Betreft "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 2004"

Vergelijkbare documenten
Betreft "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 2004"

gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Tekstuitgave van de Drank- en Horecaverordening

CVDR. Nr. CVDR40484_1. Algemene bepalingen

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

B-besluit nr.: Naam programma: Veiligheid

Drank- en horecaverordening gemeente Doesburg. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 juni 1995,

GEMEENTEBLAD. Nr Drank- en Horecaverordening maart Officiële uitgave van gemeente Lisse. Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 1.2 De artikelen 1 tot en met 4 van de Algemene Termijnenwet zijn op deze verordening van overeenkomstige toepassingen.

verordening Drank- en horecawet blaricum 2014 gelezen het voorstel van het college van B&W d.d. 29 oktober 2013;

VERORDENING DRANK EN HORECAWET

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 1992, nr. 09/ a;

Drank- en horecaverordening Teylingen

1.2 VERBOD VERSTREKKING ALCOHOLHOUDENDE DRANK

RVB Drank- en Horecaverordening OKT Afdeling

Raadsvoorstel: Onderwerp: Drank- en Horecaverordening Gorinchem Korte samenvatting van de inhoud en voorstel

Gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4 en 25a van de Drank- en Horecawet;

Drank- en Horecaverordening gemeente Overbetuwe 2013

Gemeente Hoogezand-Sappemeer Drank- en Horecaverordening

pagina 2 van 8 Intitulé Drank- en Horecaverordening De Landdrost van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders", gehoord de adviesraad en de

Drank- en Horecaverordening gemeente Rijnwaarden 2013

Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras)

Vaststelling Drank- en Horecaverordening Breda 2014

Beleidsregels ontheffing ex. artikel 35 Drank- en Horecawet

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet Koggenland 2013

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

gelet op de artikelen 147 van de gemeentewet, artikel 4 en artikel 25a van de Drank- en Horecawet; b e s l u i t :

Implementatie Nieuwe Drank- en Horecawet. Modelbeleid NHN Artikel 35 beleid + toelichting

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet gemeente Edam-Volendam

Concept- raadsvoorstel. B-besluit nr.: Naam programma: Veiligheid

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Geconsolideerde tekst van de regeling Nr. RB

Drank- en Horecaverordening Het Hogeland 2019

g e m e e n t e M O N T F O O R T

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Onderwerp: Drank- en Horecaverordening Gemeente Vlagtwedde 2014

Bijlage 4: Sanctietabel Drank en Horeca

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

2. Onder horecabedrijf als bedoeld in het eerste lid wordt ook verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden.

Bijlage 1: Handhavingsmatrix Drank- en Horecawet

DRANK- EN HORECAVERORDENING GEMEENTE EDAM-VOLENDAM 2014

Voorgesteld besluit De verordening Paracommercie gemeente Wijk bij Duurstede 2013 vast te stellen.

GEMEENTEBLAD 2000 nr. 53

Beleidsregel ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet gemeente Reimerswaal

Marktverordening Maastricht 2009.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

Drank- en Horecaverordening Koggenland i ļ win in mil ni i ii wumi mi HII in m D

Toelichting. Algemeen

4. In de definitie van slijtlokaliteit vervalt voor gebruik elders dan ter plaatse.

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Haren 2012

Speelautomatenhalverordening Bladel 2019

Verordening speelautomatenhallen

Concept: Regeling aanvraaggegevens en formulieren Drank- en Horecawet 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gelezen het voorstel van de burgemeester van de gemeenten Wierden

Beleidsregel ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet gemeente Schouwen Duiveland

Verordening kinderopvang gemeente Zeewolde

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET GEMEENTE STEIN 2015

Verordening paracommercie gemeente Amstelveen

MODELVERORDENING AFDELING 8A MODEL-APV: BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET.

