Versie nov. 2012 Pestprotocol. Inclusief regels en afspraken binnen de school. Wat is pesten? Pesten betekent iemand op een gemene manier lastig vallen: bewust iemand kwetsen of kleineren. Het gebeurt herhaaldelijk, systematisch en langdurig. Plagen daarentegen is onschuldig: het gebeurt vaak onbezonnen, spontaan. Het is vaak van korte duur. Bij pesten zijn er altijd 5 partijen: de pester, het slachtoffer, de grote zwijgende groep, de leerkrachten en de ouders. Signalen van pesterijen - Altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen - Zogenaamde leuke opmerkingen maken over iemand - Een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven - Briefjes doorgeven - Beledigen - Opmerkingen maken over kleding - Isoleren - Buiten school opwachten, slaan of schoppen - Op weg naar huis achter na rijden - Naar het huis van het slachtoffer gaan - Bezittingen afpakken - Schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer - Pesten via internet Natuurlijk zijn dit maar enkele voorbeelden. Als leerkrachten en ouders moeten we daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen grenzen overschrijden. Wij werken op de Rheder Enk met een methode voor sociaal-emotionele vorming voor 4 t/m 12 jarigen: Kinderen en hun sociale talenten en hanteren hierbij de volgende regels:
De 8 die je van elkaar verwacht 1. Wij houden rekening met elkaar. 2. Gelukkig is iedereen verschillend. 3. Iedereen hoort er bij ons op school altijd bij. 4. Samenwerken en elkaar helpen is leuk. 5. Denk na voor je iets doet. 6. Eerlijk en sportief zijn vinden wij belangrijk. 7. Uitpraten is beter dan uitschelden. 8. Houd je aan je afspraken. Verder hangt in elke klas het pestprotocol wat voor de kinderen helder is. Dit bestaat uit twee bladen met daarop de eerste stappen die gezet dienen te worden bij een pestsituatie. Het is van belang dat deze bladen op gezette tijden behandelt worden in de groep. Kinderen mogen dan in hun groep een aanvulling geven op deze vastgestelde regels in overleg met de leerkracht. Zowel deze gedragsregels, als de schoolregels hangen zichtbaar in de school. Het voorbeeld van de leerkrachten en de ouders is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten, ouders en leerlingen horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. Aanpak van ruzies en pestgedrag in vijf stappen: Stap 1 Probeer er eerst zelf (of samen) uit te komen Stap 2 Als je er niet zelf uit kunt komen dan leg je het probleem voor aan de juf of meester Stap 3 De leerkracht praat met de desbetreffende kinderen hierover, probeert de ruzie of het probleem op te lossen en maakt evt. afspraken. Stap 4 Bij herhaaldelijke ruzie of pestgedrag houdt de leerkracht een gesprek met het kind dat pest of ruzie maakt. De ouders op de hoogte gebracht van het ruzie of pestgedrag. Leerkrachten en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing.
