Veiligheidsinformatieblad



Vergelijkbare documenten
: Eurol Super Vloerabsorbent 10KG package

Veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) 1907/2006

MSDS CARWASH MEGA SHAMPOO

Gedemineraliseerd Water

Sugarbait Versie Deze uitgave vervangt alle vorige uitgaven. Herzieningsdatum Printdatum

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Conform EU No. 1907/2006 (REACH), Annex II. Demula BV 20

RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming

: KLEENEX Luxe foam handreiniger voor dagelijks gebruik

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VOGELVLUCHT Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDS INFORMATIE BLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

bladzijde: 1/6 REAXYL Veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) nr. 1907/2006

: GLADE by Brise Gel - Lavender & Jasmine

Veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH)

ÅM RUBRIEK 1 Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming

MATERIAL SAFETY DATA SHEET

1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET MENGSEL EN VAN DE VENNOOTSCHAP/ ONDERNEMING

RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming

MATERIAL SAFETY DATA SHEET

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens 1907/2006/EG, Artikel 31

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens Verordening (EG) Nr. 1907/2006 KLEENEX Handreiniger voor dagelijks gebruik (6331)

Veiligheidsinformatieblad volgens (EG) nr. 1907/2006

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

*** VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD ***

Veiligheidsinformatieblad

Veiligheidsinformatieblad

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens Verordening (EG) Nr. 1907/2006

Veiligheidsinformatieblad volgens 1907/2006/EG, Artikel 31

ROVEQ Glasreiniger Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Conform EU No. 1907/2006 (REACH), Annex II. Demula VZ

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Handelsnaam: * Identificatie van het product * - Aard van het product: dispersie op waterbasis

Veiligheidsinformatieblad volgens 1907/2006/EG, Artikel 31

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Grondfix (sealer)

Veiligheidsinformatieblad

NLSD0154 v1.2 RS

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens (EU) 2015/830

: DRD EcoFlower Dish Tablets

: EuroSept Max WashLot. Sensitiv

SDS SAFETY DATA SHEET. VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD ACG 00 - reinigingsklei - grijs (premium) - 200gr.

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Pagina 1

MATERIAL SAFETY DATA SHEET

MATERIAL SAFETY DATA SHEET

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD. 1 Identificatie van de stof of het preparaat en van de vennootschap/onderneming

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens 1907/2006/EG, Artikel 31

1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN DE VENNOOTSCHAP / ONDERNEMING.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

RUBRIEK 1 Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming

Veiligheidsinformatieblad

1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET MENGSEL EN VAN DE VENNOOTSCHAP/ ONDERNEMING

Veiligheidsinformatieblad volgens 1907/2006/EG, Artikel 31

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Conform EU No. 1907/2006 (REACH), Annex II. Fibercast 500

1.2. Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik

Veiligheidsinformatieblad

: UCP Colour Sealant

Veiligheidsinformatieblad

Productnaam Zône Brandspiritus 85%

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens 1907/2006/EG, Artikel 31

Veiligheidsinformatieblad veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH) Datum van uitgave: 31/05/2017 Versie: 1.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

: RLD1 UV-Fluorescent Leak A/C Test Fluid. Veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) nr. 453/2010

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 rekening houdend met de bijlage bij Verordening (EU) nr.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Badkamerontkalker. Veiligheidsinformatieblad

Veiligheidsinformatieblad veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH) Datum van uitgave: 31/05/2017 Versie: 1.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens Verordening (EG) nr. 453/2010 Tandheelkundig gebruik

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD INSULCAST RTVS Red Part A

Veiligheidsinformatieblad

Uitgave nummer: 2 Tel. +31 (0) Pagina 1 van 5 Fax: +31 (0) / E. Tacken

PRODUCT VEILIGHEIDSBLAD pagina 1 van 5

Solid Ink - Cyaan, Zwart, Magenta, Geel

bladzijde : 1 VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Herziene uitgave nr : 2 : Huiselijk. Industrieel. Zie technische fiche voor gedetailleerde inlichtingen.

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens 2001/58/EG. Vanish Oxi Action Vlekverwijderaar. RECKITT Datum: BENCKISER Pag. : 1 van 5.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Conform EU No. 1907/2006 (REACH), Annex II. Demula Curing A

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens Verordening (EG) Nr. 1907/2006 Kleenex Ultra handreiniger (6330)

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Veiligheidsblad p. 1 / 8

Xerox Aqueous Flushing Fluid

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens Verordening (EG) nr. 453/2010 Tandheelkundig gebruik

Bedankt voor uw vertrouwen in SUBESTA en tot ziens. Pagina 1 van 6

: Rocuronium bromide

Transcriptie:

RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming 1.1 Productidentificatie Materiaalnaam : REACH registratie nr. : 01-2119487294-29-0029 1.2 Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik Productgebruik : Brandstof voor gebruik in dieselmotoren van terreinvoertuigen, verwarmingsketels, ovens en andere verbrandingsapparatuur. Raadpleeg hoofdstuk 16 voor de geregistreerde gebruiksmogelijkheden onder REACH. Gebruiken waartegen geadviseerd wordt : Dit product dient niet zonder eerst het advies van de leverancier in te winnen gebruikt te worden voor andere toepassingen dan die welke aanbevolen worden in Hoofdstuk 1. 1.3 Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad Fabrikant/Leverancier : Shell Trading Rotterdam B.V. Weena 70 3012 CM Rotterdam Netherlands Telefoon : +31 10 441 5000 E-mailadres voor Veiligheidsinformatieb lad : TRsds@shell.com 1.4 Telefoonnummer voor noodgevallen : +44 (0)151 350 4595 RUBRIEK 2: Identificatie van de gevaren 2.1 Indeling van de stof of het mengsel 1/54

