Beleidsnotitie Tegenprestatie Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Vergelijkbare documenten
Notitie Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Leiderdorp 2015 Leiderdorp

B&W d.d. 15 juli Vaststellen voor inspraak Notitie en concept verordening Tegenprestatie Participatiewet Leiden 2015

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

ALGEMENE TOELICHTING VERORDENING TEGENPRESTATIE

Verordening tegenprestatie participatiewet 2015 Documentnummer INT

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp

Toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Waterland 2015

Artikelsgewijze toelichting

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

Toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet Het Hogeland 2019

Verordening tegenprestatie Participatiewet en IOAW / IOAZ Krimpen aan den IJssel 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van,

Verordening Tegenprestatie Participatiewet Leiderdorp 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 december 2014,

Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015

Individuele omstandigheden. Geen tegenprestatie. Afstemmen. Bevoegdheid opdragen tegenprestatie. Tegenprestatie is geen re-integratie-instrument

Verordening tegenprestatie Participatiewet BMWE 2015

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (hierna te noemen Sociale Dienst Bommelerwaard);

De Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015.;

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN Verseonnummer:

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2014;

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem;

gelezen het voorstel van de college van burgemeester en wethouders;

Verordening tegenprestatie 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Hellendoorn 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet Olst-Wijhe

BESLUIT. vast te stellen de hierna volgende Verordening tegenprestatie Participatiewet Purmerend 2015

naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

besluit vast te stellen de Bijlage van de gemeente Wijchen bij de Verordening tegenprestatie

BESLUIT. vast te stellen de volgende verordening: Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Katwijk

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

Verordening Tegenprestatie Participatiewet gemeente Bergen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Verordening tegenprestatie Participatiewet

VERORDENING TEGENPRESTATIE NAAR VERMOGEN GEMEENTE MENTERWOLDE 2014

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Verordening tegenprestatie Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015

gelezen het voorstel van de Stuurgroep West Betuwe van 18 december 2018,

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 gemeente Midden-Drenthe

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Oegstgeest 2015

Agendapuntnr.: Renswoude, 27 oktober Nr.: Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015

Toelichting verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Verordening tegenprestatie gemeente Stein

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

io-fó-m nr. 6293^ n Heemst

GEMEENTEBLAD. Nr Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;

VERORDENING TEGENPRESTATIE MANDATERING BELEIDSREGELS TEGENPRESTATIE

Toelichting Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Verordening Tegenprestatie 2015 GR Ferm Werk

Verordening. Tegenprestatie 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Wierden 2015

Verordening Tegenprestatie WerkSaam Westfriesland 2015

N ijverdal, 13 januari gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 25 november 2014;

Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015

gezien het advies van de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling van 1 december 2014,

besluit vast te stellen de Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Veenendaal 2015.

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nummer:. ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nummer:. ;

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017

vast te stellen de hierna volgende Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

de Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Zeewolde 2015.

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Verordening tegenprestatie gemeente Enkhuizen 2015

Gemeente Raalte Verordening tegenprestatie Participatiewet en IOAW, IOAZ

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Renkum 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schiedam 2015

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d met BBV nummer ;

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Rozendaal. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2 Beleid

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 januari 2015;

minimaal vergelijkbaar is met een tegenprestatie als bedoeld in deze verordening.

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015

Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

CVDR. Nr. CVDR395345_1

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET HARDENBERG gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.18 november 2014, nummer: 14/987;

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ. Gemeente Kerkrade

Verordening Tegenprestatie Sociale Zekerheid 2015 gemeente Aalburg

Verordening tegenprestatieparticipatiewetwihw 2016

Verordening Tegenprestatie 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/13096_1 Agendapunt 7

Toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2017 gemeente Rozendaal

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Peel en Maas

VERORDENING TEGENPRESTATIE MANDATERING BELEIDSREGELS TEGENPRESTATIE

Transcriptie:

