3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 Van Baarsen Buisleidingen BV Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol
Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 3 2 Beschrijving van de organisatie 4 3 Verantwoordelijke 7 4 Basisjaar en rapportage 7 5 Afbakening 7 6 Directe en indirecte GHG-emissies 10 6.1. Berekende GHG emissies 10 6.2. Verbranding biomassa 10 6.3. GHG verwijderingen 11 6.4. Uitzonderingen 11 6.5. Belangrijkste beïnvloeders 11 6.6. Toekomst 11 6.7. Significante veranderingen 11 7 Kwantificeringsmethoden 12 8 Emissiefactoren 12 9 Onzekerheden 13 10 Rapportage volgens ISO 14064 deel 7 14 Bijlagen 15 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 2/15
1 Inleiding en verantwoording Van Baarsen Buisleidingen BV dankt haar bestaansrecht aan het uitvoeren van werkzaamheden in de ondergrondse infrastructuur, specifiek in de kabels en leidingen. Het aanleggen van netwerken voor de energiesector en leidingsystemen voor drink- en afvalwater zijn kern activiteiten van de onderneming. Sinds 1 december 2009 hanteert ProRail de door haar zelf ontwikkelde CO 2 - prestatieladder bij het selecteren van haar leveranciers.rijkswaterstaat hanteert de CO 2 - Prestatieladder vanaf 1 januari 2013 op alle Grond- Weg- en Waterbouw aanbestedingen. Bij de netwerkbedrijven in de energiesectoren en de drink- en afvalwaterbedrijven wordt steeds vaker de CO 2 -prestatieladder gehanteerd als onderdeel van Maatschappelijk Verantwoord Inkopen en Ondernemen. De CO 2 -prestatieladder biedt een aannemer als Van Baarsen Buisleidingen BV een stimulans en uitdaging om de eigen CO 2 uitstoot te monitoren en te verminderen. De stimulans zit hem met name in de inspanning; des te grotere inspanning, des te groter de kans op een positieve acquisitie bij opdrachtgevers die Maatschappelijk Verantwoord Inkopen. De CO 2 -Prestatieladder kent 4 invalshoeken: A. Inzicht (het opstellen van een CO 2 footprint volgens de ISO 14064-1 norm). B. CO 2 reductie (de ambitie van het bedrijf om de uitstoot te verminderen). C. Transparantie (de wijze waarop wordt gecommuniceerd over footprint en doel) D. Deelname aan initiatieven (in sector of keten) om CO 2 te reduceren. Elke invalshoek is onderverdeeld in 5 niveaus, hoe hoger het niveau per invalshoek, hoe meer punten het bedrijf kan vergaren en uiteindelijk des te meer gunningvoordeel het bedrijf ontvangt. Een certificerende instantie zal de activiteiten beoordelen en het niveau van het CO 2 bewust-certificaat te bepalen. Hiervoor moeten stappen zijn gezet op alle onderdelen A t/m D van de ladder. In dit rapport wordt de emissie inventaris van Van Baarsen Buisleidingen BV over 2013 besproken en richt zich op invalshoek A van de CO 2 prestatieladder, het inzicht. De CO 2 footprint geeft een inventarisatie van de totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen: de GHG emissies. Daarnaast geeft het inzicht in de herkomst van deze emissies met een verdeling naar directe (scope 1) en indirecte (scope 2) GHG emissies. De inventarisatie is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de prestatieladder en is uitgevoerd conform de ISO 14064-1; 2006 (E) quantification and reporting of greenhouse gas emissions and removals. In dit rapport wordt de voetprint gerapporteerd volgens 7.3.1 van deze norm, in het laatste hoofdstuk is hiertoe een cross reference table opgenomen. 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 3/15