U dient dit formulier volledig ingevuld en ondertekend in te leveren of te sturen aan:

BELEIDSREGEL ARTIKEL 35 DRANK- EN HORECAWET

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

(u kunt vraag 4 en 5 overslaan) (u kunt vraag 3 overslaan)

Verordening op het parkeren 2007

Parkeerverordening 2013

Loes Peters 3417

Marktverordening gemeente Terneuzen 2011

Met een ontheffing mag u na middernacht sluiten. Hiervoor moet u wel aan een aantal eisen voldoen:

Derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

HORECANOTA GEMEENTE GEERTRUIDENBERG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 26, 29, 30a en 35 van de Drank en Horecawet;

Handhavingsprotocol Drank- en Horecawet (behorend bij besluit d.d )

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Bijlage 1: Handhavingsmatrix voor een aantal artikelen uit de Drank- en Horecawet en Algemeen Plaatselijke Verordening

Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011

b e s l u i t : Nr: 12-9 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-9;

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Drank- en Horecaverordening Heerhugowaard

Kenmerk: / gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten;

U dient dit formulier -volledig ingevuld en ondertekend- in te leveren of te sturen aan:

wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Beleidsregels sluitingstijden voor horecabedrijven in de gemeente Wageningen 2006

Marktverordening Westvoorne 2012

Parkeerverordening Valkenswaard 2016

2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

Verordening kwaliteitseisen kinderopvang Leeuwarden

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Den Haag,aanpassing horecabepalingen

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

VERORDENING DRANK-EN HORECAWET GEMEENTE STEIN 2015

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

Transcriptie:

Stein 28 oktober 2003 Gemeenteblad Afdeling A 2004, no. 2 Agendapunt 5 Bijlagen div. Aan De Raad Betreft "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 2004" Inleiding De per 1 november 2000 gewijzigde Drank- en Horecawet vormt het referentiekader. De huidige Drank- en Horecaverordening dateert uit 1994 en het is zaak deze te actualiseren. In deze Verordening zijn bepalingen opgenomen, die conform de nieuwe Drank- en Horecawet niet meer juist zijn. Zo mogen in de Verordening geen aanvullende inrichtingseisen meer worden bepaald. Het merendeel van de bepalingen van de huidige Verordening is echter overgenomen in de nieuwe Verordening. Bij het opstellen van een conceptverordening is Horeca Nederland betrokken. Op 15 april 2003 hebben wij de conceptverordening geaccordeerd. Conform het bepaalde in artikel 23 van de Drank- en Horecawet is de conceptverordening voor advies voorgelegd aan de bevoegde Inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid (Voedsel en Waren Autoriteit Regionale dienst Zuid, Keuringsdienst van Waren te Eindhoven), welk advies in de Verordening is verwerkt. Op 28 oktober 2003 hebben wij besloten de "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 2004" ter vaststelling voor te leggen aan uw Raad, zulks onder gelijktijdige intrekking van de "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 1994". Tevens heeft ons College geconstateerd dat de "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 2004" referendabel is op grond van artikel 8 lid 1 van de "Tijdelijke Referendumwet" (vaststelling c.q. intrekking algemeen verbindende voorschriften). Bij de publicatie in de Schakel zal ten aanzien van laatstgenoemde Verordening de referendabiliteit bekend worden gemaakt. Advies commissie De commissie Seniorenconvent stemt in met het voorstel en behandeling hiervan in de raadsvergadering, maar wil daarvoor geïnformeerd worden over de betrokkenheid van het bureau eerlijke mededinging in de voorbereiding van de verordening. 2

Voorstel Vaststellen van de "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 2004". Burgemeester en Wethouders, de Secretaris, de Burgemeester, C.G.M. Gabriëls ls. mr. E.W.M. Meijer Dict. CPG 3

