Examenbespreking VMBO 23 mei 2016 georganiseerd door Levende Talen in Utrecht

Vergelijkbare documenten
Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NEDERLANDS VWO EERSTE TIJDVAK 2015

Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2018

Nederlands CSE KB. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nederlands - havo: vakspecifieke informatie centraal examen 2020

Nederlands - havo: vakspecifieke informatie centraal examen 2019

Praktische punten havo en vwo

Correctievoorschrift VMBO-KB 2004

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN WISKUNDE B VWO EERSTE TIJDVAK 2014

Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019

Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2020

Nederlands - havo: vakspecifieke informatie centraal examen 2017

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort

Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2019

Correctievoorschrift VMBO-BB 2006

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN FRANS EERSTE TIJDVAK 2016

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN BIOLOGIE VWO EERSTE TIJDVAK 2016

Algemene en vakspecifieke regels bij de correctie digitale CE s BB en KB 2017 in Facet

4) De verhouding bereken van de straal en de ringen van Saturnus en dus is het veel kleiner dan een DVD => 1punt analoog antwoordmodel.

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Nederlands leesvaardigheid

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort

Examenbespreking Maatschappijwetenschappen havo pilot

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2016

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN MUZIEK gltl EERSTE TIJDVAK 2016

Correctievoorschrift VMBO-BB 2006

Correctievoorschrift VMBO-BB 2005

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN ENGELS VWO EERSTE TIJDVAK 2014

Correctievoorschrift VMBO-KB 2016

Correctievoorschrift HAVO 2015

Correctievoorschrift VMBO-BB 2015

Correctievoorschrift VBO-MAVO-C. Nederlands leesvaardigheid

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Criminaliteit en rechtstaat NB: Nummers tussen haakjes zijn van gelijke vragen bij KB.

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2006

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2012

Correctievoorschrift VMBO-BB 2016

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN WISKUNDE A HAVO EERSTE TIJDVAK 2017

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift HAVO 2016

Correctievoorschrift VMBO-KB 2015

TERUGBLIK CENRAAL EXAMEN MAATSCHAPPIJLEER II VMBO GL/TL

Deelscores Deelscores mogen worden toegekend, tenzij het antwoordmodel bij een vraag dit uitdrukkelijk verbiedt.

Correctievoorschrift VMBO-KB 2012

Correctievoorschrift VWO 2016

Correctievoorschrift examen VMBO-KB 2003

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2012

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NEDERLANDS HAVO

Correctievoorschrift VMBO-BB 2017

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019

Correctievoorschrift VMBO-KB

Correctievoorschrift VMBO-BB 2006

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Correctievoorschrift VMBO-KB 2019

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2018

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2018

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Nederlands leesvaardigheid

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VMBO-BB 2013

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2016

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2019

Correctievoorschrift VMBO-KB

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2015

Programma van Toetsing en Afsluiting voor de leerling aanvulling op het boekje examenreglement van toetsing en afsluiting VMBO 4 gl-tl

Correctievoorschrift examen VMBO-KB 2003

Correctievoorschrift VMBO-BB 2014

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2015

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2018

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2017

Correctievoorschrift VMBO-KB

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Correctievoorschrift VMBO-BB 2012

Correctievoorschrift VBO-MAVO-C 2004

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2004

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift HAVO 2016

Correctievoorschrift VMBO-KB 2016

Correctievoorschrift VMBO-BB 2013

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Correctievoorschrift VMBO-KB 2014

Correctievoorschrift VMBO-BB

Correctievoorschrift VMBO-KB 2005

Transcriptie:

