Sluiten kaakspleet en harde gehemelte

Vergelijkbare documenten
Bottransplantaat bij schisispatiënten Informatie voor ouders

sluiten van de kaakspleet bij schisis

Sinuslifting en botopbouw

Plaatsen en verwijderen van botankers

Plaatsen en verwijderen van botankers

Sinuslifting en botopbouw

Plaatsen en verwijderen van botankers. Poli Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie

Operatieve kaakorthopedie

Patiëntenvoorlichting MKA (mondziekten, kaak en aangezichtschirurgie) Botankers en orthodontische schroefjes. Notities.

Implantaten. Poli Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie

Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie. Implantaten.

Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie. Behandeling. Implantaten

Botankers en orthodontische schroefjes

Afsluiting van een gaatje in de bovenkaak

Chirurgische kaakcorrectie Afdeling mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie.

Botankers en orthodontische schroefjes

Botopbouw. onder algehele anesthesie. Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie

Kaak osteotomie Chirurgische kaakcorrectie. Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie (MKA) IJsselland Ziekenhuis

Leefregels na verwijderen (rest)gebit.

afsluiting gaatje in bovenkaak

Botankers en orthodontische schroefjes

Afsluiting van een gaatje in bovenkaak

Botankers en orthodontische schroefjes

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Botaugmentatie (botopbouw) met schedelbot

Het plaatsen en verwijderen van een botanker

Behandeling smalle bovenkaak

Patiëntenvoorlichting MKA (mondziekten, kaak en aangezichtschirurgie) Pre-implantologie. Inhoudsopgave

Chirurgische kaakcorrectie

Chirurgische kaakcorrectie

Botopbouw. onder plaatselijke verdoving. Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie

Behandeling van de smalle bovenkaak MKA

Afsluiting gaatje in bovenkaak.

Behandeling smalle bovenkaak.

Pre-implantologie. Botopbouw van de kaak tijdens of vóór implantatie. gemini-ziekenhuis.nl

Pre-implantologie. Botopbouw van de kaak tijdens of vóór implantatie.

Operatieve kaakcorrectie Kaakosteotomie

Kaakcorrectie. Centrumlocatie

Implantaten voor houvast van het kunstgebit in de bovenkaak, in combinatie met het inbrengen van bot in de neusbijholte (sinuselevatie)

Operatieve verwijdering van een gebitselement

Patiëntenvoorlichting MKA (mondziekten, kaak en aangezichtschirurgie) Chirurgische kaakcorrectie

Osteotomie Radboud universitair medisch centrum

Chirurgische kaakcorrectie

Implantaten en abutments plaatsen

Operatieve behandeling ontstoken wortelpunt

De kaakcorrectie. Aanleiding voor een kaakoperatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Enkeltandsvervanging

Implantaten ter vervanging van één of meerdere tanden en kiezen

Operatieve behandeling ontstoken wortelpunt.

Patiënteninformatie. Minischroeven en botankers. Minischroeven en botankers

Implantaten als houvast voor het kunstgebit in de bovenkaak (met sinusbodemelevatie en/of bovenkaakverbreding)

OPERATIEVE KAAKCORRECTIE KAAKOSTEOTOMIE

Het verwijderen van gebitselementen. door de kaakchirurg onder plaatselijke verdoving

Kromstand van de penis Voorbereiding Medicijnen Preoperatief spreekuur Nuchter zijn De opname

Implantaten voor houvast van het kunstgebit in de bovenkaak

Informatie over trekken van tand/kies

Implantaten als houvast voor het kunstgebit in de bovenkaak (met sinusbodemelevatie en/of bovenkaakverbreding)

Operatieve kaakcorrectie bij kinderen en jongeren

Adviezen na een behandeling door de mond-, kaak- en aangezichtschirurg

operatieve verwijdering verstandskies of wortelrest

Leefregels na een mondkaakoperatie

Schisis: sluiting zachte gehemelte

Pre-implantologie MKA. alle aandacht

Sluiting van de kaakspleet

Operatieve verwijdering verstandskies of wortelrest.

Adviezen na een behandeling door de Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurg (MKA-chirurg)

Totaal extractie en plaatsing kunstgebit

Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie. Mandibulafractuur.

