VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT 03/11/2016. Wijzigingen in jobs, vacatures en vaardigheden

Vergelijkbare documenten
VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT 15/07/2016. De Vlaamse deeleconomie onderzocht

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT 14/05/2018. E-learning in Vlaanderen

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 8/2/2010

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT - 15/10/2014 DE MORFOLOGIE VAN HET PWA-STELSEL

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 8/2/2010. Regionale verschillen in arbeidsvraag en arbeidsaanbod

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 5/10/2009

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT 11/10/2018. Techniek Tien jaar later: loopbaanpaden en -uitkomsten van STEM-studenten

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 14/05/2018. Evaluatie Vlaams doelgroepenbeleid

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 15/07/2016. Leerstoel Arbeidsmarktdynamiek

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT - 15/10/2014 BEGELEIDING OP DE WERKVLOER PARTICIPATIEF DOORGELICHT

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 9/03/2009. Evaluatie van het nieuwe werkervaringsprogramma

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT - 15/10/2014 DIENSTENCHEQUE-ONDERNEMINGEN ONDERZOCHT

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 12/12/2013

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 12/12/2013

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 3/5/2013 ARBEIDSMARKTGERICHTE OPLEIDINGSINCENTIVES VOOR WERKENDEN

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 18/10/2011

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 7/11/2013

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 15/05/2017. Activering van leefloongerechtigden via tijdelijke werkervaring

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 5/02/2013

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 12/11/2012

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT - 30/10/2015 HET LEERRENDEMENT VAN OPLEIDINGEN BINNEN HET DOMEIN WERK

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 11/10/2017. Tussentijdse evaluatie van het Non-discriminatie-beleid

Competentieversterking tijdens periodes van inactiviteit : een analyse van oorzaken van succes of falen en voorstellen ter remediëring

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 30/10/2015

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 30/10/2015

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT 14/05/2018. Terugverdieneffecten van het dienstenchequestelsel

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 3/5/2013

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT, 5/10/2009

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT 19/10/2018. Nieuwe meerwaardeketens kwantitatief in kaart gebracht

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT - 24/03/2015

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 12/12/2013

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT, 6/5/2010

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 9/10/2012

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 14/06/2013 VERSTERKING VAN HET ARBEIDSVOLUME IN HET K ADER VAN VIA IV

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 15/05/2017

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT, 3/2/2011

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 24/4/2012

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 11/10/2017. Tussentijdse evaluatie van het Focus op Talent-beleid

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT 19/10/2018. Digitale transformatie op bedrijfsniveau

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT 19/10/2018. Personen met een arbeidshandicap - hefbomen voor een hogere werkzaamheidsgraad

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 1/2/2011

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 20/07/2011

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 01/08/2016. Leerstoel Migratie, integratie en arbeidsmarkt

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 24/03/2015

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT 5/02/2013 EVC VANUIT BEDRIJFSPERSPECTIEF

Duurzaam ondernemen zichtbaar en doenbaar maken in Vlaanderen

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT, 8/2/2010

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT, 4/7/2012

VIONA-OPROEP VOOR EEN ONDERZOEKS- EN ONTWIKKELINGSOPDRACHT, 9/03/2009. Klimaat en werkgelegenheid

Aanvraag subsidie demonstratieproject

Vlaamse overheid. Departement Landbouw en Visserij. Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling. Aanvraagformulier

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2017;

Infosessie Capaciteitsopbouw van docenten hoger onderwijs over klimaateducatie. Hendrik Consciencegebouw 13 september om uur

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

Bestek Participatiemethoden met kinderen en jongeren. Uiterste datum indienen offertes 6 december 2010

Oproep tot het indienen van een kandidatuur voor de onderzoeks- en ontwikkelingsopdracht (O&O) Vlaamse implementatie van PIRLS 2021 ( )

1. PROJECTINDIENING. Naam: Adres: Rechtsvorm: Doel en werking: BTW-plichtig: JA / NEEN BTW-nummer: Contactpersoon instelling Functie:

Sterk door overleg. Adviesfunctie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

Presentatie projectvoorstel- Brussel

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Functiebeschrijving: Projectbeheerder

