Gereformeerd kerkelijk centrum De Bron IJsselmuiden Er was eens zo iemand als Laatste zondag kerkelijk jaar 23 november 2014
Voorganger: ds. Nelleke Beimers Lector: Jan Vrieswijk Organist: Gerrit Blekkenhorst Cantorij o.l.v. Gyöngyi Kovács 2
Klokgelui en verstilling Mededelingen Lied 275: 1 t/m 4 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig 2 Gij zijt niet ver van wie U aanbidden, niet hoog en breed van ons vandaan. Gij zijt zo mens lijk in ons midden dat Gij dit lied wel zult verstaan. 3 Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien. Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient. 4 Gij zijt in alles diep verscholen, in al wat leeft en zich ontvouwt. Maar in de mensen wilt Gij wonen met hart en ziel aan ons getrouwd. Openingswoorden 3
Lied 275: 5 Gebed om ontferming Na de woorden: zo bidden wij zingt de cantorij: Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft Antwoordlied 217: 3, 4 en 5 De dag gaat open voor het woord des Heren 4 Wilt Gij vandaag en tot het eind der dagen ons doen en laten zuiveren en dragen, dan stijgt de vreugde van uw welbehagen in onze wereld. 4
5 Aan U ons loflied: glorie aan de Vader, dank aan de Zoon die ons bestaan aanvaardde, zijn Geest geleide ons en onze aarde naar de voltooiing. Moment met de kinderen Kinderkring Lied 119a: 1 cantorij, 2 en 3 allen Uw woord omvat mijn leven 1 Uw woord omvat mijn leven en tilt het aan het licht. Hebt Gij zo door uw spreken niet alles opgericht? Uw woord zet mij op vaste grond en vult met louter leven de woorden in mijn mond. 5
3 Uw woorden te herhalen is honing in mijn mond. Mij raakt niet meer het smalen dat ik mij aan U bond. Ik weet dat zwerven bitter smaakt, maar heel mijn zoekend leven Gij hebt het zoet gemaakt. Lezing psalm 27 uit De psalmen vrij van Huub Oosterhuis Lied 27a: voorzang cantorij, refrein allen De Heer is mijn licht 1 Als de kwade machten mij besluipen, als mijn lijf en leden zijn bedreigd, vijanden staan klaar om te overwinnen. Kijk ze vallen, languit! refrein 2 Trok een leger tegen mij ten strijde, dan nog zou ik leven zonder vrees. Oorlog tegen mij? In de razernij zal ik bij hem veilig zijn! refrein 6
3 Eén ding zal mijn ziel het meest verlangen: altijd mogen wonen in Gods huis; elke dag opnieuw open voor zijn schoonheid, als ik Hem daar ontmoet. refrein 4 Komt het kwaad, dan zal Hij mij beschermen, laat mij schuilen, zet mij op een rots. Ik sta in mijn kracht, boven alle dreiging en ik juich en ik zing: refrein Lezing Hebreeën 11: 1-3, 8-10 en 13-16 Voorbeeldig geloof 1Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. 2 Om hun geloof werden de mensen uit vroeger tijden geprezen. 3 Door geloof komen we tot het inzicht dat de wereld door het woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het niet-zichtbare. 8 Door zijn geloof ging Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam op weg naar een plaats die hij in bezit zou krijgen, en hij ging op weg zonder te weten waarheen. 9 Door zijn geloof trok hij naar het land dat hem beloofd was maar hem nog niet toebehoorde. Samen met Isaak en Jakob, medeerfgenamen van de belofte, woonde hij daar in tenten 10 omdat hij uitzag naar een stad met fundamenten, door God zelf ontworpen en gebouwd. 13 Zij allen zijn in geloof gestorven; wat hun beloofd was zagen ze geen werkelijkheid worden, ze hebben slechts een glimp ervan begroet, en ze zeiden van zichzelf dat zij op aarde leefden als vreemdelingen en gasten. 14 Door zo te spreken lieten ze blijken op doorreis te zijn naar een vaderland. 15 En daarmee bedoelden ze niet het vaderland waaruit ze weggetrokken waren, anders waren ze daarheen wel teruggekeerd. 16 Nee, ze keken reikhalzend uit naar een beter vaderland: het hemelse. Daarom schaamt God zich er niet voor hun God genoemd te worden en heeft hij voor hen een stad gereedgemaakt. 7
