Gemeente Cromstrijen mevrouw Y. Lanooij Postbus 7400 3280 AE Numansdorp



Vergelijkbare documenten
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

De heer J. Kaasjager Maasdijk JC Aalst Gld

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Archeologische Quickscan

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Adviesdocument 495. Project: Toelichting archeologische beleidskaart gemeente De Ronde Venen. Projectcode: 16093RVBE5

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Adviesdocument 583. Archeologisch vooronderzoek, plangebied Kloosterbosch te Houthem, gemeente Valkenburg 18382HOUKL

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

Vos Archeo SELECTIEADVIES Geldermalsen Zeshoek

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

MEMO. Projectgegevens

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. Honderdland Ontwikkelingscombinatie cv Honderdland, fase2

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

memo Locatiegegevens: Inleiding

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas

Bijlage 11 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Archeologische Quickscan

Adviesmemo archeologie zonnepark Grondbank Zuidplas

Averboodse Baan (N165), Laakdal

RAAP-NOTITIE Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

Dordrecht een stad vol historie

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Adviesdocument 644. Project: Quickscan sluitstukkaden Maasdal; projectlocatie Geulle aan de Maas. Projectcode: 20402MAASL5

Adviesdocument 708. Adviesdocument, Archeologische Quickscan Waterberging Valkenswaard-Zuid, gemeente Valkenswaard. Project: Projectcode: 21823VALWA

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Plangebied HOV Spooronderdoorgang Santpoort- Driehuis in Santpoort-Noord

PLAN VAN AANPAK ARCHEOLOGISCH INVENTARISEREND ONDERZOEK H023 OOST, HAARLEM

Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12. M. van der Wal, MA (Senior archeoloog)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Gegevens terrein 74 Id. Excel database 228, 227 en 226

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk bouwplan

Mts. Slingerland-Van Beijnum Middenpolderweg LB Streefkerk

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde,

Archeologische Begeleiding Tracébesluit N18 Varsseveld - Enschede definitief

Hierbij zenden wij u de rapportage betreffende een project aan het Oppad te Oud-Loosdrecht.

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische MonumentenZorg

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Bijlage 3. Vrijstellingen

4 Archeologisch onderzoek

de heer S.P. Schimmel Postbus HB Tiel Geachte heer Schimmel,

Rekenkamercommissie Beverwijk

Bureau voor Archeologie Rapport 273

6.1: Overleg reactie BOOR

Perkpolder te Kloosterzande. rapport 2858

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Heesch - Beellandstraat

Dordrecht Ondergronds 41. Gemeente Dordrecht, onderzoeksgebied Oranjepark.

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u natuurlijk te allen tijde contact met ons opnemen.

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

Houten Tiellandt De Stenen Poort. Archeologische begeleiding. A. Porreij-Lyklema & J. van der Leije. Archol

UITVOEREN BORINGEN IN HET KADER VAN ONDERZOEK NAAR ONDIEPE KLEILAAG. Gemeente Beerse

Archol. Archol. Karterend booronderzoek deelgebied 1 Andelsch Broek Pompveld

Blad 2. Beoordeling verzoek

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

Plangebied IJsselbos-west te IJsselstein

Grotestraat 55 te Tubbergen, gemeente Tubbergen (Ov.)

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus LV DEN HAAG

Transcriptie:

datum: 12 maart 2015 ons kenmerk: 22754CRTO 104033.doc behandeld door: dhr. ir. G.H. de Boer uw e-mail van: 5 maart 2015 uw referentie: - bijlage(n): Adviesdocument betreft: Beoordeling rapportage archeologisch onderzoek Torensteepolder te Numansdorp, gemeente Cromstrijen Gemeente Cromstrijen mevrouw Y. Lanooij Postbus 7400 3280 AE Numansdorp Geachte mevrouw Lanooij, Hierbij hebben wij het genoegen u een exemplaar aan te bieden van de beoordeling van de rapportage van het archeologisch onderzoek voor het plangebied Torensteepolder te Numansdorp, gemeente Cromstrijen (ArGeoBoor rapport 1345). Overeenkomstig de gemaakte afspraken worden voor dit adviesdocument kosten in rekening gebracht. De rekening hiervoor zal separaat worden toegestuurd. Wij beschouwen het onderzoek hiermee als afgerond. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u natuurlijk altijd contact met ons opnemen. Met vriendelijke groet, Mevr. drs. N.F. Mulder, Hoofd regionale vestiging RAAP West-Nederland Bijlagen: adviesdocument RAAP Hoofdkantoor T 0294 491 500 RAAP Noord-Nederland RAAP Oost-Nederland RAAP Zuid-Nederland RAAP West-Nederland Leeuwenveldseweg 5b F 0294 491 519 De Kiel 11 Postbus 222 De S. Lohmanstraat 11 Postbus 4025 1382 LV Weesp E raap@raap.nl 9206 BG Drachten 7200 AE Zutphen 6004 AM Weert 2301 RA Leiden Postbus 5069 KvK 34137810 T 0512 589 140 T 0575 56 78 76 T 0495 51 35 55 T 071 576 81 18 1380 GB Weesp ING 4895648 F 0512 539 860 F 0575 56 70 85 F 0495 51 35 40 F 071 531 82 69 www.raap.nl ABN AMRO 540269581 E raapnnl@raap.nl E raaponl@raap.nl E raapznl@raap.nl E raapwnl@raap.nl