Wettelijke Richtlijn (EC) nr. 1272/2008 (CLP) Gevarenklassen / Gevarencategorieën Kankerverwekkendvermogen, Categorie 1B Acute toxiciteit, Categorie 4; Inademing Giftig voor de voortplanting, Categorie 2 Specifieke doelorgaantoxiciteit - herhaalde blootstelling, Categorie 2; Bloed; Lever.; Thymus. Acute gevaren voor het aquatisch milieu, Categorie 1 Chronische gevaren voor het aquatisch milieu, Categorie 1 67/548/EEC of 1999/45/EC Gevarenkenmerken Kankerverwekkende stof, categorie 2.; Toxisch voor de voortplantingsfunctie, categorie 3.; Schadelijk.; Milieugevaarlijk. Gevarenaanduidingen H350 H332 H361d H373 H400 H410 H-EUH066 R-zin(nen) R20; R45; R48/21; R63; R66; R50/53 2.2 Etiketteringselementen Labeling volgens Verordening (EG) nr. 1272/2008 Symbool/symbolen : Signaalwoorden : Gevaarlijk CLP Gevarenklassen : GEZONDHEIDSRISICO'S: H350: Kan kanker veroorzaken. H332: Schadelijk bij inademing. H361d: Verdacht van het beschadigen van het ongeboren kind. H373: Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. Bloed Lever. Thymus. H-EUH066: Herhaalde blootstelling kan een droge of een 2/54

Veiligheidsinformatieblad gebarsten huid veroorzaken. GEVAREN VOOR HET MILIEU: H410: Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. H400: Zeer giftig voor in het water levende organismen. Classificatie, Labeling en Verpakking ('CLP') voorzorgsmaatregelverklaringen Preventie : P201: Alvorens te gebruiken de speciale aanwijzingen raadplegen. P260: Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen. P281: De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. Reactie : P301+P310: NA INSLIKKEN: onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. P331: GEEN braken opwekken. Afvoer: : P501: Gooi inhoud en container weg bij toepasselijk afvalstation of -innamepunt volgens plaatselijke en landelijke regelgeving. Labeling volgens Richtlijn 1999/45/EC / 67/548/EEC EG gevaarsymbolen : T Vergiftig. N Milieugevaarlijk. EG Indeling : Kankerverwekkende stof, categorie 2. Toxisch voor de voortplantingsfunctie, categorie 3. Schadelijk. Milieugevaarlijk. EG gevarenzinnen : R20 Schadelijk bij inademing. R45 Kan kanker veroorzaken. R48/21 Schadelijk: gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling door aanraking met de huid. R63 Mogelijk gevaar voor beschadiging van het ongeboren kind. R66 Herhaalde blootstelling kan een droge of een gebarsten 3/54

EG veiligheidsaanbevelingen huid veroorzaken. R50/53 Zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. : S23 Gas/damp(en)/mist niet inademen. S24 Aanraking met de huid vermijden. S36/37 Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding. S45 Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen). S51 Alleen gebruiken in goed geventileerde ruimten. S53 Blootstelling vermijden - voor gebruik speciale aanwijzingen raadplegen. S61 Voorkom lozing in het milieu.vraag om speciale instructies/veiligheidskaart. 2.3 Andere gevaren Gezondheidsgevaren : Waterstofsulfide is zeer toxisch en kan dodelijk zijn bij inademen. Waterstofsulfide (H2S), een uiterst ontvlambaar en giftig gas, en andere schadelijke dampen kunnen ontstaan en zich verzamelen in de bovenruimte van opslagreservoirs, vrachtboten en andere afgesloten containers. Kan de reukzin verminderen en heeft een hoge geurdrempel. Vertrouw dus niet op waarneming van de geur als waarschuwing voor gevaar. Contact met heet materiaal kan thermische brandwonden veroorzaken welke kunnen resulteren in blijvende huidbeschadiging. Gevaren voor de veiligheid : Niet ingedeeld als ontvlambaar, maar is brandbaar. Ontvlambare dampen kunnen aanwezig zijn zelfs bij temperaturen beneden het vlampunt. Dient derhalve behandeld te worden als een potentieel ontvlambare vloeistof. Kan ontbranden aan oppervlakken met een temperatuur die hoger is dan de zelfontbrandingstemperatuur. Bij het pompen kunnen elektrostatische ladingen ontstaan. Elektrostatische ontlading kan brand veroorzaken. Overige informatie : Dit product mag alleen gebruikt worden in gesloten systemen. 4/54

RUBRIEK 3: Samenstelling en informatie over de bestanddelen 3.1 Stof CAS-nr. : 64741-3.2 Mengsels Preparatiebeschrijving : Een complexe verzameling koolwaterstoffen, geproduceerd door vacuümdestillatie van het residu van de atmosferische destillatie van ruwe olie. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C20 tot en met C50, met een kooktraject van ongeveer 350 C tot 600 C. Deze stroom bevat waarschvnlvk 5 of meer gewichtsprocenten aromatische koolwaterstoffen met 4- tot 6-voudig gecondenseerde ringen. Product is geen mengsel volgens richtlijn 1907/2006/EC. Gevaarlijke Bestanddelen Indeling van componenten volgens richtlijn (EC) nr. 1272/2008 Chemische naam CAS-nr. EINECS REACH registratie Conc. nr. Gasoliën (aardolie), zwaar, vacuüm 64741-265-058-3 01-2119487294-29 <= 100,00% Chemische naam Gevarenklasse en -categorie Gevarenaanduidingen Gasoliën (aardolie), zwaar, vacuüm Kank., 1B; Acute Tox., 4; Voortpl., 2; STOT herh., 2; Aquat. chron., 1; Aquat. acuut, 1; H350; H332; H361d; H373; H410; H400; H-EUH066; Classificatie van componenten volgens 67/548/EEC Chemische naam Gasoliën (aardolie), zwaar, vacuüm CAS-nr. EINECS REACH registratie nr. 64741-265-058-3 01-2119487294- 29 Symbool/ symbolen R-zin(nen) T, Xn, N R20; R45; R48/21; R63; R66; R50/53 Conc. <= 100,00% Extra informatie : Bevat waterstofsulfide, CAS nr. 7783-06-4. 5/54