2 Beschrijving van de organisatie 2.1. Historie van Baarsen Buisleidingen In 1961 heeft de heer S. van Baarsen onder zijn eigen naam de basis gelegd voor het huidige Van Baarsen Buisleidingen BV. De heer Van Baarsen richtte zich in het begin op de zandhandel en het inzetten van graafmachines. De aanleg van de WRK leiding van Nieuwegein naar Andijk was zijn eerste grote project. In 1980 heeft hij zijn bedrijf overgedaan aan zijn twee zonen, die vervolgens in 1983 failliet zijn gegaan. Een maand later is het bedrijf overgenomen door de Badhoeve Van Baarsen Groep. Vanaf dat moment heeft het bedrijf zich ook bezig gehouden met de aanleg van gas en waterleidingen. Met ingang van 2001 is de bedrijfsnaam gewijzigd in Van Baarsen Buisleidingen BV. De huidige vorm van Van Baarsen Buisleidingen BV dateert van 2006. Vanaf dat moment concentreren de activiteiten zich in een straal van 60 km rondom Badhoevedorp en bestaan voor het grootste deel uit het aanleggen en onderhouden van gas- en waterleidingen en elektra netwerken. 2.2. Producten en diensten van de organisatie De kernactiviteiten van Van Baarsen Buisleidingen BV zijn gericht op het ontwerpen, aanleggen, onderhouden en renoveren van kabel- en leidingsystemen en het uitvoeren van (water)bodemsaneringen. Van Baarsen Buisleidingen BV stelt zich tevens ten doel om de uitvoering van bedrijfsactiviteiten zodanig te organiseren, dat zij in staat is om concurrerend producten c.q. diensten aan te bieden en te leveren met een hoog en constant kwaliteitsniveau, waarbij verbetering te allen tijde een continu en vanzelfsprekend proces moet zijn. Bij de uitvoering van de bedrijfsactiviteiten streeft Van Baarsen Buisleidingen BV naar voortdurende kwaliteitsverbetering van Product, Organisatie, Arbeidsomstandigheden en Milieu. 2.3. Medewerkers De organisatie Van Baarsen Buisleidingen BV had op 1 januari 2015 51 medewerkers in dienst, die invulling geven aan 47,0 FTE s. Naast deze medewerkers maakt Van Baarsen Buisleidingen BV gebruik van diverse onderaannemers, waarvan de samenstelling en in te zetten medewerkers van deze onderaannemers af hangt van de uit te voeren werkzaamheden. Van Baarsen Buisleidingen BV is naar zijn medewerkers toe, verantwoordelijk voor het bieden van goede en veilige arbeidsomstandigheden, alsmede goede en concurrerende arbeidsvoorwaarden. Tevens stelt zij zich verantwoordelijk voor het binnen het kader van de bedrijfsdoelstellingen bevorderen van de ontwikkeling en een zo goed mogelijk gebruik van de menselijke bekwaamheden. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor het beschikbaar 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 4/15
stellen van de nodige middelen en voorzieningen voor een verantwoorde uitvoering van de werkzaamheden. 2.4. Vestigingen Van Baarsen Buisleidingen BV kent één hoofdvestiging en een neven vestiging. De hoofdvestiging is gelegen aan de Sloterweg 321 te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer. Op deze vestiging bevindt zich zowel het kantoor als het magazijn van Van Baarsen Buisleidingen BV. Ook is er op deze vestiging een beperkte opslag van buizen en haspels. De nevenvestiging is gelegen aan de Sloterweg 473 te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer. Op deze vestiging bevindt zich de werkplaats van Van Baarsen Buisleidingen BV en tevens dient deze locatie als opslag voor haspels, buizen, hulpconstructies en groot materieel. 2.5. Risicobeheersing en kwaliteit, arbo en milieu Risicobeheersing Van Baarsen Buisleidingen BV streeft naar een voortdurende optimalisering van Product, Organisatie, Arbeidsomstandigheden en Milieu. Dit, in het geloof dat deze zorg een voorwaarde is om het vertrouwen van de klant te winnen en behouden. Maar het is ook een voorwaarde om op lange termijn de continuïteit van de onderneming te waarborgen. Van Baarsen Buisleidingen BV ziet Risicobeheersing als het totaal van de drie hierna genoemde gebieden: kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieuzorg. Kwaliteit Het beleid is gericht op de uitvoeren van werkzaamheden volgens vaste regels en normen van de diverse systemen en richtlijnen en vastgelegd door middel van Integrale Kwaliteitszorg in het handboek. Consequente naleving van dit systeem door de gehele bedrijfsorganisatie