De levendmakende kracht van Gods beloften

Vergelijkbare documenten
Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

24 mei 2015, uur, Amersfoort-West(+Oost) Pinkstermiddag

De Dordtse Leerregels

binnenwerk Licht op het pad Definitief _Opmaak :55 Pagina 9 ARI JANU

December-januari Weekthema: Op reis naar de eeuwigheid. Maandag 28 december. Gedane zaken nemen geen keer. Lezen: Hebreeën 9: 23-28

Kom tot de wateren Jesaja 55. Er kan gegeten en gedronken worden. Gegeten van het brood des levens en gedronken van het water des levens.

1. Waaruit vloeit de roeping voort? 2. Gaat de wedergeboorte niet vóór de roeping?

Handelingen 2. Hand. 2: 36-eind HSV

Over het zitten van de Heere Jezus aan de rechterhand van God en Zijn wederkomst.

Gods heil voor Israël

Wij zeggen dat onze wel met de mond, maar niet met het hart.

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Je ziet in de dagtekst (vers 15): ellende, verlossing en dankbaarheid. Het 1 e gedeelte = 2 e gedeelte= 3 e gedeelte= Ken jij dit in je eigen leven?

28 januari uur J Wesseling orgel: Peter Sneep schriftlezing: Rinke Larooy

Vraag 53 : Wat gelooft gij van de Heilige Geest?

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Romeinen 4, Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

CHRISTELIJKE BLIJDSCHAP.

Tekst: Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan!! Thema: De vervulling van Gods beloften, in verleden, heden en toekomst!!

Dit moet u allereerst weten, dat er in het laatste der dagen spotters zullen komen, die naar hun eigen begeerten zullen wandelen, en zeggen:

3. Jezus is een Jood Romeinen 15:7-13, Mattheüs 5: De verwachting van de Messias in het Oude Testament...

Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Mattheüs 5:3

Liturgie voor de vierde zondag van Advent en bevestigingsdienst

1. Wat is geloof? Zekerheid

Soms is het nuttig, zoals David dit zegt in Psalm 131, om enige tijd helemaal ontspannend stil zijn: Stilheid en vertrouwen

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen.

3 Aangaande zijn Zoon, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees. De boekenlegger in het Boek

Het gedeelte uit de profeet Jesaja dat in de kerstdienst gelezen wordt

Verblijdt u. Onze neus zit gelukkig op de juiste plaats, maar wij als christenen, hebben zinvoller dingen om ons over te verblijden.

Orde III Schrift, zegen en gebed

Bijbelrooster 31 juli t/m 6 augustus Thema: Rechtvaardig door het geloof

God kent jou. Inleiding. Voor God hoef je geen masker op te zetten. Hij weet wie je bent. Persoonlijke relatie met God

Liturgie 27 augustus 2017 Morgendienst. Psalm 105

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

Christus Hoop van Israël en de volken

Mag ik jou een vraag stellen?

De Bijbel open (19-10)

zal een groot licht zien.

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

1. Een dode hond (1)

De hemelse Vader is geduldig mild Hij zoekt Zichzelf niet. De hemelse Vader rekent het kwade niet toe

Mededelingen door de ouderling van dienst. Willem de Vos Ouderling voorzitter

Welke bedoeling heeft de Bijbel met regen?

3 Ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. De boekenlegger in het Boek

2 Kor. 4:10. We kunnen zeggen, dat dit de wetmatigheid van een wip is.

GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26

Dagboek. De brief van Paulus aan Efeze

Verblijdt u. Onze neus zit gelukkig op de juiste plaats, maar wij als christenen, hebben zinvoller dingen om ons over te verblijden.

verlossing Wat laat de profeet Habakuk eerst weten? De profeet Habakuk verwachtte een toekomstige

27Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof. 28Want wij zijn van oordeel, dat de

Welke dieren worden genoemd in de volgende verzen en wat valt daarbij op?

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Wie worden als getuigen genoemd om aan te tonen hoe triest het volk Juda bezig is?

EEN BIJBEL DIE GODS NAAM EERT

Les 8 voor 24 november 2018

Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

een pastoraal appel 2 Timotheüs 1:

18 februari uur A Koster orgel: Harry Kroeske schriftlezing: Anny Runhaar

Kernwoord: Doop. Dag 1. Doop - bekering. Lezen: Mattheüs 3: 13-17

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Memoriseer elke dag een tekst. Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.

Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.

Genade & Waarheid. Johannes 1:17 (NBG) Want de Wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.