Osteotomie. Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie

Nabehandeling gehemeltesluiting

Info over/na operatie ontstoken wortelpunt MKA

Mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie. Patiënteninformatie. Behandeling met implantaten. Slingeland Ziekenhuis

Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VERWIJDERING VERSTANDSKIES

Nazorg na behandeling bij de kaakchirurg

Verwijderen van gebitselementen

Wortelpuntbehandeling Bij de kaakchirurg

Implantaten als houvast voor kunstgebit in de bovenkaak

Pre-implantologie Botopbouw van de kaak tijdens of vóór implantatie

Verwijdering tanden en kiezen in narcose MKA

Informatie. Vrijleggen van geretineerde gebitselementen

Pre-implantologie. Botopbouw van de kaak vóór of tijdens implantatie. marinaclinic.nl

MEEST VOORKOMENDE BEHANDELINGEN

Het afsluiten van een gaatje in de bovenkaak. Inclusief leefregels

Bijwerkingen na een operatieve behandeling in de mond MKA

Operatie aan de endeldarm Transanale Endoscopische Microchirurgie

Informatie over kaakcorrecties

Operatieve correctie van de kaakstand

Verwijdering van tanden of kiezen onder narcose

Wortelpuntbehandeling. Bij de kaakchirurg

Open verbinding neus KAAKCHIRURGIE

Informatie. Kaakcorrectie

Wilhelmina Kinderziekenhuis. Zorg na spraakverbeterende operatie. Schisiscentrum Utrecht

Apexresectie behandeling van een wortelpuntontsteking

Implantaten. Wat is een implantaat.

Wat te doen na een kaakbehandeling

Lipsluiting en/of sluiting van het zachte gehemelte

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Implantaat-prothese- behandeling (het zogenaamde klikgebit )

Het aanbrengen van een implantaat

Kaakcorrecties. Deventer Ziekenhuis. Gelre Ziekenhuizen Loc. Zutphen. Afd. Kaakchirurgie. Nico Bolkesteinlaan SE Deventer

Schisis: pharynxplastiek (verlenging gehemelte)

Oorcorrectie bij kinderen Dagopname

Transcriptie:

Sophia Kinderziekenhuis Binnenkort krijgt uw kind een operatie voor het sluiten van de kaakspleet en/of het harde gehemelte. In deze folder vindt u algemene informatie over de ingreep, bespreken we een aantal problemen waar uw kind mee te maken kan krijgen en gaan we in op de mond- en neusverzorging na operatie. Mocht u na het lezen van de folder nog vragen hebben, neemt u dan contact op met de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie. Moment van opereren Bij een volledige kaakspleet is er duidelijk een spleet zichtbaar. Bij een incomplete spleet kan deze niet of bijna niet zichtbaar zijn. Als uw kind ongeveer tussen de negen en twaalf jaar oud is, sluit de kaakchirurg de spleet in de bovenkaak en zo nodig het harde gehemelte. De ontwikkeling van de tandwortel(s) van de blijvende hoektand(en) is bepalend voor het moment van opereren. Tandwortels zijn te zien op röntgenfoto s. Daarom worden er vanaf het zesde jaar röntgenfoto s van de kaak gemaakt. In overleg met de orthodontist wordt het moment van opereren bepaald. Voor de operatie Vóór de operatie maakt de kaakchirurg of orthodontist röntgenfoto s, gipsmodellen en portretfoto s om de uitgangssituatie vast te leggen. Uw kind krijgt meestal een beugelbehandeling als voorbereiding op de operatie. Met deze beugelbehandeling proberen we de verschillende kaakdelen recht ten opzichte van elkaar te zetten en de breedte van de kaak goed te krijgen en/of goed te houden na de operatie. Soms is eerst een losse verbredingsbeugel nodig, gevolgd door een vaste beugel. Soms volstaat alleen een vaste beugel. Een paar weken voor de operatie wordt een gipsafdruk (zogenoemd happen in Sluiten kaakspleet en harde gehemelte Bot in gnatho procedure