DRANK- EN HORECAVERORDENING GEMEENTE STEIN 2004 Afdeling 1: Artikel 1.1 ALGEMENE BEPALINGEN Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: de wet: de Drank- en Horecawet; a. bestuursorgaan: de Burgemeester, aangezien deze besluiten inrichtingen in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet betreffen; b. leidinggevende: 1. de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, met uitzondering van bestuurders van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de wet; 2. de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen; 3. de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting; c. vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet; d. inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte; e. horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse; f. lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting; g. horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse; h. wijn: de drank, die door alcoholische gisting is verkregen uit en geen andere bestanddelen bevat dan die, afkomstig van het sap van druiven - vruchten van Vitis Vinifera L. - alsmede de drank, die met toepassing van bijzondere technische bewerkingen of met toevoeging van andere bestanddelen is verkregen uit bovenbedoeld sap, voor zover deze toepassing of toevoeging in het land van oorsprong van zodanige drank bij de bereiding daarvan gebruikelijk is; i. alcoholvrije dank: drank die geen alcohol bevat alsmede drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor hoogstens een half volumeprocent uit alcohol bestaat; j. sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn; k. zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank. 2. Voor zover niet anders is bepaald, is artikel 1 van de Drank- en Horecawet van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening. 4

Afdeling 2 Artikel 2.1 BEPERKING VERSTREKKING STERKE DRANK Gebruik ter plaatse Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken dan wel bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in de inrichting: a. waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten, worden verkocht; b. welke deel uitmaakt van een gebouw welke uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is voor het geven van onderwijs; c. welke deel uitmaakt van een gebouw welke uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is door jeugdorganisaties of -instellingen; Hieronder wordt in elk geval een jongerencentrum verstaan; d. welke is gelegen op een terrein dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer sportorganisaties of -instellingen en anderzijds van een inrichting welke deel uitmaakt van een gebouw dat uitsluitend of in hoofdzaak bij een of meer sportorganisaties of -instellingen in gebruik is; e. die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein. Artikel 2.2 Ontheffingsregeling verstrekkingsbeperkingen 1. De Burgemeester kan op schriftelijke aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2.1. 2. De Burgemeester kan in het belang van het reguleren van het gebruik van alcoholhoudende drank voorschriften aan de in het eerste lid bedoelde ontheffing verlenen. 3. De Burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid intrekken indien: a. niet langer wordt voldaan aan de in het tweede lid bedoelde voorschriften; b. zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid. Afdeling 3: Artikel 3.1 HET VERSTREKKEN VAN ALCOHOLVRIJE DRANK Verbod bedrijfsmatig verstrekken alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse 1. Het is verboden zonder verlof van de Burgemeester in een voor publiek toegankelijke besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken; 2. De Burgemeester kan van het gestelde in het eerste lid ontheffing verlenen. 3. Dit verbod geldt niet: a. indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf; b. indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties; 2

c. voor legerplaatsen en lokaliteiten aan het militair gezag onderworpen, gedurende de tijd dat deze uitsluitend voor militaire doeleinden worden gebruikt; d. voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig. 4. Aan een ontheffing als bedoeld in het tweede lid kunnen voorschriften worden verbonden. Artikel 3.2 Overlijden verlofhouder Bij het overlijden van een verlofhouder kan het verlof door of namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot vier weken na het overlijden of, indien binnen die termijn ter zake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist. Artikel 3.3 Eisen verlofhouder Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 8, tweede lid, aanhef en sub a en b, en derde lid van de wet, worden gesteld aan de leidinggevenden. Artikel 3.4 Voorschriften en beperkingen 1. Aan een verleend verlof kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. 2. Degene aan wie verlof is verleend is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. Artikel 3.5 Weigeringsgronden Het verlof wordt geweigerd, indien: 1. de aanvrager een natuurlijk persoon is die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of niet wordt voldaan aan de in artikel 3.3 gestelde eisen krachtens artikel 8, tweede lid, aanhef en sub a en b, en derde lid van de wet; 2. voor de lokaliteit waarvoor het verlof wordt gevraagd, reeds een vergunning ingevolge de wet is verleend; 3. zich in de voor publiek toegankelijke besloten ruimte als bedoeld in artikel 3.1 eerste lid feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. Artikel 3.6 Verlof In een verlof worden in ieder geval vermeld: a. de natuurlijke of rechtspersoon of -personen aan wie het verlof is verleend; b. de plaats (de adressering) waar de inrichting zich bevindt; c. de ligging en de oppervlakten van de lokaliteit(en); d. de voorschriften of beperkingen die ingevolge artikel 3.4, eerste lid, aan het verlof zijn verbonden. 3