Examenbespreking VMBO 23 mei 2016 georganiseerd door Levende Talen in Utrecht Algemene bevindingen: - Het examen is anders dan de leerlingen verwacht hadden. Ze konden niet laten zien wat ze konden, zei een docent. Dit had onder meer te maken met de merkwaardige vragen. - Een docent gaf aan tijdens het schooljaar te hebben geoefend met havoleerlingen. Het viel haar op dat zelfs deze, goed getrainde leerlingen niettemin in tijdnood kwamen op het examen mavo. Waar ze bij andere teksten nog veel punten scoorden, kregen ze de teksten niet af. - Leerlingen gaan door tijdnood de latere teksten afraffelen. Vanaf tekst 4 zakt het af, terwijl de vorige teksten nog goed gingen. Leerlingen krijgen het examen wel af of met veel moeite. Door tijdnood hebben de leerlingen ook geen tijd gehad om hun grammatica te controleren. - André Coenders (CvTE) heeft een reactie op de vraag over de N in Wolff en het afraffelen van vragen: komt dit in de toets analyse aan het licht? Door een N in te vullen, ziet het CvTE welke opgaven niet ingevuld zijn, maar ook vragen met een grote foutmarge (zoals bij de afgeraffelde vragen) springen straks bij de toets analyse in het oog. Dat wordt meegenomen in de evaluaties. - Er wordt geconstateerd dat er al jarenlang tijdnood is bij het examen Nederlands en dat dit al jarenlang wordt aangegeven. Hoe kan het dat dit probleem nog steeds speelt? André Coenders merkt op dat er vanuit het ministerie nu eenmaal eisen bestaan omtrent het aantal te toetsen onderdelen op het examen. Indien er meer tijd wordt gegeven voor het examen, ontstaan weer andere problemen. Het is en blijft een discussiepunt en het antwoord is er nog niet. - Het schrijven is veel meer werk op het VMBO dan bij het HAVO- examen. Daarentegen krijgen HAVO- leerlingen wel meer tijd. - Schrijfopdracht: Er moet eerst heel veel gelezen worden, waar leerlingen al moeite hebben, voordat de schrijfopdracht daadwerkelijk gedaan kan worden. Een enkele school adviseert dan ook aan de leerlingen om eerst de schrijfopdracht te doen en dan pas aan de teksten te beginnen. - Waarom niet een half uur langer? Er blijven ook bezwaren komen over de tijd, dat mavo leerlingen geen drie uur aan een examen kan zitten. - Waarom zijn er meer open vragen ten opzichte van de afgelopen jaren? Coenders: Het ligt eraan wat je als open vraag ziet. Bij een echte open vraag moet de leerling zelfstandig een antwoord formuleren. In dit examen zijn er vooral gesloten, niet-meerkeuzevragen gebruikt: de leerling haalt zijn antwoord uit de tekst, bijvoorbeeld door het opschrijven van een woord(groep). De antwoordmogelijkheden zijn beperkt en daarom zijn deze vragen toch gesloten. Het CITO geeft aan dat er dit jaar inderdaad minder meerkeuzevragen zijn, omdat het commentaar op vorige examens was dat de

leesvaardigheid op deze manier erg eenzijdig werd getoetst. De open vragen vallen binnen de marges. - De docenten vonden de teksten goed voor de leerlingen, de onderwerpen waren veel leuker dan afgelopen jaren. - Kun je een N invullen bij een brief? In verband met conventies? - Advies: N opschrijven op het moment dat een leerling een vraag niet beantwoord heeft Examentekst 1. - Vraag 5. Veel leerlingen hebben een eigen antwoord geformuleerd op de vraag om een voorbeeld te noemen van asymmetrie en hebben geen voorbeeld uit alinea 5 of 6 gehaald. De vraag is in dat opzicht ambigu. Het was duidelijker geweest om te vragen Geef een voorbeeld uit alinea 5 of 6. Er wordt ook opgemerkt dat het een leesvaardigheidsvraag is en daardoor geen vraag over kennis van de wereld. Roelien Linthorst (CITO) merkt op dat het begrip in zowel alinea 5 en 6 terugkomt. Als er daadwerkelijk een gewoon voorbeeld gegeven had mogen worden, had er en moeten staan in plaats van of. Eigenlijk is het dus een vraag die de goede van de slechte lezers moet onderscheiden. Er wordt niet geadviseerd om de vraag goed te rekenen. -> Reactie vragen aan CvTE: deze vraag is niet op een gelukkige manier gesteld. - Vraag 6. - Het juiste antwoord is B. Er zijn mensen die ook voor antwoord D hebben gekozen. Het gaat echter om het principe rijker gevulde dat belangrijk is in het onderzoek dat genoemd wordt in deze vraag. - Er wordt ook gevraagd waarom de plaatjes niet groter zijn gemaakt. Er zijn in het regulier onderwijs ook steeds meer leerlingen met een visuele beperking. Namens het CITO zegt Roelien Linthorst dat er voor de grootte van illustraties normen zijn en dat deze afbeeldingen daaraan voldoen. - Vraag 9. - De vier algemene principes. De leerlingen komen op zich wel uit de antwoorden maar er wordt van alles bijgezet. Veel leerlingen hebben de vier elementen (groot, rond etc.) in één element genoteerd. Er is discussie over wat je goed mag rekenen, ook gelet op art. 3.5. De bolletjes staan uiteindelijk op het antwoordblad om de leerling te helpen om alle kenmerken op te schrijven. Wanneer een leerling deze vier elementen als eerste heeft genoteerd, kan een docent dit als een goed antwoord zien (2 punten). Als een

