Signaleren van kindermishandeling op school In een klas gebeurt er dagelijks van alles: een leerling die in slaap valt tijdens de les, een kind met een pijnlijke arm, ruzies tussen klasgenoten. Niet alles wat u ziet pikt u op als een signaal van mogelijk kindermishandeling. Bij sommige situaties of leerlingen heeft u misschien wel een onderbuikgevoel. Bijvoorbeeld: het gevoel dat een leerling zo een eenzame verwaarloosde indruk maakt, het idee dat een leerling de laatste weken wel erg vaak ruzie heeft of dat de leerprestaties van een leerling ineens wel erg veel slechter worden. We geven u informatie over signalen die op kindermishandeling of huiselijk geweld kunnen duiden. U leest ook hoe u die signalen kunt onderbouwen. Tot slot is er aandacht voor dilemma s die iedere professional wel eens tegenkomt. Let op! Deze tekst biedt informatie en tips over signaleren. Deze informatie is echter géén vervanging voor een training over dit onderwerp. In een training gaat u veel dieper in op deze thema s en werkt u bovendien aan signaleringsvaardigheden. En dat is niet mogelijk binnen het bestek van deze tekst! Signaleringsproces Het signaleren van kindermishandeling begint meestal met een intuïtief gevoel. Wat is er met deze leerling aan de hand? Het is belangrijk om op dit gevoel te vertrouwen. Onderbouw dit gevoel door gericht te kijken naar een leerling. Spreek er daarna met collega s over die de leerling ook kennen. Andere leerlingen en/of ouders kunnen ook hun zorgen over een leerling aan u vertellen. Ga hier zorgvuldig mee om. U kunt hun zorgen gebruiken als uitgangspunt voor uw eigen observatie. Signaleren Signaleren is in de eerste plaats: waarnemen wat er te zien is. Bij een objectieve waarneming gaat het om waarneembaar gedrag of een signaal van de leerling. Bij subjectieve waarneming is het gedrag of signaal al geïnterpreteerd en beoordeeld. Het is belangrijk om zowel de objectieve signalen als de subjectieve signalen te noteren. Bijvoorbeeld in een logboek of in een signaleringsformulier. Het signaleren van kindermishandeling Kindermishandeling: roept emoties op: het is zwaar om te vermoeden dat een van uw leerlingen in de knel zit en misschien slachtoffer is van kindermishandeling of huiselijk geweld. is moeilijk omdat signalen niet eenduidig zijn en verschillend geïnterpreteerd kunnen worden ( Iedere leerling is wel eens een tijdje teruggetrokken of presteert wel eens een tijdje minder goed ; De helft van mijn klas ontbijt niet, ziet er onverzorgd uit, krijgt thuis te weinig grenzen en aandacht of gedraagt zich agressief ). is moeilijk omdat de grenzen van wat wel of niet onder kindermishandeling valt niet altijd duidelijk zijn. is complex omdat het om vermoedens gaat. U heeft geen 100% zekerheid, want u bent er niet bij geweest ( Hij vertelt wel vaker verhalen die niet kloppen, ik kan het me niet voorstellen want het zijn keurige ouders ). Roept dilemma s op. Het signaleren en aanpakken van kindermishandeling is dus ingewikkeld en zwaar. Maar niets doen is geen optie. Een kind kan in de meeste gevallen zelf de mishandeling niet of niet in zijn eentje stoppen. Daarvoor is hij afhankelijk van een ander, liefst van een vertrouwd persoon. Een leerkracht heeft die functie voor een leerling. Laat daarom de leerling niet alleen in een mishandelingssituatie. Signaleer en handel volgens de meldcode en ondersteun de leerling. 1
