UITRUSTING - LEIDINGEN SANITAIR OF VERWARMING

Vergelijkbare documenten
UITRUSTING - LEIDINGEN SANITAIR OF VERWARMING

ATG Technische Goedkeuring ATG met Certificatie ALPEX DUO. Geldig van 21/09/2015 tot 20/09/2020

ATG 10/2508. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 24/12/2010 tot 23/12/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

UITRUSTING - LEIDINGEN SANITAIR OF VERWARMING

UITRUSTING - LEIDINGEN SANITAIR OF VERWARMING

ATG Technische Goedkeuring ATG met Certificatie GEBERIT MEPLA. Geldig van 21/09/2015 tot 20/09/2020

PE-XA drukleidingssysteem met KLEMkoppelingen uit metaal voor oppervlakteverwarming en -koeling FF-THERM MULTI DIFUSTOP

Leidingsysteem FF-Therm Multi Difustop met PE-Xa kunststof drukleidingen en klemkoppelingen uit metaal voor vloerverwarming

UITRUSTING - CENTRALE VERWARMING PE-XA DRUKLEIDINGSYSTEEM VOOR VLOERVERWARMING MET KLEMVERBINDINGEN RADSON VLOERVERWARMING

UITRUSTING - LEIDINGEN SANITAIR OF VERWARMING

UITRUSTING - CENTRALE VERWARMING

UITRUSTING - LEIDINGEN SANITAIR OF VERWARMING

UITRUSTING - LEIDINGEN SANITAIR OF VERWARMING

UITRUSTING - LEIDINGEN SANITAIR OF VERWARMING

UITRUSTING - CENTRALE VERWARMING PE-XA DRUKLEIDINGSSYSTEEM MET KLEMKOPPELINGEN VOOR OPPERVLAKTEVERWARMING EN -KOELING SYSTEEM PEXTHERM

UITRUSTING - CENTRALE VERWARMING PE-XC DRUKLEIDINGSSYSTEEM MET KLEM- EN PERSKOPPELINGEN VOOR OPPERVLAKTEVERWARMING EN KOELING, SYSTEEM COMAP TECHTUB

PE-XA DRUKLEIDINGSSYSTEEM MET KLEMKOPPELINGEN VOOR OPPERVLAKTEVERWARMING EN -KOELING SYSTEEM PEXTHERM. Geldig van 21/03/2017 tot 20/03/2022

UITRUSTING - CENTRALE VERWARMING

GEVELS - PRODUCTEN VOOR GEVELS OF GLAS GARGIULO ISOLERENDE STRIPPEN VOOR ALUMINIUM PROFIELEN MET THERMISCHE ONDERBREKING

D R A A G W I J D T E

B E S C H R I J V I N G

UITRUSTING - CENTRALE VERWARMING PE-XA DRUKLEIDINGSSYSTEEM MET KLEMKOPPELINGEN VOOR OPPERVLAKTEVERWARMING, KOELING EN VERWARMINGSWATER

UITRUSTING - CENTRALE VERWARMING

ATG Technische Goedkeuring ATG met Certificatie RADSON DIFFU PE-RT. 1 Doel en draagwijdte van de Technische Goedkeuring.

Pe-xa drukleidingssysteem met klemkoppelingen voor oppervlakteverwarming, koeling en verwarmingswater SCHÜTZ DUO-FLEX

SAMENGESTELDE PANELEN VOOR THERMISCHE ISOLATIE

BUtgb Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw vzw Lombardstraat 42 B-1000 Brussel

GLAS MET LAGE EMISSIVITEITSCOATING PILKINGTON OPTITHERM GLAS MET LAGE EMISSIVITEITS- EN ZONREGULERENDE COATING PILKINGTON SUNCOOL

Technische Goedkeuring

D R A A G W I J D T E

GEVELS - PRODUCTEN VOOR GEVELS OF GLAS ISOLERENDE STRIPPEN ALFAMID EN ALFAPRO VOOR ALUMINIUM PROFIELEN MET THERMISCHE ONDERBREKING

RUWBOUW - RUWBOUWMATERIALEN METAALVEZELS HE/TABIX/FE/HFE/TWINCONE VOOR BETONVERSTERKING. Geldig van 29/07/2011 tot 28/07/2014.

UITRUSTING - CENTRALE VERWARMING

Systeem van kunststof drukleidingen met knel- of klemkoppelingen voor de verdeling van koel- en verwarmingswater voor vloerverwarming

UITRUSTING - LEIDINGEN

Verbindingssystemen Sprangers Verbindingssysteem 50, 64 en 70 voor de vervaardiging van aluminium profielen met thermische onderbreking

BUtgb. PE-Xa drukleidingsysteem voor vloerverwarming. Radson Vitesse 05/2652. Geldig van tot D R A A G W I J D T E

Mortel met lichte, isolerende vulstoffen als onderlaag of uitvullaag voor vloeren BETOPOR SILVER HD 100. Geldig van 20/10/2014 tot 19/10/2017

GEVELS - PRODUCTEN VOOR GEVELS OF GLAS ESSENTRA EXTRUSION ISOLERENDE STRIPPEN VOOR ALUMINIUM PROFIELEN MET THERMISCHE ONDERBREKING

Guardian - ClimaGuard

UITRUSTING CENTRALE VERWARMING PE-XA DRUKLEIDINGSSYSTEEM MET PERSKOPPELINGEN MET SCHUIFHULS VOOR OPPERVLAKTEVERWARMING, KOELING EN VERWARMINGSWATER,

PE-XA DRUKLEIDINGSSYSTEEM MET PERSKOPPELINGEN MET SCHUIFHULS VOOR OPPERVLAKTEVERWARMING, KOELING EN VERWARMINGSWATER REHAU RAUTHERM S

Schrijnwerk - halffabricaten voor venster- en deursystemen met profielen uit aluminium

SAMENGESTELDE PANELEN VOOR THERMISCHE ISOLATIE

ATG 13/2433. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Henco Schroef Geldig van 12/12/2013 tot 11/12/2016

BUtgb. PE-Xa drukleidingsysteem met klemkoppelingen voor vloerverwarming, verdeling van verwarmingswater 09/2778. Geldig van tot

ATG 14/2496. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 16/4/2014 tot 15/4/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

ATG 14/2974. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 22/7/2014 tot 21/7/ Voorwerp

SPOUWMUURISOLATIE (VOLLEDIGE OF GEDEELTELIJKE SPOUWVULLING) RS CAVITY SLAB RS CAVITY SLAB HD. Geldig van 5/5/2014 tot 4/5/2019.

