Gemeente Den Haag VASTSTELLING MARKTREGLEMENT DEN HAAG 2013 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

Vergelijkbare documenten
Alles wat u moet weten over de Haagse Markten

Wat u moet weten over de Haagse markten

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening Den Haag december Officiële uitgave van gemeente 's-gravenhage.

Gemeente Den Haag. rv 101

b e s l u i t : Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ;

Marktverordening Westvoorne 2012

b e s l u i t : Nr: 12-9 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-9;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2007, nummer 104; b e s l u i t :

Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Delfzijl 2008

Gezien het voorstel inzake de vaststelling van de Marktverordening (Gem. blad Afd. A 2004, no. 116);

beperkte ruimte beperkte ruimte veiligheid en werkzaamheden zwaar gelijk afhankelijk van ernst overtreding: schorsing van 4 dagen of intrekking

Marktverordening gemeente Terneuzen 2011

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Bedum 2006

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten;

Verordening op de warenmarkt(en) gemeente Grootegast 2010

Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Verordening rechten markten Den Haag 2013

Artikel 3 Nadere regels Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

MARKTVERORDENING GEMEENTE DORDRECHT

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Marktverordening Leeuwarderadeel 2006 Paragraaf 1 Algemene bepalingen

1.0 INLEIDENDE BEPALINGEN

c. standplaats: de ruimte die voor de duur van een markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

Gemeente Den Haag. rv 128 Dienst Publiekszaken PBS/ RIS _151027

Marktverordening 2013

In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Losser 2003

Artikel 2, Toepassingsgebied Deze verordening is van toepassing op alle door Burgemeester en wethouders ingestelde algemene warenmarkten.

Marktverordening Gooise Meren 2017

Marktverordening Papendrecht 2000

Vergadering d.d. : 22 november Agendapunt : 6.2. Registratienummer : Onderwerp : Marktverordening 2011

VASTSTELLING BRANCHEBESLUIT MARKTEN DEN HAAG 2017 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Marktverordening Oosterhout 2003

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2013, met overneming van de daarin vermelde motieven;

De belangrijkste wijzigingen zijn het afschaffen van de wacht- en de anciënniteitlijst.

gelezen het voorstel van het college van 4 november 2010, volgnr ; gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

Marktverordening gemeente Castricum 2005

RAADSBESLUIT. Datum en nummer 11 december 2014, nummer. De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college van 4 november 2014,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 maart 2007;

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Inrichtingsplan weekmarkt 2017

gelezen het voorstel van het college van 14 februari 2006, nummer 104; gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

Marktverordening Gulpen-Wittem 2007

CONCEPT-MARKTREGLEMENT DEN HAAG

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Haren 2012

BESLUIT: vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Middelburg.

MARKTREGLEMENT 2012 BEHORENDE BIJ MARKTVERORDENING GEMEENTE HELLENDOORN 2012

Marktverordening gemeente Valkenswaard 2007

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Heumen 2010, de Algemene wet bestuursrecht;

Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012

VASTSTELLING MARKTREGLEMENT DEN HAAG 2016 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007; STZ 07/24389; raadsstuk ;

Inrichtingsplan voor de donderdag- en zaterdagmarkt te Zaandam

Nadere regels op grond van artikel 4 Marktverordening Nijmegen 2007

gelet op artikel 160 eerste lid sub h van de Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening Waalwijk 2009 en de Algemene wet bestuursrecht;

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse heuvelrug;

Marktreglement gemeente Utrechtse Heuvelrug 2014

Marktverordening 2016

c. en de afmetingen van de standplaatsen; voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een

Jaar: 2006 Nummer: 76 Besluit: Gemeenteraad 7 november 2006 Gemeenteblad. MARKTVERORDENING 2006 Raadsbesluit 7 november 2006, bijlage 132

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Hilversum 2011, de Algemene wet bestuursrecht;

