ISSN Benelux Publicatieblad

Vergelijkbare documenten
M (2016) 8. Gelet op artikel 6, lid 2, onder a), van het Verdrag tot instelling van de Benelux Unie,

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2015/1/6 ARREST. Inzake: Naam : BVBA Upper At Home. Tegen: Naam : BVBA The Works. Procestaal: Nederlands ARRET

BESCHIKKING van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer

ISSN Benelux Publicatieblad

ISSN Benelux Publicatieblad

Dat de diensten op gelijkaardige wijze worden georganiseerd in Luxemburg en in België. I. Algemeen

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2010/8/10 ARREST. Inzake: Naam : Benelux Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Tegen:

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Vertaling 1 A 2012/2/5 ARRET. En cause : BELGACOM. Contre: ALPHACOM. Langue de la procédure : le français ARREST

ARREST. Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Procestaal: Nederlands ARRET. Organisation Benelux de la Propriété intellectuelle

ARREST In de zaak A 2011/3. Inzake: Mercator Verzekeringen N.V. e.a. tegen: Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds e.a. ARRET Dans l affaire A 2011/3

ARREST In de zaak A 2012/3. Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur. ARRET Dans l affaire A 2012/3

ISSN Benelux Publicatieblad

BENELUX ~ A 2004/2/6 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 30 juni 2005 in de zaak A 2004/2. Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen.

M (2015) 7. Overwegende dat deze samenwerking dus internationaal, interinstitutioneel en multidisciplinair moet zijn,

~ A 98/2/21. Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 BENELUX MERKENBUREAU. Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire A 98/2

ARRET Dans l affaire A 2012/1. En cause: ESPAL S.A. contre: SYNDICAT DES COPROPRIETAIRES ILOT DU NORD. Langue de la procédure : le français

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Dr Chr.A. van der KLAAUW

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

BENELUX ~ A 2009/1/10 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 20 april 2010 in de zaak A 2009/1. Inzake. BOUSSE-GOVAERTS e.a. tegen COLORA BOELAAR

UITVOERINGSRICHTLIJN 2012/25/EU VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/1 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/6 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/2

ARRET Dans l affaire A 2011/1. En cause : ALLIANCE NATIONALE DES MUTUALITES CHRETIENNES contre: ASBL BUREAU BELGE DES ASSUREURS AUTOMOBILES

~ A 2005/1/16. ARREST van 28 juni Procestaal : Nederlands. ARRET du 28 juin 2007 BOVEMIJ VERZEKERINGEN N.V.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

~ A 2007/2/11. ARREST van 27 juni 2008 BVBA OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP. ARRET du 27 juin 2008 SPRL OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/5 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VANDERPERREN - JACQUEMAR

BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES

VERDRAG TOT HERZIENING VAN HET OP 3 FEBRUARI 1958 GESLOTEN VERDRAG TOT INSTELLING VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/4. Inzake: GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR Tegen: SILECI Procestaal: Nederlands

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ARREST van 17 december 1998 in de zaak A 97/ College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent 2.

Arrest van 15 december 2003 in de zaak A 2002/2 BENELUX-MERKENBUREAU VLAAMSE TOERISTENBOND. Procestaal : Nederlands

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

OVEREENKOMST. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), vertegenwoordigd door de heer Georges CARLENS, administrateur generaal,

BENELUX ~ A 2003/2/7 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF ARRET. du 24 mai En cause : TEXACO BELGIUM SA. contre COUCKY SPRL

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2009/2/6 ARRET. En cause : FAUCON B. c.s. contre BRAINE-L ALLEUD SABLIERE S. A.

Ontwerp VERDRAG TOT HERZIENING VAN HET OP 3 FEBRUARI 1958 GESLOTEN VERDRAG TOT INSTELLING VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

Arrest van 25 juni 2002 in de zaak A 2000/ Arrêt du 25 juin 2002 dans l affaire A 2000/

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Autoriteit Consument en Markt en Stichting Autoriteit Financiële Markten,

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

(Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

BENELUX ~ A 2006/2/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 19 maart Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

Hierbij gaat voor de delegaties document D043090/01.

(Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 62 QUINQUIES

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen) enerzijds, en

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

De directeur-generaal Belastingdienst in Nederland en de Adjunct-administrateur-generaal van de belastingen in België,

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

M (2016) 6. Gelet op artikel 6, lid 2, onder a), van het Verdrag tot instelling van de Benelux Unie,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

Transcriptie:

ISSN 0005-8777 Benelux Publicatieblad Datum uitgifte 14/12/2016

Inhoudstafel Benelux Publicatieblad Paginanummer 2 Beschikkingen 3 BESCHIKKING van het Benelux Comité van Ministers tot aanvulling van beschikking M (2012) 5 met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer met MUG, SAMU en ambulance tussen Luxemburg en België M (2016) 8 3 Aanbevelingen 9 AANBEVELING van het Benelux Comité van Ministers betreffende het bevorderen van de fiscale, douane- en veterinaire samenwerking aangaande de paardensector M (2016) 9 9 Richtlijnen 13 RICHTLIJN van het Benelux Comité van Ministers betreffende de praktische toepassing van de circulaire economie M (2016) 12 13 Arresten 16 BENELUX-GERECHTSHOF Arrest in de Zaak A 2015/1 BVBA UPPER AT HOME tegen BVBA THE WORKS 17 november 2016 16

Paginanummer 3 Beschikkingen BESCHIKKING van het Benelux Comité van Ministers tot aanvulling van beschikking M (2012) 5 met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer met MUG, SAMU en ambulance tussen Luxemburg en België M (2016) 8 Het Benelux Comité van Ministers, Gelet op artikel 6, lid 2, onder a), van het Verdrag tot instelling van de Benelux Unie, Gelet op beschikking M (2012) 5 van het Benelux Comité van Ministers met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer met MUG, SAMU en ambulance tussen Luxemburg en België, Overwegende dat in bovengenoemde beschikking M (2012) 5 de intentie wordt uitgesproken om resterende of nieuwe belemmeringen waar nodig weg te nemen op het gebied van de grensoverschrijdende spoedeisende geneeskundige hulpverlening tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, Overwegende dat, in het kader van de evaluatie van de uitvoering van beschikking M (2012) 5, mogelijke knelpunten aan het licht zijn gekomen, enerzijds in verband met het voor het besturen van een ambulance vereiste rijbewijs, en anderzijds in verband met uitzonderlijke omstandigheden, in de grensstreken alsook op het gebied van de transplantatie van organen, die in voorkomend geval het voldoen aan de voorwaarden gesteld in beschikking M (2012) 5 onmogelijk maken, Overwegende dat het wenselijk is te verzekeren dat bovengenoemde knelpunten geen belemmering vormen voor de efficiëntie van grensoverschrijdende spoedeisende geneeskundige hulpverlening tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, Heeft het volgende beslist:

Paginanummer 4 Artikel 1 Beschikking M (2012) 5 van het Benelux Comité van Ministers met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer met MUG, SAMU en ambulance tussen Luxemburg en België wordt als volgt gewijzigd: a) Na artikel 11 wordt de volgende titel ingevoegd: Vbis. Toepasselijke voorschriften b) Het bepaalde in artikel 12 wordt als volgt vervangen: 1. De wetgeving betreffende het wegverkeer en, desgevallend, luchtverkeer van de gaststaat is van toepassing, onverminderd het bepaalde in de leden 2 en 3 hieronder. 2. De machtigingen die door het recht van de zendstaat voor het besturen van een ambulance, een SAMU of een MUG vereist zijn, worden gelijkgesteld met de machtigingen die daartoe door het recht van de gaststaat vereist zijn. 3. Voor het gebruik van voorrang verlenende licht- en geluidssignalen mogen de op de interventievoertuigen aanwezige licht- en geluidssignalen ook in de gaststaat worden gebruikt. c) Na artikel 12 worden een als volgt luidend artikel 12bis en artikel 12ter ingevoegd: Artikel 12bis Het bepaalde in de artikelen 5, 6, 7 en 12 geldt op overeenkomstige wijze in geval van uitzonderlijke omstandigheden waardoor, met het oog op de efficiëntie van de spoedeisende geneeskundige hulpverlening, een incidentele overschrijding van de grens noodzakelijk is, zonder dat die grensoverschrijding beantwoordt aan een verzoek als bedoeld in artikel 3 of 4. Artikel 12ter In geval van hoogdringendheid met het oog op de transplantatie van een orgaan overeenkomstig de ter zake in het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg van toepassing zijnde voorschriften, mogen bij het grensoverschrijdend vervoer van het orgaan, van het transplantatieteam of van de persoon bij wie het orgaan geïmplanteerd wordt door een daartoe bestemd en uitgerust voertuig, de op dat voertuig aanwezige voorrang verlenende licht- en geluidssignalen in voorkomend geval ook in het land van bestemming worden gebruikt indien hun gebruik in het land van oorsprong is toegelaten, ongeacht of dat voertuig al dan niet een ambulance, SAMU of MUG is en ongeacht of het betrokken vervoer al dan niet beantwoordt aan een verzoek als bedoeld in artikel 3 of 4.