TUBIPEX ALU ATG Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 21/09/2015 tot 20/09/2020

Alcoa verbindingssysteem RT 72 en RT 72 Reflex voor de vervaardiging van aluminium profielen met thermische onderbreking.

Systeem van kunststof drukleidingen met pers- of klemkoppelingen voor de verdeling van koel- en verwarmingswater voor vloerverwarming UPONOR MLCP RED

PVC-C, GIRPI HTA GIRPI HTA

Systeem van kunststof drukleidingen met pers- of klemkoppelingen voor de verdeling van koel- en verwarmingswater voor vloerverwarming UPONOR MLCP RED

Henco Schroef ATG Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 02/06/2017 tot 1/06/2022

ATG Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Henco 5L Geldig van 01/02/2018 tot 31/01/2023

ATG 13/H769. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Stucanet Pleisterdrager. Geldig van 3/6/2013 tot 2/6/ Voorwerp

Technische Goedkeuring

Mortel met lichte, isolerende vulstoffen als onderlaag of uitvullaag voor vloeren BETOPOR PLUS EN BETOPOR PRO. Geldig van 20/10/2014 tot 19/10/2017

Systeem van kunststof drukleidingen met pers- of klemkoppelingen voor de verdeling van koel- en verwarmingswater voor vloerverwarming

Schrijnwerk - halffabricaten voor venster- en deursystemen met profielen uit aluminium

Verbindingssystemen MB60, MB70, MB86, MB 77HS voor de vervaardiging van aluminium profielen met thermische onderbreking

HENCO PRESS EN VISION

Schrijnwerk - Halffabricaten voor venster- en deursystemen met profielen uit aluminium. Isolerende strippen voor aluminium

PP-R DRUKLEIDINGSYSTEEM VOOR DE VERDELING VAN SANITAIR KOUD WATER NIRON PN16. Geldig van 20/03/2017 tot 19/03/ Voorwerp

PP-R DRUKLEIDINGSYSTEEM VOOR DE VERDELING VAN SANITAIR KOUD EN WARM WATER NIRON PN20. Geldig van 17/11/2015 tot 16/11/2020.

Schrijnwerk. Verbindingssystemen voor de vervaardiging van aluminium profielen met thermische onderbreking. Sprangers verbindingssystemen

PE-HD/Al/PE-Xc drukleidingsysteem voor de verdeling van sanitair koud en warm water, van koel- en verwarmingswater en voor radiatoraansluitingen

Leidingsysteem voor de distributie van sanitair koud en warm water van PVC-C GIRPI HTA. Geldig van 21/09/2015 tot 20/09/2020

SAMENGESTELDE PANELEN VOOR THERMISCHE ISOLATIE

Verbindingssystemen Blyweert Apollo, Hercules en Triton voor de vervaardiging van aluminium profielen met thermische onderbreking

Jaga oxygen patroongestuurd ventilatiesysteem. Geldig van tot

ATG Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. GEBERIT MAPRESS ROESTVRIJ STAAL Geldig van 21/09/2015 tot 20/09/2020

Guardian - ClimaGuard

SPOUWMUURISOLATIE (VOLLEDIGE OF GEDEELTELIJKE SPOUWVULLING)

Systeem van kunststof drukleidingen met knel- of klemkoppelingen voor de verdeling van koel- en verwarmingswater voor vloerverwarming

PE-HD/Al/PE-Xc drukleidingsysteem voor de verdeling van sanitair koud en warm water, van koel- en verwarmingswater en voor radiatoraansluitingen

ATG 11/1798. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 08/09/2011 tot 07/09/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

ATG 15/1798. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 20/5/2015 tot 19/5/ Voorwerp

Systeem van verzinkte ongelegeerd stalen persfittingen en verzinkte of ommantelde. ongelegeerd stalen leidingen voor de verdeling van

RUWBOUW - RUWBOUWMATERIALEN METAALVEZELS HE/TABIX/FE/HFE/TWINCONE VOOR BETONVERSTERKING. Geldig van 10/11/2015 tot 9/11/2020.

Spouwmuurisolatie (volledige of gedeeltelijke spouwvulling)

Halffabricaten voor venster- en deursystemen met profielen uit aluminium

Mortel met lichte, isolerende vulstoffen als onderlaag of uitvullaag voor vloeren BETOPOR SILVER HD 100. Geldig van 21/09/2015 tot 20/09/2020

/Al/PE-X c B E S C H R I J V I N G

Verbindingssystemen voor de vervaardiging van aluminium profielen met thermische onderbreking. Isora 80 S+ Geldig van 22/04/2016 tot 21/04/2021

Pilkington Optitherm. Pilkington Suncool

HENCO PRESS EN VISION

Systeem van kunststof drukleidingen met knel- of klemkoppelingen voor de verdeling van koel- en verwarmingswater voor vloerverwarming

ATG 09/2287 Addendum 1

Systeem van verzinkte ongelegeerd stalen persfittingen en verzinkte of ommantelde. ongelegeerd stalen leidingen voor de verdeling van

SPOUWMUURISOLATIE Ursa types: URSACOUSTIC, URSA PAN 35, URSA WALLTEC 32, URSATEC FACADE 32. Geldig van 29/10/2013 tot 28/10/2018 versie 31/3/2014

Sprangers Verbindingssysteem

Systeem van kunststof drukleidingen met knel- of klemkoppelingen voor de verdeling van koel- en verwarmingswater voor vloerverwarming

Schrijnwerk - Halffabricaten voor venster- en deursystemen met profielen uit aluminium

HOUT GELIJMDE STRUCTUURELEMENTEN BALKEN IN GELIJMD GELAMELLEERD HOUT WOODLAM

GEVELS - PRODUCTEN VOOR GEVELS OF GLAS

Transcriptie:

