Inspectierapport Kindercentrum 't Rovertje locatie Meander (BSO) Sint Jozefweg 30 5953JN REUVER Registratienummer 411535201 Toezichthouder: GGD Limburg-Noord In opdracht van gemeente: Beesel Datum inspectie: 30-03-2016 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 29-04-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...6 Veiligheid en gezondheid...8 Ouderrecht...9 Inspectie-items... 10 Gegevens voorziening... 12 Gegevens toezicht... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 13 2 van 13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risico gestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risico gestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Bij risico gestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden in het rapport per onderdeel uitgewerkt. Feiten over buitenschoolse opvang (BSO) 't Rovertje, locatie Meander: De BSO is gelegen is in een brede maatschappelijke voorziening in Reuver, gemeente Beesel. De houder exploiteert tevens een kinderdagverblijf op dezelfde locatie. Elders in de gemeente Beesel exploiteert de houder kinderopvang op meerdere locaties. Bij BSO 't Rovertje, locatie Meander staat voor maximaal 30 kindplaatsen geregistreerd in het landelijk register kinderopvang (LRKP). Inspectiegeschiedenis: 29-05-2013; jaarlijks onderzoek. Er werden tijdens de inspectie geen tekortkomingen geconstateerd; 29-01-2014; jaarlijks onderzoek. Er werden tijdens de inspectie geen tekortkomingen geconstateerd; 06-01-2015; jaarlijks onderzoek. Er werden tijdens de inspectie geen tekortkomingen geconstateerd. Bevindingen op hoofdlijnen: N.a.v. het huidige onderzoek, dat is uitgevoerd door de GGD Limburg-Noord, blijkt dat BSO 't Rovertje, locatie Meander niet aan alle getoetste eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft niet hoe de inzet van een vrijwilliger vanuit PSW (Pedagogisch Sociaal Werk) plaatsvindt. PSW biedt zorg en ondersteuning aan kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking bij wonen, dagbesteding/werken/onderwijs en vrije tijd. Hierdoor is het juist extra van belang om de werkwijze en vorm van begeleiding van deze vrijwilliger duidelijk te beschrijven. Tevens blijkt tijdens de inspectie dat de vrijwilliger van PSW alleen de verantwoordelijkheid draagt over een groep kinderen terwijl de beroepskracht schoonmaakwerkzaamheden verricht in de groepsruimte. Dat is niet toegestaan aangezien een vrijwilliger alleen ondersteunend en boventallig kan worden ingezet. Voor een nadere inhoudelijke uitleg zie de toelichting bij het betreffende item in dit rapport. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Handhaven op het volgende domein: Pedagogisch klimaat; item pedagogisch beleid; Pedagogisch klimaat; item pedagogische praktijk. 3 van 13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Pedagogisch klimaat. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: pedagogische praktijk pedagogisch beleid Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Pedagogisch beleid In het pedagogisch beleidsplan staat niet beschreven hoe de ondersteuning door een vrijwilliger van PSW in de praktijk plaats vindt en welke taken/rol deze medewerker precies uitvoert. Het is niet duidelijk of en welke afspraken er zijn gemaakt met betrekking tot de inzet en begeleiding van deze vrijwilliger. Er wordt niet aan de binnen dit item van toepassing zijnde wettelijke voorwaarde voldaan. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt onvoldoende zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De werkwijze ten aanzien van de ondersteunende vrijwilliger van PSW op deze BSO staat niet beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Wel benoemt de houder: 'De pedagogisch medewerkers worden bij hun werkzaamheden door andere volwassenen ondersteund. Een andere volwassene is bijvoorbeeld een manager, huishoudelijk medewerker, vrijwilliger of stagiaire'. Een vrijwilliger kan echter nooit op enig moment de verantwoordelijkheid over een groep kinderen dragen, hetgeen tijdens de inspectie wel het geval is. Op dat moment is de vrijwilliger van PSW bij de groep kinderen aanwezig en voert de beroepskracht ver van de groep af, in de groepsruimte schoonmaakwerkzaamheden uit. Er is op dat moment geen direct zicht vanuit de groepsruimte op de groep kinderen met de vrijwilliger. Hierdoor is er ook geen sprake van boventalligheid van de vrijwilliger maar functioneert zij in feite als beroepskracht. Hierdoor is er geen sprake van ondersteuning maar directe verantwoordelijkheid. Omdat er tijdens de inspectie maar een kleine groep kinderen aanwezig is, heeft de inspecteur geen gedegen pedagogische observatie kunnen uitvoeren op basis van de vier pedagogische 4 van 13
doelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Deze worden in dit rapport dus niet beoordeeld. Er wordt niet aan de binnen dit item van toepassing zijnde wettelijke voorwaarde voldaan. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties (op de groep) Pedagogisch beleidsplan (januari 2016) 5 van 13