stimuleert om het vereiste kwaliteitsniveau te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Bevordering van een goede werksfeer, moedigt de medewerkers aan om in goede onderlinge samenwerking tot optimale prestaties te komen. Dit in het besef dat het welslagen van de onderneming afhankelijk is van de volledige inzet, vaste wil en discipline van alle medewerkers. Arbeidsomstandigheden Het beleid van Van Baarsen Buisleidingen BV met betrekking tot arbeidsomstandigheden is erop gericht om bij de uitvoering van werkzaamheden te waken over de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van alle bij of voor Van Baarsen Buisleidingen BV werkzame personen. Naast het voldoen aan geldende (wettelijke) voorschriften, is het beleid gericht 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 5/15
op het bevorderen van maatregelen ter bescherming van de gezondheid van allen die direct of indirect gevolgen van hun werkzaamheden kunnen ondervinden. Milieuzorg Van Baarsen Buisleidingen BV erkent haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om bij de uitvoering van werkzaamheden de nodige zorg te besteden aan het in stand houden van het milieu. Naast het voldoen aan de geldende (wettelijke) voorschriften, is het beleid gericht op het bevorderen van maatregelen om eventuele invloeden van bedrijfsactiviteiten op het milieu waar mogelijk te voorkomen en beperken. Deze maatregelen hebben betrekking op de volledige flora en fauna. Met betrekking tot bovengenoemde risicobeheersing en de daarbij behorende gebieden heeft Van Baarsen Buisleidingen BV zich in de afgelopen jaren gecertificeerd volgens de volgende richtlijnen: o CKB 2009 o VCA** 2008/5.1 o ISO 9001:2008 o ISO 14001:2004 o BRL SIKB 7000 met protocol 7001 *) o BRL SIKB 6000 met protocol 6001 2.6. Aanleiding van CO2 reductie Op 30 november 2009 heeft van Baarsen Buisleidingen BV de Gedragscode verklaring voor Leveranciers ondertekend, waarin van Baarsen het belang van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen erkent. Aan de hand van de destijds ondertekende Criteria voor duurzaam inkopen van Kabels en Leidingen is bij Van Baarsen Buisleidingen BV een aanzet gemaakt om het MVO verder in de organisatie door te voeren en als gewoon te laten beschouwen. Met betrekking tot de People aspecten, worden de geldende normen en waarden voor internationale arbeidsnormen, eerlijke handel, mensenrechten en Veiligheid tijdens de uitvoering, zo veel mogelijk gerespecteerd. Met betrekking tot de Planet (milieuaspecten) zijn de volgende criteria die bij onze organisatie leven van toepassing: Het duurzaam gebruik van materiaal, wordt met een beheer- en onderhoudsplan bijgehouden. De afvoer en registratie van deze afvoer is geborgd in de ISO 14001, waarbij zoveel mogelijk gescheiden afval wordt aangeboden. De kunststof buizen die als afval worden aangemerkt worden aangeboden voor een hergebruikproces. Met betrekking tot Energiegebruik, worden middelen ingezet die dit bevorderen, zoals alternatieve brandstof wordt toegepast in plaats van de reguliere diesel brandstof. 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 6/15
De leefomgeving en de natuur worden daar waar mogelijk gespaard en indien dat niet mogelijk is, in overleg met natuurdeskundigen bewerkt. De omgang met verontreinigde grond is een belangrijk item waarbij de wettelijke eisen worden opgevolgd, zij het dat deze wettelijke eisen nauwgezet worden gevolgd, om een juiste kosten minimalisatie te kunnen bewerkstelligen. Vanuit de BRL SIKB 7000 en de vigerende CROW norm worden procedures ontwikkeld, die het totale proces moeten beïnvloeden om de kosten in de hand te kunnen houden. De reductie van de CO 2 emissie is een exponent van het toepassen van de Planet criteria. De erkenning van het belang van MVO aspect, vraagt ook om het verder verdiepen van MVO, het daadwerkelijk doen. Naast het feit dat Van Baarsen Buisleidingen BV hier het voortouw in neemt, vragen opdrachtgevers in algemene zin om meer concrete acties ten aanzien van MVO. De certificering voor Van Baarsen Buisleidingen BV voor de CO 2 is hiervan een gevolg. 