Datum collegebehandeling 1 juni 2016 Paraaf Notulist. Paraaf SEZH

ONTWERP. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 maart 2005, bijlage nr.: ;

e. indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van

Standplaatsen- en Ventverordening van de gemeente Gulpen-Wittem januari 2003

Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Schiedam 2007 (gewijzigd exemplaar)

Vaststellen Verordening op de Weekmarkt in Waterland. Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Dordrecht 2004

1. De Marktverordening 2014 gemeente s-hertogenbosch als volgt vast te stellen:

Marktreglement dagmarkt Markt

gemeente Nadere regels standplaatsen 2016 HEElT SkEl'k 5 oktober 2016 BIVO/2015/30196 Z01C435ED5C

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Leerdam Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Gelet op artikelen 149 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet;

Marktreglement vrijdagmarkt Maastricht

Bijlagen: 1. Marktverordening

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015;

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT; overwegende

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;

MARKTVERORDENING GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK

Marktreglement Maastricht

Het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen;

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2011, met kenmerk AP 020; raadsstuk l;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Beleidsregels standplaatsvergunningen

CVDR. Nr. CVDR279340_1. Marktverordening 2013 gemeente Amstelveen HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

SUBSIDIEREGELING IMPULS BUURTHUIS VAN DE TOEKOMST DEN HAAG 2015

Voorstel van het college inzake vaststelling Marktverordening Den Haag 2013.

Gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Marktverordening gemeente Heerde 2012;

ALGEMENE TOELICHTING MARKTREGLEMENT

MARKTREGLEMENT GEMEENTE MEDEMBLIK 2012

Transcriptie:

Gemeente Den Haag Ons kenmerk DSB/2012.273 RIS 250358 VASTSTELLING MARKTREGLEMENT DEN HAAG 2013 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat: - de raad geeft het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 4 van de Marktverordening Den Haag 2013 de bevoegdheid om nadere regels te stellen over de toepassing van die verordening; - met dit reglement heeft het college hieraan invulling gegeven; - doelstelling daarbij is het vastleggen van een aantal rechten en verplichtingen voor de vergunninghouders. De verplichtingen zijn alle terug te voeren op de uitgangspunten die golden bij het vaststellen van de Marktverordening Den Haag 2013: een consumentgerichte, ondernemersgerichte, schone en veilige markt. Besluit: I. Vast te stellen het bij dit besluit gevoegde Marktreglement Den Haag 2013. II. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het Publicatiekanaal van week 26 van 2012 en met ingang van 28 juni 2012, inclusief toelichting en bijlage, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 250358. Den Haag, 19 juni 2012 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de locoburgemeester, Annet Bertram Marnix Norder Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: 070-353 9319 Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: 070-353 2782 Internetadres: www.denhaag.nl