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

Aanvraag van een onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek

Call for ideas: sollicitatiefeedback

Rise- Innovatieve start-ups

Advies. Ervaringsfonds - aanvraagprocedures. Brussel, 6 juli 2015

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

VR DOC.1207/1

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Administratie Land- en Tuinbouw. Afdeling Duurzame Landbouw. Aanvraagformulier. Demonstratieprojecten 2005

VR DOC.0161/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

BELEIDSEVALUATIE BINNEN HET DOMEIN WERK EN SOCIALE ECONOMIE Nina Van den Driessche (VDAB) Willem De Klerck (DWSE)

Bestek Evaluatie Youth in Action. Uiterste datum indienen offertes 19 januari 2012

Strategisch arbeidsmarktonderzoek. Vlaanderen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Stuurgroep duurzame ontwikkeling landbouw en voeding Aanvraagformulier Action lab projecten

1. VDAB heeft gedurende drie jaar een indiceringsinstrument ontwikkeld en daardoor 43 categorieën geselecteerd uit een totaal van categorieën.

Advies. Aanwervingsstimulans: perspectief voor langdurig werkzoekenden. Brussel, 12 december 2016

De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

hoofdmedewerker boekhouding (M/V)

Steun aan jonge innovatieve ondernemingen

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector)

REGLEMENT INNOVATIEVE PARTNERPROJECTEN

Projectaanvraagformulier literatuurstudie praktijkgericht onderwijsonderzoek - Indienronde 2

Toelating tot arbeid en verblijf de gecombineerde vergunning/single permit voor buitenlandse werknemers

Expert Protocollen en Beraadslagingen

Steun aan jonge innovatieve ondernemingen Formulier voor kandidaatstelling Oproep juli 2012

Advies. Zesde Staatshervorming & diverse bepalingen WSE. Brussel, 27 februari 2017

Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie

Functiebeschrijving: Projectbeheerder

Aanvraagformulier Action lab projecten

Advies 71bis :37 Pagina 1. ADVIES 71bis STEUNPUNTEN BELEIDSRELEVANT ONDERZOEK. Voorontwerp van WIJZIGEND besluit

VR DOC.0658/1

Advies. Vrijstelling van beschikbaarheid. Brussel, 14 november 2016

Transcriptie:

VIONA-OPROEP VOOR EEN STUDIEOPDRACHT 03/11/2016 Wijzigingen in jobs, vacatures en vaardigheden 1. Kenmerken van het onderzoek VIONA-luik: Beleidsuitdaging Onderzoeksdoeleinde: Beschrijvend Gewenste methodologie: Kwalitatief Soort opdracht: Studie 2. Probleemstelling Beleidscontext Tal van uitdagingen komen in pijlsnel tempo af op onze economie en arbeidsmarkt. Door de toegenomen technologisering en informatisering, maar ook door grote maatschappelijke uitdagingen maakt de relatief statische industriële samenleving plaats voor een dynamische kenniseconomie. De aandacht komt te liggen bij het ontwikkelen (van onder meer soft skills) en het circuleren van kennis. Deze economische transformatie betekent vaak ook een verandering op vlak van jobs en vaardigheden. Zo ontstaan er nieuwe beroepen of wijzigen bestaande beroepen onder invloed van regelgeving, producten en diensten, productieprocessen, innovatie, De OESO stelt (in de Employment Outlook 2016) dat in het verleden slechts weinig beroepen verdwenen zijn, maar vooral een wijzigende taakinvulling kenden. Zij schatten dan ook dat slechts 8% van de Vlaamse jobs volledig geautomatiseerd kunnen worden, maar dat 29% van onze jobs grondig kunnen veranderen.