3 Verantwoordelijke De verantwoordelijkheid voor de stuurcyclus CO 2 reductie, alsmede alle activiteiten die hieraan gekoppeld zijn, ligt primair bij Timo Schoon. Hij rapporteert direct aan de directie, die eindverantwoordelijk zijn voor het gehele MVO beleid. 4 Basisjaar en rapportage Aangezien 2012 het eerste jaar is dat er voor Van Baarsen Buisleidingen BV een emissie inventaris is opgesteld volgens het GHG-protocol, geldt het resultaat van deze inventarisatie als referentie voor de CO 2 reductiedoelstellingen en als vergelijk voor de toekomstige jaren. Aangezien er tijdens het schrijven van dit rapport nog geen acties zijn uitgevoerd, kunnen we nog geen tussentijdse meting doen om te vergelijken en te zien of er reductie resultaten worden geboekt. 5 Afbakening Bepalen organisatiegrens Van Baarsen Buisleidingen BV 5.1. Inleiding Voor de bepaling van de organisatiegrens is in 2012 gebruik gemaakt van de GHGprotocol methode, zoals beschreven in Bijlage B van het Handboek CO 2 -Prestatieladder versie 3.0. 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 7/15
Het startpunt is de juridische entiteit Van Baarsen Buisleidingen BV. Op het moment van opstellen van dit rapport is de situatie ongewijzigd ten opzichte van 2012. 5.2. Organigram Voor het bepalen van de organisatiegrens is het van belang om inzicht te krijgen in de positie van de organisatie binnen het gehele concern. Dit inzicht wordt verkregen door onderstaand organigram. Uit het organigram is op te maken dat de werkmaatschappij Van Baarsen Buisleidingen BV een moeder heeft in Van Baarsen Holding BV en een dochter in Badhoeve Leidingbouw BV. Deze dochter is per 31 december 2013 opgeheven bij gebrek aan baten. Organigram Van Baarsen: Holding JST Holding RH Van Baarsen Holding BV Van Baarsen Buisleidingen BV Badhoeve Leidingbouw BV 5.3. Leveranciers analyse Om vervolgens vast te kunnen stellen of de dochter of moeder binnen de organisatiegrens voor de certificering valt, dient een leveranciers analyse uitgevoerd te worden volgens de methode, zoals beschreven in Bijlage B van het Handboek CO 2 -Prestatieladder versie 3.0. Bij de vaststelling worden twee soorten leveranciers onderzocht. Allereerst de A- leveranciers. Dit zijn de grootste leveranciers van de organisatie en behartigen met elkaar 80% van de totale inkoopwaarde. Daarnaast kennen we de concern leveranciers ( C- leveranciers). Dit zijn de moeders, zusters en dochters, zoals deze voorkomen in het organigram. 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 8/15
Een C-leverancier dient te worden opgenomen binnen de organisatiegrens indien deze zowel A als C leverancier is. 5.4. Vaststellen organisatiegrens De in het organigram weergegeven moederbedrijf Van Baarsen Holding BV en dochter Badhoeve Leidingbouw BV komen beide niet voor binnen de lijst van A-leveranciers. Hieruit kan worden opgemaakt dat alleen Van Baarsen Buisleidingen BV binnen de organisatiegrens voor de certificering van de CO 2 -Prestatieladder valt. De organisatie grens zal op het certificaat als volgt worden geformuleerd: Van Baarsen Buisleidingen BV 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 9/15