Technische Goedkeuring ATG met Certificatie UITRUSTING - LEIDINGEN SANITAIR OF VERWARMING Goedkeurings- en Certificatie-operator ATG 14/2461 PE-XB/AL/PE-XB drukleidingsysteem ALPEX DUO MET IVAR METALEN PERS- EN KLEMKOPPELINGEN voor de verdeling van sanitair koud en warm water, van verwarmingswater voor radiatoraansluiting en oppervlakteverwarming en van koelwater Geldig van 12/12/2014 tot 11/12/2017 Belgian Construction Certification Association Aarlenstraat, 53 B-1040 Brussel www.bcca.be - info@bcca.be BEGETUBE NV Kontichsesteenweg 53-55 B 2630 Aartselaar Tel.: +32 (0)3 870 71 40 Fax.: +32 (0)3 877 55 75 Website: www.begetube.com E-mail: info@begetube.com 1 Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring Deze technische goedkeuring betreft een gunstige beoordeling door een onafhankelijke goedkeuringsoperator aangeduid door de vzw BUtgb van het product of systeem voor een bepaalde beoogde toepassing. Het resultaat van deze beoordeling werd in deze goedkeuringstekst vastgelegd. In deze tekst wordt het product, of de in het systeem toegepaste producten, geïdentificeerd en worden de te verwachten productprestaties bepaald, gesteld dat het product (de producten) of het systeem (de systemen) verwerkt, gebruikt en wordt (worden) onderhouden zoals uiteengezet in deze goedkeuringstekst. De technische goedkeuring gaat gepaard met een regelmatige opvolging en een aanpassing aan de stand van de techniek wanneer deze wijzigingen pertinent zijn. Een driejaarlijkse herziening wordt opgelegd. De instandhouding van de technische goedkeuring vereist dat de fabrikant te allen tijde kan bewijzen dat hij al het nodige doet opdat de in de goedkeuring beschreven prestaties bereikt worden. De opvolging hiervan is essentieel voor het vertrouwen in de overeenkomstigheid met deze technische goedkeuring. Deze opvolging wordt toevertrouwd aan een door de BUtgb aangeduide certificatieoperator. Door middel van het doorlopend karakter van de controles en de statistische interpretatie van de controleresultaten bereikt de bijbehorende certificatie een hoog betrouwbaarheidsniveau. De goedkeuring, evenals de certificatie van de overeenstemming met de goedkeuring, staan los van individueel uitgevoerde werken. De aannemer en voorschrijver blijven onverminderd verantwoordelijk voor de overeenstemming van de uitvoering met de bepalingen van het bestek. 2 Voorwerp De technische goedkeuring van een leidingsysteem met kunststof drukleidingen geeft de technische beschrijving van een leidingsysteem dat bestaat uit de in paragraaf 4 vermelde componenten en waarvan de met dit systeem geconstrueerde leidingnetten worden geacht te kunnen voldoen aan de prestatieniveaus vermeldt in paragraaf 6, voor de opgegeven types en afmetingen, voor zover ze overeenkomstig de voorschriften van paragraaf 5 worden geconcipieerd, geplaatst, gecontroleerd, in dienst gesteld en afgewerkt. De vermelde prestatieniveaus worden bepaald conform de criteria opgenomen in de Technische Voorlichting 207 van het WTCB: Kunststofbuissystemen voor de distributie van warm en koud water onder druk in gebouwen en de BUtgb goedkeuringsleidraad Drukleidingsystemen van kunststof op basis van een aantal representatieve proeven. Voor leidingnetten met bijkomende prestatie-eisen of voor leidingnetten met andere toepassingen, dienen bijkomende proeven te worden uitgevoerd volgens de criteria vermeld in bovenstaande referentiedocumenten. De goedkeuringshouder mag enkel verwijzen naar deze goedkeuring voor deze varianten van het leidingsysteem waarvoor daadwerkelijk kan worden aangetoond dat de beschrijving geheel conform is aan de in de goedkeuring vooropgestelde catalogisering. Individuele leidingnetten kunnen het ATG-merk niet dragen, daar er geen certificatieschema bestaat waarin de plaatser betrokken is voor de conceptie, plaatsing, controle, indienstelling en afwerking van aan de goedkeuring conforme leidingnetten. ATG 14/2461-1/8

