29 januari 2013 Beleidskader huisvesting buitenlandse werknemers Noord-Limburg Versie Gemeente Venray
Inhoudsopgave blz 1. Achtergrond 3 2. Doelgroep van beleid 3 3. Huisvestingsmogelijkheden binnen het beleid 3 3.1 Uitgangspunten voor goede huisvesting 3 3.2 Reguliere woningen (bestaande woningvoorraad) 4 3.3 Bestaande complexen 4 3.4 Vrijkomende (niet) Agrarische Bebouwing (VNAB, VAB) 5 3.5 Logiesvoorzieningen op agrarische bedrijven 5 3.6 Logiesvoorzieningen op agrarische bedrijven (tijdelijke woonunits) 5 3.7 Huisvesting op campings 6 3.8 Nieuwbouw van logiesgebouwen 6 Begrippenlijst 7 2
1. Achtergrond Dit beleidskader gaat in op het beleid en de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden om huisvesting van buitenlandse werknemers mogelijk te maken. Door het beleidskader zo eenvoudig en eenduidig mogelijk op te stellen wordt het zowel voor ondernemers als betrokken ambtenaren makkelijker om huisvestinginitiatieven te beoordelen, te toetsen en hier in de praktijk invulling aan te geven. 2. Doelgroep van beleid Dit beleidskader richt zich op de huisvesting van buitenlandse werknemers die tijdelijk in Noord- Limburg verblijven. Huisvesting is alleen voor legale werknemers die hier tijdelijk verblijven. Deze mensen worden ook wel short-stayers genoemd. Onder legaal verstaan we werknemers die hier op grond van een EU-paspoort of een tewerkstellingvergunning legaal werkzaam zijn en hun hoofdverblijf ergens anders hebben. Dit beleidskader richt zich niet op de buitenlandse werknemers die hier langer verblijven. Personen die meer dan 2/3 van een half jaar (mag met onderbreking zijn) in de regio verblijven hebben de wettelijke plicht zich in te schrijven in het GBA van de gemeente waar zij wonen. Mensen die de intentie hebben hier langere tijd te verblijven of zich permanent te vestigen zullen zich derhalve op de reguliere woningmarkt moeten oriënteren. 3. Huisvestingsmogelijkheden binnen het beleid Dit hoofdstuk omvat het beleid huisvesting buitenlandse werknemers voor de gemeente Venray. Het beleidskader is in regionaal verband opgesteld met de gemeenten Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venlo. Het is daarmee een lokaal beleid met een regionale grondslag. Het vormt het kader waaraan initiatieven en huisvestingslocaties beoordeeld en getoetst worden. In iedere paragraaf zijn de randvoorwaarden voor de verschillende huisvestingsvormen beschreven. Allereerst worden in paragraaf 3.1 de algemene randvoorwaarden beschreven die voor alle huisvestingsvormen van buitenlandse werknemers gelden. 3.1 Uitgangspunten voor goede huisvesting De onderstaande uitgangspunten gelden voor alle gevallen waar sprake is van huisvesting van buitenlandse werknemers. Hierbij is aangesloten op uitgangspunten uit de landelijke intentieverklaring Huisvesting voor arbeidsmigranten (VNG, Aedes, Uitzendbranche, LTO, PVE, FNV/CNV, verschillende gemeenten en het ministerie van Binnenlandse Zaken). Qua wet- en regelgeving dient short stay minimaal te voldoen aan de eisen voor logies. Voldoen aan wet- en regelgeving (o.a. bouwbesluit, milieuwetgeving e.d.); Per locatie is een handboek met huis- en leefregels in de taal van het land van herkomst beschikbaar; Er moet een nachtregister bijgehouden worden; 3
Het gebruik moet voldoen aan de parkeernorm conform de gemeentelijke verordening en/of de landelijke parkeernorm volgens CROW. Er is een exploitatievergunning noodzakelijk. Hierin zijn in ieder geval de volgende zaken opgenomen; beheer en communicatie. Oppervlakte verblijfruimte minimaal 10m2 per persoon; Minimaal 1 toilet- en doucheruimte per 8 personen Er dient sprake te zijn van minimaal 10% daglichttoetreding in de verblijfruimte van logiesverblijven Bij meer als 20 personen moet er een gemeenschappelijke ruimten van minimaal 40m² zijn en bij meer dan 40 personen 1m² extra per persoon. We kiezen in de eerste plaats voor het gebruik maken van bestaande bebouwing. Een initiatiefnemer zal dan ook eerst aannemelijk moeten maken dat er geen mogelijkheden in bestaande bebouwing zijn voor het realiseren van logiesvormen. Als dit het geval is mag onder voorwaarden een nieuw logiesgebouw ontwikkeld worden. Een nieuw gebouw krijgt dan de bestemming logiesgebouw of kamerverhuur(bedrijf). Per specifiek huisvestingstype worden in het vervolg van dit beleidskader aanvullende uitgangspunten weergegeven. 3.2 Reguliere woningen (bestaande woningvoorraad) Het is mogelijk om buitenlandse werknemers te huisvesten in reguliere woningen. Is er sprake van een huishouden dan gelden dezelfde regels als voor ieder ander en is er sprake van wonen. We spreken ook van een huishouden wanneer er sprake is van maximaal 4 individuen in 1 woning. Ook op bedrijfswoningen op bedrijventerreinen is huisvesting mogelijk. Buitenlandse werknemers zijn vrij om een woning te kopen of een woning te huren. Bij huishoudens is sprake van reguliere bewoning en is dit beleidskader niet van toepassing. Als de gehele woning aan meerdere personen wordt verhuurd is er sprake van een vorm van logies of kamerverhuur. per straat mag 10% van de woningen gebruikt worden voor logies van buitenlandse werknemers binnen de rode contour maximaal twee woningen aaneengesloten binnen de bebouwde kom 3.3 Bestaande complexen Bestaande complexen zoals kloosters, zorgcomplexen, scholen of daarmee gelijk te stellen bebouwing kunnen gebruikt worden als logiesgebouw voor huisvesting buitenlandse werknemers. Zij moeten hier natuurlijk wel geschikt voor gemaakt worden. Er mag sprake zijn van uitbreiding van de bestaande bebouwing als sprake is van een integrale kwaliteitsverbetering van de locatie. Deze uitbreiding mag dan alleen betrekking hebben op de 4