afdrukpasta) gemaakt van kaak en gebit om de operatie goed voor te kunnen bereiden. Voorbereiding van uw kind Kinderen worden voorbereid op de narcose tijdens het Pre-operatief spreekuur. Als het voor uw kind noodzakelijk is om door een pedagogisch medewerker voorbereid te worden, dan neemt de verpleegkundige van dit spreekuur contact met hem/haar op. De operatie Uw kind wordt over het algemeen op de dag van de operatie opgenomen. Uw kind moet dan nuchter zijn. Voor de exacte nuchtertijden kunt u een dag van tevoren bellen met Bureau Opname. Meer informatie hierover leest u in de folders Anesthesie en de begeleiding van uw kind en Pre-operatief spreekuur. De operatie duurt anderhalf tot drie uur. De duur hangt af van het type kaakspleet. Een dubbelzijdige kaakspleet duurt langer. Na de operatie blijft uw kind in de meeste gevallen nog een nacht in het ziekenhuis. Soorten bottransplantaat Tijdens de operatie wordt het ontbrekende bot in de kaakboog aangevuld (de zogeheten bot in gnatho procedure, gnatho betekent kaak) met bot uit het eigen lichaam (het zogenoemde transplantatiebot) (figuur 1). Dit bot is vaak afkomstig uit de bekkenkam, soms uit de kin. Het gaatje dat in het bot ontstaat, groeit vanzelf weer dicht. Aan de buitenkant is hiervan vrijwel niets te zien. Operatie bij een eenzijdige spleet Als eerste wordt het tandvlees dat de spleet bedekt opzij geklapt (figuur 1a en 1b). Het kaakbot ligt dan bloot. De verbinding met de neus wordt gesloten met slijmvlies uit de kaakspleet (figuur 1c). Daarna plaatst de chirurg een stukje transplantatiebot in de spleet. Ten slotte wordt het tandvlees teruggeklapt en over het bottransplantaat heen gehecht (figuur 1d). Tijdens deze operatie kan ook een eventuele spleet in het harde gehemelte gesloten worden. Hierbij wordt zowel het slijmvlies van de neus gesloten als het slijmvlies van het harde gehemelte. Dit gebeurt niet met bot maar met hechtingen die oplosbaar zijn. Om het getransplanteerde bot en het gehemelte te beschermen, brengt de kaakchirurg een afdekplaat aan. Dit is een plastic plaat die vooraf in het laboratorium is gemaakt op de kaak- en gebitafdruk van uw kind. De plaat zit tegen het gehemelte aan en is vastgemaakt met hechtdraden aan twee tanden links en rechts. Het beschermt de wond tegen invloeden van buitenaf, zoals eten en speeksel en wordt tijdens de controle op de polikliniek na één of twee weken verwijderd. Het is normaal dat er onder de plaat etensresten blijven zitten, maar dat is voor deze korte periode geen probleem. 2

a b c d Figuur 1. schematische weergave van de bot in gnatho procedure Operatie bij een dubbelzijdige kaak en gehemelte spleet Bij een dubbelzijdige schisis is sprake van drie kaakdelen. Het middelste kleine deel (de tussenkaak of premaxilla genoemd) is met een dunne botspaan verbonden aan het neustussenschot. Net zoals bij de enkelvoudige kaakspleet wordt aan beide zijden eerst het tandvlees dat de spleet bedekt opzij geklapt. Met het slijmvlies uit de kaakspleet sluit de chirurg de verbinding naar de neus af. Daarna worden beide kaakspleten opgevuld met een bottransplantaat en ten slotte wordt het tandvlees teruggeklapt en over het bottransplantaat heen gehecht. Tijdens deze operatie kan ook een eventuele spleet in het harde ge- 3

hemelte gesloten worden. Hierbij wordt zowel het slijmvlies van de neus gesloten als het slijmvlies van het harde gehemelte. Dit gebeurt niet met bot maar met hechtingen die oplosbaar zijn. Om het getransplanteerde stukje bot en het gehemelte te beschermen, brengt de kaakchirurg een afdekplaat aan (net zoals bij de eenzijdige spleet.) Dit is een plastic plaat die vooraf in het laboratorium is gemaakt op de kaak- en gebitafdruk van uw kind. De plaat zit tegen het gehemelte aan en is vastgemaakt met hechtingen aan twee tanden links en rechts. Het beschermt de wond tegen invloeden van buitenaf, zoals eten en speeksel en wordt tijdens de controle op de polikliniek na een of twee weken verwijderd. Na de operatie De meeste kinderen hebben na de operatie weinig pijn. De bekkenkam is meestal gevoeliger dan de kaak zelf, omdat de spieren van de buik en het bovenbeen daar aanhechten. Lopen, lachen en niezen kunnen daarom vervelend zijn. Uw kind kan het beste de eerste twee dagen na de operatie het been in bed zo veel mogelijk gestrekt houden. Voorzichtig lopen mag. De wond mag de eerste week niet nat worden. De pleister blijft zitten tot aan de controle op de polikliniek. Na deze controle mag uw kind weer voorzichtig douchen. De hechtingen zijn oplosbaar. Is er bij uw kind transplantatiebot uit de kin verwijderd, dan kan de onderkaak er een aantal dagen vrij gezwollen uitzien. De zwelling wordt na de tweede dag al minder. Soms zijn kinderen na de operatie wat misselijkheid of hebben keelpijn. Ook kan er de eerste vijf dagen nog wat bloed uit de mond of neus komen. Meestal worden in de mond oplosbare hechtingen gebruikt. De afdekplaat wordt na een of twee weken poliklinisch verwijderd. Als de plaat er thuis na de operatie uitvalt, neemt u dan contact op met de kaakchirurg. De vaste beugel houdt uw kind nog minimaal drie maanden na de operatie Mond- en neusverzorging Het is belangrijk dat uw kind het gedeelte van de mond waar niet geopereerd is, tweemaal per dag poetst met een zachte tandenborstel en een beetje tandpasta. Blijf uw kind voorzichtig stimuleren om te poetsen, ook als het tandenpoetsen in het begin moeizaam gaat. Uw kind heeft even tijd nodig om er weer aan te wennen. Spoel de mond van uw kind twee keer per dag met chloorhexidine mondspoelmiddel. De lippen van uw kind kunt u insmeren met Labello of Vaseline. Uw kind mag zijn/haar neus de eerste tien dagen niet met druk snuiten. 4

