Bijlage bij Statenbrief - zaaknummer Concept statuten Stichting Legal Valley PJN - 20161739 / 1 Stichting Legal Valley Vandaag, ***, verschenen voor mij,, notaris te.: *** (de "Oprichters"). De verschenen personen verklaarden bij deze een stichting op te richten, waarvoor gelden de volgende S T A T U T E N Artikel 1 Naam, zetel 1.1 De stichting draagt de naam: Stichting Legal Valley. 1.2 De stichting heeft haar zetel in de gemeente Arnhem. Artikel 2 Doel. Vermogen 2.1 De stichting heeft ten doel het positioneren en profileren van de juridische branche in Gelderland, zowel regionaal, nationaal als internationaal, alsmede het bevorderen van de onderlinge verbinding binnen de juridische branche in Gelderland. 2.2 De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: (a) het (doen) organiseren van een jaarlijks Congres Maatschappij & Recht; (b) het bevorderen van een goede onderlinge verstandhouding en samenwerking van overheidsinstellingen, kennisinstellingen, branche organisaties, rechtspersonen, personenvennootschappen en natuurlijke personen die een staatsrechtelijke rol vervullen of anderszins betrokken zijn bij, opleidingen verzorgen voor, dan wel diensten verlenen binnen de juridische branche in de provincie Gelderland, met het oog op het realiseren van de doelstelling van de stichting, onder andere door het (doen) organiseren van netwerkbijeenkomsten en het (doen) matchen van vraag en aanbod naar opleiding- en stageplaatsen; (c) het samenwerken en het voeren van overleg met voor de juridische branche in Gelderland relevante nationale en internationale organisaties; (d) het verrichten van alle verdere werkzaamheden, die met het vorenstaande in de
ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. 2.3 De stichting beoogt niet het maken van winst. 2.4 De financiële middelen van de stichting worden gevormd door: a. opbrengsten uit activiteiten van de stichting; b. subsidies, schenkingen, erfstellingen en legaten; c. het eigen vermogen van de stichting en de inkomsten (door belegging of anderszins) daaruit; d. alle andere wettige baten. 2.5 Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Artikel 3 Bestuur, samenstelling, benoeming, schorsing, ontslag, belet en ontstentenis 3.1 Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie leden. Het aantal bestuursleden wordt - met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde - door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 3.2 Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld. 3.3 Bestuursleden (met uitzondering van de eerste bestuursleden, die bij deze akte worden benoemd) worden benoemd door het bestuur. De Raad van Advies wordt in de gelegenheid gesteld om een niet bindende voordracht te doen voor de benoeming van een bestuurslid. 3.4 Bestuursleden worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Onder een jaar wordt hier verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarvergaderingen. De bestuursleden treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is één maal onmiddellijk herbenoembaar. De in een tussentijdse vacatures benoemde neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacatures hij werd benoemd. 3.5 Een bestuurslid kan te allen tijde door de overige bestuursleden worden geschorst en ontslagen. Ter zake van schorsing, handhaving of opheffing van de schorsing of ontslag besluit het bestuur met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Het betrokken bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van het bestuur te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door 2
een raadsman. 3.6 De schorsing van een bestuurslid vervalt, indien het bestuur niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag, tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan eenmaal voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen. 3.7 Een bestuurslid defungeert: (a) door zijn overlijden; (b) door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; (c) door zijn vrijwillig aftreden; (d) door zijn ontslag door de rechtbank; (e) door zijn ontslag verleend door de gezamenlijke overige bestuursleden; (f) door zijn periodiek aftreden. 3.8 Bij het ontstaan van één (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de desbetreffende vacature daarin voorzien door de benoeming van één (of meer) nieuw(e) bestuurslid (bestuursleden). Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. 3.9 Bij ontstentenis of belet van één of meer bestuursleden, niet zijnde alle bestuursleden of het enige (overgebleven) bestuurslid, nemen de overblijvende leden, of neemt het overblijvende lid het gehele bestuur waar. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden of van het enige (overgebleven) bestuurslid wordt het bestuur waargenomen door een persoon die daartoe door de Raad van Advies dan wel bij gebreke daaraan door de voorzieningenrechter van de rechtbank van het arrondissement waar de stichting haar zetel heeft, op verzoek van één of meer belanghebbende(n), is of wordt aangewezen. 3.10 De bestuursleden genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten. Artikel 4 Bestuursbevoegdheid 4.1 Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 4.2 Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. 4.3 Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde 3
sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, mits het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuursleden. Artikel 5 Vertegenwoordiging 5.1 Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. 5.2 De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt tevens toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden. 5.3 Het bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan één of meer bestuursleden, alsmede aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Artikel 6 Bestuursvergaderingen 6.1 De bestuursvergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de stichting haar zetel heeft of ter plaatse in Nederland als bij de oproeping bepaald. 6.2 Onverminderd het bepaalde in artikel 11 lid 2 worden vergaderingen van het bestuur gehouden zo dikwijls als de voorzitter of één van de overige bestuursleden dit wenselijk acht. 6.3 De oproeping tot de vergadering geschiedt aan de stemgerechtigde bestuursleden ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven. 6.4 De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen. 6.5 Toegang tot de bestuursvergadering hebben de bestuursleden die niet geschorst zijn. Een geschorst bestuurslid heeft toegang tot de bestuursvergadering waarin het besluit tot schorsing, tot opheffing of handhaving van de schorsing wordt behandeld en is bevoegd daarover het woord te voeren. 6.6 Een stemgerechtigd bestuurslid kan zich door een ander zodanig bestuurslid ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen. Een bestuurslid kan slechts één mede-bestuurslid ter vergadering vertegenwoordigen. 6.7 De vergaderingen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid voorzien de aanwezigen zelf in de leiding van de vergadering. 6.8 De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden, met dien verstande, dat indien één of meer bestuursleden zulks verlangen, stemmingen over personen schriftelijk geschieden. 4
6.9 Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. 6.10 Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter van de vergadering daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd. Artikel 7 Bestuursbesluiten 7.1 Ieder bestuurslid heeft, voor zover hij niet is geschorst, het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover de wet of deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. 7.2 Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de stemgerechtigde bestuursleden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. 7.3 Zolang in een bestuursvergadering alle stemgerechtigde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 7.4 Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd. Artikel 8 Partners 8.1 De stichting kent partners. 8.2 Partners kunnen zijn overheidsinstellingen, kennisinstellingen, branche organisaties en rechtspersonen die een staatsrechtelijke rol vervullen of anderszins betrokken zijn bij, opleidingen verzorgen voor, dan wel diensten verlenen binnen de juridische branche in de provincie Gelderland en die aan de stichting middelen of diensten ter beschikking stellen dan wel op andere wijze zich inzetten of verdienstelijk maken ter 5
verwezenlijking van het doel van de stichting. 8.3 Partners van de stichting zijn: (a) de provincie Gelderland; (b) de gemeente Arnhem; (c) de gemeente Nijmegen; (d) de rechtbank Gelderland; (e) het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden; (f) het openbaar ministerie in het arrondissement Gelderland; (g) de Radboud Universiteit Nijmegen; (h) de Hogeschool Arnhem-Nijmegen; (i) de Orde van Advocaten Gelderland; (j) de vereniging: VNO-NCW Midden; (k) de ondernemersvereniging: Ondernemers Kontakt Arnhem (OKA). 8.4 Het bestuur kan een organisatie of rechtspersoon, als bedoeld in lid 2 van dit artikel, anders dan die bedoeld in lid 3 van dit artikel, uitnodigen om als partner te worden aangemerkt, doch slechts dan nadat de Raad van Advies daarover is geraadpleegd. Aanvaarding van de uitnodiging geschiedt door het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst. 8.5 Het partnerschap eindigt: (a) indien de desbetreffende partner wordt ontbonden; (b) indien de desbetreffende partner ophoudt te bestaan ten gevolge van fusie of splitsing; (c) indien de desbetreffende partner onherroepelijk in staat van faillissement is verklaard; (d) indien de desbetreffende partner surséance van betaling is verleend; (e) door het beëindigen van de samenwerkingsovereenkomst door opzegging door de stichting dan wel door de betreffende partner, en (f) door opzegging van het partnerschap door de stichting dan wel door de betreffende partner tegen het einde van het boekjaar van de stichting met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Artikel 9 Partners. Raad van advies 9.1 Het bestuur stelt een Raad van Advies in. 9.2 De Raad van Advies houdt zich vanuit haar betrokkenheid met en visie op de positie van de juridische branche binnen de provincie Gelderland bezig met: 6
