Inspectierapport BSO ZoWieZo Korteweide 220 1722 VL ZUID-SCHARWOUDE Registratienummer 153254683 Toezichthouder: GGD Hollands Noorden In opdracht van gemeente: Langedijk Datum inspectie: 3 november 2015 Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 19 november 2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 5 Pedagogisch klimaat... 5 Personeel en groepen... 8 Inspectie-items... 10 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Beschouwing Algemeen: Buitenschoolse opvang (BSO) ZoWieZo is een onderdeel van Kinderopvang ZoWieZo. De BSO is gevestigd in hetzelfde pand als het kinderdagverblijf van ZoWieZo en werkt veel met het kinderdagverblijf samen. Inspectiegeschiedenis: Op 26 april 2012 heeft een inspectiebezoek plaatsgevonden. Er waren tekortkomingen op voorwaarden binnen de items: - Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid - Buitenspeelruimte - Opvang in groepen - Pedagogisch beleidsplan De gemeente Langedijk heeft op deze tekortkomingen geen handhavingstraject ingezet. Tijdens de inspectie op 19 september 2013 was een tekortkoming op een voorwaarde van het item Oudercommissie vastgesteld. De houder toonde zichtbaar moeite om een oudercommissie in te stellen. De toezichthouder heeft de gemeente Langedijk geadviseerd op dit item niet te handhaven. Tijdens de inspectie op 30 oktober 2014 zijn tekortkomingen geconstateerd op voorwaarden binnen de items: - pedagogische praktijk - opvang in groepen Op 8 januari 2015 heeft een nader onderzoek plaatsgevonden. Aan de voorwaarden uit het item opvang in groepen werd tijdens die inspectie voldaan. Er is opnieuw een overtreding geconstateerd op het gebied van pedagogische praktijk. Tijdens het jaarlijks onderzoek van 29 juni 2015 zijn overtredingen geconstateerd op voorwaarden binnen de items: - Pedagogisch beleid - Beroepskracht-kind-ratio - Ouderrecht (instellen oudercommissie) De houder toonde zichtbaar moeite om een oudercommissie in te stellen. De toezichthouder heeft de gemeente Langedijk geadviseerd op dit item niet te handhaven. Op 24 augustus 2015 heeft de gemeente Langedijk een aanwijzing opgesteld en de GGD een verzoek gestuurd om een nader onderzoek uit te voeren op items pedagogisch beleid en beroepskracht-kindratio. Inspectie Dit nader onderzoek heeft onaangekondigd plaatsgevonden. De inspectie heeft bestaan uit een (pedagogische) praktijkobservatie, gesprek met de beroepskracht en de locatieverantwoordelijke en een documentenonderzoek. Conclusie: Tijdens het inspectiebezoek werd nog niet voldaan aan de voorwaarden uit het pedagogisch beleid. De overtreding is na de inspectie verholpen. Op het moment van inspectie werd niet voldaan, waardoor de overtreding blijft staan. Echter is handhaving niet nodig op de overtreding uit het pedagogisch beleid. De overtreding op de beroepskracht-kind-ratio is tijdens het nader onderzoek nogmaals geconstateerd. De houder voldoet niet aan de getoetste voorwaarde. 3 van 11
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Handhaving betreft de voorwaarde uit het item beroepskracht-kindratio Niet handhaven op item pedagogisch beleid, omdat het beleid in de conceptfase van het inspectierapport nogmaals is aangepast en na het inspectiebezoek wel voldoet aan de voorwaarden. 4 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. Onder het item Pedagogisch beleidsplan zijn in de voorgaande inspectiebezoeken tekortkomingen op verschillende voorwaarden geconstateerd. De toelichtingen bij deze tekortkomingen staan omschreven de betreffende rapporten, welke zijn terug te vinden in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Tijdens het inspectiebezoek van 30 oktober 2014 was er een tekortkoming op de voorwaarde De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens het inspectiebezoek van 8 januari 2015 was deze tekortkoming niet opgeheven. Tijdens het inspectiebezoek van 29 juni 2015 bleek dat de tekortkoming