FOR THE SOWER JES.55:10 FOR THE EATER korte Bijbelse boodschappen van. Otis Q. Sellers, Bijbelleraar

28. Paulus roem over de gemeente - 2 Korinthe 7:11b Een voorbeeld van vrijgevigheid - 2 Korinthe 8: Om uwentwil arm - 2

Liturgie voor zondagochtend 6 december in de Westerkerk te veenendaal

Orde II Schrift, zegen en gebed

Onze redding Rechtvaardiging door het geloof

27 november uur RJ Heij orgel Johan Volk Schriftlezing: Mijndert Blijdorp

JANUARI. arkbwspiegelssmileysenstilletijdmetgod.indd 3

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof.

Schrijf op wat je gelooft dat God wil met jouw leven. vandaag deze week maand jaar. Wat wil jij met je leven doen?

1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26

DE DIENST VAN 6 MEI 2018 IN DE HOEKSTEEN. - Lied voor de dienst, Johannes de Heer, 446: 1,3,5

En ook had Jezus Zelf tegen de vrouwen gezegd toen Hij opgestaan was uit het graf en dat staat in vers 10: Hemelvaart

Mededelingen door de ouderling van dienst. Gijs van Ginkel Ouderling Scriba

En waarom zegent Paulus onze God en Vader. De eerste reden is deze (Staten-Vertaling): Efeze 1

28 oktober uur AvdLugt orgel: Jannes Munneke schriftlezing: Diny van Dijk LITURGIE:

dat het volk een eigen weg gaat en niet met God rekening houdt.

36 En terwijl zij hierover spraken, stond Hij zelf in hun midden. Pasen (de opstanding)

Lezen : Prediker 4:17-5:6 Tekst : Het 7e gebod

Vanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april :19

Vraag: Wat kun jij leren voor jouw gebed uit de structuur van het volmaakte gebed?

Wees blijde in de hoop

Gods heil voor Israël

Hoe oud was Josia toen zijn vader koning Amon overleed en hoe was zijn verhouding met God?

De Bijbel Open (13-07)

Gods heerlijkheid buiten de legerplaats

LEER HEM KENNEN 27 bewaarexemplaar. Wijkgemeente Ichthus Noordwijk. Ds. F. van Roest zondag 26 april

Parallellen tussen Joh. 17 en Ez. 37 Joh. 17 & Ez. 37:15-28

Welkom op het kerstfeest van groep 3 en 4

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.P.D. Barth

Orde van dienst voor de eerste Pinksterdag

De Bijbel Open (23-02)

Inleiding over het kernwoord zonde

WAT IS WAARHEID? OVER HET ONGELOVELIJKE GESPROKEN. 8 april & uur

Zo kwam voor Israël en voor koning David een boze dag, een dag van benauwdheid, zoals in vers 2 staat: Psalm 20

Zondag 18, vraag en antwoord 46,47,48 en 49.

MINISERIE BRIEF AAN DE ROMEINEN

Transcriptie:

De levendmakende kracht van Gods beloften Uw toezegging heeft mij levend gemaakt. Psalm 119:50b Inleiding Als men de toestand van Gods Kerk in deze tijd goed onder ogen wil zien, komt men erachter dat deze in geestelijke zin niet zonder reden mag worden vergeleken met de Kerk onder Israël 26 in de dagen van de profeet Ezechiël. In Ezechiël 37 laat de Heere aan de profeet een dal vol dorre doodsbeenderen zien. De Kerk was toen, in de tijd van Ezechiël, wat haar uitwendige staat betreft zó vervallen dat er geen leven meer in scheen te zijn overgebleven. Het volk was immers in gevangenschap naar Babel gevoerd. Ook in onze dagen is de geestelijke staat van Gods Kerk ernstig in verval; zelfs zó dat er nauwelijks geestelijk leven meer in haar schijnt gevonden te worden. Als men immers goed let op de geestelijke toestand van al degenen die in ons land in uitwendige zin tot de Kerk behoren, dan zal men merken dat de meesten van hen helemaal niets weten van het ware geestelijke leven. Velen van hen die de naam hebben dat zij leven, zijn in werkelijkheid dood (Openb. 3:1). En onder degenen in wie het geestelijke leven nog wel is, zijn er velen in wie de kracht daarvan is vervallen, waardoor zij meer dood dan levend 26. de Joodsche Kercke 29