De goedkeuringstekst, evenals de certificatie van de overeenstemming van de componenten met de goedkeuringstekst en de opvolging van de begeleiding van de verwerkers, staan los van de kwaliteit van de individuele leidingnetten. De fabrikant, de plaatser en de voorschrijver blijven bijgevolg onverminderd verantwoordelijk voor de overeenstemming van de uitvoering met de bepalingen van het bestek. 3 Systeem Het drukleidingsysteem Alpex duo voor het hier aangehaalde toepassingsdomein bestaat uit meerlagige PE-Xb/Al/PE-b buizen met buitendiameters 14 tot en met 63 mm en IVAR messing persen klemkoppelingen. Het Alpex duo leidingsysteem wordt geacht geschikt te zijn : voor de verdeling van koud- en warm sanitair water, bij een bedrijfsdruk van 10 bar en een continue gebruikstemperatuur van 60 C; voor de verdeling van verwarmingswater voor radiatoraansluitingen, bij een bedrijfsdruk van 3 bar en een continue gebruikstemperatuur van 80 C; voor de verdeling van verwarmingswater voor oppervlakteverwarming (wand-, plafond- of vloerverwarming), bij een maximale druk van 3 bar en een gebruikstemperatuur van 40 C. voor de verdeling van koelwater en als koelelement in wand-, vloer- of plafondkoeling, bij een continue bedrijfsdruk van 3 bar en een gebruikstemperatuur in het bereik van 15 30 C. 4 Materialen 4.1 Leidingen De leidingen zijn opgebouwd uit 3 lagen, een binnenbuis van vernet polyethyleen PE-Xb (silaan vernet), een langsgelaste aluminiumbuis en een buitenmantel van vernet polyethyleen PE-Xb (silaan vernet). De hechting tussen de aluminiumlaag en de kunststof lagen worden verwezenlijkt met behulp van kleefstoffen. Het systeem omvat volgende buisafmetingen, uitgedrukt in buitendiameter x wanddikte, zie tabel 1. Benaming Tabel 1 - Buisafmetingen PE-Xb/Al/PE-Xb Wanddikte Buitendiameter Binnendiameter Dikte alu laag 14 x 2 14,0 ± 0,2 2,0 ± 0,2 10 0,3 16 x 2 16,0 ± 0,2 2,0 ± 0,2 12 0,3 16 x 2 flex 16,0 ± 0,2 2,0 ± 0,2 12 0,2 18 x 2 18,0 ± 0,2 2,0 ± 0,2 14 0,4 20 x 2 20,0 ± 0,2 2,0 ± 0,2 16 0,4 20 x 2 flex 20,0 ± 0,2 2,0 ± 0,2 16 0,3 26 x 3 26,0 ± 0,2 3,0 ± 0,2 20 0,65 32 x 3 32,0 ± 0,2 3,0 ± 0,2 26 0,85 40 x 3,5 40,0 ± 0,2 3,5 ± 0,2 33 1,0 50 x 4 50,0 ± 0,2 4,0 ± 0,2 42 1,2 63 x 4,5 63,0 ± 0,25 4,5 ± 0,2 54 1,5 De buizen zijn beschikbaar op stangen met lengte 5 m en, afhankelijk van de diameter, in rollen met lengtes volgens tabel 2. Buistype Zonder beschermmantel Tabel 2 - Rollengtes Rollengte (m) Met beschermmantel Met isolerende mantel 14 x 2 100 50-16 x 2 100/200/500 50/100 50 * 16 x 2 flex 100/200/500 50/100-18 x 2 100/200 50 50 * 20 x 2 100 50 50 * 20 x 2 flex 100 50-26 x 3 50-25 * 32 x 3 50 * - - De Alpex duo leidingen worden standaard verpakt in een kartonnen doos. De rollengtes, in tabel 2 gemarkeerd met *, worden verpakt in een PE folie. De markering van de Alpex duo buizen is als volgt (afmeting 16x2 als voorbeeld): Fränkische Alpex duo 16x2 PE-X/Al/PE-X W1.290 Ö-norm B5157 geprüft Type 1-A-B-C-TW KIWA/KOMO ATG 2461 BS 6920:2000 DIN EN ISO 21003 Class 2/5 95 C 10 bar Made in Germany 010509154601 (deze laatste cijfercode bevat de productiedatum en productiegegevens en zijn als voorbeeld gegeven). De markering van de Alpex duo flex buizen is als volgt (afmeting 16x2 flex als voorbeeld): Fränkische Alpex duo flex PE-X/Al/PE-X 16x2 95 C 10 bar ATG 2461 Made in Germany 010509154601 (deze laatste cijfercode bevat de productiedatum en productiegegevens en zijn als voorbeeld gegeven). De buitenmantel van de Alpex duo buis met isolerende mantel wordt minimaal gemarkeerd met Alpex Isol en de buisafmeting. De markering op de kartonnen verpakking gebeurt met een zelfklevend etiket waarop de merknaam, de buisafmetingen, de totale lengte, het artikelnummer en de fabrikant op worden vermeld. Om het onderscheid op de kartonnen verpakking weer te geven tussen Alpex duo en Alpex duo flex, wordt voor de flex uitvoering een gekleurd etiket gebruikt, voor de standaard Alpex duo een wit etiket. De kleur van de binnenbuis is natuurkleur, de buitenbuis is wit en de markering is in zwart aangebracht. 4.2 Koppelstukken De aansluiting van de buizen onderling en van de buizen met de met de toestellen gebeurt door middel van metalen pers- of klemkoppelingen in metaal. Voor elke buisdiameter is een gamma koppelstukken beschikbaar o.a. rechte verbindings-stukken, bochten, T-stukken, reducties, koppelstukken met draadaansluiting en speciale verbindingsstukken. Het volledige gamma is opgenomen in de catalogus van Begetube. 4.2.1 Perskoppeling De perskoppelingen zijn beschikbaar voor de diameters 16, 20, 26, 32, 40, 50 en 63 mm. Ze zijn opgebouwd uit: een verbindingslichaam met steunhuls uit messing (CW617N); twee dichtingsringen uit EPDM; een pershuls uit roestvrij staal (AISI 304); een nylon kunststofring die dienst doet als positioneringsring voor de plaatsing van de persklemmen. Deze nylon ring verhindert tevens het contact tussen het verbindingslichaam uit messing en de aluminiumlaag van de Alpex duo leiding. Hierdoor wordt de vorming van een elektrolytische verbinding verhinderd. De kunststofring is voorzien van kijkvensters, dit ter controle van het volledig inschuiven van de buis in de perskoppeling. ATG 14/2461-2/8