was opgeheven, maar was er een nieuwe tekortkoming geconstateerd, dit keer op de voorwaarde Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. Pedagogisch beleid Om het nader onderzoek uit te voeren, heeft ZoWieZo in september 2015 een nieuwe versie van het pedagogisch beleid (versie september 2015) naar de toezichthouder en de gemeente gestuurd. Hierin staat een nieuwe beschrijving van de groepsindeling: Door het minimale aantal aanmeldingen heeft BSO ZoWieZo ervoor gekozen op bepaalde dagen een 3-12 jaar groep te maken. Dit is van toepassing als de kinderen in de basisschoolleeftijd uit school komen. Door flexibele opvang weten wij maandelijks hoeveel kinderen er aanwezig zullen zijn op de BSO en op basis van deze gegevens maken wij de planning. Bij meer dan 2 BSO kinderen zullen wij een BSO-groep starten. Door de groep op de BSO optimaal te kunnen laten draaien, laten we de oudste kinderen die 3 jaar zijn van de peutergroep naar de BSO gaan. Dit als voorbereiding op de basisschool en ook voor de uitdaging qua speelmateriaal. De groepsformatie van de BSO zal hier dan 1 op 9 zijn, waarbij de leeftijd van de groep 3-12 jaar is. We houden aan de hand van een lijst bij welke 3 jarigen naar de BSO gaan, omdat we standaard 1 vaste leidster hiervoor hebben. Door de flexibele opvang is het niet mogelijk om een standaard aantal 3- jarigen naar de BSO te verplaatsen. Tijdens de inspectie op 3 november 2015 bleek het pedagogisch beleid niet op locatie ter inzage beschikbaar te zijn. De toezichthouder heeft hierover contact gehad met de locatiemanager en kreeg een herzien beleid (versie oktober 2015) toegestuurd. Hierin staat beschreven: Stamgroep Wanneer er alleen schoolgaande kinderen aanwezig zijn, houden wij ons aan het maximum van 20 kinderen per stamgroep. Momenteel komt dit niet in de praktijk voor waardoor we de indeling van de groepen anders hebben ingedeeld om het voor ieder kind leuk te maken op de BSO. De kinderen worden rond 14:00-15:30 uur van school gehaald. Als er afwijkende schooltijden zijn dan mocht het voorkomen dat we een pedagogisch medewerker op de groep laten en zodat zij met de 3- jarigen vanuit het kinderdagverblijf kennis laten maken met de BSO. Zodat de pedagogische medewerker van het kinderdagverblijf dit korte opvangmoment kan realiseren. Dit heeft ertoe doen besluiten om hier een groep van 3-13 jaar van te maken. Aan de hand van de kindlijsten, zullen wij maandelijks beoordelen wanneer dit van toepassing is. Wij hanteren het maximum van 9 kinderen, als er 3- jarigen aanwezig zijn op de BSO. 5 van 11
Gecombineerde groep (3-13 jaar) In de schoolvakanties of op eventuele (studie)dagen kan het voorkomen dat er kinderen van het kinderdagverblijf worden opgevangen op de BSO. Wij zien dit als een geschikt moment om de kleuters inzicht te geven in de groepsprocessen van de BSO. Mochten er weinig kinderen zijn, zullen zij in een gecombineerde groep worden opgevangen, zodat zij aan elkaar veel plezier kunnen beleven. Hierdoor kan het ook voorkomen dat kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar op de buitenschoolse opvang gaan spelen. Dit om deze kinderen al voor te bereiden op de schooltijd die eraan zit te komen. Dit zal altijd in overleg met de ouder(s) zijn. Het maximale aantal kinderen op deze groep kan verschillen door de gevarieerde leeftijden, daarom raadplegen wij voor deze groep te allen tijde de beroepskracht- kindratio. Ook hier zullen we uiteraard kijken naar de behoefte van de verschillende leeftijden en zullen het speelgoed en de activiteiten hierop aanpassen en zonnodig meenemen uit andere ruimten. Gecombineerde groep (0-13 jaar) In de schoolvakanties of met eventuele (studie)dagen kan het voorkomen dat er kinderen van de buitenschoolse opvang (BSO) worden opgevangen op het kinderdagverblijf. Maar mochten er weinig kinderen zijn, zullen zij in een gecombineerde groep worden opgevangen. Daarnaast