Veiligheidsinformatieblad Waterstofsulfide kan zowel in de vloeistof als in de damp aanwezig zijn. De samenstelling is complex en varieert afhankelijk van de bron van de aardolie. Zware stookolie is een mengsel van residuale en gedestilleerde componenten die altijd verwarmd dienen te worden voor gebruik. Zie hoofdstuk 16 voor de volledige tekst van R-zinnen van EG. RUBRIEK 4: Eerstehulpmaatregelen 4.1 Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen Algemene informatie : Verdamping van H2S dat in kleding is blijven hangen kan gevaarlijk zijn voor reddingswerkers. Blijf ademhalingsbescherming gebruiken om te voorkomen dat verontreinigend materiaal overgaat van het slachtoffer naar de reddingswerker. Indien enigszins mogelijk dient gebruik gemaakt te worden van mechanische ventilatie om het slachtoffer weer bij te brengen. Inademing : In de frisse lucht brengen. Probeer het slachtoffer niet te redden, tenzij u goede ademhalingsbescherming draagt. Als het slachtoffer moeilijk ademt of benauwd op de borst is, duizelig is, moet braken of niet reageert, 100% zuurstof toedienen met beademings- of reanimatieapparatuur, al naar gelang vereist, en naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis brengen. Contact met de huid : Koud product: Verontreinigde kleding uitdoen. Blootgestelde lichaamsdelen met water afspoelen en daarna wassen met zeep, indien beschikbaar. Bij blijvende irritatie medische hulp inroepen. Heet product - Bij contact met een heet product moet het verbrande gebied direct met stromend water of door onderdompeling in water gedurende ten minste 15 tot 20 minuten gekoeld worden. Probeer geen kleding of andere zaken van het verbrande gebied te verwijderen en breng ook geen crèmes of zalven aan. Tijdens vervoer mag de wond niet afgedekt worden met een verband of een doek, omdat deze aan het product kunnen vastkleven. Contact met de ogen : Koud product: Oog uitspoelen met grote hoeveelheden water. Bij blijvende irritatie medische hulp inroepen. Heet product - Bij contact met een heet product moet het verbrande gebied direct met stromend water of door onderdompeling in water gedurende ten minste 15 tot 20 minuten gekoeld worden. Probeer geen kleding of andere zaken van het verbrande gebied te verwijderen en breng ook 6/54

geen crèmes of zalven aan. Tijdens vervoer mag de wond niet afgedekt worden met een verband of een doek, omdat deze aan het product kunnen vastkleven. Inslikken : Indien braken spontaan optreedt, het hoofd van het slachtoffer beneden heuphoogte houden om inademen van braaksel te Niets laten innemen. 4.2 Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten 4.3 Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling : H2S heeft diverse, uiteenlopende uitwerkingen, afhankelijk van de concentratie in de lucht en de duur van de blootstelling: 0,02 ppm geurdrempel, geur van rotte eieren; bij 10 ppm irritatie van de ogen en de ademhalingswegen; bij 100 ppm hoesten, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, irritatie van de ogen, na een aantal minuten verlies van reukzin; bij 200 ppm risico van optreden van longoedeem na > 20-30 minuten; bij 500 ppm verlies van bewustzijn na korte blootstelling, risico van ademhalingsstilstand; bij > 1000 ppm onmiddellijk verlies van bewustzijn, risico van snel overlijden, onmiddellijke cardiopulmonaire resuscitatie kan vereist zijn. Vertrouw niet op reukzin voor waarschuwing. H2S veroorzaakt snel optredend reukverlies (waarneming van geursignalen verzwakt). Er zijn geen aanwijzingen voor ophoping van H2S in lichaamsweefsel na herhaalde blootstelling. Verschijnselen en symptomen die duiden op dermatitis als gevolg van onttrekking van huidvet zijn o.a. een branderig gevoel en/of een uitgedroogde/gebarsten huid. : Zwavelwaterstof (H2S) is een verstikking veroorzakende verbinding die op het centrale zenuwstelsel werkt. Kan rhinitis, bronchitis en soms ook longoedeem veroorzaken na sterke blootstelling. Blootstelling aan waterstofsulfide in concentraties hoger dan de aanbevolen beroepsmatige blootstellingsnorm kan leiden tot hoofdpijn, duizeligheid, irritatie van de ogen, de bovenste luchtwegen, mond en van het spijsverteringskanaal, tot stuiptrekkingen, verlamming van de ademhalingsorganen, bewusteloosheid en zelfs overlijden. Neem contact op met een arts of instituut voor behandeling van vergiftigingen om advies te vragen. RUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen Evacueer alle niet noodzakelijke personen. 5.1 Blusmiddelen : Schuim, sproeistraalwater of verneveld water. Droog chemisch poeder, kooldioxide, zand of aarde mag alleen gebruikt worden 7/54