schijnen te zijn. Als er daarom iets nodig is waaraan met grote ijver in Gods Kerk gewerkt moet worden, dan is het naar onze mening dat de dode en ingezonken 27 zielen, die er in grote mate onder ons zijn, door de werking van Gods Geest onder de bediening van Zijn Woord levend gemaakt mogen worden. Daarom heb ik het nuttig gevonden om in dit uur mijn preek daarop te richten. Ik wil u wat nader onderwijs gaan geven langs welke weg geestelijk ingezonken zielen in het bijzonder van Gods kinderen opnieuw levend 28 mogen worden. We weten in dit opzicht geen betere raad te geven dan erop te wijzen dat Gods beloften aan de ziel op de juiste wijze door het ware geloof worden toegepast. Om daarop nu wat nader in te gaan, heb ik de woorden van onze tekst uitgekozen. Daarin getuigt de psalmdichter dat Gods toezegging hem heeft levend gemaakt. 27. * doodighe is een kernwoord in deze preek, dat met verschillende woorden als doods, dor, ingezonken en dergelijke zal worden weergegeven. Teellinck gebruikt dit woord ter onderscheiding van dode zielen die elk geestelijk leven missen. Wanneer iemand dodig is, bezit zo iemand wel geestelijk leven, maar is het erg ingezonken. 28. * levendigh ; ook dit is in deze preek een kernwoord, dat met levend, opnieuw levend of levendig gesteld en dergelijke zal worden weergegeven. 30

Uitleg van de tekst David verkeerde in moeilijke omstandigheden. In Psalm 119:49 had hij dan ook tot God gebeden of Hij wilde gedenken aan het woord dat Hij tot Zijn knecht gesproken had. Op dat woord had de Heere hem doen hopen. Met die woorden vroeg David aan de Heere of Hij de beloften die aan hem gedaan waren, wilde vervullen. Dat is mijn troost in mijn ellende, voegde hij daaraan toe in het begin van vers 50. Het had de Heere nog wel niet behaagd Zijn belofte aan David te vervullen, maar toch zei hij dat het woord van Gods belofte zijn ziel bijzonder gesterkt en getroost had in de ellendige omstandigheden waarin hij verkeerde. In de woorden van onze tekst geeft David de reden aan waarom Gods belofte hem in zijn ellende tot troost was. Gods toezegging heeft hem namelijk levend gemaakt. David zegt dit opdat anderen wellicht verwonderd zullen zijn als zij horen dat te midden van de ernstige moeilijkheden die hij ondervond, alleen al het woord van Gods belofte zijn ziel zo tot troost was. Die verwondering is er, ook al kan men nog niet goed begrijpen hoe de belofte van God de ziel van een mens kan troosten en kracht geven vóór de belofte vervuld is. Het woordje want, dat vooraan in de tekst staat, geeft aan dat deze woorden de reden vormen van wat eraan voorafgaat. David wil dus als het ware zeggen: Het is toch geen wonder dat Gods belofte mij in mijn ellende getroost heeft! Die belofte heeft mijn bedroefde ziel immers levend gemaakt. Nogmaals: het is toch geen wonder dat mijn ziel getroost is in de ellende en moeilijkheden die God mij heeft willen laten overkomen, want ze heeft door Gods belofte nieuwe kracht voor het geestelijk leven ontvangen. 31

Zo zien we dat de woorden van onze tekst met de voorgaande verbonden zijn. Om de woorden van onze tekst goed te begrijpen, moeten we over twee dingen iets meer zeggen: (1) de weldaad die de psalmdichter noemt en waarvan hij getuigt dat hij die van de Heere ontvangen heeft, namelijk de levendmaking; (2) en het middel waardoor hij deze weldaad van de Heere ontvangen heeft, namelijk Gods toezegging. Levend maken 1. Wat het eerste betreft, wil ik opmerken dat levend maken soms betekent: iemand vrolijk maken, iemand verheugen. Zo wordt het woord gebruikt in Jesaja 57:15, waar God zegt: Ik woon bij dien die van een verbrijzelde en nederige geest is, opdat Ik levend make de geest der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden. Soms betekent het in de eigenlijke zin: iemand van dood levend maken. En dan kan het enerzijds op het lichamelijke leven slaan, zoals in Romeinen 8:11: Zo zal Hij Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken. Hier spreekt de apostel over het levend worden van de dode lichamen op de dag van het oordeel. Het kan anderzijds ook op het geestelijke leven betrekking hebben. Dan betekent het soms: geestelijk leven instorten waar het eerst niet was. De mens wordt dan uit de geestelijke dood waarin alle mensen van nature zijn, opgewekt en levend gemaakt. Die betekenis heeft het als Paulus zegt: Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft [Hij] ons levend gemaakt met Christus (Ef. 2:5). Soms betekent het ook: het vervallen, ingezonken geestelijk leven weer opwek- 32