Artikel 3.7 Intrekking verlof 1. De Burgemeester trekt het verlof in, indien: a. de te zijner verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest; b. zich in de voor publiek toegankelijke besloten ruimte als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid; c. niet langer wordt voldaan aan de in artikel 3.3 gestelde eisen; d. gedurende een jaar anders dan wegens overmacht van het verlof geen gebruik is gemaakt. e. verlofhouder hierom schriftelijk vraagt. 2. Een verlof kan voorts worden ingetrokken indien is gehandeld in strijd met de krachtens artikel 3.4, eerste lid, aan het verlof verbonden voorschriften of beperkingen. Afdeling 4 Artikel 4.1 LEEFTIJDSGRENS VOOR BEZOEKERS VAN INRICHTINGEN Leeftijdsgrens Het is degene die een horecabedrijf uitoefent in een (jongeren)café, discotheek/dancing, hotel, restaurant, pension, kantine, buurt/clubhuis, verboden toe te laten dat in de inrichting waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt, personen beneden de 16 jaar aanwezig zijn, anders dan in gezelschap van een persoon van 18 jaar of ouder zijnde een (pleeg)ouder of een voogd dan wel een andere volwassene waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze functioneert als toezichthouder van de betreffende persoon beneden de 16 jaar. Afdeling 5 Artikel 5.1 STRAF- EN SLOTBEPALINGEN Strafbepaling Overtredingen van de verboden, gesteld in artikel 3.1 of van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 2.2, of artikel 3.4, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Op de artikelen 2.1 en 4.1 is de Wet op de economische delicten van toepassing. Artikel 45 van de wet is van overeenkomstige toepassing. Artikel 5.2 Overgangsrecht 4

1. Verloven of vergunningen die zijn verleend onder de werking van de "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 1994" en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, worden aangemerkt als verlof krachtens deze verordening. 2. Op bezwaarschriften gericht tegen een besluit krachtens de Drank- en Horecaverordening wordt beslist met toepassing van deze verordening. Artikel 5.3 Intrekking oude drank- en horecaverordening De "Drank- en Horecaverordening Gemeente Stein 1994" wordt ingetrokken. Artikel 5.4 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2004. Artikel 5.5 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als "Drank- en Horecaverordening Gemeente Stein 2004". 5

DRANK- EN HORECAVERORDENING GEMEENTE STEIN 2004 Nota van toelichting Algemene toelichting De per 1 november 2000 gewijzigde Drank- en Horecawet vormt het referentiekader. De huidige verordening dateert uit 1994 en het is zaak de Drank- en horecaverordening te actualiseren. Conform het bepaalde in artikel 23 van de Drank- en Horecawet is de concept verordening voor advies voorgelegd aan de bevoegde inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid (Voedsel en Waren Autoriteit Regionale dienst Zuid, Keuringsdienst van Waren te Eindhoven). Artikelsgewijze toelichting Artikel 1.1 Dit artikel bevat de definities van de Verordening waarbij zoveel mogelijk aansluiting is gezocht bij de definities van de Drank- en Horecawet. Artikel 2.1 Krachtens artikel 23 van de Drank- en Horecawet kan bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank worden verboden. Gelet op de belangen die worden gediend met een matig alcoholgebruik is het zonder meer onwenselijk dat sterke drank wordt verstrekt in inrichtingen, die primair voor andere doeleinden dan alcoholgebruik worden bezocht. Vandaar dat in dit artikel een verbod is opgenomen voor het ter plaatse dan wel elders dan ter plaatse bedrijfsmatig verstrekken van sterke drank in o.a. snackbars, broodjeszaken, jongerencentra, onderwijs- en sportinstellingen, kampeer- of caravanterrein. Artikel 2.2 Dit artikel geeft de Burgemeester de bevoegdheid om van de in artikel 2.1 opgenomen verboden ontheffing te verlenen. Een dergelijke ontheffing kan incidenteel zijn of een structureel karakter dragen. Intrekking van een verleende ontheffing is mogelijk indien de daaraan verbonden voorschriften niet worden nageleefd of indien de openbare orde in gevaar dreigt te komen. Artikel 3.1 In dit artikel is een verlofregeling opgenomen voor het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholvrije drank in een voor publiek toegankelijke besloten ruimte. Dit betekent geen verandering ten opzichte van de oude drank- en horecaverordening. Deze regeling kan in de praktijk onder meer van nut zijn om de vestiging van coffeeshops tegen te gaan. Zie hiervoor verder de toelichting bij artikel 3.3. Artikel 3.2 6