Met anderen overleggen Overleg met anderen is cruciaal in het proces van signaleren en onderbouwen. In de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling neemt overleg met anderen dan ook een belangrijke plaats in. Bespreek uw signalen met bijvoorbeeld de intern begeleider, het schoolmaatschappelijk werk, de zorgcoördinator. Dit overleg kan gebeuren in het interne zorgoverleg binnen uw school. Zie verder www.meldcode.nl. Kom als team tot een ondergrens. Wanneer komt u altijd in actie als het mogelijk onveilig is voor de leerling? Soms kan in actie komen bij een vermoeden betekenen dat u botst met uw eigen normen en grenzen. Houd professionele afstand, zodat u helder kunt blijven nadenken wat in het belang van deze leerling moet gebeuren. (Bron: Signalenlijst kindermishandeling:www.nji.nl/ecache/def/1/09/401.htm) Vormen en voorbeelden van kindermishandeling Elk jaar worden er ruim 120.000 kinderen en jongeren mishandeld en/of verwaarloosd in Nederland (NPM 2011). Geschat wordt dat er gemiddeld twee leerlingen in elke klas met mishandeling te maken krijgen. Er zijn verschillende vormen van kindermishandeling. Met welke vormen van kindermishandeling kunt u te maken krijgen? En met wat voor signalen? Hoe meer signalen er zijn, hoe ernstiger het vermoeden van kindermishandeling is. Lichamelijke mishandeling: Een leerling heeft wonden, breuken en/of blauwe plekken omdat hij wordt geslagen, gestompt, geschopt of gebrand. Een leerling verzuimt veel omdat hij veel ziek is of regelmatig onderzoeken heeft bij artsen omdat de ouder een ziekte verzint, opwekt, versterkt of nabootst (Syndroom van Munchausen bij Proxy). Een leerlinge wordt/is besneden: een ingreep aan de uitwendige geslachtsdelen van een meisje. Dit is strafrechtelijk verboden in Nederland. Lichamelijke verwaarlozing: Een leerling ziet er zeer onverzorgd uit, stinkt, heeft honger, heeft geen lunchpakket bij zich en/of heeft regelmatig geen ontbijt gehad omdat er onvoldoende zorg is voor hygiëne, voeding en kleding. Een leerling heeft ontstoken wonden, krijgt niet de bril en/of medicijnen die hij nodig heeft, omdat de ouders niet zorgen voor de noodzakelijke medische zorg. Psychische mishandeling: Een leerling wordt door de ouders systematisch gekleineerd, gedenigreerd en/of uitgescholden. Een leerling moet thuis het huishouden doen, moet altijd op zijn jongere broertje en/of zusje passen en/of is verantwoordelijk voor de verzorging van een zieke ouder (extreme mantelzorg: hij wordt belast met verantwoordelijkheden die niet passen bij zijn eigen ontwikkeling). Een leerling is getuige van (partner)geweld (meer dan 100.000 kinderen zijn jaarlijks getuige van partnergeweld). Psychische verwaarlozing: Een leerling verzuimt veel omdat de ouders er niet op toezien dat het kind regelmatig naar school gaat. Een leerling wordt thuis aan zijn lot overgelaten: hij krijgt thuis niet de aandacht, het contact en/of de genegenheid die hij nodig heeft. Een leerling wordt door de ouders heel kort gehouden en krijgt geen ruimte om zichzelf en de wereld om hem heen te ontdekken en/of vriendschappen aan te gaan: hij krijgt niet voldoende ruimte voor zijn toenemende autonomie. 2
Seksueel misbruik: Een leerling wordt gedwongen pornografisch materiaal te bekijken. Een leerling wordt betrokken bij seksuele handelingen, aangerand en/of verkracht. Eergerelateerd geweld: Een leerling wordt verstoten, gedwongen uitgehuwelijkt en/of verminkt. Meer weten? Meer informatie over vormen van kindermishandeling vindt u op:http://www.nji.nl/ecache/def/1/03/058.html. Daarnaast kunt u de signalenlijst kindermishandeling bekijken. Onderbouw uw vermoedens van kindermishandeling Als leerkracht ziet u vooral de leerling. Maar af en toe ziet u ook de ouders. Als u kindermishandeling wilt zien, dan moet u voorbij de leerling kijken. U moet ook naar de ouders kijken. Want het zijn de ouders die bepalen of een kind veilig is en of een kind voldoende warmte en bescherming krijgt. Door naar de ouders en hun relatie