Ongeschikte Blusmiddelen 5.2 Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt bij kleine branden. : Gebruik geen direkte water straal op brandende produkten, dit kan leiden tot een stoom explosie of het vuur verspreiden. Gelijktijdig gebruik van schuim en water op dezelfde oppervlakte dient vermeden te worden, water breekt schuim af. : Gevaarlijke verbrandingsproducten kunnen zijn: Een complex mengsel van in de lucht gedragen vaste en vloeibare deeltjes en gassen (rook). Koolmonoxide. Stikstofoxiden. Zwaveloxiden. Niet geïdentificeerde organische en anorganische verbindingen. Ontvlambare dampen kunnen aanwezig zijn zelfs bij temperaturen beneden het vlampunt. Damp is zwaarder dan lucht en verspreidt zich over de grond; ontsteking op afstand is mogelijk. Zinkt in zoetwater, drijft op zeewater en kan aan de oppervlakte (weer) ontsteken Zwavelwaterstof (H2S) en andere toxische zwaveloxiden kunnen vrijkomen wanneer dit materiaal verhit wordt. Vertrouw niet op de reukzin om een tijdige waarschuwing te krijgen. : Draag volledig beschermende kleding en een onafhankelijk ademhalingstoestel. 5.3 Advies voor brandweerlieden Extra advies : Houd nabijgelegen containers koel met sproeistraalwater. Indien mogelijk de houders uit de gevarenzone verwijderen. Als de brand niet kan worden geblust, moet onmiddellijk geëvacueerd worden. RUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel Vermijd contact met gemorste of vrijgekomen stof. Voor de keuze van persoonlijk beschermingsmateriaal zie hoofdstuk 8 van het MSDS-blad. Zie Hoofdstuk 13 voor informatie omtrent afvoer. Neem alle lokale en internationale wetgeving in acht. Verwijder besmette kleding. Evacueer alle niet noodzakelijke personen. Vermijd contact met de huid, ogen en kleding. Ventileer de verontreinigde ruimte grondig. 6.1 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermde uitrusting en noodprocedures 6.2 Milieuvoorzorgsmaatregel en : Kan ontbranden aan oppervlakken met een temperatuur die hoger is dan de zelfontbrandingstemperatuur. Damp en rook niet inademen. Geen elektrische apparatuur in werking stellen. : Lekken dichten, indien mogelijk zonder persoonlijke risico's. Verwijder alle mogelijke ontstekingsbronnen in de omgeving. Pas afdoende indammingsmaatregelen toe om milieuverontreiniging te Voorkom verspreiding naar of binnendringing in afvoersystemen, sloten of rivieren met behulp van zand, aarde of andere geschikte barrière materialen. Probeer de damp te verspreiden of de dampstroom naar een veilige plaats te leiden, bijvoorbeeld met behulp van 8/54

6.3 Insluitings- en reinigingsmethoden en - materiaal mistsprays. Neem voorzorgsmaatregelen tegen statische ontlading. Zorg voor elektrische continuïteit door alle apparatuur te verbinden en te aarden. : Bij kleine hoeveelheden gemorste vloeistof (< 1 vat) met een mechanisch hulpmiddel overbrengen naar een van een etiket voorzien, alsluitbaar vat om terug te winnen of veilig af te voeren. Laat restanten verdampen of absorbeer met een geschikt absorptiemiddel, en voer op een veilige wijze af. Verwijder verontreinigde grond, en voer op een veilige wijze af. Bij grote hoeveelheden gemorste vloeistof (> 1 vat) met een mechanisch hulpmiddel zoals een vacuümwagen overbrengen naar een bergingsvat om terug te winnen of veilig af te voeren. Spoel geen restanten weg met water. Bewaar als verontreinigd afval. Laat restanten verdampen of absorbeer met een geschikt absorptiemiddel, en voer op een veilige wijze af. Verwijder verontreinigde grond, en voer op een veilige wijze af. In een geschikte, duidelijk gemarkeerde container scheppen voor afvoer of terugwinning volgens lokale voorschriften. Extra advies : Breng overheidsinstanties op de hoogte indien de gemeenschap of het milieu wordt blootgesteld of waarschijnlijk zal worden blootgesteld. Lokale autoriteiten moeten gewaarschuwd worden als lekkage niet kan worden beheerst. Maritieme verontreinigingen moeten worden behandeld overeenkomstig hetshipboard Oil Pollution Emergency Plan (SOPEP), zoals voorgeschrevendoor MARPOL Annex 1 Regulation n 26. 6.4 Verwijzing naar andere rubrieken RUBRIEK 7: Hantering en opslag Algemene voorzorgsmaatregelen : Voor richtlijnen ten aanzien van de selectie van persoonlijke beschermingsmiddelen zie hoofdstuk 8 van dit produkt veiligheidsdatablad. Voor richtlijnen ten aanzien van de selectie van persoonlijke beschermingsmiddelen zie hoofdstuk 8 van dit produkt veiligheidsdatablad. : Vermijd inademing van of contact met materiaal. Alleen in goed geventileerde ruimten gebruiken. Na contact met dit product het lichaam grondig wassen. Voor richtlijnen over de keuze van persoonlijke beschermingsuitrusting, zie Hoofdstuk 8 van dit Veiligheidsinformatieblad. Gebruik de informatie in dit gegevensdocument als invoer voor een risicobeoordeling van de lokale omstandigheden ter bepaling van toepassing zijnde beheersmiddelen voor veilige behandeling, opslag en afvoer van dit materiaal. Zorg voor juiste afvoer van verontreinigde lompen of reinigingsmaterialen om brand te 9/54