Paginanummer 5 Artikel 2 1. Deze beschikking treedt in werking op de dag van ondertekening. 2. Het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om aan de bepalingen van deze beschikking te voldoen. 3. Wanneer de in het tweede lid bedoelde bepalingen vastgesteld worden, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze beschikking verwezen. Gedaan te Luxemburg, op 28 november 2016. De Voorzitter van het Benelux Comité van Ministers, D. KERSCH

Paginanummer 6 Gemeenschappelijke memorie van toelichting betreffende beschikking M (2016) 8 van het Benelux Comité van Ministers tot aanvulling van beschikking M (2012) 5 met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer met MUG, SAMU en ambulance tussen Luxemburg en België 1. Aanleiding In het kader van de evaluatie van beschikking M (2012) 5 van het Benelux Comité van Ministers met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer met MUG, SAMU en ambulance tussen Luxemburg en België, werden twee punten aan het licht gebracht die aanleiding geven tot een aanvulling van die beschikking. Het betreft enerzijds het volstaan met een rijbewijs B om een ambulance van meer dan 3,5 ton te besturen op het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg. Een aanvulling van beschikking M (2012) 5 op dit punt is aangewezen nu deze regeling strikt genomen niet geldt voor het besturen van dergelijk voertuig op het grondgebied van het Koninkrijk België, noch voor Belgische bestuurders die dergelijk voertuig op het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg zouden besturen. Anderzijds werd erop gewezen dat men, zowel in de grensstreek als op het gebied van de transplantatie van organen, soms geconfronteerd wordt met uitzonderlijke omstandigheden die het overschrijden van de grens met zich meebrengen, zonder dat dit echter als dusdanig gedekt is door beschikking M (2012) 5. In dergelijke gevallen zijn de baten en waarborgen die beschikking M (2012) 5 biedt bij optreden in de gaststaat strikt genomen niet van toepassing, maar zijn zij wel hoogst relevant. Onderhavige beschikking vult beschikking M (2012) 5 op beide punten aan, conform de oplossingsgerichte insteek die ten grondslag ligt aan beschikking M (2012) 5 1. 2. Vereist rijbewijs De maximummassa (zonder aanhangwagen) van de nieuwe generatie wegvoertuigen die in het Groothertogdom Luxemburg voor de spoedeisende geneeskundige hulpverlening worden ingezet, ligt meestal hoger dan 3,5 ton (zonder evenwel 4,25 ton te overschrijden). Die voertuigen dienen dan ook als vrachtwagens te worden beschouwd. Doorgaans beschikken de bestuurders van die voertuigen echter enkel over een rijbewijs B. Om de betrokkenen in staat te stellen die voertuigen te blijven besturen zonder een rijbewijs voor vrachtwagens te hoeven halen, werd de Luxemburgse regelgeving betreffende het verkeer op de openbare weg zodanig aangepast, dat de betrokkenen in het kader van hun opdracht uitdrukkelijk gemachtigd zijn een dergelijk voertuig op het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg te besturen, terwijl ze enkel in het bezit zijn van een rijbewijs B 2. 1 Zie de preambule en de artikelen 2 en 14 van die beschikking, alsook de gemeenschappelijke memorie van toelichting erbij. 2 Zie in het bijzonder artikel 2 van de rechtshandeling met als opschrift Règlement grand-ducal du 9 juillet 2013 modifiant l'arrêté grand-ducal modifié du 23 novembre 1955 portant règlement de la circulation sur toutes les voies publiques (Mémorial A nr. 124 van 18 juli 2013).