Beleidsnotitie Tegenprestatie Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015 1 Inleiding Sinds 1 januari 2012 beschikken gemeenten op basis van artikel 9, lid 1 sub C van de WWB over de mogelijkheid om een Tegenprestatie te vragen van uitkeringsgerechtigden. Vanaf 1 januari 2015 is de tegenprestatie in de wet echter als een verplichting opgenomen. Volgens artikel 9, eerste lid, onderdeel c van de Participatiewet zijn uitkeringsgerechtigden verplicht om: (..) naar vermogen door het college opgedragen, onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. In overeenkomst met de Participatiewet zal bij het opleggen van de tegenprestatie rekening worden gehouden met de individuele omstandigheden van de persoon. We benutten zoveel mogelijk de eigen kracht van de persoon en gaan uit van het maatwerkprincipe. Daarbij geven we belanghebbende ruimte om de tegenprestatie zelf vorm te geven binnen de verplichte kaders. De maatschappelijk nuttige werkzaamheden in het kader van de tegenprestatie dienen zich te onderscheiden van werkzaamheden die door de reguliere arbeidsmarkt verricht worden. Dit om verdringing te voorkomen. Daarom zal de invulling van de tegenprestatie beperkt in duur en omvang moeten zijn. Op de tegenprestatie is het begrip wederkerigheid van toepassing in de zin van iets terugdoen voor je uitkering en is daarmee niet primair gericht op arbeidsinschakeling zoals bij re-integratie. De tegenprestatie biedt echter uitkeringsgerechtigden tevens de mogelijkheid om te (blijven) participeren en om een sociaal netwerk, arbeidsritme en regelmaat op te bouwen en te behouden. In de onderhavige notitie worden de bovengenoemde uitgangspunten nader uitgewerkt. Daar waar het lokale beleidsinhoudelijke keuzes betreft is dit in de tekst omrand. 1.1. Verordeningsplicht De wet maatregelen WWB, die tegelijkertijd met de Participatiewet op 1 januari 2015 in werking treedt, legt de gemeenteraad de verplichting op bij verordening regels te stellen over het opdragen van een tegenprestatie aan mensen met een bijstandsuitkering. Uit deze verordeningsplicht vloeit automatisch de noodzaak voort om gemeentelijk beleid voor de tegenprestatie in te vullen. Bij het opstellen van de verordening wordt gebruik gemaakt van de modelverordening Tegenprestatie van Kluwer-Schulinck. 2 De inhoud van de tegenprestatie Uitkeringsgerechtigden hebben de verplichting, conform artikel 9 om, naar vermogen, door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. In deze regel is daarmee bepaald dat de tegenprestatie beperkt in omvang dient te zijn. Het is aan het college om te beoordelen in welke mate een tegenprestatie verlangd kan worden. Daarnaast geldt dat de werkzaamheden door de belanghebbende naar vermogen verricht moeten kunnen worden. De term «naar vermogen» heeft betrekking op de mogelijkheden waarover de belanghebbende beschikt om deze werkzaamheden te verrichten. Immers, niet alle onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden kunnen aan elke belanghebbende worden opgedragen. Het college bepaalt aan de hand van de individuele omstandigheden en de voorhanden zijnde onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, de aard, de duur en de omvang van de tegenprestatie. Bij het opleggen van de tegenprestatie houdt het college rekening met de persoonlijke omstandigheden van belanghebbende, zoals gezondheid, thuissituatie en eventuele zorgtaken. De tegenprestatie is een verplichting binnen de uitkering. Als een persoon zich niet aan deze verplichting houdt dan kan een maatregel worden opgelegd, conform de afstemmingsverordening. 1