De perskoppelingen worden warm geperst, vernikkeld en nadien op maat afgewerkt. De afgewerkte koppeling heeft een goudgele binnenzijde (waterzijde) en een vernikkelde buitenzijde. De perskoppeling draagt op de roestvrij stalen huls de merknaam IVAR en de buitendiameter + de wanddikte van de buis (bvb. IVAR 16/2). De perskoppelingen worden verpakt in een kunststof zakje en vervolgens in kartonnen dozen. Deze dozen zijn voorzien van een label met het typenummer, de afmeting van de koppeling en het aantal stuks. 4.2.2 Klemkoppeling De klemkoppelingen zijn beschikbaar voor de volgende buisdiameters 14, 16, 18, 20, 26 en 32 mm. Ze zijn opgebouwd uit : een verbindingslichaam met steunhuls uit messing (CW617N); twee dichtingsringen uit EPDM; een gespleten klemring uit messing (CW617N); een moer uit messing (CW617N), voor de buisdiameters 16 t.e.m. 20 mm zijn de moeren vernikkeld; een teflonschijf die dienst doet als stootring en die tevens het contact verhindert tussen de messing en de aluminium van de Alpex duo buis. Hierdoor wordt de vorming van een elektrolytische verbinding verhinderd. De moeren en de klemringen van de klemkoppelingen zijn gemarkeerd met IVAR en/of de buitendiameter van de buis. De klemkoppelingen worden verpakt in een kunststof zakje en vervolgens in kartonnen dozen. Deze dozen zijn voorzien van een label met het typenummer, de afmeting van de koppeling en het aantal stuks. 4.3 Mantelbuis De buisdiameters opgenomen in tabel 3 kunnen fabrieksmatig voorzien worden van een gewone of isolerende mantel. Buistype Tabel 3 - Mantelbuizen Binnendiameter Buitendiameter Manteltype Kleur van mantel 16 x 2 19 24 standaard rood 16 x 2 19 24 standaard blauw 16 x 2 16 28 isolerend rood 16 x 2 16 28 isolerend blauw 20 x 2 23 28 standaard rood 20 x 2 23 28 standaard blauw 20 x 2 20 32 isolerend rood 20 x 2 20 32 isolerend blauw 26 x 3 26 38 isolerend rood 26 x 3 26 38 isolerend blauw 32 x 3 32 52 isolerend rood 32 x 3 32 52 isolerend blauw 4.4 Toebehoren en gereedschap Buigveren om de buizen ø14x2 t.e.m. ø32x3 te plooien; Handbediende of hydraulische plooitang om de leidingen te plooien; Een buizensnijder om de buizen haaks af te snijden; Een kalibreer- en ontbraamapparaat om het uiteinde van de buis mooi rond te zetten en om de binnenbuis aan het uiteinde zichtbaar conisch uit te frezen over de volledige buisomtrek; Elektrisch aangedreven persapparaat met afzonderlijke persklemmen per buisdiameter. De persklemmen tot en met diameter 32 dragen een merkteken B. Persklemmen van 40, 50 en 63 zijn voorzien van het merkteken F ; Moersleutels om de klemkoppelingen aan te draaien. 4.5 Buisbevestigingsystemen voor vloerverwarming Als draagmat voor de bevestiging van de vloerverwarmingsbuizen in de daartoe voorziene verlegafstand worden verschillende systemen voorgesteld : profiellatten met uitsparingen voor het bevestigen van de buizen; profielplaten met voorgevormde noppen waartussen de buis wordt geklemd; staalmatten met universeelklemmen; isolatierol met opgekleefde rasterfolie; bedrukte PE-folie met metalen klemmen of met tackerklemmen; Noppenfolie met voorgevormde noppen waartussen de buis wordt geklemd; Isolatieplaten met voorgevormde groeven (droog systeem). 5 Plaatsing 5.1 Installatie van het leidingsysteem Bij plaatsing van Alpex duo leidingsysteem zijn de in de normenserie NBN D 30-00X (Centrale verwarming, ventilatie en luchtbehandeling) aangehaalde voorschriften, alsook de montage- en plaatsingsvoorschriften van Begetube in acht te nemen, tenzij anders vermeld in onderhavige goedkeuring. Bovendien zijn de aanbevelingen van de Technische Voorlichting 207 van het WTCB Kunststofbuissystemen voor de distributie van warm en koud water onder druk in gebouwen, alsook TV 189, TV 179 en TV 193 in acht te nemen. Na het plaatsen van de buizen en voor de aansluiting van de toestellen wordt het leidingsysteem tegen het binnendringen van vuil en stof beschermd. Het ganse leidingsysteem dient grondig te worden gespoeld voor ingebruikname van de installatie. Het inbouwen van koppelingen is in de mate van het mogelijke te vermijden en moet gerechtvaardigd worden. De eventueel ingebouwde koppelingen zijn tegen uitwendige corrosie te beschermen en dienen ook enige uitzetting mogelijk te maken. De koppelingen worden bij voorkeur in bereikbare en waterdichte inbouwdozen geplaatst of in een met tape afgedichte mantel of in een met tape afgedichte omhulling uit kunststof cellenmateriaal. De hiervoor aangewende materialen mogen noch de buis, noch de koppeling aantasten. Maatregelen worden genomen en/of afspraken worden gemaakt tussen de verschillende aannemers om geen beschadigingen, verplaatsingen, vervuilingen of veranderingen aan de leidingtracés te veroorzaken tot na het begaanbaar worden van de dekvloer. De uitvoerder dient bijzondere aandacht te besteden aan volgende punten : Alle onderdelen van het systeem dienen met zorg in de originele fabrieksverpakking te worden vervoerd en opgeslagen en volgens verbruik uitgepakt. De buizen dienen beschermd te worden tegen directe langdurige zoninval, van elke vervorming, vervuiling of beschadiging. Rechte lengten op een horizontale en vlakke bodem stockeren Het ontrollen van de buizen dient te gebeuren in tegengestelde zin van het oprollen, dus vertrekkend van het buiseinde aan de buitenkant van de haspel. Elk stuk buis met plooien of builen dient te worden verwijderd en mag niet in de montage gebruikt worden. De buizen dienen torsievrij te worden geplaatst. Voor verbindingen tussen de kunststofbuis enerzijds en de draadverbinding aan een toebehoren of uitrusting van de installatie anderzijds, dient eerst de draadverbinding gerealiseerd te worden. Geen verf of andere chemische middelen op de buis aanbrengen. ATG 14/2461-3/8

Bij vorstgevaar tijdens de uitvoering dient men de leidingen te ledigen. De gerealiseerde verbindingen dienen steeds zichtbaar te blijven tot na de drukproef. 5.2 Verbindingen 5.2.1 Persverbinding De persverbindingen worden met een elektrisch aangedreven persmachine uitgevoerd. De persverbindingen mogen enkel met de door Begetube geleverde persklemmen worden gerealiseerd, i.e. persklem met markering B voor diameters 16 t.e.m. ø32 mm en persklem met markering F voor diameters 40 t.e.m. 63 mm. Het gebruik van de Begetube persklem is verplichtend. Voorbereiding : de buis op de gewenste lengte haaks afsnijden. het buiseinde kalibreren en uitfrezen tot er een zichtbare schuine aanzet over de gehele buisomtrek van de binnenste buiswand wordt bekomen met het kalibreer/ontbraamapparaat. de buis wordt tot de aanslag (tot tegen de positioneringsring) in de perskoppeling geduwd (visuele controle langs het kijkvenster). Fig. 2: Positie persklem voor 40, 50 en 63 mm Bij de buisdiameters 16, 20, 26 en 32 worden na de persing 2 lijnvormige indrukkingen bekomen die de volledige omtrek van de pershuls omsluiten, zie figuur 3. Bij de buisdiameters 40, 50 en 63 worden na de persing 3 lijnvormige indrukkingen bekomen die de volledige omtrek van de pershuls omsluiten, zie figuur 4. De persverbinding tot stand brengen : bij de buisdiameters 16x2, 20x2, 26x3 en 32x3 wordt de persmachine met de overeenstemmende Begetube persklem (met inscriptie B ) over de pershuls geplaatst zodanig dat de kunststoffen positioneringsring in de daarvoor voorziene groef van de persklem wordt geplaatst, zie figuur 1. bij de buisdiameters 40x3.5, 50x4 en 63x4.5 wordt de persmachine met de overeenstemmende Begetube persklem (met inscriptie F ) over de pershuls geplaatst zodanig dat de persklem tegen de kunststoffen positioneringsring aanleunt, zie figuur 2. Sommige persklemmen zijn uitgerust met een positioneringsvork waardoor een juiste positionering van de persklem t.o.v. de perskoppeling wordt verzekerd. De persklemmen in één vloeiende beweging sluiten. Zich er visueel van vergewissen dat de persklemmen totaal gesloten zijn. Fig. 3: Afdruk persklem voor 16, 20, 26 en 32 mm Fig. 1: Positie persklem voor 16, 20, 26 en 32 mm Fig. 4: Afdruk persklem voor 40, 50 en 63 mm 5.2.2 Klemverbinding De klemverbinding wordt als volgt gemaakt : De buis op de gewenste lengte haaks afsnijden. Het buiseinde kalibreren en uitfrezen tot er een zichtbaar schuine aanzet over de gehele buisomtrek van de binnenste buiswand wordt bekomen met het kalibreer/ontbraamapparaat. Schuif achtereenvolgens de moer en de klemring over de buis. Duw de steunhuls zo ver mogelijk in de buis tot de buis de teflonschijf raakt. Draai de moer handvast aan en draai ze met een moersleutel verder aan volgens tabel 4. ATG 14/2461-4/8