Ook de vaardigheden die nodig zijn zullen ingrijpend veranderen. Het World Economic Forum gaat ervan uit dat 1/3de van de benodigde vaardigheden in de jobs van de toekomst nog onbekend zijn (Future of Jobs Survey, World Economic Forum). De beschikbaarheid van de nodige competenties en vaardigheden en voldoende gekwalificeerde en wendbare werknemers kan een sterke katalysator zijn voor onze economie. Anderzijds blijkt uit het meest recente Europese bedrijfsonderzoek (Cedefop,2015) dat nagenoeg 60% van de Belgische ondernemingen verklaart moeilijkheden te hebben met het vinden van personeel dat over de vereiste vaardigheden beschikt. Belgische werkgevers behoren tot degenen die het vaakst melding maken van een tekort aan vaardigheden als grootste uitdaging bij het opvullen van vacatures. De nood om evoluties in competentienoden en vaardigheden in te schatten is dus hoger dan ooit. Het recente jobverlies aan de ene kant als gevolg van herstructurering en collectief ontslag en de versnelling in de vacaturemarkt aan de andere kant zijn een directe aanleiding om bijkomend onderzoek te voeren naar de bewegingen aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt, met focus op de wijzigingen in jobs en competenties die zich vandaag reeds voltrekken. Korte stand van zaken in verband met de aanwezige kennis Er is heel wat internationaal onderzoek naar de thematiek. We verwijzen onder meer naar onderzoek van de OESO (o.a. 21st Century Skills And Competences For New Millennium Learners In Oecd Countries), CEDEFOP en de Europese Commissie (o.a. via de European skills and jobs survey en via de tender Real-time Labour Market information on Skill Requirements). In het verleden waren er ook enkele Vlaamse prospectieve studies (Vlaams arbeidsmarktonderzoek voor de toekomst, sectorale Vlamt-studies die de impact voor diverse sectoren nagaan,..). Ook het steunpunt Werk zet in op de monitoring van beroepen, kraptes en vacatures (http://www.steunpuntwerk.be/node/3136). En ook de VDAB doet aan vacature-analyse en analyse van knelpuntberoepen (https://www.vdab.be/trends/vacatureanalyse.shtml). Ook Manpower doet herhaaldelijk peilingen naar de mate waarin bedrijven moeilijkheden ondervinden om vacatures in te vullen. In het kader van het VIONA programma start ook een leerstoel die de verschuivingen in de banenstructuur kwantitatief in kaart brengt (jobcreatie- en destructie, in-en uitstroom op ondernemingsniveau,.). Recent bracht de Hoge Raad voor de werkgelegenheid de hoogtechnologische activiteiten en de impact van de digitalisering in kaart (http://www.werk.belgie.be/publicationdefault.aspx?id=45084). Hoe vult het voorgestelde onderzoek de bestaande kennis aan? Heel wat onderzoek is Hoger geschetst onderzoek focust zich vaak op beroepen, terwijl net de wijzigingen in jobs (en daarbij horende vaardigheden en profielen) buiten beeld blijven. Veel onderzoek is ook prospectief terwijl het ons aan inzichten ontbreekt over de actuele ontwikkelingen. Inhoudelijke vacatureanalyse is een leemte in de bestaande kennis op Vlaams niveau. Het onderzoek vult de bestaande kennis aan door voor de Vlaamse vacature- en competentiemarkt een kwalitatieve doorlichting te maken van de actuele wijzigingen in jobs, vacatures en vaardigheden die we vandaag reeds vaststellen.

Een beter inzicht in de vraagzijde van de arbeidsmarkt en de vacaturemarkt in Vlaanderen kan ook bijdragen tot eventuele bijsturingen in het opleidings- en werkgelegenheidsbeleid. Continue detectie van verschuivingen in beroepen en jobprofielen zal ons ook toelaten zeer snel veranderingen op de arbeidsmarkt te capteren en om van Competent een levende standaard te maken 3. Onderzoeksvragen In dit onderzoek willen we zicht krijgen op de (kwalitatieve) wijzigingen in jobs en vaardigheden die gevraagd worden op de Vlaamse arbeidsmarkt Welke wijzigingen zien we in de vacatures/op de vacaturemarkt? Welke wijzigingen zien we in competentievereisten? Welke wijzigingen zien we in job- en functieomschrijvingen? We vragen een kwalitatieve aanpak (bij voorkeur content- en vrije tekstanalyse, waar nodig gecombineerd met focusgroepen en panelgesprekken in functie van interpretatie) om deze wijzigingen optimaal in kaart te brengen. In tweede instantie vragen we een reflectie vanuit deze (clusters van) vaststellingen naar de wereld van werk en opleiding op vlak van vereiste methodieken voor detectie en opvolging, (bijsturingen in) opleidingsprogramma s, beleidsaanbevelingen, Intekenaars kunnen gebruik maken van de vacaturedatabank van de VDAB maar het is de bedoeling dat de hele vacaturemarkt (en niet exclusief de VDAB-vacatures) in beeld komt. 4. Timing Projectvoorstellen moeten uiterlijk op woensdag 23 november 2016 om 14u worden ingediend. De Stuurgroep VIONA zal begin december een advies formuleren over het te gunnen project aan de Vlaamse Minister bevoegd voor Werk. De projectindieners zullen in de loop van de maand december worden geïnformeerd over de beslissing van de minister. Het project dient nog in 2016 op te starten. Uiterlijk tegen 31 december 2017 dient het definitieve eindrapport aan de opdrachtgever te worden bezorgd. 5. Kandidaatstelling Projectvoorstellen bevatten een inhoudelijk en een financieel onderdeel en beantwoorden aan de richtlijnen die u in bijlagen bij de oproep vindt. In die bijlagen vindt u tevens informatie over de selectiecriteria en -procedure en over de financiële en administratieve opvolging van het project. 6. Informatie Informatie over deze opdracht kan u krijgen bij de heer Willem De Klerck, Departement Werk en Sociale Economie (02/553 43 80, willem.deklerck@wse.vlaanderen.be).