Eten en drinken Direct na de operatie mag uw kind gewoon eten, vermijdt harde en scherpe dingen (broodkorstjes, chips, friet ed.). Gebruik geen rietjes en vorken. In plaats van een lepel kan uw kind ook een gewone beker (geen tuitbeker) gebruiken bij de vloeibare voeding. Mogelijke complicaties Ondanks de zorgvuldigheid van de chirurg, kunnen er bij een bot in gnatho operatie complicaties optreden, zoals een nabloeding of infectie. Om het risico op infectie zo klein mogelijk te maken, krijgt uw kind tijdens de operatie antibiotica via het infuus. Als het nodig is, krijgt uw kind ook thuis antibiotica via een drankje of tabletten. U krijgt dan bij ontslag hiervoor een recept mee. Door alle voorzorgsmaatregelen en de ervaring van artsen en verpleegkundigen is de kans op het niet volledig aanslaan van de bottransplantatie klein. Er kan een stukje bot bloot komen te liggen of er kan een gaatje in het gehemelte of in de kaakwal overblijven. Hierdoor kan vloeistof in de neus komen tijdens het drinken. Zo n restgaatje wordt later indien nodig alsnog gesloten. Als er bot uit de heup is gebruikt, kan het lopen soms twee tot drie weken pijnlijk zijn. Ontslag Uw kind mag over het algemeen de dag na de operatie weer naar huis. Voordat uw kind met ontslag mag, is het belangrijk dat hij/zij: - weer zelf voldoende kan eten en drinken; - geen koorts heeft; - zelf de mond kan verzorgen. Bij ontslag krijgt u indien nodig een recept mee (voor de apotheek) voor mondspoelmiddel, pijnstilling en/of antibiotica. Controleafspraken Bij het ontslag krijgt uw kind een afspraak mee voor controle op de polikliniek bij de kaakchirurg, voor één of twee weken na de operatie. Bij de eerste controle wordt de afdekplaat verwijderd. Uw kind blijft in principe onder controle bij de kaakchirurg, tot drie maanden na de operatie. Daarnaast gaat uw kind naar de orthodontist en heeft hij/zij de gebruikelijke afspraken bij het schisisteam. De eerste afspraak bij de orthodontist vindt zes weken na de operatie plaats. Leefregels voor thuis De meeste kinderen kunnen na een week weer gewoon naar school. Rustige sporten zoals zwemmen zijn toegestaan. Zware inspanning en contactsporten, zoals balsporten of judo, worden de eerste drie weken afgeraden. 5

Neemt u contact op met de behandelend kaakchirurg als: - uw kind ziek wordt; - er na drie dagen koorts optreedt; - de zwelling na twee dagen toeneemt; - de plaat (zoals eerder genoemd) er thuis uitvalt. Bereikbaarheid Secretariaat Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie 010-704 01 27 Polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie 010-704 01 27 s Avonds of in het weekend: Spoedeisende hulp 010-704 01 45 Afdeling 1 Noord 010-703 67 05 6

7

www.erasmusmc.nl 2222222 Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 10/14 Aan de inhoud van deze folder kunnen geen rechten worden ontleend