7.1 Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel 7.2 Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten Voorkom morsen. Maak gebruik van plaatselijke afzuiging indien er risico bestaat van inademing van dampen, nevels of drijfgassen. Onderhoud en vul/tank handelingen - Voorkom inademen van dampen en contact met de huid. : Vanwege de inherente giftige en reukzin verzwakkende eigenschappen van waterstofsulfide is het noodzakelijk om gebruik te maken van een luchtbewakingssysteem met alarm indien verwacht wordt dat de concentraties schadelijke niveaus kunnen bereiken, bijvoorbeeld in besloten ruimten, verwarmde transportvoertuigen en in situaties met lekkage of uitstroming. Indien de concentratie in de lucht uitgaat boven 50 ppm, dient het gebied ontruimd te worden, tenzij er ademhalingsbescherming gebruikt wordt. Vermijd langdurig of herhaald contact met de huid. Niet eten of drinken tijdens gebruik. Doof open vuur. Niet roken. Verwijder ontstekingsbronnen. Voorkom het ontstaan van vonken. Bij het pompen kunnen elektrostatische ladingen ontstaan. Elektrostatische ontlading kan brand veroorzaken. Alle apparatuur aarden. : Opslag in vaten en kleine containers: Vaten mogen tot maximaal 3 hoog gestapeld worden. Maak gebruik van deugdelijk geëtiketteerde en afsluitbare houders. Voorkom binnentreden van water. Opslag in tanks: Opslagtanks moeten speciaal ontworpen zijn voor gebruik met dit product. Bulkopslagtanks dienen van een omwalling voorzien te worden. Plaats tanks op afstand van hittebronnen en andere ontstekingsbronnen. Tanks moeten met verwarmingsspiralen worden uitgerust. Zorg dat verwarmingselementen altijd bedekt zijn met product (minimaal 15 cm). 7.3 Specifiek eindgebruik : Raadpleeg Hoofdstuk 16 en/of de bijlagen voor het geregistreerde gebruik onder REACH. Extra informatie : Zorg ervoor dat alle lokale voorschriften met betrekking tot hantering en opslag opgevolgd worden. Productoverslag : Voorkom dat de vloeistof vanaf een hoogte instroomt bij vullen. Wacht 2 minuten na het vullen van een tank (als het gaat om de tank van een tankauto bijvoorbeeld) alvorens luiken of mangaten te openen. Wacht 30 minuten na het vullen van een tank (als het gaat om een grote opslagtank) alvorens luiken of mangaten te openen. Vaten sluiten wanneer ze niet in gebruik zijn. Gebruik geen perslucht voor het vullen, lossen of hanteren. Aanbevolen Materialen : Gebruik voor containers of containerbekledingen zacht staal, roestvrij staal. Aluminium kan ook gebruikt worden voor 10/54

toepassingen waarbij het geen onnodig brandgevaar oplevert. Voorbeelden van geschikte stoffen zijn: hogedichtheids polyetheen (HDPE) en Viton (FKM), welke stoffen met name getest zijn op hun verenigbaarheid met dit product. Gebruik met amine-adduct behandelde epoxyverf voor de binnenbekleding van houders. Gebruik grafiet, PTFE, Viton A of Viton B voor afdichtingen en pakkingen. Ongeschikte Materialen : Sommige synthetische materialen kunnen ongeschikt zijn voor containers of containerbekleding, afhankelijk van de materiaalspecificatie en het beoogde gebruik. Voorbeelden van te vermijden materialen zijn: natuurlijke rubber (NR), nitrielrubber (NBR), ethyleen-propyleenrubber (EPDM), polymethylmethacrylaat (PMMA), polystyreen, polyvinylchloride (PVC), polyisobutyleen. Sommige kunnen echter geschikt zijn als materiaal voor handschoenen. Advies over de verpakking : Vaten kunnen, ook nadat ze geledigd zijn, explosieve dampen bevatten. Geen snij-, boor-, slijp-, laswerkzaamheden en dergelijke uitvoeren op of nabij vaten. RUBRIEK 8: Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming Voorzover de ACGIH-waarde in dit document voorkomt, dient die waarde slechts ter informatie. Lezen in combinatie met het blootstellingsscenario voor uw in de bijlage bevatte specifieke gebruik. 8.1 Controleparameters Beroepsmatige blootstellingslimieten Materiaal Bron Type ppm mg/m3 Notatie Hydrogeensulfide ACGIH TWA 1 ppm ACGIH STEL 5 ppm NL OEL TGG 2,3 mg/m3 Biological Exposure Index (BEI) Geen biologische grens toegewezen. 11/54

Veiligheidsinformatieblad Afgeleide dosis zonder effect (DNEL) Component Blootstellingsro ute Blootstellingsty pe (lang/kort) Toepassingsgeb ied Waarde Gasoliën (aardolie), zwaar, vacuüm Inademing acute, systemische effecten Werknemer 4700 mg/m3/15 min. (aerosol) Dermaal lange termijn, systemische effecten Werknemer 0,065 mg/kg 8h Inademing lange termijn, systemische effecten Werknemer 0,12 mg/m3/8h (aerosol) Oraal lange termijn, systemische effecten Consument 0,015 mg/kg 24h PNEC gerelateerde informatie : Dit is een koolwaterstof met een gecompliceerde, onbekende of variabele samenstelling. Conventionele methodes voor het ontlenen van PNEC's (Predicted No Effect Concentration (Voorspelde geen effect-concentratie)) zijn niet van toepassing, en het is niet mogelijk om een enkele typerende PNEC voor die stoffen te identificeren. 8.2 Maatregelen ter beheersing van blootstelling Algemene informatie : Het beschermingsniveau en de soort maatregelen die nodig zijn, hangen af van de mogelijke blootstellingsomstandigheden. Kies de soort maatregelen op basis van de bepaling van het risico bij de plaatselijke omstandigheden. Tot de geschikte maatregelen behoren: Gebruik indien mogelijk afgedichte systemen. Adequate ventilatie om concentraties in de lucht onder de blootstellingsrichtwaarde/-limiet te houden. Plaatselijke afzuiging wordt aanbevolen. Oogdouches en douches voor gebruik in noodgevallen. Werkgerelateerde blootstellingscontroles 12/54