De leerkracht geeft altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met ouders of externe deskundigen. Stap 5 Als de stappen 1 t/m 4 niet het gewenste resultaat tot gevolg hebben, deelt de leerkracht een straf uit. De straffen zijn verdeeld in vier fasen: Fase 1: Er wordt een keuze gemaakt uit de volgende maatregelen, passend bij de leerling. Deze straf wordt toegepast op inzicht van de leerkracht, binnen 2 weken moet er verbetering zijn, anders door naar volgende fase. -De pester / ruziemaker blijft een of meer pauzes binnen -De pester / ruziemaker blijft na schooltijd op school tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn. -Er worden afspraken gemaakt met de leerkracht over gedragsverandering. Er wordt met de pester/ruziemaker gesproken om hem/haar bewust te maken van wat hij/zij met een ander doet. Fase 2: Een gesprek met de ouder(s)/verzorger(s). De school heeft al het mogelijke gedaan om een eind te maken aan het probleem, e.e.a. is vastgelegd in het dossier. Fase 3: Bij aanhoudend pestgedrag kan een deskundige worden ingeschakeld zoals het Zorgteam, of de jeugdarts. Eventueel kan er aangemeld worden bij het ZAT+. Voor alle opties wordt toestemming van de ouders c.q. verzorgers gevraagd. Fase 4: Bij aanhoudend pestgedrag kan een leerling tijdelijk in een andere groep geplaatst worden, binnen de school. Fase 5: In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden. Dit als alle fasen zonder resultaat doorlopen zijn. Begeleiding van de gepeste leerling *Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest; *Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten.; *Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je óók op een andere manier kunt reageren; *Zoeken naar en oefenen van een andere reactie, bijvoorbeeld je niet afzonderen;
*Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest; *Nagaan welke oplossing het kind zelf wil; *Sterke kanten van de leerling benadrukken; *Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders/beter opstelt; *Praten met de ouder(s) van de gepeste leerling en de ouder(s) van de pester; *Het gepeste kind niet over beschermen: bijv. naar school brengen. Hiermee wordt het kind in een uitzonderingspositie geplaatst, waardoor het pesten nog kan toenemen. Begeleiding van de pester *Praten: zoeken naar de reden van het ruzie maken/ pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen); *Laten zien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste; *Excuses laten aanbieden; *In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft; *Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel; straffen als het kind wél pest, belonen (schouderklopje) als het kind zich aan de regels houdt; *Het kind leren niet meteen kwaad te reageren, zich leren te beheersen, leren toepassen van de stop-eerst-nadenken-houding of een andere manier van gedrag aanleren; *Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten? *Zoeken van een sport of club; waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn; *Het inschakelen van hulp; bijvoorbeeld sociale vaardigheidstraining. Begeleiding van de grote (zwijgende) groep. *Het probleem bespreekbaar maken in de groep; *Wij stimuleren dat de kinderen een eigen standpunt innemen en evt. partij trekken voor de gepeste leerling; *Wij bespreken met de leerlingen dat meedoen met de pester meestel kan leiden tot verergering van het probleem; *Wij laten inzien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste; *Wij laten inzien welke positieve kanten de gepeste heeft; *Wij schakelen indien nodig externe hulp in. Internet Naast het pesten op school is er de laatste jaren steeds vaker sprake van internet - pesten. Kinderen gebruiken de computer om elkaar uit te dagen of te pesten. Voor ouders hebben wij daarom een aantal tips voor het gebruik van internet: - Spreek samen met je kind af wat je wel en niet op internet kunt bekijken. - Kijk regelmatig met je kind mee zodat je weet waar hij/zij mee bezig is.
- Vertel dat ze geen persoonlijke gegevens zoals wachtwoorden of adresgegevens mogen afgeven. - Spreek af dat kinderen het melden als iemand hen via internet benaderd of pest. - Zorg dat uw kind in een ruimte zit waar u makkelijk bij kunt. Het internetgebruik op school hebben wij vastgelegd in een internetprotocol. Als school zijn wij niet aansprakelijk voor hetgeen thuis gebeurt. Toch spreken wij met de kinderen over internetgebruik en internet - pesten. Als wij merken dat kinderen via internet pesten of dat uw kind gepest wordt, nemen wij contact op met de ouders van het desbetreffende kind. Adviezen aan ouders van gepeste kinderen of van pesters worden omschreven in onze seomethode. ( Sociaal Emotionele Ontwikkeling) Wanneer een probleem niet naar wens wordt opgelost, kan de contactpersoon ingeschakeld worden. Deze persoon wordt in de schoolgids vermeld en werkt op schoolniveau. De contactpersoon kan zaken neerleggen bij de vertrouwenspersoon, deze is benoemd op bestuursniveau. Leerkrachten en de medezeggenschapsraad onderschrijven dit gezamenlijk PESTPROTOCOL.