2.1 Het doel van de tegenprestatie Op de tegenprestatie is het begrip wederkerigheid van toepassing in de zin van iets terugdoen voor je uitkering. Het primaire doel van de tegenprestatie is iemand te prikkelen om maatschappelijk nuttige activiteiten te gaan verrichten 1. Het biedt echter ook mogelijkheden voor uitkeringsgerechtigden om te (blijven) participeren in de samenleving en om een sociaal netwerk, arbeidsritme en regelmaat op te bouwen en te behouden. Dit zijn noodzakelijke voorwaarden om uiteindelijk de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. De gemeente Zoeterwoude hecht daarom ook veel waarde aan deze doelstelling, niet als een primair doel maar als een belangrijk neveneffect van de tegenprestatie. 2.2. Maatschappelijk nuttige werkzaamheden Om een beeld te krijgen van hoe tegenprestaties in de praktijk worden uitgevoerd, is bij zeven gemeenten onderzoek gedaan naar hoe zij omgaan met de maatschappelijk nuttige tegenprestatie 2. Hieruit bleek dat deze tegenprestatie doorgaans werd ingezet met het idee dat de uitkeringsgerechtigden iets doen waar niet alleen de buitenwereld, maar zij zelf ook beter van worden. Wat daarbij vooral opvallend was is dat uitkeringsgerechtigden in deze gemeenten in eerst instantie ook een keuze kregen in wat ze als tegenprestatie moesten doen. Het laten sneeuwruimen of bladeren te vegen, zoals in de media of door de politiek veelal genoemd, bleek eerder een uitzondering dan een alledaagse praktijk. Meestal bestond de tegenprestatie uit allerlei soorten vrijwilligerswerk. Verder bleek dat de tegenprestatie doorgaans op een behoorlijke manier werd vastgelegd en dat men rekening probeerde te houden met de omstandigheden van de persoon. Ook bleek dat er niet buitensporig zware sancties aan gekoppeld werden. Uit het onderzoek, maar ook uit de Memorie van Toelichting op de Participatiewet blijkt dat gekeken moet worden naar de individuele omstandigheden van een uitkeringsgerechtigde. Het enkel stellen dat de betrokkene niet beperkt is zodat hij alle soorten werkzaamheden kan verrichten, is dan ook onvoldoende. Het college zal bij het aanbod van nuttige werkzaamheden of het opleggen van de tegenprestatie daarom ook rekening moeten houden met de individuele omstandigheden van de betrokkene. Hieronder kan in ieder geval verstaan worden de leeftijd, opleiding, werkervaring en andere relevante persoonlijke omstandigheden. Deze individuele omstandigheden zullen door de klantmanager met belanghebbende besproken moeten zijn. 2.3 De relatie tegenprestatie tot vrijwilligerswerk, mantelzorg en re-integratie activiteiten Het is van belang dat belanghebbenden invloed hebben op de keuze van de maatschappelijk nuttige activiteit die ze als tegenprestatie kunnen verlenen. Is een belanghebbende al maatschappelijk actief (bijvoorbeeld met de zorg voor een ouder of een gehandicapt kind), dan is het van belang dat de gemeente met deze individuele activiteiten rekening houdt bij de beoordeling en het besluit rond de tegenprestatie naar vermogen. Bij de beoordeling kunnen de omvang en de duur daarvan meespelen. Overigens mag de tegenprestatie naar vermogen óók in deze gevallen de re-integratie activiteiten niet in de weg staan. In de voornoemde verordening kunnen gemeenten opnemen dat bij het opleggen van de tegenprestatie rekening wordt gehouden met vrijwilligerswerk van een bepaalde inhoud en omvang. Tevens kan de gemeenteraad in de verordening de bepaling opnemen dat, als de belanghebbende mantelzorg verricht, het college kan besluiten dat de belanghebbende geen tegenprestatie wordt opgedragen, zolang hij mantelzorg verricht. Wanneer belanghebbende activiteiten verricht in het kader van re-integratie, moet individueel bekeken worden of dit te combineren is met een tegenprestatie. Hierbij staat voorop dat de tegenprestatie de reintegratie niet in de weg mag staan. Richtlijn hierbij is, dat de re-integratieactiviteit structureel een bepaalde tijdsinvestering kost. In dat geval kan het college hiermee rekening houden in de afweging bij het al dan niet opleggen van een tegenprestatie. 1 Tweede Kamer, 2013-2014, 33 801, nr. 19, blz. 54 2 A. D. R. Corra, J.H.Bosselaar, ism G.Vonk (dec 2013). De maatschappelijk nuttige tegenprestatie in de praktijk. Te downloaden op http://www.fsw.vu.nl/govact. 2