Persoonlijke beschermings- middelen : Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moeten voldoen aan aanbevolen nationale standaarden. Controleren bij PBMleveranciers. Oogbescherming : Chemische veiligheidsbril (chemische ruimzichtbril). Goedgekeurd volgens EU Norm EN166. Handbescherming : 'Persoonlijke hygiëne is van groot belang voor een effectieve verzorging van de handen. Handschoenen alleen dragen over schone handen. Na het gebruik van handschoenen moeten de handen grondig gewassen en gedroogd worden. Gebruik van niet geparfumeerde vochtinbrengende crème wordt aanbevolen. De geschiktheid en de duurzaamheid van een handschoen hangt af van het gebruik, b.v. van het aantal malen contact en van de duur van het contact, en de mate waarin ze bestand zijn tegen chemicaliën van het materiaal van de handschoen, van de dikte van de handschoen, van de vaardigheid. Vraag altijd advies aan handschoenleveranciers. Verontreinigde handschoenen dienen vervangen te worden. Gebruik handschoenen die voldoen aan een relevante norm (bijv. Europa EN374, US F739). Hittebestendige handschoenen dragen bij het hanteren van verhit product. Bij langdurig of vaak optredende contact kunnen handschoenen van nitriel geschikt zijn. (doorbreektijd van > 240 minuten.) Voor bescherming tegen incidenteel contact of spatten kunnen handschoenen van neopreen of PVC afdoende zijn. Lichaamsbescherming : Chemisch bestendige handschoenen of kaphandschoenen, laarzen en voorschoot (indien er kans op spatten is). Bescherming van de Ademhaling : Wanneer technische maatregelen de concentratie in de lucht niet op een adequaat niveau houden om de gezondheid van de medewerker te beschermen, selecteer dan apparatuur voor adembescherming, geschikt voor de specifieke gebruikscondities en die voldoet aan de relevante wetgeving. Controleer geschiktheid bij de leverancier van de adembeschermingsapparatuur. Wanneer adembescherming d.m.v. een luchtfilter ongeschikt is (hoge luchtconcentratie, risico van zuurstoftekort, besloten ruimte), gebruik dan geschikte adembeschermingsapparatuur met positieve druk. Wanneer adembescherming d.m.v. een luchtfilter mogelijk is, selecteer dan een geschikte combinatie van masker en filter. Alle adembeschermingsapparatuur en het gebruik ervan dient in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving te zijn. Selecteer een geschikt combinatiefilter voor deeltjes/organische gassen en dampen (Kookpunt >65 gr. C) (149 F) volgens norm EN14387. Thermische Gevaren : Bij het hanteren van verhitte producten moeten hittebestendige 13/54

handschoenen, een veiligheidshelm met vizier en een hittebestendige overal (met de manchetten over de handschoenen en de broekspijpen over de laarzen) worden gedragen, alsmede laarzen voor zwaar werk, bijv. vervaardigd van hittebestendig leer. Meetprocedures : Om het voldoen aan een OEL en het op een juiste wijze onder controle houden van de blootstelling te bevestigen, kan het nodig zijn om de concentratie van de stoffen in de ademhalingszone of in de algemene werkruimte te bepalen. Voor sommige stoffen kan een biologische bepaling ook geschikt zijn. Beheersingsmiddelen voor milieublootstelling Milieublootstellingcontrolemaatregelen : Lokale aanwijzingen voor emissielimieten voor vluchtige stoffen moeten in acht genomen worden bij het vrijkomen van uitlaatgassen die dampen bevatten. Consument-blootstellingscontroles Blootstellingscontrolema atregelen voor consumenten : indien herhaalde of langere blootstelling van de huid aan de stof waarschijnlijk is, passende handschoenen conform EN374 dragen en huidbeschermingsprogramma voor werknemers uitvoeren. RUBRIEK 9: Fysische en chemische eigenschappen 9.1 Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen Uiterlijk : Bruin tot zwart. Visceuze vloeistof. Geur : Koolwaterstof. Geurdrempel : Geen gegevens beschikbaar ph : Niet van toepassing Initieel Kookpunt en : 350-600 C / 662-1.112 F Kooktraject Smeltpunt/stolpunt : < 30 C / 86 F Vlampunt : 165-171 C / 329-340 F (ASTM D-93 / PMCC) Bovengrens/ondergrens : Typ. waarde 0,50-5,00 %(V) voor ontvlambaarheid of explosie Ontstekingstemperatuur : 250 C / 482 F Zelfontbrandings- : > 250 C / 482 F temperatuur Dampspanning : 1 hpa Soortelijke dichtheid : Geen gegevens beschikbaar 14/54

Dichtheid : 0,877-0,933 g/cm3 bij 15,00 C / 59,00 F Bulk soortelijk gewicht : Niet van toepassing. Oplosbaarheid in water : Verwaarloosbaar. Oplosbaarheid in andere : Geen gegevens beschikbaar oplosmiddelen Verdelingscoëfficient: n- : Geen gegevens beschikbaar octanol/water Dynamische viscositeit : Geen gegevens beschikbaar Kinematische viscositeit : 35 mm2/s bij 40 C / 104 F Dampdichtheid (lucht=1) : Geen gegevens beschikbaar Verdampingssnelheid : Geen gegevens beschikbaar (nbuac=1) Decompositietemperatuur : Geen gegevens beschikbaar 9.2 Overige informatie Overige informatie : Niet van toepassing. RUBRIEK 10: Stabiliteit en reactiviteit 10.1 Reactiviteit : Oxideert aan de lucht. 10.2 Chemische stabiliteit : Stabiel onder normale gebruiksomstandigheden. 10.3 Mogelijke gevaarlijke reacties 10.4 Te vermijden omstandigheden 10.5 Chemisch op elkaar inwerkende materialen 10.6 Gevaarlijke ontledingsproducten : Oxideert aan de lucht. : Vermijd hitte, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. : Sterke oxidatiemiddelen. : Onder normale opslagomstandigheden worden geen gevaarlijke ontledingsproducten gevormd. Thermische ontleding hangt sterk af van de omstandigheden. Als dit materiaal verbrandt of thermisch of oxidatief wordt afgebroken, ontstaat er een complex mengsel van in de lucht zwevende vaste stoffen, vloeistoffen en gassen, waaronder koolstofmonooxide, koolstofdioxide en onbekende organische verbindingen. RUBRIEK 11: Toxicologische informatie 15/54