Adviesdocument 750 Project: Beoordeling rapportage archeologisch onderzoek Torensteepolder Numansdorp, gemeente Cromstrijen Projectcode: 22754CRTO Opdrachtgever: Gemeente Cromstrijen Datum: 12 maart 2015

ADVIES ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK Aanleiding In februari 2014 is in het plangebied Torensteepolder te Numansdorp een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd door ArGeoBoor in opdracht van Kuiper Compagnons. De gemeente Cromstrijen heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau verzocht een beoordeling op te stellen van het uitgevoerde onderzoek en de rapportage. Beoordeling Documentatie Nijdam, L.C., 2015. Numansdorp Torensteepolder (gemeente Cromstrijen); een verkennend booronderzoek. ArGeoBoor rapport 1345. ArGeoBoor, Lippenhuizen. Rapportage Ten aanzien van het rapport zijn de volgende op- en aanmerkingen te maken: 1) paragraaf 1.1: Wat is de verstoringsdiepte? 2) paragraaf 2.2: Hier wordt de verstoringsdiepte genoemd. Uit de figuur waar naar verwezen wordt (bijlage 1: inrichtingsplan) blijkt niet waar de waterpartijen liggen. 3) hoofdstuk 3: De hogere delen op kaart 2 zijn niet blauw, maar geel/rood. 4) paragraaf 4.1: Genoemd wordt dat boringen 22, 24 en 26 op basis van voortschrijdend inzicht niet zijn uitgevoerd. Er wordt niet uitgelegd wat het voortschrijdend inzicht behelst. Graag toelichten. 5) paragraaf 4.2 (p. 8): de kleiige afzettingen die zijn aangetroffen aan de basis van het Laagpakket van Walcheren weerspiegelen mogelijk de (initiële) overstroming van de polder aan het begin van de 15e eeuw (Sint-Elisabethsvloed). 6) paragraaf 4.2 (p. 9): Er wordt een mogelijke verklaring gegeven voor de maaiveldhoogtes en het niet aantreffen van het veen binnen de uitgevoerde boordieptes. Niet duidelijk is wat de veronderstelde rol is van een dikkere veenlaag buiten de geulpatronen. Overigens kan het reliëf aan het maaiveld ook veroorzaakt worden door aanwezigheid van dieper gelegen, oudere geulsystemen in de afzettingen van het Laagpakket van Wormer (onder het veen). Hiervoor zijn uit de omgeving verschillende voorbeelden (Rhoon, Eiland van Dordrecht). 7) paragraaf 4.2 (p. 9): De stelling dat de top van het veen geërodeerd zal zijn ter plaatse van de geulpatronen, wordt niet onderbouwd. Het feit dat verschillende boringen uit het DINOloket die veen bevatten, binnen dit veronderstelde erosieve geulpatroon vallen spreekt hiertegen. 8) paragraaf 4.2 (p.10): In bijlage 3 is een kaart opgenomen met boorgegevens uit het dinoloket. Hieruit blijkt dat dat. Gelet op het geringe aantal DINOboringen en de (beperkte) ruimtelijke spreiding rondom het plangebied, zijn de vlakdekkende uitspraken die op basis van de boringen uit het DINOloket worden getrokken voorbarig. Zoals naar aanleiding van de second opinion ook is opgemerkt vormen de beschikbare DINOboringen geen betrouwbare bron om voor het hele plangebied (de gestelde) vlakdekkende uitspraken te doen over de diepteligging en de mate van intactheid/erosie van het veen (zie e-mail d.d. 11 februari 2015). Gegevens die deze veronderstelling tegenspreken (DINOboring 43E0391, veen : 3,2-3,5 m -Mv) worden nu geherinterpreteerd (zie punt hieronder). Adviesdocument RAAP Archeologisch Adviesbureau 1