Paginanummer 7 Aangezien het niet is gegarandeerd dat de artikelen 5 en 12 van beschikking M (2012) 5 de rechtspositie van de personen die de betrokken voertuigen besturen, op passende wijze regelt, strekt onderhavige beschikking ertoe juridische zekerheid te verschaffen opdat de betreffende personen zich kunnen beroepen op bovengenoemde machtiging wanneer zij een opdracht op Belgisch grondgebied uitvoeren. Hetzelfde geldt op overeenkomstige wijze voor personen die eventueel op het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg een Belgische ambulance zouden besturen waarvan de maximummassa meer dan 3,5 ton zou bedragen, wanneer zij daartoe in België gemachtigd zouden zijn. Hiertoe wordt een nieuwe bepaling in artikel 12 van beschikking M (2012) 5 ingevoegd. 3. Uitzonderlijke omstandigheden a) Uitzonderlijke omstandigheden in de grensstreken Ambulances worden door onvoorziene omstandigheden (bijv. omtrent de daadwerkelijke locatie van de inzet) dan wel geografische omstandigheden (in bepaalde grensgemeenten) soms geconfronteerd met situaties waarbij de interventie zo goed als onvermijdelijk een verplaatsing buiten het eigen grondgebied met zich brengt, maar geen reactie is op een verzoek uit het buurland. In deze gevallen is noch beschikking M (2012) 5 noch de bovengenoemde regeling betreffende het rijbewijs van toepassing. Het is echter wenselijk om ook in dergelijke gevallen te verzekeren dat de betrokken ambulances en hun bestuurders onder de in de beschikking bepaalde regelingen vallen inzake de gelijkstelling tussen ambulances, SAMU en MUG voor de toepassing van de wetgeving, de machtiging om activiteiten te verrichten in de gaststaat, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid, en de wetgeving betreffende het wegverkeer inclusief wat betreft het gebruik van voorrang verlenende licht- en geluidssignalen en vereisten inzake het rijbewijs. Hiertoe wordt een nieuw artikel 12bis in beschikking M (2012) 5 ingevoegd, waarmee de artikelen 5, 6, 7 en 12 van die beschikking van overeenkomstige toepassing worden verklaard op de bedoelde gevallen. Er wordt opgemerkt dat deze nieuwe bepaling slechts bedoeld is voor gevallen waarin grensoverschrijding zich opdringt, op incidentele wijze. Zij houdt geen structurele toelating in om onnodig de grens te overschrijden, zonder dat die grensoverschrijding gevolg geeft aan een oproep van de gaststaat. Bijgevolg geldt in dergelijke gevallen niet de kostenregeling bepaald in het derde lid van de artikelen 3 en 4 van beschikking M (2012) 5 en worden de kosten steeds in rekening gebracht in de zendstaat. Wat betreft de in artikel 8 van beschikking M (2012) 5 bedoelde erkenning van ziekenhuizen, gebeurt ook de aanwijzing van het ziekenhuis door het eenvormig oproepstelsel van de zendstaat wanneer de inzet niet geschiedt op verzoek van de gaststaat.

Paginanummer 8 b) Uitzonderlijke omstandigheden op het gebied van de transplantatie van organen De transplantatie van een orgaan geschiedt overeenkomstig gemeenschappelijke kwaliteits- en veiligheidsnormen die op het niveau van de Europese Unie zijn vastgesteld 3 en kan gepaard gaan met een uitwisseling van het orgaan tussen lidstaten. Wanneer een geschikt orgaan beschikbaar komt en uitnamechirurgen opgeroepen worden om zich naar het ziekenhuis te begeven waar dat orgaan zich bevindt, kan het voorkomen dat grensoverschrijdend vervoer nodig is van het transplantatieteam en van het orgaan. Ook wanneer een kandidaat-ontvanger opgeroepen wordt om zich op zeer korte termijn naar een welbepaald ziekenhuis te begeven met het oog op de implantatie aldaar van het orgaan, kan grensoverschrijdend vervoer zich opdringen. In dergelijke gevallen moeten de voertuigen die instaan voor het vervoer van het orgaan, van het transplantatieteam of van de ontvanger zich zo snel mogelijk naar hun bestemming over de grens kunnen begeven. Daarom is het van belang te verzekeren dat deze voertuigen, welke niet steeds een ambulance, SAMU of MUG zijn zoals gedefinieerd in beschikking M (2012) 5 en welke normaliter niet gemobiliseerd worden ten gevolge van een oproep zoals bedoeld in artikel 3 of 4 van die beschikking, hun voorrang verlenende licht- en geluidssignalen ook kunnen gebruiken in het land van bestemming, althans als het die voertuigen in het land van oorsprong is toegelaten om te worden uitgerust met dergelijke signalen. Hiertoe wordt een nieuw artikel 12ter in beschikking M (2012) 5 ingevoegd, dat een bijzondere regeling bevat voor het gebruik van voorrang verlenende licht- en geluidssignalen bij hoogdringend vervoer in het kader van een orgaantransplantatie. 3 Zie met name richtlijn 2010/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 inzake kwaliteitsen veiligheidsnormen voor menselijke organen, bestemd voor transplantatie (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 14; rectificatie PB L 243 van 16.9.2010, blz. 68). Deze richtlijn is in het Koninkrijk België omgezet door de wet van 3 juli 2012 tot wijziging van de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen en de wet van 19 december 2008 inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal met het oog op de geneeskundige toepassing op de mens of het wetenschappelijk onderzoek (Belgisch Staatsblad van 24.8.2012), en in het Groothertogdom Luxemburg door de rechtshandeling met als opschrift Règlement grand-ducal du 27 août 2013 concernant la caractérisation, le transport et l'échange d'organes destinés à la transplantation (Mémorial A, nr. 159 van 3.9.2013).