Beleidsvoornemen I Voornoemde overwegingen pleiten voor het niet al te sturend opleggen van de tegenprestatie. We willen zoveel mogelijk uitgaan van wat mensen zelf al doen. We gaan dan kijken of deze inzet kan gelden als tegenprestatie. Indien belanghebbende reeds vrijwilligerswerk verricht kan het college besluiten het vrijwilligerswerk als tegenprestatie aan te merken. In het geval dat belanghebbende nog geen activiteiten verricht die in aanmerking zouden kunnen komen voor de tegenprestatie krijgt belanghebbende 3 maanden de tijd om op zoek te gaan naar een vorm van een geschikte tegenprestatie. Belanghebbenden die zelf geen tegenprestatie kunnen vinden ondersteunen wij. Het kan dan gaan om personen die zelf geen tegenprestatie kunnen vinden, maar ook om personen die geen tegenprestatie willen verrichten. De personen die geen tegenprestatie kunnen vinden ondersteunen we door handvatten te bieden bij het gericht zoeken. Hierbij moet gedacht worden aan het verwijzen naar vrijwilligerscentrales of vrijwilligersvacaturedatabanken, verenigingen en welzijnsinstellingen. Voor belanghebbenden die niet willen dienen we over een aanbod van activiteiten te beschikken dat als tegenprestatie aangemerkt kan worden en in beginsel onverwijld opgelegd kan worden. Indien een persoon niet voldoet aan de verplichting van de tegenprestatie kan op basis van de Afstemmingsverordening een verlaging worden opgelegd. Als het college geen werkzaamheden beschikbaar heeft kan de tegenprestatie niet worden opgelegd. Binnen de termijn van telkens drie maanden beoordeelt het college opnieuw of er geschikte werkzaamheden kunnen worden ingezet. Belanghebbenden die mantelzorg verlenen verrichten reeds (zeer) maatschappelijke nuttige activiteiten. Indien hiervan sprake van is, zal aan deze persoon door het college geen tegenprestatie worden opgedragen. In antwoord op Kamervragen is door het kabinet gesteld dat een tegenprestatie niet gevraagd hoeft te worden als betrokkene al mantelzorg verleend. Het college houdt bij het opdragen van de plicht tot tegenprestatie rekening met het eventuele gegeven dat een belanghebbende al re-integratieactiviteiten verricht. Het college kan in deze gevallen besluiten dat aan deze personen in beginsel geen tegenprestatie wordt opgedragen De gemeenteraad heeft hiervoor gekozen opdat deze personen zich volledig kunnen richten op de arbeidsplicht en de re-integratieplicht, zoals het naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen. De tegenprestatie mag immers het accepteren van passende arbeid of re-integratie inspanningen niet belemmeren aangezien werk boven uitkering als uitgangspunt geldt. 3 De doelgroep In beginsel heeft iedere uitkeringsgerechtigde de verplichting iets terug te doen voor de uitkering in de vorm van een tegenprestatie. Het begrip wederkerigheid is hierbij van toepassing in de zin van iets terugdoen voor de uitkering. Beleidsvoornemen II In het kader van de Participatiewet van de gemeente Zoeterwoude wordt de tegenprestatie opgelegd aan de gehele brede doelgroep, ongeacht de afstand tot de arbeidsmarkt of de positie op de participatieladder 3. In antwoord op Kamervragen is door het kabinet gesteld dat van alle uitkeringsgerechtigden een significante tegenprestatie wordt gevraagd. De gemeente Zoeterwoude volgt deze lijn. Dit vanuit het wederkerigheidsbeginsel en de wens om de maatschappelijke participatie van haar burgers verder te bevorderen. 3 De Participatieladder is een meetinstrument waarmee je kunt vaststellen in hoeverre iemand, bijvoorbeeld een Wwb'er meedoet in de samenleving. De ladder is onderverdeeld in zes treden: van sociaal geïsoleerd tot werkend zonder ondersteuning. 3