Dit artikel zorgt er voor dat aan de bedrijfsvoering geen abrupt einde hoeft te komen na het overlijden van een verlofhouder. Artikel 3.3 Om voor een verlof voor het mogen verstrekken van alcoholvrije drank in aanmerking te komen dient men aan bepaalde eisen te voldoen. Zo geldt een minimum leeftijd van 18 jaar en mag men niet van "slecht levensgedrag" zijn. In de jurisprudentie is een ontwikkeling zichtbaar waaruit kan worden afgeleid dat iemand die softdrugs verkoopt, per definitie niet voldoet aan de eis van het "niet in enig opzicht niet van slecht levensgedrag zijn". Op grond daarvan kan een ontheffing voor het schenken van alcoholvrije drank ten behoeve van een coffeeshop dus worden geweigerd. Artikel 3.4 De burgemeester kan, ten behoeve van het waarborgen van de openbare orde, veiligheid en/of zedelijkheid, voorschriften aan een verlof verbinden die door vergunninghouder strikt moeten worden nageleefd. Artikel 3.5 Dit artikel biedt de Burgemeester de mogelijkheid op een aanvraag om verlof afwijzend te beslissen. Afwijzing kan betrekking hebben op de aanvrager, aspecten van openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. Wanneer al reeds een vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet is verleend voor de lokaliteit waarvoor het verlof wordt aangevraagd, is een verlof vanzelfsprekend overbodig en dient deze geweigerd te worden. Artikel 3.6 Voor de duidelijkheid moet in een verlof worden vermeld aan wie, voor welke lokaliteit(en) met afmetingen en waar deze is (zijn) gelegen (adres). Indien noodzakelijk zijn voorschriften aan het verlof verbonden. Deze zijn pas handhaafbaar indien ze in het verlof zijn opgenomen. Een verlof is persoonsgebonden. Indien zich een wijziging voordoet in perso(o)nen die op het verlof vermeld staan (verlofhouder(s)), dient een nieuw verlof te worden aangevraagd. Ook wanneer een wijziging in lokaliteit(en) w.o. uitbreiding plaatsvindt, dient een nieuw verlof te worden aangevraagd. Artikel 3.7 Een verlof voor het verstrekken van alcoholvrije drank wordt onder bepaalde omstandigheden ingetrokken. Dit wanneer bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de beoordeling op de aanvraag anders zou zijn geweest indien deze bekend waren, indien van het verlof gedurende een jaar geen gebruik wordt gemaakt, of indien gevreesd moet worden voor de openbare orde en of indien niet (langer) wordt voldaan aan de krachtens artikel 3.3. gestelde eisen. Ook kan het zijn dat verlofhouder wegens omstandigheden zelf verzoekt om het verlof in te trekken. Hij/zij zal hiervoor een schriftelijk verzoek moeten indienen.. Het verlof kan voorst worden ingetrokken als blijkt dat niet wordt voldaan aan de voorschriften of beperkingen die ingevolge artikel 3.4, eerste lid, aan een verlof zijn verbonden. 2