kan het zijn dat kinderen van de voorschoolse opvang worden opgevangen in deze ruimte, doordat er maar 1 à 2 kinderen voor schooltijd bij ons zijn. Het maximale aantal kinderen op deze groep kan verschillen door de gevarieerde leeftijden, daarom raadplegen wij voor deze groep te allen tijde de beroepskracht- kindratio. Ook hier zullen we uiteraard kijken naar de behoefte van de verschillende leeftijden en zullen het speelgoed en de activiteiten hierop aanpassen en zo nodig meenemen uit andere ruimten. Dit komt niet overeen met de werkwijze in de praktijk op 3 november 2015: Op het moment van inspectie waren 6 kinderen van 4-12 jaar en 4 kinderen van 3 jaar aan het eten. De oudste kinderen zaten met elkaar en met de beroepskracht aan tafel en hadden volop gespreksstof met elkaar. De 4 jongste kinderen zaten rustig aan een andere tafel te eten. Zij namen geen deel aan het groepsgesprek aan de grote tafel. Na het tafelmoment moest 1 kind van 3 jaar terug naar de peutergroep, vanwege de beroepskracht-kind-ratio: 1 beroepskracht op 1 kinderen van 3-12 jaar. De 9 kinderen en de beroepskracht gingen buiten spelen. Uit navraag bij de beroepskracht begreep de toezichthouder dat alleen op de dinsdagen een groep 3-12 jarigen werd ingesteld. Kinderen van 3 jaar zouden de hele dag op de 3+ groep worden opgevangen in de ruimte van de BSO, zodat voor ouders en kinderen duidelijk is in welke groep kinderen die dag worden opgevangen. Op andere dagen zouden er geen kinderen van 3 jaar op de BSO worden opgevangen. In het beleid wordt gesteld dat een samengestelde groep wordt gecreëerd vanwege weinig kinderen op de BSO. Dit terwijl in de praktijk de dinsdag de meest drukke dag is op de BSO. Uit navraag bij de locatiemanager bleek dat er op dinsdag en donderdag kinderen van 3 jaar op de BSO worden opgevangen. De toezichthouder heeft opgemerkt dat de praktijksituatie onvoldoende weergegeven staat in het beleid. Waarna de locatiemanager het beleid nogmaals heeft herzien. In het beleid versie november 2015 staat beschreven: In schoolvakanties, eventuele studiedagen en standaard op de dinsdag en incidenteel op de maandag en donderdag komt het voor dat er kinderen van het kinderdagverblijf worden opgevangen op de BSO. Wij zien dit als een geschikt moment om de kleuters inzicht te geven in de groepsprocessen van de BSO. Mochten er meer dan 2 BSO- kinderen zijn, zullen zij in een gecombineerde groep worden opgevangen, zodat zij aan elkaar veel plezier kunnen beleven. Hierdoor komt het voor dat kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar op de buitenschoolse opvang gaan spelen. Dit om deze kinderen al voor te bereiden op de schooltijd die eraan zit te komen. Dit zal altijd in overleg met de ouder(s) zijn. Door het toenemende aantal peuters maken wij momenteel op de dinsdag en incidenteel op de donderdag met de oudste peuters een aparte groep en ondernemen wij activiteiten met hen op de BSO. Deze groep starten wij als er meer dan 12 kinderen op de peutergroep zijn. Dit kan om 9:00 uur zijn of om 11:00 uur, dit is afhankelijk van een aantal flexibele kinderen die later worden gebracht. We ondernemen met dit groepje 3- jarigen activiteiten die hen doen voorbereiden op de basisschool. Het liefst willen we deze groep de hele dag op de BSO laten spelen alleen kan door de samenstelling van de BSO en de kindaantallen niet altijd lukken. We hanteren dan namelijk een groep kinderen van maximaal 9 kinderen op 1 leidster. Het kan dus voorkomen dat de jongste kinderen weer tijdens de BSO- periode naar de peutergroep worden teruggeplaatst. 6 van 11
De werkwijze van de groepen voldeed op het moment van het inspectiebezoek nog niet. Echter de versie die op 10 november 2015 naar de toezichthouder is gestuurd beschrijft de werkwijze voldoende, waardoor na het inspectiebezoek wel aan de getoetste voorwaarde wordt voldaan. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiemanager) Interview anderen (beroepskrachten) Pedagogisch beleidsplan (versies september 2015, oktober 2015 en november 2015) 7 van 11
