LEER HEM KENNEN 28 bewaarexemplaar Wijkgemeente Ichthus Noordwijk ALS EEN VUUR VAN BEVRIJDING Ds. F. van Roest zondag 17 mei 1
Toen ik tot geloof kwam, ben ik ontwaakt uit de slaap des doods; als ik sterf, blijf ik wakend op Hem wachten! 2
ALS EEN VUUR VAN BEVRIJDING 1. Bevrijdingsvuur - als een lopend vuurtje 5 mei - symbool: fakkel vlam - vogel - Protestantse Kerk: logo met duif o De Heilige Geest zet in vrijheid Zingen: Lezen: Psalm 30: 3 Psalm 118: 7 en 8 Rom.8: 1-17 Psalm 32: 1 Psalm 73: 12 en 13 Psalm 84: 6 Psalm 116: 4 Psalm 68: 10 2. 56: DE VRIJHEID VAN DE VERGEVING DER ZONDEN - Van Ruler citaat - wat het niet is, wat het wel is - wat doet Christus met mijn zonde(n) - verstaan door geloof o droom ik? Nee. 3. 57: DE VRIJHEID VAN DE OPSTANDING VAN HET VLEES - de zaligheid van de ziel - de herschepping van het vlees - hoe vleselijk is vlees o hoe zien wij en ervaren wij vlees o opstanding van het vlees o Ik maak alles nieuw 4. 58: DE VRIJEHID VAN HET EEUWIGE LEVEN - citaat - nu al eeuwig leven, ten dele - dan volkomen - verdienmodel - genadeloon o een lintje uit behagen 5. DEELNEMEN AAN DE ESTAFETTE - vuur van vergeving moet branden - vuur van opstanding van het vlees aanstekelijk werken - vuur van het eeuwige leven moet in vuur en vlam zetten o een kwestie van doorgeven o een kwestie van voorleven o een kwestie van naleven 3
Zondag 21B en 22: Vraag 56: Wat gelooft u over de vergeving van de zonden? Antwoord: Dat God mij vanwege de genoegdoening door Christus al mijn zonden en ook mijn zondige aard, waartegen ik mijn leven lang te strijden heb, niet meer wil gedenken, maar mij uit genade de gerechtigheid van Christus wil schenken, opdat ik nimmer in het gericht van God zal komen. Vraag 57: Welke troost biedt u de opstanding van het vlees? Antwoord: Dat niet alleen mijn ziel na dit leven terstond tot Christus, haar Hoofd, opgenomen zal worden, maar dat ook mijn lichaam door de kracht van Christus opgewekt, weer met mijn ziel verenigd en aan het verheerlijkte lichaam van Christus gelijkvormig zal worden. Vraag 58: Welke troost put u uit het artikel over het eeuwige leven? Antwoord: Dat ik, aangezien ik reeds nu in mijn hart het begin van de eeuwige vreugde gevoel, na dit leven de volkomen zaligheid zal bezitten, die geen oog gezien, geen oor gehoord heeft en die in geen mensenhart is opgekomen, om God daarin eeuwig te prijzen. 4
Editie Verboom Zondag 21B en 22 Vraag 56: Wat geloof je van de vergeving van de zonden? Dat God om Jezus wil mijn zonden en mijn zondige aard vergeeft en vergeet. In plaats daarvan schenkt Hij mij de gerechtigheid van Christus. Vraag 57: Welke troost geeft het je dat we geloven dat ons lichaam eenmaal zal opstaan? Als ik sterf is mijn ziel direct bij Jezus in de hemel. Bij de wederkomst staat mijn lichaam op uit het graf. Het zal dan net zo heerlijk worden als het lichaam van Jezus. Dan mag ik helemaal en voor eeuwig bij Hem zijn. Vraag 58: Welke troost put je uit het artikel over het eeuwige leven? Nu al voel ik in mijn hart een begin van de eeuwige vreugde, die ik na dit leven volmaakt zal ontvangen. Het is de vreugde om God eeuwig te prijzen. Zondag 21B en 22 kindereditie Vraag: Geloof je dat God jouw zonden vergeeft? Ja, daarom vraag ik er elke dag om. Vraag: Wat gebeurt er met ons als we sterven? Dan gaan we naar de Heere Jezus. Vraag: Wat gebeurt er met ons lichaam? Het staat weer op uit het graf, als Jezus terugkomt. Vraag: Hoe zal het dan zijn met ons lichaam? Het zal net zo heerlijk zijn als het lichaam van Jezus. Vraag: Zal er dan geen ziekte meer zijn? Nee, ook geen verdriet en ook geen zonde. Vraag: Wat mogen we dan gaan doen? God loven, prijzen en Zijn Naam grootmaken. 5
Ik geloof in de wederopstanding van het lichaam en een eeuwig leven Christelijke hoop in het aangezicht van de dood Hoop en vooral hoop op een leven na de dood is een specifiek kenmerk van het christelijk geloof. In 1 Petrus 1:3-9 wordt God de Vader geprezen, omdat Hij Jezus uit de doden opwekte en daarmee ook een opwekking van de gestorvenen belooft. Voor Paulus stort het christelijk geloof als een kaartenhuis in als er geen opstanding van de gestorvenen is. Want dan is ook Christus niet uit de doden opgewekt (1 Korinthe 15). Paulus wilde met dit argument het geloof in de opstanding versterken. Sinds de Verlichting wordt het argument van Paulus van de opstanding van Christus en de opstanding van de doden gebruikt tegen het christendom. In de Verlichting vervluchtigde niet alleen het geloof in de opstanding, maar in het geloof van het leven in het hiernamaals in het