ken en herstellen. Dan wordt aan kinderen van God die dor en doods zijn, een nieuwe kracht van geestelijk leven gegeven, waardoor ze uit hun geestelijke doodsheid herstellen. Die betekenis heeft het in Psalm 119:25, waar David tegen de Heere zegt: Maak mij levend naar Uw woord. In onze tekst kunnen wij dit levend maken heel goed in de eerste en in de laatste betekenis opvatten. Het betekent hier vrolijk maken en uit de geestelijke doodsheid opwekken, waardoor de kracht van het geestelijke leven hersteld wordt. David had het geestelijke leven immers niet geheel en al verloren, maar de kracht ervan was voor een bepaalde tijd van hem geweken. Als David dus zegt dat hij levend gemaakt is, wil hij daarmee zeggen dat God de Heere zijn hart had vrolijk gemaakt en de kracht van het geestelijke leven in hem had hersteld. Door de tegenspoeden en de vele ellendige omstandigheden die David getroffen hadden, was zijn hart door droefheid toegesloten; en daardoor was de kracht van het geestelijke leven in hem vervallen. Een benauwd en toegesloten 29 hart is gewoonlijk 30 een doods en dor hart. Daarom had David in vers 25 van deze psalm gezegd dat zijn ziel aan het stof kleefde, en in vers 32 dat hij de weg van Gods geboden zou lopen, als God zijn hart zou verwijden. Dat laatste betekent: als zijn hart door geestelijke blijdschap verheugd mag worden. En in ons vers getuigt hij dat hij levend gemaakt is, dat wil zeggen: dat de kracht van het geestelijke leven in hem weer is opgewekt door de geestelijke vreugde die hij vanuit Gods belofte had mogen putten. Want de blijdschap des Heeren, die is onze sterkte (vgl. Neh. 8:11). 29. beknepen 30. ordinarisch 33

De weldaad die God aan David betoond heeft, waarover hij hier spreekt, is op deze wijze voldoende duidelijk gemaakt 31. Gods toezegging 2. Nu volgt het andere aspect van onze tekst, het middel waardoor David deze weldaad ontvangen had. Dat was namelijk Gods toezegging. Hij zegt immers: Uw toezegging heeft mij levend gemaakt. David spreekt hier tot de Heere, zoals duidelijk blijkt uit het vorige vers. Hij spreekt bovendien over Uw toezegging, en daarmee bedoelt hij de toezegging van God. Het woord dat hier in de grondtekst staat, betekent eigenlijk woord of spraak. Maar toch wordt het in overeenstemming met de psalmdichter als toezegging vertaald. David ziet hier immers op dat deel van Gods Woord, waarin God het goede voor Zijn kinderen in het algemeen, en voor David in het bijzonder beloofd heeft. God had bijzonder heerlijke beloften aan David gedaan, zoals wij daarover onder andere in Psalm 89:21 kunnen lezen. David spreekt hier over Gods toezegging, want ook al zouden alle koningen en vorsten 32 uit de hele wereld alles beloofd hebben wat zij beloven konden, dan kon dat het benauwde hart van David nog niet blij en levend maken. Zij zijn immers allemaal maar mensen die zich kunnen vergissen en heel vaak niet doen wat zij beloofd hebben. Daarom kan men op hun beloften niet vertrouwen. Dat wist David heel goed, en dat is de reden waarom hij in Psalm 146:3 en 4 zegt: Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is. Zijn geest gaat uit, hij keert weder tot zijn aarde; te dienzelve dage 31. gheopent 32. Potentaten 34