Buistype Tabel 4 Aanhalen klemkoppeling Aanhaalmoment (Nm) Aantal toeren na handvast aandraaien (toer) 14 x 2 30 1,75 16 x 2 30 1,75 16 x 2 flex 30 1,75 18 x 2 30 1,5 20 x 2 35 1 20 x 2 flex 35 1 26 x 3 70 0,75 32 x 3 140 0,75 5.3 Buigen van de buizen De buizen mogen enkel koud gebogen worden. De volgende buigstralen dienen in acht genomen te worden, zie tabel 5. Tabel 5 Minimale buigradius Minimale buigradius Buistype Met de hand Met buigveer Met plooitang 14 x 2 70 45 45 16 x 2 80 50 50 16 x 2 flex 80 50 50 18 x 2 100 60 60 20 x 2 130 60 60 20 x 2 flex 130 60 60 26 x 3 - - 100 32 x 3 - - 120 40 x 3,5 - - 160 50 x 5 - - 200 63 x 4,5 - - 300 5.4 Plaatsing van leidingen voor sanitaire installaties en radiatoraansluiting Het legpatroon van het leidingsysteem, de aansluit- en aftappunten en het benodigd aantal collectoren maken deel uit van het ontwerp. Het ontwerp van het leidingtracé dient rekening te houden met de minimum ruimte nodig voor het plaatsen van de persklemmen, of tussenklauwen met perskettingen, en dient te voorzien in de nodige uitzettingsmogelijkheden om de lengteveranderingen onder invloed van de temperatuurvariaties op te vangen. Bij doorgangen door muren of plafonds dient de buis steeds beschermd te zijn met een kunststofmantel. De leidingen mogen niet over de rand van de doorgang gebogen worden. Bij inbouw van het leidingsysteem dienen de leidingen én de koppelstukken geïsoleerd te zijn of omhuld met elastisch vulmateriaal teneinde de uitzettingen op te vangen. Gezien de lengte van de stangen beperkt is tot 5 m, kan dit aanleiding geven tot de aanwezigheid van koppelstukken in de dekvloer. Dit dient vermeden te worden voor zover de geleverde handelslengte dit mogelijk maakt. Het systeem biedt als mogelijkheden : a) voor de verdeling van sanitair koud en warm water b) voor de verdeling van verwarmingswater en voor radiatoraansluitingen Hetzij : een opstelling waarin elk verwarmingselement afzonderlijk aangesloten wordt door middel van een aangepast T-stuk, zowel op de toevoer als op de retourleiding. Hetzij : een opstelling waarin elk verwarmingselement met een afzonderlijke vertrek- en retourleiding, rechtstreeks met een vertrek en een retourcollector verbonden wordt. Hetzij : een opstelling waar de verwarmingselementen in serie kunnen verbonden worden (één-pijps-systeem). De volgende werkwijze wordt toegepast : a) Inbouw b) Opbouw Hiervoor worden uitsluitend ommantelde of geïsoleerde leidingen aangewend, teneinde warmteverlies tegen te gaan, de uitzetting op te vangen en een mechanische bescherming te bieden. De sleuven voor de leidingen worden uitgeslepen met ruime bochten, teneinde de uitzettingsmogelijkheden te behouden. De inbouwdozen worden gemonteerd, waarna de buis wordt aangekoppeld. Vervolgens wordt de buis naar de collector gebracht, op lengte gesneden en aan de collector bevestigd. De leidingen dienen steeds haaks op de collector geplaatst te worden. Dit wordt bekomen door de collectoren op minstens 50 cm van de draagvloer (vóór de vloerafwerking) te plaatsen. Bij voorkeur worden hiervoor leidingen op rechte lengtes aangewend. Het leidingsysteem dient rekening te houden met de thermische uitzetting door een correct leidingtracé (bochten en buigarmen) en door een correcte plaatsing van de vaste punten. Buizen in opbouw dienen tegen zoninval beschermd te worden. De maximale afstanden tussen ophangbeugels (horizontaal of verticaal) zijn opgegeven in tabel 6. Tabel 6 - Afstand tussen ophangbeugels Buistype Horizontale afstand tussen beugels (cm) Verticale afstand tussen beugels (cm) 14 x 2 120 150 16 x 2 120 150 16 x 2 flex 120 150 18 x 2 130 170 20 x 2 130 190 20 x 2 flex 130 190 26 x 3 150 195 32 x 3 160 200 40 x 3,5 200 200 50 x 5 250 250 63 x 4,5 250 250 De bevestiging van de leidingen dient te gebeuren met beugels uit kunststof of metalen beugels voorzien van een binnenbekleding uit rubber of kunststof. Bij gebruik van draagschalen mogen de afstanden tussen de ophangpunten verhoogd worden. Hetzij : elk aftappunt met een individuele leiding voeden, vertrekkend van een hoofdleiding of van collectoren. Hetzij : een serieschakeling van tappunten waarbij de voeding langs 2 leidingen plaats heeft en waar elk aftappunt gerealiseerd wordt in een muurplaat met doorverbinding. 5.5 Oppervlakteverwarmingsysteem De buizen worden op regelmatige afstand van elkaar geplaatst, bij voorkeur afwisselend een aanvoer- en terugloopleiding om een zo egaal mogelijke temperatuur te bekomen. De tussenafstanden zijn afhankelijk van het benodigde vermogen, de uitvoerbaarheid en de kwaliteit van de dekvloer. Het legpatroon wordt door de ontwerper bepaald. ATG 14/2461-5/8