Paginanummer 9 Aanbevelingen AANBEVELING van het Benelux Comité van Ministers betreffende het bevorderen van de fiscale, douane- en veterinaire samenwerking aangaande de paardensector M (2016) 9 Het Benelux Comité van Ministers, Gelet op artikel 6, lid 2, onder g), van het Verdrag tot instelling van de Benelux Unie, in samenhang met de doelstellingen en prioriteiten van de Benelux Unie, zoals bedoeld in artikel 2 en artikel 3, lid 2, onder c), van dat Verdrag, Overwegende dat het wenselijk is de bestaande samenwerking tussen de Benelux-landen en Noordrijn-Westfalen aangaande de paardensector, onder andere wat betreft het aanpakken van onregelmatigheden bij de handel in elitepaarden en het organiseren van afgestemde controles, voort te zetten en te versterken, Overwegende dat de onderlinge uitwisseling van de kennis, ervaring en gegevens waarover de fiscale, douane- en veterinaire instanties beschikken, essentieel is voor een gezonde marktwerking binnen de paardensector en voor de handhaving van de regelgeving zowel op het gebied van de fiscaliteit, de douane, de voedselveiligheid als de veterinaire voorschriften, Overwegende dat dergelijke samenwerking de verscheiden betrokken instanties toelaat de eigen werkwijzen, procedures, onderzoeken en controles te verbeteren, Overwegende dat de paardensector sterk internationaal georganiseerd is, met een belangrijke uitvoer van paarden uit de Benelux, waardoor een gezamenlijke aanpak en een gecoördineerd beleid van de Benelux-landen noodzakelijk is, Overwegende dat het voorts wenselijk is om andere lidstaten van de Europese Unie of hun deelstaten en met name Noordrijn-Westfalen daarbij te betrekken en er samenwerking en afstemming mee na te streven, Beveelt aan:

Paginanummer 10 Artikel 1. Gegevensuitwisseling 1. De Benelux-landen ijveren ervoor dat alle relevante gegevens met betrekking tot het verkeer van en de handel in paarden onderling worden uitgewisseld tussen de betrokken instanties, waaronder fiscale, douane- en veterinaire instanties, en tussen de betrokken landen. 2. Met het oog op de uitvoering van het bepaalde in lid 1, maakt elk Benelux-land gebruik van bestaande procedures en afspraken en geijkte kanalen voor de mededeling van de gegevens door een betrokken instantie aan een andere instantie. In dit verband onderzoekt elk Benelux-land in het bijzonder of gegevens uit het geïntegreerde veterinaire computersysteem bedoeld in Beschikking 2003/24/EG 1, genaamd Traces 2, meegedeeld kunnen worden aan zijn fiscale instanties. 3. De Benelux-landen worden aangemoedigd om, met inachtneming van de relevante voorzieningen in het kader van de Europese Unie, te verzekeren dat gegevens in uitvoering van het bepaalde in lid 1 grensoverschrijdend uitgewisseld kunnen worden. In dit verband onderzoeken de Benelux-landen of het wenselijk en haalbaar is om te komen tot een structurele koppeling van de databanken van de betrokken instanties en van bijkomende relevante bronnen, zoals onder meer het in lid 2 genoemde Traces, alsook het systeem, genaamd VIES 3, voor de uitwisseling van BTW-informatie in het kader van Verordening (EU) nr. 904/2010 4. De Benelux-landen onderzoeken tevens de mogelijkheden voor een knipperlichtfunctie bij verdachte signalen in het kader van bovengenoemde grensoverschrijdende uitwisseling van gegevens. 4. Bij de in lid 1 bedoelde uitwisseling van gegevens wordt in de communicatie het volgende kenmerk meegegeven: BNL-CEP. 1 Beschikking 2003/24/EG van de Commissie van 30 december 2002 met betrekking tot de invoering van een geïntegreerd veterinair computersysteem (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 44). 2 Trade Control and Expert System. 3 VAT Information Exchange System 4 Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (herschikking) (PB L 268 van 12.10.2010, blz. 1).