Artikel 4.1 Ingevolge de wet mag aan jongeren onder de 16 jaar geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. Met name in het nachtelijke uitgaansleven blijkt dit soms een moeilijk controleerbare en handhaafbare bepaling. Artikel 20 van de wet geeft daarom gemeentebesturen de bevoegdheid om voor de aanwezigheid van personen in bij verordening aangewezen horecabedrijven minimumleeftijdsgrenzen vast te stellen. Uit het oogpunt van "veilig uitgaan" is het zeker gewenst dat wordt voorkomen dat zeer jeugdigen met (overmatig) alcoholgebruik worden geconfronteerd. Deze leeftijdsgrens geldt niet indien een jongere op voldoende wijze wordt begeleid door een persoon van 18 jaar of ouder. Daarbij kan gedacht worden aan een ouder, een oudere broer of zus, een voogd, een onderwijzer of een volwassen begeleider (jeugdleider) van de club/organisatie waarvan de jongeren deel uitmaken. Artikel 5.1 Op overtredingen van de verordening staat krachtens dit artikel een gevangenisstraf van maximaal drie maanden of een geldboete van de tweede categorie (maximaal 2268,--). Ingevolge artikel 154 van de Gemeentewet is een hogere straf niet mogelijk. Dit met uitzondering van de verboden vervat in de artikelen 2.1 en 4.1. Overtreding van de bepalingen van de nieuwe Drank- en Horecawet zijn strafbaar op grond van de Wet op de economische delicten. Artikel 5.2 In dit artikel is het overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht komt er in hoofdzaak op neer dat besluiten, genomen op grond van de vorige Drank- en horecaverordening hun geldigheid blijven behouden, totdat deze besluiten worden ingetrokken (dan wel ambtshalve vervallen indien hiervoor een nieuw besluit in de plaats komt). Artikel 5.3 Dit artikel regelt de intrekking van de oude Drank- en horecaverordening. Artikel 5.4 Voor de inwerkingtreding van deze Verordening heeft Burgemeester en Wethouders deze ingevolge artikel 8 lid 1 van de "Tijdelijke Referendumwet" referendabel verklaard (vaststelling c.q. intrekking algemeen verbindende voorschriften). Bij de publicatie van de Verordening is de referendabiliteit bekend gemaakt. 3

Datum 20 januari 2004 Memo Aan de Griffier Van Caren Peters AJZ Betreft Antwoord op vraag Drank- en Horecaverordening Naar aanleiding van de op 15 januari 2004 in het Seniorenconvent gestelde vraag of de Stichting Bureau Eerlijke Mededinging (BEM) betrokken is geweest bij het opstellen van de "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 2004", het volgende. Conform het bepaalde in artikel 23 van de Drank- en Horecawet is de conceptverordening voor advies voorgelegd aan de bevoegde Inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid (Voedsel en Waren Autoriteit Regionale dienst Zuid, Keuringsdienst van Waren te Eindhoven). Het advies is in de verordening verwerkt. Dit is een wettelijke verplichting, waaraan is voldaan. Voor de goede orde is - hoewel geen wettelijke verplichting - over de conceptverordening tevens overleg gevoerd met Horeca Nederland. Horeca Nederland heeft met de verordening ingestemd. De Stichting B.E.M. behartigt de belangen van de paracommerciële horecabedrijven. In de Drank- en Horecaverordening zijn geen specifieke bepalingen opgenomen voor paracommerciële horecabedrijven. Het feit dat o.a. in een sportkantine of een jongerencentrum geen sterke drank mag worden verkocht heeft niets te maken met paracommercie (oneerlijke concurrentie tussen paracommerciële instellingen ten opzichte van de gewone reguliere horeca), maar wordt opgelegd om alcoholmatiging te bewerkstellingen in een gebouw dat in hoofdzaak wordt gebruikt door o.a. een sportorganisatie of een jeugdorganisatie. De Stichting B.E.M. zal dan ook niet geïnteresseerd zijn in onze Drank- en Horecaverordening. Op 15 oktober 2003 zijn de "Beleidsregels ontheffingen artikel 35 en artikel 4 lid 5 Drank- en Horecawet gemeente Stein 2002" door BenW geaccordeerd. Deze beleidsregels zijn puur gericht op paracommerciële horecabedrijven en hierin is bepaald wat voor hun mogelijk is, zonder daarbij in strijd te handelen met de Drank- en Horecawet. Uiteraard is bij het opstellen van deze beleidsregels de Stichting BEM en daarnaast de Horeca Bond en de plaatselijke horeca, veelvuldig betrokken. Stein, 20 januari 2004 Caren Peters AJZ 4