Zingen met cantorij lied 728 De heiligen, ons voorgegaan 2 Zij trokken uit als Abraham, door God de Heer geroepen zonder te weten waar hij kwam, om t land van God te zoeken. Zij zijn gestorven in zijn naam en hebben niets geweten dan dat Hij had gezegd; ik schaam mij niet uw God te heten. Geprezen zij zijn naam! Hij deed hen veilig gaan! Kom, zingen wij tesaam met alle heiligen! 8
3 Die van de aarde vrijgekocht nu rusten van hun werken, zij spreken en getuigen nog om ons geloof te sterken, dat wij omgeven door de wolk de weg ten einde lopen, een met het heilig trekkend volk in liefde en in hope. Geprezen zij zijn naam! Hij doet ons veilig gaan! Kom, zingen wij tesaam met alle heiligen! Overdenking Lied 732: 1 cantorij, 2, 3 en 4 allen Voor de toegewijden 1 Voor de toegewijden, stillen in den lande die van binnen brandden met een heilig vuur, danken wij U Heer. 9
3 Herders die ons weidden, op de nieuwe aarde zult Gij ze vergaren, schoven in uw schuur. Eenmaal slaat het uur, 4 dat van alle zijden mensen samenstromen, pelgrims welgekomen roepen: God is hier, zingen voor de Heer. Kinderen komen terug Gedachtenis van de overledenen Wij gedenken: Hendrika Klooster-Weerdmeester, geboren 22 april 1922 - overleden 2 maart Jaap/Joop van Oene, geboren 28 juni 1933 - overleden 20 juni Klaas Brink, geboren 15 juli 1934 - overleden 13 augustus IJfke Oegema, geboren 14 april 1922 - overleden 10 november Na elke genoemde naam zingt de cantorij: Koester de namen die wij hier gedenken Dat zij geborgen zijn in uw genade Dat zij gekend zijn bij U en bij ons Nadat de kinderen van de kinderkring hun lichtje hebben neergezet, krijgt ieder die dat wil gelegenheid een licht te ontsteken om iemand te gedenken Cantorij zingt: Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft 10
Staande zingen we lied 727: 1, 2 en 10 Voor alle heiligen in de heerlijkheid 1 Voor alle heil gen in de heerlijkheid die U beleden in hun aardse strijd, zij uw naam lof, o Jezus, t allen tijd! Halleluja, halleluja! 2 Gij waart hun rots, hun burg en al hun macht; Gij, Heer, hun loods en licht in storm en nacht; Gij hebt uw pelgrims veilig thuisgebracht. Halleluja, halleluja! 10 Van alle einders, van de verste kust zullen zij vinden vrede, feest en rust, U lovend, Vader, Zoon, heilige Geest! Halleluja, halleluja! Dankgebed, voorbeden en Onze Vader Collecte Slotlied 837: 1 en 4 Iedereen zoekt U, jong of oud Zegen 1 Iedereen zoekt U, jong of oud, speurend langs allerlei wegen: kronkelig, vreemd, of recht, vertrouwd meester, waar kom ik U tegen? Eens vindt U ons, bij dag of nacht, moe van onszelf en zonder kracht, dorstend naar liefde en zegen. 4 Koning, uw rijk is zo nabij open mijn ogen en oren! Onrustig is mijn hart in mij, totdat het nieuw wordt geboren. Daarom zoekt U elk mensenkind. Zoek, herder, mij, opdat ik vind en steeds meer bij U zal horen. 11
De Gestorvene Zeven maal om de aarde gaan, als het zou moeten op handen en voeten; zevenmaal om die éne te groeten die daar lachend te wachten zou staan. Zeven maal om de aarde gaan. Zeven maal over de zeeën te gaan, schraal in de kleren, wat zou het mij deren, kon uit de dood ik die éne doen keren. Zeven maal over de zeeën te gaan - zeven maal, om met zijn tweeën te staan. Ida Gerhardt 12