3.1 Ontheffing Het college kan bij dringende redenen in individuele gevallen een tijdelijke ontheffing verlenen van de verplichting om een opgedragen tegenprestatie te verrichten. Het college legt wettelijk in elk geval geen tegenprestatie op aan: Personen die op grond van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid zijn ontheven van de arbeids- en re-integratieplicht; Alleenstaande ouders die op grond van artikel 9a WWB op eigen verzoek ontheffing van de arbeidsverplichting hebben. 4 De omvang en de duur van de tegenprestatie In het onderzoeksrapport Voor wat, hoort wat van de Inspectie SZW (september 2013) is over de periode 2012-2013 4 de stand van zaken met betrekking tot de tegenprestatie opgenomen. Hierin is het beleid rond de tegenprestatie van 70 gemeenten onderzocht. Ongeveer de helft hiervan geeft aan dat de tegenprestatie is ingezet vanuit het doel iets terug te doen voor de uitkering, de andere helft benadert de tegenprestatie als een vorm van activering. Uit het rapport blijkt dat over de onderzoeksperiode de helft van de gemeenten die in deze periode al beleid voor de tegenprestaties vastgesteld hadden, geen minimale of maximale duur aan de tegenprestatie heeft gekoppeld. Hieraan ligt de overweging ten grondslag dat de individuele situatie bepalend is voor de duur van de tegenprestatie. Iets meer dan een kwart van de gemeenten heeft aangegeven alleen een maximum te hebben gesteld. De gemeenten waar de tegenprestatie langer dan een half jaar duurt, zijn in meerderheid gemeenten die met de tegenprestatie participatiedoelen nastreven. Als het gaat om de omvang van de tegenprestatie, uitgedrukt in het aantal uren per week, dan heeft ook hier een groot deel van de onderzochte gemeenten een beleid dat zich richt op de individuele situatie van de inwoner. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de omvang van de tegenprestatie varieert van 4 uur tot 24 uur per week. De nieuwe wet per 1 januari 2015 verplicht de gemeente regels te stellen met betrekking tot de duur en omvang van de tegenprestatie zodat duidelijk wordt dat het om tijdelijke maatschappelijke activiteiten gaat en dat er geen sprake is van arbeidsverdringing. De gemeente Zoeterwoude wil evenwel voldoende ruimte bieden voor maatwerk. De keuze voor de omvang hangt samen met de mate waarin iemand in staat is om zijn overige verplichtingen te doen, waaronder solliciteren of deelnemen aan een re-integratietraject. Immers, werk gaat boven een uitkering en de tegenprestatie mag dit niet in de weg staan. Beleidsvoornemen III In lijn met de visie op het sociale domein van de gemeente Zoeterwoude ligt de keuze voor het opdragen van een tegenprestatie op basis van de individuele situatie voor de hand: ook hier benutten we de eigen kracht van de klant en gaan we uit van het maatwerkprincipe. Daarbij stellen we dat het vormgeven van de tegenprestatie de eigen verantwoordelijkheid van de klant zelf is. Immers, het is een verplichting binnen de bijstand. Het uitgangspunt bij het bepalen van de duur en de omvang van de tegenprestatie is dan ook dat dit gebaseerd wordt op de individuele situatie van de uitkeringsgerechtigde. Het college stelt hiertoe een richtlijn voor de omvang en duur, zodat de klantmanager een handvat heeft voor de beoordeling van de tegenprestatie. Voor het opstellen van een richtlijn m.b.t. de duur en omvang van de tegenprestatie wordt voorgesteld om aan te sluiten bij de definitie van mantelzorg. Het Sociaal Cultureel Planbureau gebruikt als definitie voor mantelzorg: "Er is sprake van mantelzorg als er langer dan 3 maanden en/of meer dan 8 uur per week hulp wordt geboden." Het voorstel is om de tegenprestatie in beginsel een omvang te laten hebben van 8 uur per week gedurende 3 maanden, Enerzijds omdat dit aansluit op een landelijk gehanteerde richtlijn is en anderzijds omdat de wet de mogelijkheid biedt om mantelzorgers met een zorgtaak van gelijke omvang te ontheffen van de verplichte tegenprestatie. De 8 uur per week kan ook worden verspreid over de periode van een maand met een omvang van 34 uur per maand. 4 In deze periode was het opleggen van een tegenprestatie binnen de WWB een bevoegdheid van het college, geen wettelijke verplichting. 4