Personeel en groepen Tijdens de inspectie is de beroepskracht-kindratio beoordeeld. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl (www.1ratio.nl). Tijdens de inspectie op 29 juni 2015 is een overtreding geconstateerd op de voorwaarde: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang) Voor een toelichting op de overtreding; zie het betreffende rapport in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. Beroepskracht-kindratio Constatering nader onderzoek 3 november 2015: Indien er kinderen van 3-12 jaar worden opgevangen, geldt een beroepskracht-kindratio (bkr) van 1:9, dus 1 beroepskracht met 9 kinderen. Op het moment van inspectie waren tijdens het tafelmoment gedurende ongeveer 30 minuten 10 kinderen aanwezig en 1 beroepskracht: 6 kinderen van 4-12 jaar en 4 kinderen van 3 jaar. Dit is niet conform de voorwaarden. Na het tafelmoment ging 1 kind van 3 jaar terug naar de peutergroep, waarna de beroepskrachtkindratio op de BSO 1:9 was, wat voldoet aan de voorwaarden. Na het inspectiebezoek op 3 november 2015 heeft de toezichthouder telefonisch contact gehad met de locatiemanager en zijn diverse presentielijsten nagestuurd. Hierop is het volgende te zien: - Op dinsdag 10 november waren 14 peuters aanwezig, waarvan er 3 vanaf 11 uur naar de peuterplusgroep gingen en samen met de 6 kinderen van de BSO werden opgevangen door 1 beroepskracht. Hierdoor waren er 9 kinderen van 3-12 jaar aanwezig, wat conform de voorwaarden is. Ook de bkr op de peutergroep is conform de voorwaarden ingezet. - Op 24 november staat op de planning dat er 5 kinderen van 3-12 jaar opgevangen worden. Er zullen dan 6 peuters van 3 jaar van 9.00-14.00 uur worden opgevangen in de peuterplusgroep, in de ruimte van de BSO. Twee peuters moeten vanwege de beroepskracht-kind-ratio om 14.00 uur terug naar de peutergroep. Met deze werkwijze is de beroepskracht-kind-ratio dan ook 1:9, echter moet worden geconstateerd dat er geschoven wordt met kinderen om de beroepskracht-kind-ratio passend te maken. Navraag hierover leerde dat de beroepskracht met alle kinderen van 3 jaar naar de ruimte van de BSO zou gaan. Echter laat de presentielijst zien dat één kind van 3 jaar niet in de peuterplusgroep wordt opgevangen. De houder geeft aan dat het de voorkeur heeft om kinderen op 1 groep op te vangen, maar dat de samenstelling van de groep afhankelijk is van het aantal flexibele kinderen dat komt op ene dag en op het aantal aanwezige kinderen die komen op een dag. Hierdoor verschilt de samenstelling van de groep per dag. De peuters kunnen niet de hele dag op de peutergroep blijven, omdat anders daar de groep te groot wordt en de bkr daar dan niet voldoet. De groepsindeling wordt volgens de toezichthouder bepaald door de bkr in plaats van een pedagogisch onderbouwde reden om kinderen op de ene of de andere groep te plaatsen. 8 van 11
Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : ZoWieZo Website : http://www.zowiezo.nu Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang ZoWieZo Hoorn B.V. Adres houder : Kerkstraat 35 Postcode en plaats : 1687 AL WOGNUM Website : www.zowiezo.nu KvK nummer : 37151376 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hollands Noorden Adres : Postbus 9276 Postcode en plaats : 1800 GG Alkmaar Telefoonnummer : 088-0100549 Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw P. Rustenburg Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Langedijk Adres : Postbus 15 Postcode en plaats : 1723 ZG NOORD-SCHARWOUDE Planning Datum inspectie : 03-11-2015 Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 19-11-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 19-11-2015 Verzenden inspectierapport naar : 19-11-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 20-11-2015 11 van 11