DSB/2012.273 2 TOELICHTING MARKTREGLEMENT DEN HAAG 2013 Algemene toelichting De raad geeft het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 4 van de Marktverordening Den Haag 2013 de bevoegdheid om nadere regels te stellen over de toepassing van die verordening. Met dit reglement heeft het college hieraan invulling gegeven. Doelstelling daarbij is het vastleggen van een aantal rechten en verplichtingen voor de vergunninghouders. De verplichtingen zijn alle terug te voeren op de uitgangspunten die golden bij het vaststellen van de Marktverordening Den Haag 2013: een consumentgerichte, ondernemersgerichte, schone en veilige markt. Artikelgewijze toelichting Artikel 2:1, vierde lid: dit lid is opgenomen om het mogelijk te maken snel in de opvolging van een overleden vergunninghouder te kunnen voorzien. Bij het ontbreken van een dergelijke bepaling is het tijdrovend om te bepalen aan wie de nieuwe vergunning zou moeten worden verleend. Dat betekent, dat een standplaats langere tijd niet ingenomen kan worden en dat betekent op zijn beurt dat er gaten vallen in de markt. Vanuit de nieuwe ondernemer en vanuit de consument bezien is dat ongewenst. Artikel 2:3, eerste lid: deze bepaling maakt het mogelijk dat iemand die een vergunning voor meerdere dagen op dezelfde markt heeft, ook meerdere dagen op dezelfde standplaats kan staan. Artikel 2:5, eerste lid: deze bepaling beoogt handel in standplaatsen te voorkomen. Artikel 2:6, tweede lid: onder de vorige verordening vond de uitdeling van vrijgekomen vaste standplaatsen eenmaal per jaar plaats. Nu is gekozen voor een uitdeling eenmaal per kwartaal. Dat waarborgt een zorgvuldige procedure (kandidaten hebben een redelijke termijn om zich te beraden of ze in aanmerking willen komen) en het beperkt leegstand. Artikel 2:6, derde lid, onder a: uitbreiding als hier bedoeld kan geschieden tot een maximum van 8 meter voor één standplaats. In het Programma van Eisen wordt als uitgangspunt gehanteerd dat een standplaats ten minste 8 meter lang is. Artikel 3:1: het eerste lid benadrukt het unieke karakter van het standwerken: dat gebeurt op een unieke wijze en onderscheidt zich daarmee qua verkooptechniek en verkoophulpmiddelen van de vaste standplaatsen. Daarin zit ook de attractieve meerwaarde van het standwerken voor de markt als geheel. Het tweede lid geeft waarborgen voor het behoud van dat unieke karakter. Artikel 3:2, eerste lid: deze bepaling vloeit voort uit de vrijheid die de vaste vergunninghouder heeft gekregen om zich in zijn standplaats te laten vervangen. Tegenhanger van die vrijheid is de verplichting om ervoor te zorgen, dat de standplaats dan ook inderdaad bezet is. Artikel 3:2, tweede, derde en vierde lid: ondanks de verplichting die uit het eerste lid van dit artikel voortvloeit, kan het gebeuren, dat door overmacht of in geval van zeer kleine ondernemingen waarvoor vervanging moeilijk te regelen is vakantie een aantal dagen geen standplaats kan worden ingenomen. Deze bepaling maximeert dit tot 6 maal per jaar (3 maal bij de Antiek- en Boerenmarkt). Bij overschrijding kan het college de vergunning intrekken.

DSB/2012.273 3 Marktreglement Den Haag 2013 Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1:1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag; b. Adviescommissie Haagse Markten: adviescommissie als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet; c. vaste standplaatshouder: de vergunninghouder aan wie een vaste standplaats is toegewezen; d. partner: de echtgenoot, de geregistreerd partner van de vergunninghouder of degene met wie de vergunninghouder blijkens een bij notariële akte opgemaakt samenlevingscontract een gemeenschappelijke huishouding voert; e. verordening: Marktverordening Den Haag 2013; f. branchebesluit: het besluit op grond van artikel 3, eerste lid, onder f en g, van de verordening. Artikel 1:2 Markten 1. De markten worden, behoudens het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid van de verordening, gehouden op de navolgende dagen en locaties: a. elke maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag van 08:45 uur 17:00 uur op het marktterrein aan de Herman Costerstraat; b. elke dinsdag van 09:00 uur 17:00 uur op het marktterrein aan de Leyweg, tussen de Hengelolaan en de Oosterhesselenstraat/Fluitenbergstraat; c. elke donderdag van 09:00 uur 17:00 uur op het marktterrein in het gedeelte van de Stevinstraat tussen de Badhuisweg en de Gentsestraat; d. elke woensdag van 09:00 uur 17:00 uur op het marktterrein op het Loosduinse Hoofdplein; e. elke vrijdag van 09:00 17.00 uur op het marktterrein aan de Vuursteen bij het winkelcentrum Ypenburg. 2. De Boerenmarkt wordt gehouden iedere woensdag van 10.00 uur 18.00 uur op het marktterrein aan de Hofplaats. 3. De Antiek- en Boekenmarkt wordt gehouden op 20 donderdagen en 20 zondagen in de periode van medio mei tot en met medio september van 10:00 uur 18:00 uur op het marktterrein aan het Lange Voorhout. 4. De Antiek- en Boekenmarkt wordt iedere donderdag gehouden in de periode van medio september tot en met medio mei van 10:00 uur 18:00 uur op het marktterrein op het Plein. Hoofdstuk II De marktvergunning Artikel 2:1 De marktvergunning voor een vaste standplaats 1. Een marktvergunning voor een vaste standplaats dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van het daartoe door het college vastgestelde formulier, na openbare kennisgeving van de vrijgekomen standplaats door het college. 2. Bij de aanvraag moeten de bescheiden worden overgelegd als genoemd in artikel 6, vijfde lid van de verordening. 3. Het college beslist binnen acht weken op de aanvraag. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. 4. Op de marktvergunning voor een vaste standplaats kan worden bijgeschreven de partner of een kind van de vergunninghouder, op wie bij overlijden van de vergunninghouder de marktvergunning kan worden overgeschreven. Artikel 2:2 Weigeringgronden vaste standplaats 1. Op een aanvraag om een marktvergunning voor een vaste standplaats wordt afwijzend beschikt, indien de aanvrager niet voldoet aan de eisen, zoals omschreven in artikel 6, vierde lid van de verordening.