11.1 Informatie over toxicologische effecten Basis voor de Beoordeling : Informatie is gebaseerd op product data, kennis van de verbindingen en de toxicologie van gelijkwaardige producten. Waarschijnlijke Blootstellingswegen : Huid- en oogcontact zijn de voornaamste wegen van blootstelling, hoewel blootstelling kan plaatsvinden door inhalatie of naar toevallige ingestie. Acute orale toxiciteit : Niet schadelijk: LD50 > 5000 mg/kg, Rat Acute dermale toxiciteit : Niet schadelijk: LD50 >2000 mg/kg, Konijn Acute toxiciteit via de : Schadelijk bij inademen. LC50 > 1.0 - <= 5.0 mg/l / 4 h, Rat luchtwegen Aantasting/Irritatie van de Huid : Product veroorzaakt waarschijnlijk irritatie. Langdurige/herhaalde aanraking kan leiden tot huidontvetting met huidonsteking als gevolg. Contact met heet materiaal kan thermische brandwonden veroorzaken welke kunnen Ernstige Beschadiging/Irritatie van de Ogen Irritatie van de Ademhalingswegen Sensibilisering van de Luchtwegen of de Huid Gevaar voor de Ademhaling Mutageniciteit van de Geslachtscellen Kankerverwekkende eigenschappen Reproductieve en ontwikkelingstoxiciteit Specifieke doelorgaantoxiciteit - eenmalige blootstelling Specifieke doelorgaantoxiciteit - herhaalde blootstelling RUBRIEK 12: Ecologische informatie resulteren in blijvende huidbeschadiging. : Product veroorzaakt waarschijnlijk irritatie. Heet product kan ernstige oogbrandwonden en/of blindheid veroorzaken. : Inademing van dampen of nevels kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. : Is vermoedelijk geen sensibiliserende stof. : Wordt niet beschouwd als gevaarlijk bij inademen. : Positief in in vitro testen, maar negatief in in vivo mutageniteits testen. : Veroorzaakt kanker bij proefdieren. : Veroorzaakt foetotoxiciteit bij doseringen die giftig zijn voor de moeder. : Brengt vermoedelijk geen gevaren met zich mee. : Langdurige of herhaalde blootstelling kan schade veroorzaken aan organen of orgaansystemen. Bloed Lever. Thymus. Basis voor de Beoordeling : Brandstoffen worden normaliter bereid door menging van meerdereraffinagestromen. Er zijn ecotoxicologische onderzoeken uitgevoerd aandiverse koolwaterstofmengsels, maar niet aan die welke additievenbevatten. Verschafte 16/54

informatie is gebaseerd op kennis van de componenten en de ecotoxicologische eigenschappen van vergelijkbare producten. 12.1 Toxiciteit Acute Giftigheid : Vermoedelijk zeer vergiftig: LL/EL/IL50 < 1 mg/l (LL/EL50 uitgedrukt als de nominale hoeveelheid product die nodig is om proefextract in water aan te maken.) Vissen : Schadelijk: LL/EL/IL50 10-100 mg/l Zeekreeften : Vergiftig: LL/EL/IL50 1-10 mg/l Algen/Zeeplanten : Zeer vergiftig: LL/EL/IL50 < 1 mg/l Micro-organismen : Vermoedelijk niet schadelijk: LL/EL/IL50 >100 mg/l Chronische Toxiciteit Vissen : NOEC/NOEL wordt verwacht > 0,01 - <=0,1 mg/l te zijn (gebaseerd op gemodelleerde gegevens) Zeekreeften : NOEC/NOEL wordt verwacht > 0,1 - <=1,0 mg/l mg/l te zijn (gebaseerd op gemodelleerde gegevens) 12.2 Persistentie en afbreekbaarheid : De vluchtige bestanddelen oxideren snel door fotochemische reacties in de lucht. Belangrijkste bestanddelen zijn van zichzelf biologisch afbreekbaar 12.3 Bioaccumulatie : Bevat vluchtige bestanddelen die zich mogelijk ophopen in de voedselketen 12.4 Mobiliteit : Verdampt gedeeltelijk uit water- of grondoppervlakken, doch na één dag is nog een aanzienlijke hoeveelheid achtergebleven. Grote hoeveelheden kunnen in de grond dringen en het grondwater verontreinigen. Zinkt in zoet water, maar drijft op zeewater en vormt een olievlek. Bevat vluchtige bestanddelen 12.5 Resultaten van PBTen zpzb-beoordeling : De substantie voldoet niet aan alle screeningscriteria voor persistentie, bioaccumulatie en toxiciteit, en wordt daarom niet beschouwd PBT of zpzb te zijn. 12.6 Andere schadelijke effecten : Op het water gevormde films kunnen de zuurstofoverdracht negatief beïnvloeden en zo schadelijk zijn voor organismen. RUBRIEK 13: Instructies voor verwijdering 13.1 Afvalverwerkingsmethoden Materiaalverwijdering : Indien mogelijk terugwinnen of hergebruiken. Het is de verantwoordelijkheid van degene die afvalmateriaal genereert om de toxische en fysische eigenschappen van het 17/54