Bijlage 1 bij VIONA-projectoproepen voor studieopdrachten Situering en gunningsprocedure 1. Het VIONA-arbeidsmarktonderzoeksprogramma Het initieel opzet en doel van VIONA (Vlaams Interuniversitair Onderzoeksnetwerk Arbeidsmarktrapportering) werd destijds binnen het VESOC en in het kader van de Vlaamse werkgelegenheidsconferentie in het protocol van 17 maart 1993 als volgt vastgelegd: - Het verwerven van wetenschappelijke betrouwbare kennis over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt opdat men verantwoorde beleidskeuzes kan maken (vaststellen, registreren en onderzoeken van de ontwikkelingen op de Vlaamse arbeidsmarkt teneinde het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen de nodige wetenschappelijke ondersteuning aan te bieden). - Een impuls geven aan wetenschappelijk onderzoek (komen tot een geïntegreerde en gecoördineerde aanpak van het beleidsgericht wetenschappelijk onderzoek op het domein van de arbeidsmarkt). Naar aanleiding van een nieuwe oproep voor het Steunpunt Werk in 2015, de nieuwe bevoegdheden na de Zesde Staatshervorming en de toegenomen stroomlijning inzake beleidsevaluatie, werd het model voor strategisch arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen ( Vlaams Programma Strategisch Arbeidsmarktonderzoek ) midden 2016 hertekend om maximale complementariteit met het Steunpunt Werk te bereiken. Onder de adviserende bevoegdheid van de Stuurgroep VIONA werden de volgende aanpassingen uitgevoerd: - VIONA-onderzoeken worden voortaan ingedeeld in twee categorieën: beleidsevaluerend onderzoek en beleidsuitdagend onderzoek. Deze indeling heeft een dubbele doelstelling: het versterken en stroomlijnen van de evidence basis van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid en het behouden van de capaciteit van het huidige VIONA-programma om beleidsvernieuwing te stimuleren. - Het aantal oproepmomenten (met meerdere opdrachten) wordt vanaf juni 2016 beperkt tot één per jaar, waarbij ook de mogelijkheid om diepgaande onderzoeken op langere termijn (meer dan een jaar) uit te voeren wordt geïntroduceerd. - Elk voorstel voor een onderzoeksthema wordt voortaan onderworpen aan een screening door de Dienst Studie en Beleidscoördinatie van het departement WSE om de realiseerbaarheid en het wetenschappelijke gehalte van de maatregel te toetsen. - Er worden wetenschappelijke criteria geïntegreerd in de beoordeling van de onderzoeksvoorstellen. Op het programma Werkgelegenheid is in 2016 in het kader van het VIONA-arbeidsmarktonderzoeksprogramma 373.000 beschikbaar voor studie- en O&O-opdrachten. Die opdrachten zijn complementair aan de opdrachten die het Steunpunt Werk opneemt. De projectoproepen in het kader van het VIONA-arbeidsmarktonderzoeksprogramma worden beheerd door het departement Werk en Sociale Economie. De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, de heer Philippe Muyters, keurt -rekening houdend met het advies van de Stuurgroep VIONAde VIONA-oproepen en -projecten goed.