geheel. Er werd afscheid genomen van de opstanding, van het laatste oordeel en van een geloof in de lichamelijke opstanding van Christus. Hooguit hield men vast aan een eeuwig voortbestaan van de ziel zonder lichaam. Vanaf de 19e eeuw werd, door onder andere de opkomst van een naturalistisch wereldbeeld, de dieptepsychologie en het Marxisme, ook de hoop op een eeuwig voortbestaan bekritiseerd. Hoop op een onsterfelijk bestaat was een illusie of een vorm van opium om het volk in erbarmelijke omstandigheden rustig te houden. Vandaag de dag wordt de ziel gezien als een vorm van ervaring van het zelf. De ziel is een psychologisch verschijnsel dat alleen in onze gedachten en ervaring bestaat, maar niet werkelijk bestaat. Verkondiging Met deze veranderingen is het geloof in de opstanding van het lichaam en de hoop op een eeuwig leven haaks komen te staan op wat veel mensen vandaag de dag geloven en ervaren. In ervaren en denken is de nadruk komen liggen op het leven in het hier en nu en is het nadenken over het leven in het hiernamaals een restverschijnsel geworden. Deze ontwikkeling heeft ook de kerk niet onberoerd gelaten. In veel theologische en kerkelijke stromingen is het spreken over een lichamelijke opstanding op de achtergrond geraakt. De traditionele voorstelling van een leven na de dood komt in veel preken nauwelijks meer voor. Omdat de traditionele voorstellingen bij predikanten en/of kerkgangers niet meer voldoen. Omdat door het verdwijnen van een geloof in het leven in het hiernamaals de aanknopingspunten verdwenen zijn. 6
Fragmentarisch leven In de maatschappij en in delen van de kerk kan dan afscheid genomen zijn van een geloof in de opstanding en in het leven na de dood, de werkelijkheid van de dood en de werkelijkheid van het kwaad zorgen ervoor een optimistische kijk op het leven in het hier en nu niet voor iedereen houdbaar is. Het optimisme van de Verlichting met zijn nadruk op het leven in het hier en nu is na de beide wereldoorlogen stukgebroken. In plaats daarvan is weer volop aandacht voor de werkelijkheid van het kwaad. Bovendien wordt erkend dat het leven in het hier en nu vooral een fragmentarisch leven is. Het is een leven dat sterfelijk is en geregeld ingrijpende verlieservaringen kent. Elk leven kent niet alleen ervaringen van geluk en voldoening, maar ook van mislukken en verlies. Eigen dromen komen niet uit, wensen worden niet voltooid, doelen niet gehaald. Wie in relatie leeft, draagt in zich ook de pijn aan verlies van degenen die er niet meer zijn. Relatie met God In deze wereld van fragmenten, van geluk en breuken, van zegen en falen, van voldoening en verlies, klinkt de boodschap van de opstanding van het lichaam en het eeuwig leven. Het christelijk geloof verbindt dit fragmentarisch leven aan God. In het licht van die relatie met God is het fragmentarische van ons leven aan de ene kant een oordeel, aan de andere kant een bestaan waarover het licht van Gods genade valt. Hoop op de opstanding Vanuit het nadenken over de opstanding dient er onderscheid gemaakt worden tussen de dood en het sterven. Het christelijk geloof laat zien dat er een leven na de dood mogelijk is, omdat de dood door Christus overwonnen is. Tegelijkertijd is duidelijk dat het sterven nog niet voorbij is. Ieder mens zal nog sterven. Iemand die in het reine komt met zijn of haar sterven en daar bewust naar toeleeft, hoeft nog niet in het reine te komen met de dood. We kunnen toeleven naar ons sterven, maar het overwinnen van de dood is ons niet gegeven. Overwinning op de dood is opwekking uit de dood en opwekking uit de dood is volgens het christelijk geloof een daad van God. ds. M.J. Schuurman 7
Mijn eerste liefde doet vuur oplaaien, ik voel Zijn krachtige gloed in mij. Want Hij ontstak daar een vlam van passie, Zijn warme liefde gloeit op in mij. En ik bezing Mijn Geliefde in de nacht, zodat Hij weet dat ik 's morgens op Hem wacht. En als een kind zal ik dansen en zingen; 0, giet Uw vreugdeolie uit over mij. Ik denk terug aan die eerste ontmoeting en ik wil nooit dat eerste vuur meer kwijt. 'k Heb U lief. Mijn eerste liefde is stromend water; een waterval die geen einde heeft. En in de vloed van gelach en tranen, daar voel ik hoe Hij genezing geeft. Ik les mijn dorst bij Uw levensbron vol kracht, zodat ik leef uit genade elke dag. Vergoed de tijd dat de kerken sliepen, blaas het vuur aan dat zachtjes gloeit. Vernieuw de liefde die zo verflauwd is, geef ons het leven dat U bedoelt. Dan gaan wij op als de zon die krachtig schijnt, totdat de laatste bazuin uw komst bereidt. 8