6 Directe en indirecte GHG-emissies In dit hoofdstuk worden de berekende GHG emissies toegelicht. 6.1. Berekende GHG emissies De directe en indirecte GHG emissie van Van Baarsen Buisleidingen BV bedroeg in 2014 540,93 ton CO 2.. Hiervan werd 513,75 ton CO 2 veroorzaakt door directe GHG emissie (scope 1) en 27,18 ton CO 2 door indirecte GHG emissie (scope 2). Onderstaande figuren geven dit weer. Emissie inventaris 2014 Van Baarsen Buisleidingen BV Scope 1 omvang eenheid conversiefactor ton CO 2 Gasverbruik 28.174 m 3 1.884 53,08 Brandstofverbruik leaseauto's (diesel) 65.169 liters 3.230 210,50 Brandstofverbruik leaseauto's (LPG) 0 liters 1.806 0,00 Brandstofverbruik leaseauto's (benzine) 33.643 liters 2.740 92,18 Brandstofverbruik bedrijfsmiddelen (diesel) 47.396 liters 3.230 153,09 Brandstofverbruik bedrijfsmiddelen (benzin 494 liters 2.740 1,35 Brandstofverbruik bedrijfsmiddelen (propaa 2.058 liters 1.725 3,55 Koudemiddelen 0 kg n.v.t. 0,00 Stadswarmte 0 GJ 20.000 0,00 Totaal scope 1 513,75 Scope 2 omvang eenheid conversiefactor ton CO 2 Elektraverbruik - grijs 31.236 kwh 526 16,43 Elektraverbruik - groen 28.834 kwh 0 0,00 Zakelijke km priveauto's (diesel) 3.515 km's 168 0,59 Zakelijke km priveauto's (LPG) 11.113 km's 192 2,13 Zakelijke km priveauto's (benzine) 45.335 km's 177 8,02 Brandstofverbruik huurauto's (diesel) 0 liters 3.230 0,00 Brandstofverbruik huurauto's (LPG) 0 liters 1.806 0,00 Brandstofverbruik huurauto's (benzine) 0 liters 2.740 0,00 Vliegreizen < 700 0 km's 297 0,00 Vliegreizen 700-2500 0 km's 200 0,00 Vliegreizen > 2500 0 km's 147 0,00 Totaal scope 2 27,18 Totaal scope 1 en 2 540,93 Totaal aantal FTE per 31-12-2014 47 Totale emissie per FTE in 2014 11,5 Gezien deze uitkomsten kan over Van Baarsen Buisleidingen gezegd worden dat, in relatie tot de CO 2 uitstoot, zij worden ingedeeld in de categorie: bedrijven klein. 6.2. Verbranding biomassa Er vond bij Van Baarsen Buisleidingen BV in 2013 geen verbranding van biomassa plaats. 6.3. GHG verwijderingen Ook vond er bij Van Baarsen Buisleidingen BV in 2013 geen broeikasgasverwijdering of compensatie plaats. 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 10/15
6.4. Uitzonderingen Er zijn geen noemenswaardige uitzonderingen te noemen op het GHG protocol. 6.5. Belangrijkste beïnvloeders Er zijn binnen Van Baarsen Buisleidingen BV geen individuen aan te wijzen, die een dermate belangrijke invloed hebben op de totale CO 2 footprint, dat deze significant zal veranderen als deze individuen hun gedrag ten aanzien van de CO 2 uitstoot zullen aanpassen. 6.6. Conclusie en toekomst De emissie in de paragrafen hierboven zijn vastgesteld voor het jaar 2014. In het vergelijk met 2013 en 2012 zie je dat 2014 qua jaar erg lijkt op het jaar 2012. Zowel in 2014 als in 2012 is er veel werk uitgevoerd buiten de normale regio en minder inzet geweest van bedrijfsmiddelen. In 2013 was dit juist andersom, met veel bedrijfsmiddelen binnen de normale regio van Van Baarsen Buisleidingen BV (streefafstand 50km woon werkverkeer maximaal). Aangezien het brandstofverbruik van lease auto s en bedrijfsmiddelen sterk afhankelijk is van de werklocatie van de projecten of het soort projecten, moeten we constateren dat de invloed die daarop wordt uitgeoefend met een aantal Plug-Inn Hybride auto s maximaal is. Daarentegen is er wel een duidelijke vooruitgang in de reductie van de emissie van het gas en elektra waar te nemen. Ondanks de groei van kantoorruimte en de onzeker factor waarin van Baarsen zich op de locatie bevindt, waardoor constructieve reductiemaatregelen uitblijven, wordt er wel gereduceerd op het verbruik. 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 11/15
7 Kwantificeringsmethoden Voor het kwantificeren van de CO 2 uitstoot is gebruik gemaakt van eigen model, waarbij de emissies voor alle onderdelen van Scope 1 en scope 2 nader zijn gespecificeerd. In het model zijn alle verbruiken ingevuld voor het referentie jaar en kunnen voor de volgende jaren ingevuld worden, zodat de methodiek voor de vergelijking van de verschillende jaren identiek is. In het Energie Meetplan van Van Baarsen Buisleidingen BV wordt beschreven waar de brongegevens per energiestroom vandaan komen. Voor het vaststellen van de emissie is gebruik gemaakt van de formule: verbruik x conversiefactor, overeenkomstig Handboek CO 2 prestatieladder versie 3.0. Aangezien de conversiefactoren in 2015 met het uitkomen van het Handboek versie 3.0 zijn aangepast, zijn de uitkomsten van 2012 en 2013 her berekend om de jaren op de juiste wijze met elkaar te kunnen vergelijken. 