2. Modaliteiten en gunningsprocedure 2.1 De deelnemers VIONA-oproepen staan open voor onderzoekers en onderzoeksgroepen uit de universiteiten en hogescholen én voor andere (onderzoeks)instellingen. 2.2 De projectvoorstellen Een projectvoorstel dient deze elementen te bevatten: 1) titel van het project 2) vermelding van de promotor(en): naam, instelling, onderzoekseenheid, contactadres, telefoonnummer en e-mailadres Indien de opdrachtnemer een beroep wenst te doen op één of meerdere experten extern aan de onderzoeksploeg, moet een indicatie worden gegeven van de aard van de experten (indien mogelijk met de namen), hun expertise (juridisch, fiscaal, economisch, ) en dient geduid te worden hoe die expertise in het onderzoek kadert. 3) een uitgebreide omschrijving van het projectvoorstel dat minstens volgende elementen bevat o Situering van het thema o Conceptueel, theoretisch of beleidsmatig analysekader o Toelichting over hoe de wetenschappelijke kwaliteitscriteria bewaakt zullen worden. Onder wetenschappelijke kwaliteitscriteria worden hier betrouwbaarheid, interne validiteit (indien van toepassing), externe validiteit (indien van toepassing) en constructvaliditeit verstaan. o Methodologie 4) een gedetailleerd tijdschema 5) een financieel plan per kalenderjaar en een verduidelijking van de additionele financiering (facultatief) Voor deze studieopdracht wordt als richtprijs een bedrag van maximaal 80.000 euro (inclusief overhead en/of BTW) vooropgesteld. 6) een beschrijving van de wijze waarop de resultaten zullen worden gevaloriseerd en bekend gemaakt; in de begroting moet expliciet een bedrag voor de valorisatie worden voorzien 7) een beknopt curriculum vitae van de onderzoeksverantwoordelijken (max. 3 blz. per persoon), met vermelding van de relevante lopende onderzoeksprojecten (met naam van de financierende organisatie en einddatum van het onderzoeksproject) en de vijf belangrijkste publicaties. 8) Een bondige omschrijving van het project. Maximale lengte: de uitgebreide omschrijving van het projectvoorstel (zie 3), het tijdspad (zie 4) én de begroting (zie 5) mogen maximaal 12 pagina s in beslag nemen. De bondige omschrijving van het project mag maximaal 2 bladzijden omvatten. 2.3 Evaluatie en selectie van de projectvoorstellen De ingediende voorstellen worden beoordeeld op hun algemene en wetenschappelijke relevantie. De evaluatie en selectie verlopen als volgt: De beoordeling van de algemene relevantie gebeurt door de Stuurgroep VIONA, die uit de volgende stemgerechtigde leden bestaat: de Vlaamse regering (afgevaardigden van de Vlaamse Minister bevoegd voor Werk en de Vlaamse Minister bevoegd voor Sociale Economie), de sociale partners (ABVV, ACV, ACLVB, VOKA, UNIZO en BB) en het Vlaamse Departement Werk en Sociale Economie.