Alle kringen van het verwarmingsysteem bestaan uit één stuk en worden op de collectoren aangesloten. Verbindingen in de vloer alsook het kruisen van de leidingen in de dekvloer zijn niet toegelaten. De koppelstukken dienen steeds bereikbaar te zijn en mogen dus niet ingewerkt worden. Als de kringen een uitzetvoeg, barstvoeg of constructievoeg doorkruisen dienen de buizen ter hoogte van deze voeg voorzien te worden van een voegdoorganghuls. Dit geldt ook wanneer de aanvoer- en/of de terugloopleiding van een verwarmingskring dwars doorheen een muur worden geleid. Wanneer de buis, ter hoogte van de verdeler/collector uit de dekvloer komt, moet de buis beschermd worden met een mantelbuis of dient het geheel te worden ingebouwd in een kast. De verwarmingsinstallatie voor oppervlakteverwarming dient uitgerust te zijn met regelapparatuur zodanig dat het verwarmingswater de temperatuur van 50 C niet overschrijdt. Maatregelen worden genomen en/of afspraken worden gemaakt tussen de verschillende aannemers om geen beschadigingen, verplaatsingen, vervuilingen of veranderingen aan de vloerverwarmingkringen te veroorzaken tot na het begaanbaar worden van de dekvloer. Het ontwerp dient rekening te houden met de vloer/wandopbouw (vochtscherm, isolatie, randisolatie, dekvloer), de inrichting en uitvoering van voegen en de keuze van de uiteindelijke vloer/wandbedekking. Voor de dekvloer en vloerbedekking zijn de richtlijnen van de in 3.1 vermelde Technische Voorlichtingsnota's van het WTCB zijn van toepassing. De vloeropbouw bij toepassing van vloerverwarming omvat steeds : 5.6 Plaatsing van koelwaterleidingen Bij plaatsing van leidingen voor de verdeling van koelwater gelden aanvullend de volgende voorschriften : Aansluitingen aan de koelelementen dienen zodanig ontworpen te zijn dat de aansluitleidingen niet mechanisch belast worden, zelfs niet tijdens onderhoudsactiviteiten. De werkingtemperatuur dient zodanig bepaald en geregeld te worden dat condensatie van de luchtvochtigheid vermeden wordt. Indien er een risico tot condensvorming bestaat, dienen de leidingen en de koppelingen van een continue dampdiffusiedichte isolatie voorzien te zijn. 5.7 Thermische isolatie van leidingen Bij isolatie van de leidingen dient de compatibiliteit van de leidingen met de isolatie en eventuele kleefstoffen te worden nagevraagd bij de fabrikant. 5.8 Verwarmingslinten voor sanitaire installaties De maximale temperatuur mag niet meer dan 60 C bedragen. Bij gebruik van een kleefband om het verwarmingslint op de buis aan te brengen of om een betere warmteverdeling te bekomen, dient de fabrikant te worden geraadpleegd. 5.9 Ontsmetting van sanitaire installaties In geval van gebruik van ontsmettingsproducten of het toepassen van een thermische cyclus met temperaturen hoger dan de gebruikstemperatuur, dient de fabrikant geraadpleegd te worden. vochtscherm; thermische vloerisolatie; randisolatie; afdekfolie; drager voor de vloerverwarmingsleidingen; dekvloer. 5.10 Dichtheidscontrole Vooraleer het leidingsysteem in te werken (dekvloer, bepleistering) en in alle geval vóór de ingebruikname van de installatie, dient deze aan een dichtheidscontrole onderworpen te worden, volgens de hierna volgende procedure (zie figuur 5). Opstarten van de vloerverwarming : Alvorens de verwarming op te starten, is een wachttijd te voorzien ten einde de dekvloer toe te laten zijn mechanische sterkte en droging te bereiken, vooraleer hij belast wordt (thermische uitzetting en krimp). Deze wachttijd is afhankelijk van het type dekvloer en bedraagt voor een cementgebonden dekvloer 21 dagen, voor een anhydriet gebonden dekvloer minstens 7 dagen. De droging mag niet versneld worden door het vervroegd opstarten van de vloerverwarming. Het in werking stellen van de verwarming gebeurt volgens de procedure beschreven in de norm NBN EN 1264-4. De vloerverwarming wordt opgestart met een begintemperatuur tussen de 20 à 25 C en vervolgens wordt de temperatuur systematisch opgedreven met 5 C per 24 h tot de maximale werkingstemperatuur van het verwarmingsysteem wordt bereikt. Deze maximale aanvoertemperatuur dient men 4 dagen aan te houden waarna men systematisch terugkeert, in stappen van 5 C per 24 h, tot men de begintemperatuur opnieuw bereikt. Om schade aan de vloerconstructie te vermijden moeten de voorziene temperatuursveranderingen geleidelijk gebeuren, ook na stabilisatie van het geheel. Bij vloer-, wand- en plafondverwarmingssystemen waarbij het volledige systeem is opgebouwd uit droge montageelementen, dient men uiteraard geen wachttijd te voorzien en kan de oppervlakteverwarming meteen worden opgestart. de accessoires van het leidingsysteem die niet weerstaan aan een druk van 1,5 x de werkdruk PN dienen op voorhand afgeschakeld te worden; de gemonteerde doch niet ingebouwde leidingen worden met onverzacht drinkwater gevuld en ontlucht; een druk van 1,5 x PN wordt aangebracht; na 10 minuten wordt de druk een eerste maal hersteld tot 1,5 x PN; na 10 minuten wordt de druk een tweede maal hersteld tot 1,5 x PN; na 10 minuten wordt de druk gemeten (PT=30); na 30 minuten wordt de druk nogmaals opgemeten (PT=60) ΔP1 = PT=30 - PT=60 0,6 bar Het drukverlies ΔP1 tussen deze twee laatste metingen mag niet groter zijn dan 0,6 bar. Indien het drukverlies groter is dan 0,6 bar dient de oorzaak van de ondichtheid opgespoord en verholpen te worden en wordt de procedure van begin af aan hernomen; 120 minuten later wordt de druk nogmaals opgenomen (PT=180) ΔP2 = PT=60 - PT=180 0,2 bar Het drukverlies ΔP2 tussen deze twee laatste metingen mag niet groter zijn dan 0,2 bar. Indien het drukverlies groter is dan 0,2 bar dient de oorzaak van de ondichtheid opgespoord en verholpen te worden en wordt de procedure van begin af aan hernomen; de leidingen worden visueel nagezien op lekken en ondichtheden. De dichtheidsproef moet per afgewerkte leidingsectie uitgevoerd worden, met een zo constant mogelijke water- en omgevingstemperatuur. De manometer voor registratie van de drukverliezen dient een aflezing tot 0,1 bar toe te laten. ATG 14/2461-6/8