(i) het signaleren van ontwikkelingen, informeren van en kennis uitwisselen met het bestuur en partners van de stichting; (ii) het - al dan niet gevraagd uitbrengen van (niet bindende) adviezen aan het bestuur omtrent de (strategische) visie en activiteiten van de stichting; (iii) het uitdragen van de activiteiten van de stichting (ambassadeursrol). 9.3 Het aantal leden van de Raad van Advies is gelijk aan het aantal partners van de stichting. Per partner zal een vertegenwoordiger lid zijn van de Raad van Advies. Leden van de Raad van Advies dienen betrokken te zijn bij dan wel een functie te vervullen binnen de juridische branche in Gelderland. 9.4 Indien een vertegenwoordiger van een partner lid is van het bestuur van de stichting, is de betrokken partner, zulks in afwijking van het bepaalde in leden 3 en 5 van dit artikel, het niet ook bevoegd om een voordracht te doen voor een lid van de Raad van Advies en zal het aantal leden van de Raad van Advies dienovereenkomstig worden verlaagd. 9.5 Leden van de Raad van Advies worden benoemd door het bestuur, met uitzondering van de eerste leden, die bij deze akte worden benoemd. Iedere partner van de stichting is bevoegd om een bindende voordracht te doen voor de benoeming van diens vertegenwoordiger in de Raad van Advies. 9.6 Leden van de Raad van Advies worden aangesteld voor een periode van minimaal één jaar en maximaal drie (3) jaar. De zittingsperiode kan éénmaal worden verlengd, zodat de totale zittingsperiode maximaal zes (6) jaar bedraagt. 9.7 Een lid van de Raad van Advies kan te allen tijde door het bestuur, nadat zij de overige leden van de Raad van Advies hierover heeft gehoord, worden geschorst en ontslagen wegens verwaarlozing van zijn taak of bij onvoldoende functioneren. Ter zake van schorsing, handhaving of opheffing van de schorsing of ontslag besluit het bestuur met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Het betrokken lid van de Raad van Advies wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van het bestuur te verantwoorden. 9.8 De schorsing van een lid van de Raad van Advies vervalt, indien het bestuur niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag, tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan eenmaal voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen. 9.9 Een lid van de Raad van Advies defungeert: (a) door zijn overlijden; (b) door zijn vrijwillig aftreden; 7
(c) door zijn ontslag verleend door het bestuur; (d) door zijn periodiek aftreden; (e) zodra niet langer wordt voldaan aan de kwaliteitseis als bedoeld in artikel 9 lid 3 laatste zin van deze statuten; (f) door de benoeming van een andere vertegenwoordiger van de partner, op wiens voordracht het betreffende lid van de Raad van Advies is benoemd, tot lid van het bestuur van de stichting 9.10 Bij het defungeren van één (of meer) leden van de Raad van Advies voorziet het bestuur in de opvolging. Indien de zetel van een op voordracht van een bepaalde partner benoemd lid vacant raakt, doet de secretaris van het bestuur onverwijld mededeling daarvan aan de tot het doen van de voordracht bevoegde partner met het verzoek binnen een door de secretaris te stellen termijn, welke ten minste dertig (30) dagen zal bedragen, een voordracht als bedoeld in lid 4 van dit artikel te doen. 9.11 Een niet voltallige Raad van Advies behoudt zijn bevoegdheden. 9.12 De leden van de Raad van Advies genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten. 9.13 Artikel 6 en 7 zijn op vergaderingen en besluiten van de Raad van Advies zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Vergaderingen van de Raad van Advies worden voorgezeten door de voorzitter van het bestuur. Leden van het bestuur zijn te allen tijde bevoegd de vergaderingen van de Raad van Advies bij te wonen. Artikel 10 Werkgroepen 10.1 De stichting kent werkgroepen die zich met facetten van doelstellingen van de stichting bezighouden. Werkgroepen worden door het bestuur ingesteld nadat zij hierover een niet bindend advies heeft ingewonnen bij de Raad van Advies. 10.2 Het staat iedere partner van de stichting alsmede ieder lid van het bestuur vrij de vorming van een werkgroep voor te stellen door opgave te doen van de na te streven doelstelling aan het bestuur. 10.3 Als het bestuur bezwaar heeft tegen het vormen van een bepaalde werkgroep dan dient zij dit voorstel eerst voor te leggen aan de Raad van Advies, die ter zake een niet bindend advies uitbrengt. 10.4 Indien het bestuur van oordeel is dat de opgegeven doelstelling niet gelijk of niet nagenoeg gelijk is aan de doelstelling van de bestaande werkgroepen en voorts niet in strijd is met het doel van de stichting, de wet of deze statuten brengt het bestuur het 8
voorstel op een bij reglement aan te geven wijze ter algemene kennis, waarbij de mogelijkheid van aanmelding wordt opengesteld. Melden zich tenminste een door het bestuur van de stichting bij reglement vast te stellen aantal deelnemers aan, dan is een werkgroep gevormd. Zij vangt haar werkzaamheden aan nadat zij schriftelijk aan het bestuur heeft medegedeeld dat en op welke wijze zij haar doelstelling zal trachten te realiseren. 10.5 Een werkgroep wordt door het bestuur opgeheven wanneer: (a) haar doelstelling is bereikt; (b) de werkgroep minder dan een door het bestuur van de stichting bij reglement vast te stellen aantal leden telt; (c) de werkgroep naar het oordeel van het bestuur, beslissende bij een twee/derde meerderheid, in zijn feitelijke gedragslijn of intenties aanmerkelijk van zijn doelstelling afwijkt, handelt in strijd met de wet of deze statuten dan wel geen activiteiten heeft ontplooid casu quo geen activiteiten meer ontplooit en hierin geen verandering kan worden verwacht. Een beslissing, als hiervoor onder (c) bedoeld, kan door het bestuur eerst genomen worden nadat zij hierover een niet bindend advies heeft ingewonnen bij de Raad van Advies. 