Paginanummer 11 Artikel 2. Controles 1. De betrokken instanties bevorderen grensoverschrijdende samenwerking bij controles met betrekking tot het verkeer van en de handel in paarden, in het bijzonder door waar nodig en mogelijk elkaar uit te nodigen om: a) aan te sluiten bij geplande controles, om deze dan vervolgens gezamenlijk te laten plaatsvinden, of b) controles op elkaar af te stemmen, waarbij gelijktijdig in verschillende landen een gelijkaardige controle plaatsvindt. 2. De in lid 1 bedoelde grensoverschrijdende samenwerking geschiedt met inachtneming van de toepasselijke procedures en werkmethodes, in het bijzonder wat betreft de administratieve samenwerking in het kader van de Europese Unie op fiscaal, douane- en veterinair gebied. Artikel 3. Sector 1. De Benelux-landen ijveren ervoor in overleg te treden met de paardensector en deze sector te betrekken bij het bewerkstelligen van een optimaal economisch klimaat voor het verkeer van en de handel in paarden. 2. De Benelux-landen stellen gezamenlijk een praktische gids op, die een overzicht geeft van de geldende regelgeving op het vlak van de fiscaliteit, de douane, de voedselveiligheid en de veterinaire voorschriften. Artikel 4. Contactpunten 1. Elk Benelux-land wijst een contactpunt aan ten behoeve van de uitvoering van deze aanbeveling en deelt de betrokken contactgegevens alsook elke wijziging ervan mee aan de andere Beneluxlanden en het Benelux Secretariaat-Generaal. 2. De overeenkomstig lid 1 aangewezen contactpunten dragen zorg voor de volgende taken: a) De coördinatie van de werkzaamheden, inclusief wat betreft het verzamelen, versturen en ontvangen van gegevens; b) Het kenbaar maken en het bevorderen van de samenwerking binnen het betrokken Beneluxland, inclusief bij de bevoegde experts, en het terugkoppelen over het belang van de samenwerking voor de verwezenlijking van doelstellingen op het terrein van de handhaving en controle van de fiscale, douane- en veterinaire regelgeving. 3. De overeenkomstig lid 1 aangewezen contactpunten worden door andere betrokken contactpersonen uit het desbetreffende Benelux-land op de hoogte gesteld van relevante ontwikkelingen en initiatieven.

Paginanummer 12 Artikel 5. Overleg 1. De betrokken instanties plegen op geregelde wijze overleg over de uitvoering van deze aanbeveling, in voorkomend geval in het kader van een werkgroep als bedoeld in artikel 12, onder b), van het Verdrag tot instelling van de Benelux Unie. 2. Het in lid 1 bedoelde overleg biedt ruimte aan een multidisciplinaire vertegenwoordiging van de Benelux-landen, waaronder fiscale, douane- en veterinaire instanties. Het staat de Benelux-landen vrij om hun delegatie uit te breiden, maar in geval het om vertegenwoordigers van niet-overheidsinstanties gaat, worden de andere delegaties hier op voorhand over verwittigd. 3. Over de uitvoering van deze aanbeveling wordt naar aanleiding van het in lid 1 bedoelde overleg op geregelde wijze gerapporteerd. Deze rapportage geschiedt aan de Benelux Raad, in voorkomend geval samengesteld uit de leidinggevende ambtenaren van de overeenkomstig artikel 4, lid 1, aangewezen instanties, en minimaal een keer per jaar aan het Benelux Comité van Ministers. Artikel 6. Inwerkingtreding en tenuitvoerlegging 1. Deze aanbeveling treedt in werking op de dag van ondertekening. 2. De Benelux-landen worden uitgenodigd de benodigde maatregelen te nemen om aan de bepalingen van deze aanbeveling uitvoering te geven. 3. Met het oog op een zo ruim mogelijke aansluiting bij de in deze aanbeveling opgenomen richtsnoeren, onderhoudt het Benelux Secretariaat-Generaal dienstige externe betrekking, in het bijzonder met Noordrijn-Westfalen. Ook wordt gestreefd naar samenwerking en afstemming door toedoen van externe betrekking met andere Europese landen. Gedaan te Luxemburg, op 28 november 2016. De Voorzitter van het Comité van Ministers, P. GRAMEGNA

