aan de hand van een observatie op de groep middels een observatie instrument. Pedagogische praktijk De beroepskracht werkt conform het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de observatie was selchts 1 beroepskracht aanwezig en minder dan tien kinderen. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De beroepskracht communiceert met de kinderen en voert individuele gesprekjes. De kinderen zijn buiten hazelnoten aan het rapen. De beroepskracht ziet een kind op sokken bij de buitendeur staan: "wil je graag naar buiten? Zal ik je dan even helpen met je schoenen aantrekken?". Tijdens het aantrekken van de schoenen vindt er een gesprekje plaats: "Maakt mama ook wel eens iets met hazelnoten? Doet ze bakken of koken?". Kind: "Ja". Beroepskracht: "dan moet je misschien ook maar wat noten meenemen." De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. De ruimte waar de opvang plaats vindt biedt uiteenlopende spelmogelijkheden en diverse hoeken. Alle kinderen zijn dan ook gericht bezig met iets, niemand is echt zoekend naar een activiteit. Als een kind interesse lijkt te hebben in een activiteit maar terughoudend is, stimuleert de beroepskracht om het te gaan doen of deel te nemen, zoals bij bovenstaand voorbeeld dat een kind naar buiten staat te kijken waar kinderen hazelnoten rapen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten. Dreigende conflicten worden tijdig gezien en ondervangen door de beroepskracht waar nodig. Kinderen worden hierbij aangesproken op hun gedrag en er vindt een positieve afsluiting van het conflict plaats door tussenkomst van de beroepskracht. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. De beroepskracht geeft zelf in haar spreken en handelen het goede voorbeeld. Gebruikte bronnen: Observaties Pedagogisch beleidsplan 4 van 10
Personeel en groepen Binnen dit domein is enerzijds beoordeeld of de beroepskrachten in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag en een passend diploma, anderzijds is beoordeeld of wordt voldaan aan de voorwaarden omtrent opvang in groepen en de bijbehorende beroepskracht-kindratio. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten zijn in het bezit van een passend diploma. Opvang in groepen De kinderen behoren tot een basisgroep van maximaal 20 kinderen. Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep voldoet aan de voorwaarden. Gebruikte bronnen: Observaties Plaatsingslijsten Personeelsrooster 5 van 10
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein is enkel beoordeeld of er wordt gewerkt met een meldcode kindermishandeling. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling, waarvan de beroepskrachten op de hoogte zijn gesteld. Gebruikte bronnen: Meldcode kindermishandeling 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderdagverblijf 't Huys Website : http://www.kinderdagverblijfthuys.nl Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Kinderdagverblijf 't Huys Adres houder : Postcode en plaats : KvK nummer : 54793033 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA TILBURG Telefoonnummer : 073-6404515 Onderzoek uitgevoerd door : W Vandeberg Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : LOON OP ZAND Adres : Postbus 7 Postcode en plaats : 5170AA KAATSHEUVEL Planning Datum inspectie : 11-09-2014 Opstellen concept inspectierapport : 16-10-2014 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 17-11-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 19-11-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 19-11-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 10-12-2014 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10