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Personeel en groepen. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: verklaring omtrent het gedrag passende beroepskwalificatie opvang in groepen beroepskracht-kindratio Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de VOG's van één beroepskracht en een vrijwilliger vanuit PSW beoordeeld, die tijdens de inspectie op de BSO werkzaam zijn. Uit de toetsing blijkt dat de beroepskracht over een binnen de kinderopvang geldig VOG beschikt, afgegeven op de juiste functie-aspecten en vallend binnen de continue screening in de kinderopvang. De vrijwilliger van PSW beschikt over een binnen de kinderopvang geldig VOG dat niet ouder is dan 2 jaar. Er wordt aan de binnen dit item van toepassing zijnde wettelijke voorwaarden voldaan. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft het diploma van de beroepskracht beoordeeld die tijdens de inspectie op deze BSO werkzaam is. Uit deze toetsing blijkt dat deze beroepskracht beschikt over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie, zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Er wordt aan de binnen dit item van toepassing zijnde wettelijke voorwaarde voldaan. Opvang in groepen Binnen deze BSO is momenteel één basisgroep actief, namelijk Kids Club. Groep Villa Kakelbont is niet meer actief. Basisgroep Kids Club bestaat uit maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Er wordt aan de binnen dit item van toepassing zijnde wettelijke voorwaarden voldaan. Beroepskracht-kindratio Uit de kindlijsten en personeelsplanning over week 12 van 2016, blijken in deze periode geen overtredingen op de beroepskracht-kindratio. Op het inspectiemoment zelf is er één beroepskracht aanwezig met een vrijwilliger waardoor er ook op dat moment wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Er wordt aan de binnen dit item van toepassing zijnde wettelijke voorwaarde voldaan. 6 van 13
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties (op de groep) Verklaringen omtrent het gedrag (beroepskracht, vrijwilliger) Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten (week 12) Presentielijsten (week 12) Personeelsrooster (week 12) 7 van 13
Veiligheid en gezondheid Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Veiligheid en gezondheid. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: meldcode kindermishandeling Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Meldcode kindermishandeling De houder beschikt over een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de inhoudelijke eisen. Tijdens het interview met de op de groep aanwezige beroepskracht blijkt dat zij over voldoende inhoudelijke kennis beschikt. Ze kan aangeven hoe zij volgens de meldcode zou moeten handelen en welke stappen genomen kunnen worden. Tot slot kan de beroepskracht signalen benoemen die kunnen wijzen op mogelijke kindermishandeling. Hierdoor zou men voldoende in staat moeten zijn om signalen in de praktijk te herkennen en tijdig en juist te handelen. Er wordt aan de binnen dit item van toepassing zijnde wettelijke voorwaarden voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Meldcode kindermishandeling 8 van 13
Ouderrecht Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Veiligheid en gezondheid. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: klachten en geschillen 2016 Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Klachten en geschillen 2016 De houder van 't Rovertje is per 24-11-2015 aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie. Er wordt aan de binnen dit item van toepassing zijnde wettelijke voorwaarde voldaan. Gebruikte bronnen: LRKP Geschillencommissie kinderopvang 9 van 13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 13
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Ouderrecht Klachten en geschillen 2016 De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder; b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht. (art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 11 van 13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kindercentrum 't Rovertje locatie Meander Website : http://www.rovertje.nl Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : Stichting kindercentrum 't Rovertje Adres houder : Sint Jozefweg 30 Postcode en plaats : 5953JN REUVER Website : www.rovertje.nl KvK nummer : 41063957 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Limburg-Noord Adres : Postbus 1150 Postcode en plaats : 5900BD VENLO Telefoonnummer : 088-1191200 Onderzoek uitgevoerd door : JP Brizzi Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Beesel Adres : Postbus 4750 Postcode en plaats : 5953ZK REUVER Planning Datum inspectie : 30-03-2016 Opstellen concept inspectierapport : 13-04-2016 Zienswijze houder : 26-04-2016 Vaststelling inspectierapport : 29-04-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 29-04-2016 Verzenden inspectierapport naar : 29-04-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 04-05-2016 12 van 13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Kindercentrum t Rovertje St. Jozefweg 30 5953 JN Reuver Tel. 077-4746223 GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900 BD Venlo t.a.v. de heer JP Brizzi Datum: 26 april 2016 Beste heer JP Brizzi, In het kader van de hoor- en wederhoor reageer ik middels dit schrijven op het inspectierapport betreffende de inspectie d.d. 30 maart 2016 KC t Rovertje, locatie de Meander, Bso de Kidsclub. BSO de Kidsclub: Pedagogisch beleid: Wij gaan het pedagogisch beleid van de bso aanpassen zodat duidelijk staat omschreven welke taken een vrijwilliger van PSW heeft en hoe deze hierin ondersteunt wordt. Pedagogische praktijk: De pedagogisch medewerker heeft vanwege het aantal kinderen (4) ingeschat dat de vrijwilligster van PSW alleen mee naar buiten kon op de aangrenzende speelplaats. Oudere kinderen mogen alleen spelen in het achterste gebied, jongere kinderen nog niet vandaar dat de vrijwilligster mee is gegaan als ondersteuning. Wij hebben dit met de pedagogisch medewerker besproken en afgesproken dat de vrijwilligster van PSW nooit alleen bij de kinderen is. Huishoudelijke taken mag zij wel alleen verrichten. Jammer dat de verdere pedagogisch praktijk niet beschreven kon worden door te weinig kinderen. Volgens ons is er altijd een pedagogisch praktijk als er kinderen in de groep zijn. Hopende u hiermede voldoende geïnformeerd te hebben verblijf ik, Met vriendelijke groet, Janine Smit Manager dagopvang, bso en peuterspeelzaalwerk 13 van 13