Paginanummer 13 Richtlijnen RICHTLIJN van het Benelux Comité van Ministers betreffende de praktische toepassing van de circulaire economie M (2016) 12 Het Benelux Comité van Ministers, Gelet op artikel 6, lid 2, onder h), van het Verdrag tot instelling van de Benelux Unie, Gezien de mededeling van de Europese Commissie van 2 december 2015 Maak de cirkel rond Een EU-actieplan voor de circulaire economie (COM(2015) 614 final), Overwegende dat twee van de drie hoofdthema s van de Benelux-samenwerking betrekking hebben op de interne markt en de economische unie enerzijds en op duurzame ontwikkeling anderzijds, Steunend op de Benelux-rondetafelbijeenkomst over circulaire economie De Benelux-landen op weg naar een circulaire economie! van 14 december 2015, In de overtuiging dat de circulaire economie kan bijdragen tot een meer duurzame economische groei en zal zorgen voor nieuwe banen in de drie Benelux-landen, Overwegende dat het dan ook van groot belang is bijzondere aandacht te besteden aan de verdere samenwerking rond circulaire economie in het kader van het komende meerjarig Gemeenschappelijk Werkprogramma (2017-2020) en zorg te dragen voor de uitvoering van het overleg tussen de Benelux-landen over dit thema, teneinde met name het uitwisselen van praktijken met betrekking tot strategieën en maatregelen tot praktische toepassing van de circulaire economie te bevorderen, Overwegende dat, ook al staan sommige Benelux-landen verder dan andere met het ontwikkelen van een circulaire economie, bedrijven er doorgaans voorstander van zijn dat overheden de transitie naar een circulaire economie stimuleren via verschillende middelen zoals pilotprojecten, financiële steun, alsook aanpassing van de regelgeving, Overwegende dat uitwisseling tussen de Benelux-landen over het al dan niet doeltreffend zijn van de maatregelen die zij beginnen uit te rollen en over de effectbeoordeling van deze maatregelen, zal toelaten de transitie naar een circulaire economie in de Benelux te versnellen, Geleid door de wens hiermee voortgang te maken binnen de Europese Unie en daarbij een voortrekkersrol te vervullen, Geeft de volgende richtlijn:

Paginanummer 14 Artikel 1 De Benelux Raad wordt opgedragen ervoor te zorgen dat, in uitvoering van het Gemeenschappelijk Werkprogramma 2017-2020, tussen de Benelux-landen regelmatig overleg over de praktische toepassing van de circulaire economie plaatsvindt in een werkgroep als bedoeld in artikel 12, onder b), van het Verdrag tot instelling van de Benelux Unie. Artikel 2 1. Het in artikel 1 bedoelde overleg slaat op de samenwerking met betrekking tot de praktische toepassing van de circulaire economie overeenkomstig de opeenvolgende jaarplannen van de Benelux Unie in de periode 2017-2020. 2. Voor het overleg wordt onder meer geput uit: a) een in Benelux-verband op te zetten studie teneinde criteria voor de repareerbaarheid per productcategorie voor de consument te ontwikkelen en in voorkomend geval de geplande veroudering van deze producten te bestrijden; b) de analyse van de belangrijkste lessen uit de Benelux-conferentiecyclus 2013-2015 over de transitie naar een meer duurzame economie en samenleving; c) de bestaande en toekomstige Benelux-samenwerking inzake afval; d) mogelijke thematische rondetafelbijeenkomsten of andere evenementen. 3. De Benelux Raad evalueert op een door hem passend geacht tijdstip of de Benelux-samenwerking inzake afval eventueel kan worden geïntegreerd in de in artikel 1 bedoelde werkgroep, onder het bredere thema van beheer van hulpbronnen. Artikel 3 1. De Benelux Raad brengt vóór eind 2020 verslag uit aan het Benelux Comité van Ministers over de maatregelen die ter uitvoering van deze richtlijn zijn getroffen op grond van artikel 12, onder b), van het Verdrag tot instelling van de Benelux Unie, alsook over de voortgang en de uitkomsten van het in deze richtlijn bedoelde overleg. 2. Bij het verslag van de Benelux Raad worden in voorkomend geval voorstellen gevoegd als bedoeld in artikel 12, onder d), van het Verdrag tot instelling van de Benelux Unie, onverminderd de bevoegdheden van het Benelux Comité van Ministers om de door hem passend geachte maatregelen te nemen.