DSB/2012.273 4 2. Op een aanvraag om een marktvergunning voor een vaste standplaats kan in ieder geval afwijzend worden beschikt, indien: a. het maximum aantal beschikbare standplaatsen is vergund; b. het per branche vastgestelde maximum aantal marktvergunningen is verleend; c. voor de markt een tijdelijke marktvergunningenstop is vastgesteld; d. de aanvrager reeds over een marktvergunning beschikt voor de desbetreffende markt en marktdag, tenzij: 1. de aanvraag wordt gedaan op grond van artikel 2:5, en/of; 2. de marktvergunning nog niet vier aaneengesloten standplaatsen of een maximale frontlengte van 16 meter bedraagt. Artikel 2:3 Onderlinge ruiling vaste standplaatsen 1. Op gemeenschappelijk verzoek kunnen vaste standplaatshouders hun standplaats ruilen, mits daarmee geen strijd ontstaat met het vastgestelde branchebesluit. 2. Dit verzoek dient schriftelijk te worden ingediend door middel van het door het college daartoe vastgestelde formulier. Artikel 2:4 Overschrijving bij overlijden 1. Bij overlijden van de vaste standplaatshouder kan de marktvergunning worden overgeschreven op de partner of op één van zijn kinderen, mits: a. deze is bijgeschreven op de marktvergunning op basis van artikel 2:1, vierde lid; b. deze voldoet aan de vereisten van artikel 6, vierde en vijfde lid van de verordening; c. de verschuldigde marktgelden en alle andere vorderingen voortvloeiend uit de markt volledig zijn voldaan; d. bij overschrijving op het kind laatstgenoemde uiterlijk binnen vijf jaar voldoet aan het branchebesluit; e. er geen sprake is van een kenbaar gemaakt voornemen, om de marktvergunning van de vaste standplaatshouder in te trekken. 2. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen zes weken na het overlijden van de vaste standplaatshouder. 3. De overschrijving vervalt indien niet binnen zes weken na de bekendmaking van de overschrijving van de marktvergunning gebruik wordt gemaakt. 4. Bij het overschrijven van de marktvergunning vervalt de anciënniteit, tenzij de marktvergunning is overgeschreven op de partner. 5. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel. Artikel 2:5 Voordracht marktvergunning 1. De marktvergunninghouder van een vaste standplaats kan vijf jaar na verkrijging van een marktvergunning verzoeken om intrekking als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder a van de verordening, van deze marktvergunning onder de voordracht van een nieuwe vergunninghouder, mits: a. de verschuldigde marktgelden en alle andere vorderingen voortvloeiend uit de markt volledig zijn voldaan; b. er geen sprake is van een kenbaar gemaakt voornemen, om de marktvergunning van de standplaatshouder in te trekken. 2. De voorgedragen marktvergunninghouder dient gelijktijdig met het onder het eerste lid bedoelde verzoek een aanvraag in om een markvergunning voor dezelfde vaste standplaats. 3. Het verzoek in het eerste lid en de aanvraag van het tweede lid dient gemeenschappelijk door de vergunninghouder en de voorgedragen vergunninghouder te worden gedaan door middel van het daartoe door het college vastgestelde formulier. 4. Artikel 2:1, tweede en derde lid, zijn overeenkomstig van toepassing. 5. De voorgedragen vergunninghouder dient bovendien te voldoen aan de gestelde eisen van artikel 6, vierde lid van de verordening. 6. De aanvraag als bedoeld in het tweede lid dient niet in strijd te zijn met het branchebesluit.