Elk stuurgroeplid (in principe 10 stemmen) kan (per onderzoeksvoorstel) een advies uitbrengen op een schaal van 1 tot 5 op basis van een aantal vooraf geformuleerde algemene deelcriteria, waaraan verschillende gewichten werden toegekend, zoals in onderstaande tabel weergegeven. De algemene quotering is een aggregatie van die gewichten (op een schaal van 1 (zeer slecht) tot 5 (uitstekend)), en er wordt gevraagd om een algemene toelichting van de beoordeling te voorzien. Algemene criteria 100% Aansluiting bij onderzoeksvragen 20% Duidelijkheid van de praktische aanpak 20% Realiseerbaarheid van de praktische aanpak 20% Productie van nieuwe informatie 20% Aanwezige kennis over beleidsthema 15% Valorisatie 5% De beoordeling van de wetenschappelijke criteria wordt opgenomen door de evaluatiefunctie binnen (de studiedienst van) het departement WSE (1 stem). Hij of zij beoordeelt het onderzoeksvoorstel op een schaal van 1 (zeer slecht) tot 5 (uitstekend) op basis van onder meer volgende deelcriteria. Wetenschappelijke criteria Betrouwbaarheid van de te gebruiken gegevens Conclusie validiteit Interne validiteit Constructvaliditeit Externe validiteit. Dit geeft dus in principe 10 beoordelingen op algemene criteria (door de stuurgroepleden) en 1 beoordeling op wetenschappelijke criteria (door de studiedienst van het departement WSE) die samen leiden tot een (gemiddelde) kwalificatie op een schaal van 1 tot 5. Het best gekwalificeerde projectvoorstel met een gemiddelde score van minstens 3 op een schaal van 5 zal dan voor gunning aan de minister worden geadviseerd. Indien de minister akkoord gaat met het advies, wordt het projectvoorstel gegund volgens de regels van de overheidsopdrachten. 2.4 Kandidaatstelling De projectvoorstellen dienen het departement Werk en Sociale Economie elektronisch via mail (Word) (willem.deklerck@wse.vlaanderen.be + johan.troch@wse.vlaanderen.be) uiterlijk te bereiken op het tijdstip vermeld in de oproep.

Bijlage 2 bij VIONA-projectoproepen voor studieopdrachten Financieel plan en rapportering In deze bijlage worden de richtlijnen voor de budgetplanning van projectvoorstellen en de inhoudelijke en financiële rapportering door de promotoren toegelicht. 1. Kwalificatie van de opdracht Binnen het VIONA-onderzoeksprogramma maken we een onderscheid tussen twee soorten dienstenopdrachten, nl. studieopdrachten en O&O-opdrachten. Deze oproep betreft een studieopdracht. Bij studieopdrachten in antwoord op beleidsvraagstukken verwachten we dat de opdrachtnemer een voorstel van analyse en oplossing van een specifiek probleem formuleert met behulp van bestaande kennis binnen een korte termijn. Het voorstel en de analyse moet praktisch bruikbaar zijn voor het beleid. Voor deze studieopdracht wordt een bedrag van maximaal 80.000 euro (inclusief overhead en/of BTW) vooropgesteld. 2. Financiële planning en rapportering In het financieel plan en de financiële rapportering van VIONA-projecten maken we een onderscheid tussen drie soorten kosten. - Loonkosten wetenschappelijk personeel: raming in het financieel plan op basis van geschatte onderzoekersmaanden en bij afrekening op basis van bewijsstukken van de personeelskost voor wetenschappelijk personeel dat daadwerkelijk werd ingezet op het project. - Persoonsgebonden werkingskosten: werkingsmiddelen, administratieve ondersteuning en universitaire overhead. De persoonsgebonden werkingskosten worden forfaitair begroot en afgerekend op maximaal 33% van respectievelijk de begrote en de reële personeelskosten wetenschappelijk personeel en omvat de overhead van maximum 10% die de universiteiten gewoonlijk aanrekenen. - Projectspecifieke werkingskosten: exceptionele en projectspecifieke werkingsmiddelen (bv. kosten voor een grootschalige survey (postenquête, webbevraging, ), kosten buitenlandse studiereis, ). Het betreft uitzonderlijke kosten waarvoor een specifiek budget moet worden uitgewerkt. Die kosten zijn inherent aan de opdracht en zijn altijd te bewijzen. Ze worden in detail begroot in het voorstel en afgerekend op basis van bijhorende bewijsstukken. Bij de afrekening wordt de mogelijkheid voorzien van een transfer van de persoonsgebonden werkingskosten naar de loonkosten wetenschappelijke personeel ten bedrage van maximum 10 % van de oorspronkelijk voorziene werkingsmiddelen en dit op voorwaarde dat het globaal aanvaarde projectbudget behouden blijft. Bv.: voor een VIONA-project met een aanvaarde projectbegroting van 99.750 euro bestaande uit 75.000 euro aan personeelskosten en 24.750 euro (33% van 75.000 euro) aan werkingskosten, mag maximaal 2.475 euro worden getransfereerd van de werkingsmiddelen naar de personeelskosten. Op