Concreet betekent dit dat bij de beoordeling of iemand een tegenprestatie moet worden opgelegd rekening wordt gehouden met de volgende omstandigheden: Als belanghebbende al activiteiten verricht in de vorm van vrijwilligerswerk of mantelzorg, conform de richtlijn van in beginsel 8 uur per week gedurende 3 maanden of 34 uur per maand, dan komen deze activiteiten in aanmerking voor respectievelijk invulling van de tegenprestatie of het niet opdragen van de tegenprestatie. Hierbij dient te worden aangetekend dat deze richtlijn een minimum is en dat een meer substantiëler invulling van de tegenprestatie (afhankelijk van de persoonlijke situatie van belanghebbende) niet is uitgesloten. De tegenprestatie dient qua omvang nadrukkelijk minder dan 32 uur per week te zijn. Uit jurisprudentie blijkt dat een aanbod om werkzaamheden voor 32 uur per week te verrichten in ieder geval niet aangemerkt kan worden als een tegenprestatie. De rechtbank is van oordeel dat door te verlangen dat een uitkeringsgerechtigde nagenoeg een volle werkweek werkzaamheden moet verrichten, de grens van een tegenprestatie wordt overschreden. Het gaat dan niet meer om werkzaamheden van beperkte omvang. De tegenprestatie wordt binnen een periode van twaalf maanden eenmaal opgedragen. Het gaat hierbij om een aaneengesloten periode van twaalf maanden. Deze bepaling waarborgt dat de tegenprestatie relatief gering wordt ingezet. De tegenprestatie dient immers niet in de weg te staan aan de re-integratie van een belanghebbende. Bovendien is het verstandig de tegenprestatie relatief gering in omvang en duur in te zetten om aan de veilige kant van de internationale bepalingen met betrekking tot het verbod op dwangarbeid en verplichte arbeid te blijven (artikel 4 EVRM). 5 Verdringing In de wet is opgenomen dat de opgedragen werkzaamheden naar hun aard een zodanig karakter hebben, dat zij worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht en niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Zoals de regering in haar brief van 9 april 2013 (Kamerstukken TK 2012 2013, 30 545, nr. 121) heeft toegelicht, heeft de gemeenteraad een belangrijke rol bij de inzet van dit instrument. Het college verantwoordt zich immers naar de gemeenteraad over de uitvoering van de WWB. Vanuit de verhouding tot het college en als verantwoordelijke voor de verordening rond de tegenprestatie kan de gemeenteraad erop toezien dat het gaat om additionele arbeidsplaatsen. De maatschappelijk nuttige werkzaamheden in het kader van de tegenprestatie dienen zich te onderscheiden van werkzaamheden die door de reguliere arbeidsmarkt verricht worden. Bij werkzaamheden die in het kader van de tegenprestatie opgedragen kunnen worden is sprake van additionele, onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. Het onderscheid tussen betaalde en onbetaalde werkzaamheden is afhankelijk van onder meer economische factoren en van keuzes die mede op basis daarvan door het bedrijfsleven en/of de overheid worden gemaakt. Ook moet worden voorkomen dat de tegenprestatie een stigmatiserend karakter krijgt, omdat het uitvoeren van activiteiten in de openbare ruimte snel verward kan worden met het uitvoeren van een taakstraf. In dit kader worden discussies gevoerd over het mogelijk stigmatiserend karakter van de tegenprestatie, wanneer het onderscheid met bijvoorbeeld een taakstraf erg klein wordt. Ook is er aandacht voor het repressieve karakter ervan, waarbij weinig ruimte is voor de eigen keuzevrijheid van belanghebbende. In deze notitie wordt een werkwijze voorgesteld waarin juist wel veel ruimte is voor de eigen keuze van de belanghebbenden. Deze werkwijze zal er ook toe leiden dat men meer bereid zal zijn tot naleving van de tegenprestatie. Beleidsvoornemen IV De gemeente stelt een aantal spelregels vast ter voorkoming van verdringing. Deze spelregels worden niet sturend opgelegd, maar bieden ondersteuning om de tegenprestatie op de juiste wijze vorm te geven ter voorkoming van verdringing. Deze spelregels zijn gebaseerd op de spelregels zoals geformuleerd door de VNG Divosa, Cedris en UWV 5. In de verordening nemen we op dat voorkomen van verdringing één van de criteria is bij de keuze van de tegenprestatie, respectievelijk de maatschappelijk nuttige activiteiten: Het mag niet gaan om activiteiten waarvoor belanghebbende of een ander normaal gesproken betaald wordt of eerder (minder dan één jaar geleden) nog betaald werd. Dit is het geval als eerder bestaande arbeidsplaatsen met vergelijkbare werkzaamheden binnen deze periode zijn wegbezuinigd 5 Werkwijzer Tegenprestatie, Programmaraad, april 2014 (spelregels ter voorkoming van verdringing) 5