7 Voorwaarden A. Uitsluitend het in de voorpagina als ATG-houder vermelde bedrijf en het bedrijf (de bedrijven) die het onderwerp van de goedkeuring commercialiseert (commercialiseren) mogen aanspraak maken op de toepassing van deze technische goedkeuring. B. Deze technische goedkeuring heeft uitsluitend betrekking op het product of systeem waarvan de handelsnaam op de voorpagina wordt vermeld. Houders van een technische goedkeuring mogen geen gebruik maken van de naam van de BUtgb, haar logo, het merk ATG, de goedkeuringstekst of het goedkeuringsnummer om aanspraak te maken op productbeoordelingen die niet in overeenstemming zijn met de technische goedkeuring, en evenmin voor producten en/of systemen en/of eigenschappen of kenmerken die niet het voorwerp uitmaken van de technische goedkeuring. Fig. 5: Dichtheidscontrole 6 Gebruiksgeschiktheid Het Alpex duo leidingsysteem vertoont de volgende levensduurkarakteristieken : voor de verdeling van sanitair koud en warm water Werkdruk Temperatuur Min. Veiligheidsfactor bar C levensduur 10 20 1 50 jaar 2,7 10 60 1 50 jaar 2,0 10 80 2 2 jaar 2,0 10 95 3 1000 h 1,9 1 gebruikstemperatuur 2 maximale gebruikstemperatuur 3 uitzonderlijke temperatuur C. Informatie die door de goedkeuringshouder of zijn aangestelde en/of erkende installateurs, op welke wijze dan ook, ter beschikking wordt gesteld van (potentiële) gebruikers van het in de technische goedkeuring behandelde product of systeem (bv. bouwheren, aannemers, voorschrijvers, ), mag niet in tegenstrijd zijn met de inhoud van de goedkeuringstekst, noch met informatie waarnaar in de goedkeuringstekst verwezen wordt. D. Houders van een technische goedkeuring zijn steeds verplicht tijdig eventuele aanpassingen aan de grondstoffen en producten, de verwerkingsrichtlijnen, het productie- en verwerkingsproces en/of de uitrusting, voorafgaandelijk bekend te maken aan de BUtgb vzw, en de door de BUtgb aangeduide certificatieoperator, zodat deze kan oordelen of de technische goedkeuring dient te worden aangepast. E. De auteursrechten behoren tot de BUtgb. voor de verdeling van verwarmingsverwarming en voor radiatoraansluitingen Werkdruk Temperatuur Min. Veiligheidsfactor bar C levensduur 3 80 1 50 jaar 6 3 95 2 2 jaar 5 3 110 3 1000 h 5 1 gebruikstemperatuur 2 maximale gebruikstemperatuur 3 uitzonderlijke temperatuur voor de verdeling van verwarmingswater voor oppervlakteverwarming Werkdruk Temperatuur Min. Veiligheidsfactor bar C levensduur 3 40 1 50 jaar 8 3 50 2 2 jaar 8 3 65 3 1000 h 7 1 gebruikstemperatuur 2 maximale gebruikstemperatuur 3 uitzonderlijke temperatuur voor de verdeling van koelwater Werkdruk Temperatuur Min. Veiligheidsfactor bar C levensduur 3 20 1 50 jaar 9 1 gebruikstemperatuur Het systeem voldoet aan de eisen gesteld in de goedkeuringsleidraad van de BUtgb Drukleidingsystemen van kunststof, versie oktober 2007. ATG 14/2461-7/8

De BUtgb vzw is een goedkeuringsinstituut dat lid is van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (UEAtc, zie www.ueatc.eu) en dat aangeduid werd door de FOD Economie in het kader van Verordening (EU) N 305/2011 en lid is van de Europese Organisatie voor Technische Beoordeling (EOTA, zie www.eota.eu). De door de BUtgb vzw aangeduide certificatieoperatoren werken volgens een door BELAC (www.belac.be) accrediteerbaar systeem. Deze technische goedkeuring werd gepubliceerd door de BUtgb, onder verantwoordelijkheid van de goedkeuringsoperator BCCA, en op basis van het gunstig advies van de Gespecialiseerde Groep "Uitrusting", verleend op 8 oktober 2014. Daarnaast bevestigde de certificatie operator BCCA, dat de productie aan de certificatievoorwaarden voldoet en dat met de ATG-houder een certificatie-overeenkomst ondertekend werd. Datum van deze uitgave: 12 december 2014 Voor de BUtgb, als geldigverklaring van het goedkeuringsproces Voor de goedkeurings- en certificatieoperator Peter Wouters, directeur Benny De Blaere, directeur Deze technische goedkeuring blijft geldig, gesteld dat het product, de vervaardiging ervan en alle daarmee verband houdende relevante processen: onderhouden worden, zodat minstens de prestatieniveaus bereikt worden zoals bepaald in deze goedkeuringstekst doorlopend aan de controle door de certificatie-operator onderworpen worden en deze bevestigt dat de certificatie geldig blijft Wanneer niet langer wordt voldaan aan deze voorwaarden, zal de technische goedkeuring worden geschorst of ingetrokken en de goedkeuringstekst van de BUtgb website worden verwijderd. De geldigheid en laatste versie van deze goedkeuringstekst kan nagegaan worden door de BUtgb website (www.butgb.be) te consulteren of rechtstreeks contact op te nemen met het BUtgb secretariaat. ATG 14/2461-8/8