met elkaar en hun kind te kijken, ontwikkelt u een integrale visie op het kind. Zo bent u minder afhankelijk van losse, aspecifieke signalen die zo moeilijk te duiden zijn. Gebruik uw kennis en vaardigheden uit de dagelijkse praktijk van de school. Betrek bij de onderbouwing van uw vermoedens de onderstaande items. Beantwoord onderstaande vragen en voeg uw beschrijving toe aan het dossier. Zo krijgt u een goede onderbouwing van uw vermoedens. Of, een ontkenning die gebaseerd is op een breed beeld van de leerling en het gezin. Welke indruk heeft u van de persoonlijkheid van de ouders en hun relatie? Hebben ze eerder hun kind mishandeld? Zijn ze zelf in hun jeugd mishandeld? Is er sprake van een psychische stoornis van een ouder? Heeft een ouder ooit openlijk geweld vertoond? Zijn de ouders verslaafd aan drugs, alcohol, medicijnen? Welke culturele factoren bepalen mede het mishandelende gedrag van de ouders? Hoe is de houding van de ouders ten opzichte van hulpverleningsinstanties? Wat is de kwaliteit van de ouder-kindrelatie? Hoe praten de ouders over hun kind? Beschikken de ouders over opvoedvaardigheden? Weten ze wat hun kind op een bepaalde leeftijd nodig heeft? Wat voor gezin is het? Is het een open/gesloten/gestructureerd/ongestructureerd gezin? Is het gezin ingebed in de maatschappij/de buurt/vrienden/familie? Is er sprake van partnergeweld? Zijn er sociaal-economische problemen? Hoe ontwikkelt het kind zich? Zijn er kwetsbaarheidverhogende kenmerken van het kind (bijvoorbeeld jonge leeftijd, handicap, karakter)? Kindermishandeling is een symptoom van ernstige gezinspathologie. Je kunt niet om de ouders heen. 3
Dilemma s bij het signaleren Bij het signaleren van kindermishandeling speelt een aantal dilemma s een rol. Dat is heel gewoon. Het is belangrijk dat u de dilemma s onder ogen ziet en er iets mee doet. Mogelijkheden hiervoor zijn onder andere: met collega s praten, overleggen met het AMK/ASHG, deskundigheidsbevordering over kindermishandeling volgen, het handelingsprotocol Huiselijk Geweld en Kindermishandeling van de school raadplegen. Dilemma s die kunnen spelen zijn: Ik kan me niet voorstellen dat deze ouders mishandelen. Als ik met de ouders ga praten, krijgt de leerling nog meer klappen of wordt hij van school gehaald. Het is niet mijn taak als leerkracht om gesprekken te voeren met ouders. De school is ervoor om les te geven. Als leerkracht heb ik een vertrouwensrelatie met de leerling en zijn ouders. Als ik mijn vermoedens bespreek, schaad ik deze relatie. Ik vind het eng om met de ouders te praten, ze gaan misschien agressief reageren. Laten deskundigen/externen het gesprek maar voeren met de ouders. Een klap is toch niet zo erg? Van klappen ben ik zelf ook groot geworden. Ik wil geen slapende honden wakker maken; de leerling zit veilig hier op school; hier is het enige rustpunt voor hem. De meeste allochtone meisjes worden heel strak gehouden, waar ligt de grens? Er zijn zoveel leerlingen die in een moeilijke thuissituatie zitten; we kunnen toch niet al die leerlingen melden? Als ik een melding doe bij het AMK gebeurt er toch niets. Er zit al een voogd in het gezin, dus wat heeft het voor zin om te melden? Er zijn zulke lange wachtlijsten dat het veel te lang duurt voor er eindelijk hulp komt voor de leerling. Als ik een melding doe bij het AMK komen de ouders op school verhaal halen. Scholen moeten alles maar doen, waar halen we de tijd vandaan? Ik wil mij richten op mijn primaire taak, anders raakt het mij te veel. Ik heb beloofd aan de leerling om er met niemand over te praten. Herkent u deze dilemma s? Praat er eens over met een collega, want niets doen is geen optie! Bron: www.meldcodeopschool.nl 4