bij de betreffende (overheids-) organisatie. Er mag geen vacature openstaan voor dezelfde of bijna dezelfde activiteiten als die bij de tegenprestatie zouden worden uitgevoerd. Het gaat om onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid (additioneel) en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Additionele werkzaamheden omvatten aanvullende activiteiten die onder normale bedrijfseconomische omstandigheden niet rendabel zijn om een gezonde bedrijfsvoering op orde te houden. Het betreft kortdurende werkzaamheden, beperkt in omvang en duur. De tegenprestatie naar vermogen wordt afgestemd op de situatie en de persoon. 6 Handhaving Gemeenten die de tegenprestatie al uitvoeren geven aan dat sommige uitkeringsgerechtigden in eerste instantie geen zin hebben in de tegenprestatie of de kat uit de boom kijken. Als ze eenmaal begonnen zijn verandert de houding vaak al snel naar overwegend positief. Er zijn echter ook mensen die dit ervaren als werken zonder er iets voor terug te krijgen. Op grond van hun bereidheid om de tegenprestatie na te leven, kunnen belanghebbenden grofweg worden onderverdeeld in vier hoofdgroepen. 1. Initiatiefnemers (gemotiveerde mensen die weten van wat en hoe ) De tegenprestatie kan worden ingevuld met werkzaamheden die ook als vrijwilligerswerk gedaan kunnen worden. Daarbij speelt de eigen keuze van belanghebbende een grote rol en heeft die daarmee zeggenschap over de invulling van de tegenprestatie. Deze activiteiten worden niet als stigmatiserend of als minderwaardig ervaren. 2. Zoekers (welwillende mensen, maar die niet weten van wat en hoe ) Van deze groep moet een methodische inschatting gemaakt worden van het vermogen van belanghebbende. Deze groep heeft er baat bij als de gemeente beschikt over een goede doorverwijsfunctie of activiteiten waar belanghebbende uit kan kiezen. 3. Incidentele Weigeraars (niet-willers) De incidentele weigeraar ziet allerlei belemmeringen voor deelname aan de tegenprestatie. Bij doorvragen kunnen veel van deze belemmeringen weggenomen worden. De incidentele weigeraar kan zo vaak met enige drang over de drempel geholpen worden. 4. Notoire weigeraars zijn niet met enige drang op andere gedachten te brengen. Het enige wat dan gedaan kan worden om te laten zien dat dit niet loont, is het inzetten van een sanctie/maatregel. In de communicatie met de belanghebbenden zullen we hier op inspelen. Heldere communicatie is hierbij erg belangrijk. Niet alleen om uit te leggen wat een tegenprestatie is, maar ook om invloed uitoefenen op dit proces door aan te sluiten bij de drijfveren van de uitkeringsgerechtigde zelf. Mensen kunnen verschillende drijfveren hebben waar u op in kunt spelen. - Persoonlijke ontwikkeling: zicht krijgen op de eigen competenties, deze verder ontwikkelen en nieuwe vaardigheden opdoen. - Goed doen : Een persoonlijk appèl: maak duidelijk dat de samenleving de inzet van mensen nodig heeft! Het is prettig om het gevoel te hebben dat je nodig bent en nuttig werk verricht. - Sociale contacten opdoen: het is een manier om sociale contacten op te doen en het huis uit te komen. - Emancipatie en integratie: het biedt de mogelijkheid om buitenshuis actief te zijn en je positie in de samenleving te versterken. We kunnen belanghebbende tevens uitleggen dat de tegenprestatie bijdraagt aan het behoud van maatschappelijke solidariteit en versterking van het draagvlak voor het sociale zekerheidsstelsel. Bovendien kan het bijdragen aan een positievere beeldvorming rond uitkeringsgerechtigden (van profiteur naar contribuant ). De tegenprestatie versterkt bovendien het gevoel van eigenwaarde: Ik doe ertoe, ik hoor bij de samenleving. 6