DSB/2012.273 5 Artikel 2:6 Uitdeling vrijgekomen vaste standplaats 1. Voor een vrijgekomen vaste standplaats wordt zo spoedig mogelijk opnieuw een marktvergunning verleend. 2. In afwijking van het eerste lid worden voor de vaste standplaatsen op de markt als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid onder a, eenmaal per drie maanden marktvergunningen verleend. 3. Voor een vaste standplaats komen, onverminderd het bepaalde in de artikelen 2:3, 2:4 en 2:5, achtereenvolgens in aanmerking: a. de vergunninghouder van één aangrenzende vaste standplaats van vier meter. De verlening geschiedt in volgorde van anciënniteit; b. de vergunninghouder die zijn standplaats wil ruilen met een andere, vrijgekomen vaste standplaats. De verlening geschiedt in volgorde van anciënniteit; c. de natuurlijk persoon aan wie na een sollicitatieronde volgend op een openbare kennisgeving van de vrijgekomen standplaats(en), een marktvergunning is verleend. d. de vergunninghouder van twee aangrenzende vaste standplaatsen of een front van 8 meter, tenzij deze reeds beschikt over vier vaste standplaatsen of een standplaats met een frontlengte van 16 meter. De verlening geschiedt in volgorde van anciënniteit. Artikel 2:7 Uitdeling dagplaatsen 1. De ingeschrevene voor een dagplaats op de markt als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid onder a, kan zich op de marktdag waarvoor de inschrijving geldt, uiterlijk een kwartier voor de aanvang van de markt melden ter verkrijging van een marktvergunning in de branche waarvoor hij is ingeschreven. Uitsluitend de ingeschrevene voor een dagplaats kan aan deze uitdeling deelnemen. Het verlenen van een marktvergunning voor een dagplaats vindt als volgt plaats: a. Voorrang hebben de ingeschrevenen van respectievelijk een branche, waarvoor nog geen standplaats is uitgegeven en daarna een branche, waarvoor de minste standplaatsen zijn uitgegeven. Indien meerdere ingeschrevenen voor een marktvergunning in aanmerking komen, geschiedt de verlening in volgorde van anciënniteit; b. Indien op basis van het gestelde onder a geen marktvergunning is verleend, kan de standplaats voor de betreffende marktdag in gebruik worden gegeven aan de vergunninghouder van de aangrenzende standplaats met de hoogste anciënniteit. 2. Voor de markten, niet zijnde de markt als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid onder a, kan de standplaats voor de betreffende marktdag in gebruik worden gegeven aan de vergunninghouder van de aangrenzende standplaats met de hoogste anciënniteit. Artikel 2:8 Loting standwerkerplaatsen 1. De ingeschrevene voor een standwerkerplaats kan zich op de marktdag waarvoor de inschrijving geldt, uiterlijk bij aanvang van de markt melden ter verkrijging van een marktvergunning voor een standwerkerplaats. Bij de aanmelding vermeldt de ingeschrevene het product waarmee gaat worden gewerkt. 2. Uitsluitend de ingeschrevene voor een standwerkerplaats kan aan deze loting deelnemen. 3. De marktvergunning voor een standwerkerplaats vermeldt de standwerkerplaats, waarvoor deze geldt. De standwerker kan zich door ten hoogste één persoon laten bijstaan, mits deze vooraf is aangemeld en zelf niet deelneemt aan de loting. Artikel 2:9 Weigeringgronden dagplaats en standwerkerplaats 1. Op een aanvraag om een marktvergunning voor een dagplaats of een standwerkerplaats kan in ieder geval afwijzend worden beschikt, indien: a. het maximum aantal beschikbare standplaatsen is vergund; b. voor de markt een tijdelijke marktvergunningenstop is vastgesteld. 2. Het college kan de ingeschrevene voor een dagplaats voor een bepaalde termijn van de uitdeling uitsluiten, indien hij zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van een of meer van de in artikel 13, tweede lid van de verordening genoemde voorschriften. 3. Het college kan de ingeschrevene voor een standwerkerplaats voor een bepaalde termijn van de loting uitsluiten, indien hij zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van een of meer van de in artikel 13, tweede lid van de verordening genoemde voorschriften.