die manier kunnen hogere personeelskosten dan begroot worden opgevangen, bijvoorbeeld na aanwerving van een meer gekwalificeerde en ervaren onderzoeker dan aanvankelijk verhoopt. De opdrachtnemer zal aan de opdrachtgever na afloop van het project (dit is de einddatum in het contract) een financiële eindrapportering (schuldvordering met kopie van de gevraagde bewijsstukken) bezorgen. Tussentijdse uitbetaling is enkel mogelijk voor projecten die meer dan 12 maanden doorlooptijd in beslag nemen en gebeurt op basis van een tussentijdse financiële en inhoudelijke rapportering. De tussentijdse financiële rapportering (schuldvordering met kopie van de gevraagde bewijsstukken) moet na afloop van de eerste fase aan de opdrachtgever worden bezorgd. Indien het onderzoek door meerdere instanties wordt uitgevoerd, treedt één instantie op als opdrachtnemer. De opdrachtnemer moet alle facturen en interne verrekeningen bundelen en bij de opdrachtgever indienen. Voor de loonkosten wetenschappelijk personeel moeten bij de betalingsaanvraag de namen worden vermeld en worden gestaafd d.m.v. loonfiches (indien intern personeel) of facturen én betalingsbewijzen (indien extern personeel). Uitsluitend kosten gemaakt binnen de uitvoeringsperiode, die is bepaald in de overeenkomst, worden aanvaard. 3. Inhoudelijke rapportering De opdrachtnemer zal aan de opdrachtgever na afloop van het project (dit is de einddatum in het contract) een inhoudelijke eindrapportering bezorgen, samen met een Nederlandse én Engelstalige samenvatting. De inhoudelijke rapportering dient minimaal volgende elementen te bevatten: a) Inleiding en situering. b) Analysekader. Ingeval het om een evaluatieonderzoek gaat, dienen de relevante evaluatiecriteria hierin toegelicht te worden. c) Uitgebreide beschrijving van de gebruikte methodologie. d) Uitgebreide beschrijving van de resultaten van het onderzoek. e) Conclusies. f) Beleidsaanbevelingen. Het concept van eindrapport wordt besproken op en goedgekeurd door de werkgroep die belast is met de opvolging van het VIONA-project. De Nederlandse samenvatting (met opzet, bevindingen, aanbevelingen en valorisatie) telt minimaal 2 en maximaal 5 bladzijden. De Engelstalige samenvatting telt een 2-tal bladzijden. Van het eindrapport en van de samenvatting wordt ook een elektronische versie geleverd met het oog op de mogelijke verspreiding via de VIONA-website. Van dit inhoudelijke eindrapport worden dertig gedrukte exemplaren aan het Departement WSE bezorgd. De opdrachtnemer verbindt er zich toe, tegelijkertijd met de indiening van het eindrapport, de voorgeschreven samenvattingen van het onderzoeksproject te bezorgen.

In het geval van tussentijdse uitbetaling moet een tussentijdse inhoudelijke rapportering samen met een financieel rapport na afloop van de eerste fase van het project aan de opdrachtgever worden bezorgd. In die tussentijdse inhoudelijke rapportering dienen ook eventuele bijsturingen in het project te worden weergegeven. Deze rapportering wordt verspreid aan al de leden van de werkgroep die belast is met de opvolging van het VIONA-project. De verspreiding gebeurt via het VIONA-secretariaat. 4. Contactpersonen Financiële en inhoudelijke rapporten moeten worden ingediend op het volgende adres, op de wijze zoals hierboven beschreven: Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie Departement Werk en Sociale Economie Dienst Studie en Beleidscoördinatie t.a.v. de heer Willem De Klerck (diensthoofd) Koning Albert II-laan 35, bus 20-16de verdieping 1030 Brussel Inhoudelijke vragen over de concrete opdracht: Informatie over deze opdracht kan u krijgen bij de heer Willem De Klerck, Departement Werk en Sociale Economie (02/553 43 80, willem.deklerck@wse.vlaanderen.be). Contactpersoon m.b.t. de procedure en inhoudelijke en financiële rapportering: Departement Werk en Sociale Economie, Koning Albert II-laan 35, bus 20-16de verdieping, 1030 Brussel Johan Troch, tel. 02/553 44 18, johan.troch@wse.vlaanderen.be