Afvoer van lege Verpakking gegenereerde materiaal vast te stellen met het oog op bepaling van de juiste afvalclassificatie en afvoermethoden in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Niet in het milieu, riool of waterwegen lozen. Op bodem van tanks achterblijvend water niet opruimen door het in de grond weg te laten lopen. Dit leidt tot verontreiniging van bodem en grondwater. Afval dat ontstaat door morsen of tankreiniging moet verwijderd worden volgens gebruikelijke voorschriften, door een bevoegde tranporteur naar een bevoegde verwerker. De validiteit van de vergunninghouder moet van te voren zijn vastgesteld. : Naar een vaten- of schroothandelaar sturen. De verpakking zorgvuldig leegmaken. Na leegmaken op een veilige plaats, uit de buurt van vonken en vuur, ontluchten. Residuen kunnen ontploffingsgevaar opleveren indien verwarmd boven het vlampunt; verontreinigde vaten niet perforeren, snijden of lassen. Bodem, water of milieu niet verontreinigen met de lege verpakking. Voldoen aan de lokale wetgeving inzake terugwinning of afvalverwijdering. Nationale Wetgeving : EG Regelgeving voor Opruiming van Afval (EWC) 13 07 01 stookolie en diesel. Het aan afvalmateriaal toegekend getal is verbonden met correct gebruik van het materiaal. De gebruiker dient te bepalen of zijn gebruik van het materiaal het toekennen van een andere afvalcode met zich meebrengt. Afvoer dient plaats te vinden in overeenstemming met de van toepassing zijnde regionale, nationale en plaatselijke wet- en regelgeving. Plaatselijke wet- en regelgeving kan strenger zijn dan regionale of nationale eisen en dient in acht genomen te worden. RUBRIEK 14: Informatie met betrekking tot het vervoer Landtransport (ADR/RID (Agreement on Dangerous Goods by Roads/Regulations International Transport of Dangerous Goods by Rail)): ADR 14.1 VN-nummer : 3082 14.2 Juiste ladingnaam overeenkomstig de modelreglementen van de VN 14.3 : 9 Transportgevarenklasse(n) 14.4 Verpakkingsgroep : III Gevaarlabel (primair risico) : 9 : MILIEUGEVAARLIJKE VLOEISTOF, N.E.G. (Gasoliën (aardolie), zware vacuüm-destillatiefractie, stookolie) 18/54

14.5 Milieugevaren : Milieubelastend 14.6 Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker : Speciale voorzorgsmaatregelen: Raadpleeg Hoofdstuk 7, Behandeling en Opslag, voor speciale voorzorgsmaatregelen waarvan een gebruiker op de hoogte moet zijn, of noodzaken waaraan voldaan moet worden met betrekking tot transport. RID 14.1 VN-nummer : 3082 14.2 Juiste ladingnaam overeenkomstig de : MILIEUGEVAARLIJKE VLOEISTOF, N.E.G. (Gasoliën (aardolie), zware vacuüm-destillatiefractie, stookolie) modelreglementen van de VN 14.3 : 9 Transportgevarenklasse(n) 14.4 Verpakkingsgroep : III Gevaarlabel (primair risico) : 9 14.5 Milieugevaren : Milieubelastend 14.6 Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker : Speciale voorzorgsmaatregelen: Raadpleeg Hoofdstuk 7, Behandeling en Opslag, voor speciale voorzorgsmaatregelen waarvan een gebruiker op de hoogte moet zijn, of noodzaken waaraan voldaan moet worden met betrekking tot transport. Binnenlands waterwegtransport (ADN [European Agreement for International Carriage of Dangerous Goods by Inland Waterways]): 14.1 VN-nummer : 3082 14.2 Juiste ladingnaam overeenkomstig de modelreglementen van de VN 14.3 : 9 Transportgevarenklasse(n) 14.4 Verpakkingsgroep : III Gevaarlabel (primair risico) : 9 Gevaarlabel (secundair risico) : MILIEUGEVAARLIJKE VLOEISTOF, N.E.G. (Gasoliën (aardolie), zware vacuüm-destillatiefractie, stookolie) : N1 CMR F 14.5 Milieugevaren : Milieubelastend 14.6 Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker : Speciale voorzorgsmaatregelen: Raadpleeg Hoofdstuk 7, Behandeling en Opslag, voor speciale voorzorgsmaatregelen waarvan een gebruiker op de hoogte moet zijn, of noodzaken waaraan voldaan moet worden met betrekking tot transport. Zeetransport (IMDG [International Maritime Dangerous Goods Code] code): 19/54

14.1 VN-nummer : UN 3082 14.2 Juiste ladingnaam overeenkomstig de : ENVIRONMENTALLY HAZARDOUS SUBSTANCE, LIQUID, N.O.S. modelreglementen van de VN Technische Naam : (Gas oils (petroleum), heavy vacuum, Heavy fuel oil) 14.3 : 9 Transportgevarenklasse(n) 14.4 Verpakkingsgroep : III 14.5 Marine pollutant : Ja. 14.6 Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker : Speciale voorzorgsmaatregelen: Raadpleeg Hoofdstuk 7, Behandeling en Opslag, voor speciale voorzorgsmaatregelen waarvan een gebruiker op de hoogte moet zijn, of noodzaken waaraan voldaan moet worden met betrekking tot transport. Luchttransport (IATA (International Air Transport Association)): 14.1 VN-nummer : 3082 14.2 Juiste ladingnaam : Environmentally hazardous substance, liquid, n.o.s. overeenkomstig de modelreglementen van de VN Technische Naam : (Gas oils (petroleum), heavy vacuum, Heavy fuel oil ) 14.3 : 9 Transportgevarenklasse(n) 14.4 Verpakkingsgroep : III 14.6 Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker : Speciale voorzorgsmaatregelen: Raadpleeg Hoofdstuk 7, Behandeling en Opslag, voor speciale voorzorgsmaatregelen waarvan een gebruiker op de hoogte moet zijn, of noodzaken waaraan voldaan moet worden met betrekking tot transport. 14.7 Vervoer in bulk overeenkomstig bijlage II bij MARPOL 73/78 en de IBC-code Vervuilingscategorie : Niet van toepassing. Type schip : Niet van toepassing. Productnaam : Niet van toepassing. Speciale voorzorgsmaatregel : Niet van toepassing. Extra informatie : De MARPOL Bijlage 1 regels zijn van toepassing bij bulkvervoer over zee. 20/54