DSB/2012.273 6 Hoofdstuk III Gebruik standplaatsen Artikel 3:1 Bijzondere verplichtingen standwerker 1. De vergunninghouder van een standwerkerplaats mag alleen van eigen voorzieningen (parasol/verkooptafel) gebruik maken, behoudens de door of namens het college aangebrachte voorzieningen. 2. Een standwerkerplaats heeft een maximale oppervlakte van de verkoopruimte van 10 vierkante meter, bestaande uit maximaal 3 meter front en 3,5 meter diep. 3. Het is de marktvergunninghouder van een standwerkerplaats verboden: a. een ander product aan te bieden dan bij de melding, als bedoeld in artikel 2:8, eerste lid, aan het college is gemeld; b. gebruik te maken van weegschalen of prijsaanduidingen; c. de verkoop van goederen op een andere wijze uit te oefenen dan door middel van standwerken. Artikel 3:2 Verplichting tot innemen standplaats 1. Behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid, is de vergunninghouder verplicht zijn standplaats in te nemen of in te laten nemen. 2. De vergunninghouder van een vaste standplaats van de in artikel 1:2, eerste en tweede lid genoemde dagen en markten, is gerechtigd zijn vaste standplaats gedurende maximaal zes marktdagen per jaar niet in te nemen of in te laten nemen. 3. In afwijking van het tweede lid is de vergunninghouder van een seizoensplaats van de in artikel 1:2, eerste lid en tweede lid, genoemde dagen en markten, gerechtigd zijn standplaats gedurende maximaal drie marktdagen per jaar niet in te nemen of in te laten nemen. 4. De vergunninghouder van een vaste standplaats van de in artikel 1:2, derde lid en vierde lid genoemde dagen en markten, is per jaar gerechtigd zijn vaste standplaats gedurende maximaal drie marktdagen per jaar niet in te nemen of in te laten nemen. Artikel 3:3 Opbouw en ontruimen standplaats 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats mag niet eerder dan twee uur voordat die markt begint, starten met het inrichten van die standplaats en niet eerder dan drie uur, indien hij handelt met waren, die aan bederf onderhevig zijn. 2. De vergunninghouder van een dagplaats of standwerkerplaats, dient uiterlijk een uur na verlening van de marktvergunning de standplaats te hebben ingenomen. 3. Een vaste standplaats die niet uiterlijk een uur voor de aanvangstijd van die betreffende markt is ingenomen of waarvoor de desbetreffende vaste standplaatshouder zich niet uiterlijk een uur voor de aanvangstijd van die betreffende markt heeft aangemeld volgens de door het college vastgestelde procedure, wordt voor die dag als dagplaats aangemerkt. 4. Met het hebben ingenomen of innemen van de standplaats als bedoeld in het tweede en derde lid wordt bedoeld: het ingericht hebben van de standplaats en het uit de looppaden verwijderd hebben van het niet voor het innemen van de betrokken standplaats toegestane vervoermiddel, motorrijtuig of aanhangwagen. 5. De vergunninghouder is verplicht er voor zorg te dragen dat de standplaats uiterlijk één uur na het einde van de desbetreffende markt is ontruimd. 6. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