Beleidsvoornemen V In het kader van de handhaving wil de gemeente Zoeterwoude niet primair repressie toepassen. De gemeente zorgt voor heldere communicatie over wat de tegenprestatie is en wat wordt verwacht en gaat uit van het beginsel dat de belanghebbende intrinsiek gemotiveerd is of te motiveren is. De belanghebbende wordt vanuit een positieve insteek benaderd. We leggen uit dat de tegenprestatie kan bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van de belanghebbende, dat de belanghebbende sociale contacten kan opdoen en dat de belanghebbende een (extra) positieve bijdrage kan leveren aan de maatschappij door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten. De nadruk ligt op de positieve kanten van de tegenprestatie. Vanzelfsprekend wordt gewezen op de wettelijke verplichting maar het vertrekpunt is het aansluiten op de persoonlijke drijfveren van de belanghebbende. Meer handhaven betekent namelijk ook hogere uitvoeringskosten. Alleen wanneer belanghebbende echt niet wil (de notoire weigeraar), zetten we maatregelen/sancties in, onder toepassing van de Afstemmingsverordening. 7. Uitgangspunten Voor de implementatie van de tegenprestatie naar vermogen in onze gemeente hanteren wij kortom de volgende uitgangspunten: a) de wijze waarop in Zoeterwoude de tegenprestatie wordt opgelegd is maatwerk. b) In principe gaat de gemeente uit van de eigen verantwoordelijkheid van de uitkeringsgerechtigde. c) een tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht. d) bij het opleggen van de tegenprestatie wordt rekening gehouden met individuele omstandigheden, persoonlijke wensen en kwaliteiten. e) bij het opleggen van een tegenprestatie wordt rekening gehouden met het gegeven of de persoon behorende tot de doelgroep reeds maatschappelijke activiteiten, vrijwilligerswerk of reintegratie-activiteiten verricht. f) de duur en omvang van een tegenprestatie bedraagt in beginsel 8 uur per week of 34 uur per maand gedurende 3 maanden en bedraagt qua omvang nadrukkelijk minder dan 32 uur per week. g) een tegenprestatie kan binnen een periode van 12 maanden slechts eenmaal worden opgelegd. h) een tegenprestatie wordt niet opgedragen aan personen die mantelzorg verrichten. i) het opleggen van een tegenprestatie mag niet leiden tot verdringing van arbeid. Dit wordt getoetst aan een aantal criteria conform de aanbeveling vanuit de Programmaraad (samenwerkingsverband van VNG, Divosa, Cedris en UWV). j) In het kader van de handhaving kiest de gemeente Zoeterwoude er niet primair voor repressie toe te passen. Alleen wanneer een persoon echt niet wil (de notoire weigeraar), zetten we maatregelen/sancties in, onder toepassing van de Afstemmingsverordening. k) De gemeente zorgt voor heldere communicatie over wat de tegenprestatie is en wat wordt verwacht en gaat uit van het beginsel dat de persoon intrinsiek gemotiveerd is of te motiveren is. 7