8 Emissiefactoren Voor de inventarisatie van de CO 2 uitstoot van Van Baarsen Buisleidingen BV over het jaar 2014 zijn de emissiefactoren uit de CO 2 prestatieladder 3.0 gehanteerd. Omdat het gaat om specifieke emissiefactoren op nationaal niveau, zijn de gehanteerde emissiefactoren zeer geschikt voor het omrekenen van de broeikasgas activiteiten data naar de daarmee gepaard gaande CO 2 emissie. Alle gebruikte emissiefactoren zijn opgenomen in de berekening van de CO 2 footprint. De emissiefactoren van Van Baarsen Buisleidingen BV zullen te allen tijde mee gaan met wijzigingen in de emissiefactoren van de CO 2 prestatieladder 3.0. Er zijn geen Removal factors van toepassing. 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 12/15
9 Onzekerheden Alle opgenomen cijfers en resultaten moeten worden gezien als een inschatting met de kleinste afwijking ten aanzien van de werkelijke waarden. Alle gebruikte gegevens voor de totstandkoming van de CO 2 footprint, zijn gebaseerd op vastgelegde feiten, in de vorm van facturen, metingen en opgaven van derden. Hierdoor is de afwijking van deze inschatting ten aanzien van de werkelijke waarden zeer gering. Er zijn echter een tweetal onzekerheden. Deze worden onderstaand omschreven: 1. Inschatting energieverbruik Sloterweg 473 2. Voorraden van brandstof, meegenomen in de volgende jaren 9.1. Inschatting energieverbruik Sloterweg 473 Het energieverbruik op de locatie Sloterweg 473 wordt verrekend door middel van een vast bedrag van bijkomende kosten, waarin een deel kosten zijn opgenomen voor energieverbruik. Aangezien deze locatie door meerdere bedrijven wordt gebruikt en er maar 1 bemeterde gas en 1 bemeterde elektra aansluiting aanwezig is, is een inschatting gemaakt. Om dit in de toekomst te voorkomen is één van de eerste acties het bemeteren van de aansluitingen van het pand op de Sloterweg 473. Zodra er voor een deel of een geheel jaar het verbruik is gemeten, zal dit een afwijking kunnen geven op het voor 2013 ingeschatte verbruik. 9.2. Voorraden van brandstof De emissie factoren zijn berekend aan de hand van verbruik van onder andere brandstof, waarvan het volume wordt meegenomen, wat staat weergegeven op de factuur. De brandstof van de bedrijfsmiddelen wordt regelmatig in bulk ingekocht van een aantal honderden liters per aankoop. De mogelijkheid bestaat dat er brandstof in voorraad blijft, gedurende de jaarovergang. Zowel praktisch als administratief zijn hiervan geen waarden bekend en worden alle gekochte liters geacht in het aanschafjaar gebruikt te zijn. 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 13/15
10 Rapportage volgens ISO 14064 deel 7 Dit rapport is opgesteld volgens de eisen uit ISO 14064-1 paragraaf 7. In Tabel 1 is een cross reference gemaakt van de onderdelen uit ISO 14064 en de hoofdstukken in het rapport. ISO 14064-1 7.3 GHG report content Beschrijving Hoofdstuk rapport A Reporting organization 2 B Person responsible 3 C Reporting period 4 4.1 D Organizational boundaries 5.1 4.2.2 E Direct GHG emissions 6.1 4.2.2 F Combustion of biomass 6.2 4.2.2 G GHG removals 6.3 4.3.1 H Exclusion of sources or sinks 6.4 4.2.3 I Indirect GHG emissions 6.1 5.3.1 J Base year 4 5.3.2 K Changes or recalculatons 7 4.3.3 L Methodologies 7 4.3.3 M Changes to methodologies 7 4.3.5 N Emission or removal factors used 8 5.4 O Uncertainties 9 P Statement in accordance with ISO 14064 10 Tabel 1 Cross reference ISO 14064-1 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 14/15
Bijlagen 1. 3.A.1_2 Bijlage 1 Emissie inventaris rapport 2014 3.A.1_2 Emissie inventaris rapport 2014 15/15