9) paragraaf 4.2 (p.10):.. gezien de beperkte dikte van deze veenlaag is het de verwachting dat dit een verslagen veenbrok betreft. Dit wordt nergens onderbouwd (anders dan de genoemde geringe veendikte van 30 cm). 10) paragraaf 4.2 (p.10): Op basis van de dikte van deze veenlaag is dit mogelijk wel een niet verspoelde veenlaag. Het is niet duidelijk wat hier bedoeld wordt: wel verspoeld of niet verspoeld? 11) paragraaf 4.2 (p.10):.. verwacht wordt dat de top van het veen in ieder geval geërodeerd is. Dit is juist geformuleerd, het is de verwachting van de onderzoekers dat het veen is geërodeerd. Dit wordt echter (met uitzondering van het noordoostelijk deel van het plangebied) niet aangetoond. 12) hoofdstuk 5 (p.11): Er is een sterke focus op veraard veen. Het ontbreken hiervan wordt als (extra) argument aangehaald dat er sprake is van erosie van de top van het veen. In dit deel van Nederland was langs de rivieren vooral sprake van eutrofe veenontwikkeling (zie o.a. Pons, 1992) 1 ; het is dan ook niet waarschijnlijk dat er sprake is geweest van veraard veen. Ook de beschrijving van het aangetroffen veen (bijlage 4: sterk kleiig veen ) wijst op een eutroof veen (broek-/bosveen) waarbij niet zo snel sprake zal zijn van veraarding. 13) hoofdstuk 5 (p.11): De zandige kreekbeddingafzettingen liggen die zijn aangetroffen liggen vrijwel zeker erosief op de onderliggende veenlaag. Deze aanname wordt niet door feitelijke boorgegevens ondersteund. 14) bijlage 4 (Boorstaten): In alle gevallen dat veen is aangeboord is het consequent beschreven als Veen, sterk kleiig, rood/bruin, kalkrijk, C-horizont, niet veraard. Is het veen daadwerkelijk getest op kalkgehalte? Het is zeer onwaarschijnlijk (zo goed als uitgesloten) dat het veen kalkrijk is. Algemeen Problematisch blijft dat (de onderzoekers geaccepteerd hebben dat) in 18 van de 26 boringen het veen niet is bereikt, juist omdat vooraf duidelijk was dat het booronderzoek tot doel had de diepte en intactheid van het veen in kaart te brengen. De conclusie in het rapport dat het veen in het hele plangebied is geërodeerd is niet correct omdat deze niet wordt onderbouwd met boorgegevens: de boringen die door ArgGeoBoor zelf zijn uitgevoerd, zijn niet tot in het veen doorgezet en de boorgegevens uit het Dinoloket geven niet expliciet aan of er wel/geen sprake is van erosie. Hier wordt dezelfde onjuist argumentatie gehanteerd als die eerder in de second opinion werd aangevoerd. Het is na afronding van het verkennend booronderzoek nog niet duidelijk of het veen in het zuidelijk deel van het plangebied ontbreekt, of dat het veen wel aanwezig is, maar zich dieper bevindt dat de geboorde boordiepte. Om aan te tonen of - en zo ja - op welke diepte het veen aanwezig en of het veen geërodeerd is of niet, zou minimaal een raai met aanvullende boringen gezet dienen te worden in het zuidelijk deel van het plangebied (bij voorkeur ter hoogte van de geplande watergangen). Door het rapport heen is sprake van kleine typefouten (dubbele of ontbrekende spaties, onjuiste interpunctie, onjuist/inconsistent gebruik van hoofd- en kleine letters, e.d.). Geadviseerd wordt om het rapport hier nog even op te controleren. 1 Pons, L.J., 1992. Holocene peat formation in the lower parts of the Netherlands. Fens and bogs in the Netherlands: Vegetation, history, nutrient dynamics and conservation. In: J.T.A. Verhoeven (red.), Geobotany 18: pp. 7-79. Kluwer Academic Publishers. Adviesdocument RAAP Archeologisch Adviesbureau 2

Conclusie/aanbeveling Er wordt deels akkoord gegaan met de in het rapport gedane aanbevelingen. Er wordt mee ingestemd om het noordoostelijk deel van het plangebied (ter hoogte van boringen 1 t/m 7) vrij te geven voor toekomstige bouw-/graafwerkzaamheden. Verder wordt voorgesteld om het zuidelijk deel van het plangebied vrij te geven voor toekomstige bouwwerkzaamheden tot een diepte van 3 meter ten opzichte van huidig maaiveld. Deze vrijstelling geldt ook voor de aanleg/plaatsing van funderings-/heipalen ten behoeve van de geplande woningbouw. De palen reiken weliswaar dieper dan 3 meter, maar de verstoring door funderingspalen bij een normaal palenplan (d.w.z. een palenplan t.b.v. woningbouw) is verwaarloosbaar klein (< 1% van het bouwvlak). De vrijstelling in het zuidelijk deel van het plangebied geldt niet voor andere graafwerkzaamheden die dieper gaan dan 3 meter (zoals de aanleg van waterpartijen). Hiervoor dient nader archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. G.H. de Boer, RAAP West-Nederland 12 maart 2015 Adviesdocument RAAP Archeologisch Adviesbureau 3