Paginanummer 15 Artikel 4 1. Deze richtlijn treedt in werking op de dag van ondertekening. 2. Deze richtlijn is slechts van toepassing gedurende de periode waarop het Gemeenschappelijk Werkprogramma 2017-2020 van de Benelux Unie betrekking heeft. Gedaan te Brussel, op 12 december 2016. De Voorzitter van het Comité van Ministers, C. GIRA

Paginanummer 16 Arresten BENELUX-GERECHTSHOF Arrest in de Zaak A 2015/1 BVBA UPPER AT HOME tegen BVBA THE WORKS 17 november 2016 Het Benelux-Gerechtshof heeft in de zaak A 2015/1 het volgende arrest gewezen. 1. Overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag van 31 maart 1965 betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof (verder: het Verdrag), heeft de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Antwerpen in een tussenvonnis van 18 november 2015, gewezen in de zaak van BVBA Upper At Home tegen BVBA The Works, een vraag van uitleg gesteld aan het Benelux-Gerechtshof met betrekking tot het Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom (verder: BVIE). 3. De voorzitter van de rechtbank van koophandel te Antwerpen oordeelt dat een uitleg van de artikelen 1.14, b) en 4.5, lid 3, BVIE noodzakelijk is om uitspraak te kunnen doen. Bij vonnis van 18 november 2015 werd de zaak aangehouden totdat het Benelux-Gerechtshof uitspraak zal hebben gedaan over de volgende prejudiciële vraag: Kan de houder van een merk dat door de rechter vervallen werd verklaard, nog rechten die uit dat merk voortvloeien inroepen ten aanzien van andere partijen dan haar wederpartij in de zaak die aanleiding heeft gegeven tot de vervallenverklaring, (1) in de periode waarin tegen de vervallenverklaring nog rechtsmiddelen mogelijk of aanhangig zijn of (2) zolang het verval nog niet is opgenomen in het Merkenregister? De plaatsvervangend advocaat-generaal D. Thijs heeft op 27 mei 2016 een schriftelijke conclusie genomen. Uitspraak doende op de door de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, zetelend zoals in kort geding, in het vonnis van 18 november 2015 gestelde vraag,

Paginanummer 17 Verklaart voor recht 13. De houder van een merk dat door de rechter vervallen werd verklaard, kan wel nog rechten die uit dat merk voortvloeien inroepen ten aanzien van andere personen dan haar wederpartij in de zaak die aanleiding heeft gegeven tot de vervallenverklaring, in de periode waarin tegen de vervallenverklaring nog rechtsmiddelen mogelijk of aanhangig zijn, maar de merkhouder kan deze rechten ook niet meer inroepen ten aanzien van de voornoemde personen zodra de vervallenverklaring onherroepelijk is geworden, doordat er geen rechtsmiddelen meer tegen openstaan, ook al is het verval nog niet opgenomen in het Merkenregister. Aldus gewezen op 4 november 2016 door G. Santer, president, ridder J. de Codt, eerste vicepresident, E.J. Numann, tweede vice-president, E. Dirix, A. Fettweis, C.A. Streefkerk, I. Folscheid, J.-C. Wiwinius, rechters, en M.V. Polak, plaatsvervangend rechter, en uitgesproken ter openbare zitting te Brussel op 17 november 2016 door de heer J. de Codt, voornoemd, in aanwezigheid van de heren D. Thijs, plaatsvervangend advocaat-generaal en A. van der Niet, hoofdgriffier. A. van der Niet J. de Codt

SECRETARIAAT-GENERAAL Regentschapsstraat 39 1000 Brussel Het Benelux Publicatieblad wordt uitgegeven door het Secretariaat-generaal van de Benelux Unie en is verkrijgbaar in het Nederlands en het Frans. Op de website www.benelux.int kunt u het Benelux Publicatieblad raadplegen en kunt u zich inschrijven voor de mailinglist. U vindt er eveneens de regelgeving van de Benelux Unie.