DSB/2012.273 7 Artikel 3:4 Schoonhouden standplaats 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren, dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. De vergunninghouder dient het afval onmiddellijk na afloop van de markt mee te nemen of te laten meenemen. 2. De vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten. 3. De vergunninghouder is verplicht de ruimte onder de kraam, onder en tussen de opbergunit en/of onder de verkoopwagen op een deugdelijke wijze af te schermen. Artikel 3:5 Verlaten standplaats Het is verboden zonder ontheffing de standplaats voor het einde van de markt te verlaten en om eerder dan één uur voor dat einde met het ontruimen van de standplaats te beginnen. Artikel 3:6 Legitimatie en identiteit 1. De vergunninghouder van een marktvergunning dient op eerste vordering van de toezichthouder te tonen: a. een geldig identiteitsbewijs; b. de geldige marktpas. 2. De natuurlijke persoon, die namens de vergunninghouder de vaste standplaats op de markt inneemt, dient op eerste vordering van de toezichthouder te tonen: a. een geldig identiteitsbewijs; b. de geldige marktpas van de vergunninghouder; c. een verklaring omtrent het gedrag, die niet ouder is dan vier jaar, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. 3. De vergunninghouder dient op of aan zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam, alsmede de met de inschrijving in het Handelsregister overeenkomende bedrijfsnaam en het nummer van die inschrijving in dat register waarop zijn marktvergunning en standplaats in het marktregister zijn opgenomen aan te geven. Hoofdstuk IV Adviescommissie Artikel 4:1 Adviescommissie 1. Er is een commissie van advies, genaamd Adviescommissie Haagse Markten. 2. Het college legt de regels ten aanzien van samenstelling en taakstelling vast in een reglement. Hoofdstuk V Overige verbod- en gebodbepalingen Artikel 5:1 Verboden en geboden Het is de vergunninghouder verboden zonder ontheffing: a. Vervoer- en/of transportmiddelen op het marktterrein te hebben, te laten staan of voorhanden te hebben op een andere plaats dan zijn standplaats, behoudens ten behoeve van de opbouw en het ontruimen van de standplaats als bedoeld in artikel 3:3; b. een andere standplaats of ruimte buiten zijn standplaats in te nemen dan welke aan hem is toegewezen; c. op een standplaats andere goederen dan die waarvoor die standplaats is toegewezen en/of marktvergunning is verleend, uit te stallen, aan te bieden, te verkopen, af te leveren of in voorraad te hebben; d. de zijkanten van een kraam voor de kramenstijlen boven de tafelbladen af te sluiten; e. op enigerlei wijze aan een kraam, verkoopwagen of andere verkoopruimte voorwerpen te bevestigen of te hebben zodanig, dat deze terzijde, voor, achter, boven of onder die kraam, verkoopwagen of andere verkoopruimte uitsteken.

DSB/2012.273 8 Hoofdstuk VI Slotbepalingen Artikel 6:1 Intrekken oude reglement Het marktreglement gemeente Den Haag 2004 wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop de Marktverordening Den Haag 2013 in werking treedt. Artikel 6:2 Inwerkingtreding 1. Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag waarop de Marktverordening Den Haag 2013 in werking treedt. 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel 4:1 op 1 juli 2012 in werking. Artikel 6:3 Citeertitel Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement Den Haag 2013.