vergaan zijn aanslagen. En bovendien: schepselen kunnen David ook helemaal niet geven wat echt een verkwikking voor zijn ziel is. Alleen het licht van Gods aangezicht kan Davids ziel echt vrolijk en blij maken. Zie ook Psalm 4:7 en 8. Dat kan niemand anders hem geven en evenmin vast 33 beloven. Dat kan God alleen! Daarom zegt hij tegen God: Uw toezegging heeft mij levend gemaakt. David zegt niet dat Gods verlossing of Zijn genade of de vervulling van de belofte hem levend heeft gemaakt, maar alleen het woord van Gods belofte! Met dat woord had God aan David het goede beloofd, terwijl de belofte daarmee nog niet vervuld was. Iemand zou mogelijk kunnen denken dat dit maar vreemd is. Als ellende en zorgen Davids hart terneer drukken, kan dan nog vóór hij de vervulling van die belofte beleeft, een woord van Gods belofte zijn hart vrolijk en levend maken? Ja, echt waar! Het woord van God was hem genoeg! En dat is ook geen wonder, want David wist wel dat God Zich nooit vergist in het vervullen van de beloften. Daarom mag iemand die alleen nog maar het beloftewoord van God ontvangen heeft, daar zó vast op vertrouwen dat het is alsof hij het beloofde al in zijn bezit heeft. Ja, in sommige opzichten hebben we het beloofde al veel zekerder in de belofte dan in de vervulling. Het gaat in dit opzicht met Gods kinderen immers net als met de kinderen van goede en zorgzame ouders; die beloven hun soms ook het een en ander te zullen geven. Zolang die kinderen nog niet gekregen hebben wat hun door hun ouders beloofd was, staat het vast dat zij het krijgen. De ouders bewaren het immers voor hun kinderen om het hun later te geven, zoals ze beloofd hebben. Maar als de kinderen het al 33. met fondament 35

direct gekregen hebben, is het soms niet lang in hun bezit. Het wordt van hen afgepakt, of ze maken het algauw kapot. Zo is het ook met ons als wij hartelijk kunnen genieten van de dingen die God ons belooft. Zolang we die in de belofte hebben, worden ze veilig voor ons bewaard bij God, en dan worden ze ons op het goede moment gegeven. Als wij echter direct ontvangen wat de Heere beloofd heeft, kan het zijn dat we door een verkeerde manier van doen 34 het heerlijke genot van die gave heel gemakkelijk verliezen. Zo ging het ook met de bruid in het Hooglied; zie hoofdstuk 5, vers 1 en 6. Daarom was het ook geen wonder dat het woord van Gods belofte zo n verkwikkende en levendmakende kracht uitoefende op het hart van David. Hier moet worden opgemerkt dat David in zijn spreken over Gods beloften in het enkelvoud spreekt: Uw toezegging. Dat deed David ongetwijfeld niet omdat hij daarbij het oog geslagen had op één bepaalde belofte, zoals in Deuteronomium 31:6 het geval is. Daar belooft God Zijn kinderen niet te zullen begeven of te verlaten. En zo zijn er meer teksten te noemen. Nee, David kende het karakter van Gods beloften wel en wist dat alle beloften van God zó met elkaar verbonden zijn dat zij niet van elkaar kunnen worden gescheiden. Daarom heeft God de Heere al de beloften weleens samengevat, zoals deze in Jeremia 30:22: Ik zal u tot een God zijn. Zo is het hier ongetwijfeld ook: David vat al de beloften van God als in één bundel samen, en zo worden ze alle als één belofte aangezien. Dat is de reden waarom David hier in het enkelvoud spreekt. David zegt dat Gods toezegging hem heeft levend gemaakt. Dit moeten wij niet zó verstaan dat de belofte van God de 34. quade menagie 36

voornaamste werkende oorzaak 35 van Davids levendmaking is geweest. Dat is immers God Zelf. De belofte van God was echter wel het instrument waardoor God Davids ziel had levend gemaakt. En als iemand zou vragen hoe Davids hart door Gods toezegging was levend gemaakt, dan moet hij weten dat David zich in zijn ellende door het geloof Gods beloften had toegeëigend. En dan vooral de belofte dat God zijn God was. Daarom geloofde hij dat al de ellendige omstandigheden die hem troffen, door Gods genadig bestuur voor zijn ziel heel goed zouden zijn. Hij geloofde ook dat God hem ten slotte op het juiste moment uit alle ellende zou verlossen. Door zo gelovig op Gods beloften te zien 36, is de ziel van David vanwege de zware en ellendige omstandigheden zeer terneergedrukt en in een doodse gestalte bijzonder verkwikt geworden. Zijn ziel heeft als het ware nieuw geestelijk leven ontvangen. Dit wil onze tekst zeggen. Om die nog wat meer te verklaren, voegen we er nog het een en ander aan toe. 35. principale werckende oorsaecke 36. door die geloovige aenmerckinghe 37