10.6 De samenstelling en werkwijze van de werkgroepen zal bij reglement nader worden bepaald. Artikel 11 Boekjaar en jaarstukken 11.1 Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. Het eerste boekjaar eindigt op eenendertig december tweeduizend en zeventien. 11.2 De penningmeester sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken van de stichting af en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar. De penningmeester zendt deze stukken voor het einde van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders. Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend. 11.3 Het bestuur kan, alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen 9
registeraccountant of andere deskundige. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt, zo hij daartoe bevoegd is, daaromtrent een verklaring af. Artikel 12 Statutenwijziging 12.1 Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen nadat zij hierover de Raad van Advies heeft geraadpleegd. Het besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen in een speciaal daartoe bijeengeroepen bestuursvergadering waarin alle stemgerechtigde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, met een meerderheid vertegenwoordigende ten minste drie/vierde van de stemmen. 12.2 Indien in een vergadering als in lid 1 bedoeld niet alle stemgerechtigde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, waarin ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde bestuursleden tot statutenwijziging kan worden besloten, mits het besluit wordt genomen met een meerderheid van drie/vierde van de stemmen die door de aanwezigen in die vergadering kunnen worden uitgebracht. Bij de oproeping tot bedoelde tweede vergadering dient te worden medegedeeld dat het hier een tweede vergadering als vorenbedoeld betreft. 12.3 De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Ieder bestuurslid afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te verlijden. Artikel 13 Ontbinding en vereffening 13.1 Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 12 lid 1 en 2 van overeenkomstige toepassing. 13.2 De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 13.3 Bij de ontbinding van de stichting geschiedt de vereffening door het bestuur. 13.4 Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. 13.5 Een overschot na vereffening wordt uitgekeerd zoals door de vereffenaars te bepalen. 13.6 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de door de vereffenaars aan te wijzen persoon. Artikel 14 Reglement 10
14.1 Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven. 14.2 Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn. 14.3 Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen. 14.4 Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 12 lid 1 en 2 van toepassing. Artikel 15 Slotbepalingen 15.1 In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur. 15.2 Onder schriftelijk wordt in deze statuten tevens verstaan: communicatie via enig elektronisch communicatiemiddel. Voorts geldt dat ten aanzien van het bepaalde in deze statuten aan de eis van schriftelijkheid tevens wordt voldaan indien de kennisgeving, mededeling, besluitvorming, volmacht, stemming, respectievelijk het verzoek, elektronisch is vastgelegd. Ingeval op grond van de wet of deze statuten bepaalde stukken en/of mededelingen ter inzage moeten worden gelegd en/of daarvan afschriften moeten worden verstrekt, kan hieraan door de stichting ook worden voldaan door deze stukken en/of mededelingen raadpleegbaar en beschikbaar (downloaden) te maken via haar website. Slotverklaringen Tenslotte verklaarden de verschenen personen dat: (i) tot bestuursleden van de stichting zijn benoemd: ***. (ii) tot leden van de Raad van Advies zijn benoemd: (a) op voordracht van de provincie Gelderland: ***; (b) op voordracht van de gemeente Arnhem: ***; (c) op voordracht van de gemeente Nijmegen: ***; (d) op voordracht van de rechtbank Gelderland: ***; (e) op voordracht van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden: ***; (f) op voordracht van het openbaar ministerie in het arrondissement Gelderland: ***; (g) op voordracht van de Radboud Universiteit Nijmegen: ***; (h) op voordracht van de Hogeschool Arnhem-Nijmegen: ***; (i) op voordracht van de Orde van Advocaten Gelderland: ***; (j) op voordracht van de vereniging: VNO-NCW Midden: ***; (k) op voordracht van de ondernemersvereniging: Ondernemers Kontakt Arnhem (OKA): ***. SLOT 11
De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend. WAARVAN AKTE is verleden te.. op de datum in het begin van deze akte vermeld. De inhoud van deze akte is aan de verschenen personen zakelijk opgegeven en toegelicht. Hierbij zijn de verschenen personen gewezen op de gevolgen die uit de akte voortvloeien. De verschenen personen hebben vervolgens verklaard kennis te hebben genomen van de inhoud van de akte en met de inhoud en beperkte voorlezing van deze akte in te stemmen. Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekend. 12