realisatie van sociale voorzieningen zoals sport- of verblijfsruimte die niet op een andere wijze in het bestaande gebouw te realiseren is. Geen locaties op bedrijventerreinen 3.4 Vrijkomende (niet) Agrarische Bebouwing (VNAB, VAB) In Noord-Limburg hebben we op diverse plaatsen te maken met agrarische bebouwing die haar oorspronkelijke functie verliest. Agrarische bedrijven worden beëindigd of fuseren, maar de gebouwen blijven veelal staan. Een nieuwe functie kan het huisvesten van buitenlandse werknemers zijn. Voor logiesvoorzieningen in VAB, VNAB s geldt vrijwel hetzelfde als voor logiesvoorzieningen in bestaande complexen. De VAB moet de bestemming logiesvoorziening krijgen en de huisvesting moet geregeld worden binnen het bestaande bouwvolume. Uitbreiding van de bestaande bebouwing alleen mogelijk als er sprake is van een integrale kwaliteitsverbetering Geen andere bedrijfsactiviteiten toegestaan 3.5 Logiesvoorzieningen op agrarische bedrijven Het is mogelijk om op agrarische bedrijven buitenlandse werknemers te huisvesten. Het moet dan wel om een nevenactiviteit gaan. Het aantal te huisvesten personen moet worden afgestemd op de omvang en ligging van het agrarisch bedrijf, de bereikbaarheid en de parkeervoorzieningen. Nevenactiviteit bij agrarisch bedrijf Geen nieuwbouw voor logiesgebouwen voor buitenlandse werknemers binnen het bestaande bouwvlak Bij sloop van bestaande bebouwing is nieuwbouw, binnen het bestaande bouwvlak mogelijk, mits de slooptabel uit het vigerende bestemmingsplan Buitengebied wordt toegepast. 3.6 Logiesvoorzieningen op agrarische bedrijven (tijdelijke woonunits) Het plaatsen van tijdelijke woonunits is in beginsel niet wenselijk en wordt alleen toegestaan ter overbrugging naar structurele huisvesting. Combinatie van tijdelijke woonunits en structurele huisvesting wordt (in beginsel) niet toegestaan 5
De aanvrager dient aan te tonen dat er geen andere mogelijkheden zijn voor huisvesting De aanvrager dient aan te tonen dat de medewerkers voorzien in een tijdelijke behoefte De aanvrager dient aan te tonen dat het vereiste aantal medewerkers noodzakelijk is Nevenactiviteit bij agrarisch bedrijf Maximaal voor 5 jaar (tijdelijke bouwvergunning) Units dienen zoveel mogelijk binnen het agrarisch bouwvlak geplaatst te worden, afwijking hiervan is alleen mogelijk als dit leidt tot een betere ruimtelijke inpassing. Een kanttekening bij het plaatsen van tijdelijke woonunits is dat het aantonen van een tijdelijke behoefte zeer lastig is, waardoor het plaatsen van tijdelijke units zelden wordt toegestaan, zo blijkt uit jurisprudentie over dit onderwerp. 3.7 Huisvesting op campings Het is in principe niet toegestaan om buitenlandse werknemers op campings te huisvesten, onder voorwaarden kan hiervan worden afgeweken. Strikte scheiding tussen recreatie- en logiesgedeelte (of volledig ombouwen naar logiesvoorziening) Permanente bewoning is niet toegestaan Huisvesting in toercaravans, kampeerauto s of tenten is niet toegestaan 3.8 Nieuwbouw van logiesgebouwen De gemeenten kiezen in de eerste plaats voor het gebruik maken van bestaande bebouwing. Een initiatiefnemer zal dan ook eerst aannemelijk moeten maken dat er geen mogelijkheden in bestaande bebouwing zijn voor het realiseren van huisvesting van buitenlandse werknemers. Als dit het geval is mag onder voorwaarden een nieuw logiesgebouw ontwikkeld worden. Alleen in kernrandzone Geen nieuwbouw mogelijk op bedrijventerreinen 6
Begrippenlijst Kernrandzone Een overgangszone tussen de bebouwde kom en het buitengebied met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar en met een ondergeschikte en/of afnemende agrarische functie. Bij twijfelgevallen behoeft e.e.a nader overleg met de rayonplanoloog. Logiesgebouw Gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin meer dan een logiesverblijf ligt, dat is aangewezen op een gezamenlijke verkeersroute; Logiesverblijf Voor een enkel persoon of een afzonderlijke groep personen bestemd gedeelte van een logiesfunctie; Logiesfunctie Gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen; Rode contour Contour rond kernen op basis van de verbale definiëring zoals vastgelegd in het provinciale Contourenbeleid Limburg. Tourcaravans Een caravan die volgens de wegenverkeerswetgeving als tourcaravan wordt beschouwd met een max. oppervlakte van 20 m² Tijdelijke woonunits Unit van tijdelijke aard, die in zijn geheel of in delen over de weg verplaatsbaar is Verblijfruimte In een verblijfsgebied gelegen ruimte voor het verblijven van personen; 7