leerling de vier elementen achter elkaar noemt, maar pas als tweede, derde of vierde punt, dan 1 punt rekenen. - ->Reactie vragen aan CvTE - André Coenders (CvTE) geeft aan: De eerste vier antwoorden worden geteld. Ongeacht of het onder elkaar staan of naast elkaar staan! - Een ander probleem doet zich voor als leerlingen als gevolg van het signaalwoord bovendien 5 kenmerken herkennen ( rijk gevuld ) Dit laatste is echter een uitwerking van het kenmerk symmetrisch. Opnieuw een vraag die de goede lezers van de slechte moet onderscheiden.. - 4 antwoorden 2 punten, 3 of 2 antwoorden is 1 punt, 1 of 0 is 0 punten. - Vraag 10. In plaats van Ze wennen er aan wordt er opgeschreven Ze worden er meer mee geconfronteerd, of vaker geconfronteerd. Zolang uit het antwoord blijkt dat het confronteren niet beperkt is tot één keer, maar vaker gebeurt, kun je dit lezen een parafrase van gewenning. - - Vraag 13. De samenvattingsopdracht. - 13.2: leerlingen schetsen een gewone situatie (in een wachtkamer of op het perron). Het gaat echt over het niet aanspreken van onbekende mensen. Dat moet (expliciet of impliciet) uit het antwoord blijken - Bij 13.3 veel leerlingen hebben het stukje bijna letterlijk overgenomen. Drie elementen moeten genoemd worden: groep 1 knoopt een gesprek aan of gaat in stilte zitten (element 1 en 2). De controlegroep moeste zich proberen voor te stellen dat ze aan het experiment deelnamen (element 3) Er wordt opgemerkt dat de puntentelling in verhouding met de hoeveelheid woorden uit balans is. De leerlingen moeten veel schrijven voor weinig punten. - Bij 13.4 is het volgens de meeste docenten voor de meeste leerlingen lastig om de uitkomst van het onderzoek correct weer te geven. Dat gaat met name om het element dat de uitkomst (praten met vreemden levert een leuke treinreis op) ook onverwacht was. De docenten zeggen dat er nauwelijks leerlingen waren die de antwoorden goed hadden. Ook de docenten zelf komen er niet altijd uit, laat staan een leerling. Ook dit was dus een vraag voor de betere lezer. Als een leerling heeft opgeschreven prettige reis in plaats van prettigste reis is dit een goed antwoord. - Bij 13.8 gaat het ook echt om onbekende mensen -> verwijzing naar. Het stukje over gelukkiger voelen wordt ook vaak benoemd. Mensen zouden gelukkiger kunnen zijn als zij zich meer bezig zouden houden met onbekende mensen. Dit staat niet in het antwoordenmodel maar mag wel goed gerekend worden. - Vraag 15. Eneco

- Voor wie is de advertentie bedoeld? Antwoord C is juist. Antwoord D wordt ook vaak genoemd door de aansporing Ga naar eneco.nl en lees meer -> Meer informatie vragen. Het is een goed antwoord maar als je dan kijkt naar het woord vooral is antwoord C uiteindelijk beter. Als je terugkijkt naar vraag 14, de lezer tot handelen aansporen, dan leidt dat ook naar C. - Vraag 16. Welke twee aspecten worden in deze foto bij deze advertentie vooral benadrukt? De antwoordmogelijkheden zijn wat ongelukkig geformuleerd ( De hoogte waarop het werk gedaan wordt zou beter zijn). Antwoord A is verleidelijk maar uiteindelijk ontbreekt in het beeld wel het element van de duurzaamheid Door weg te strepen, kan het goede antwoord gevonden worden. Ook het woord vooral is een aanwijzing. - Vraag 17. De wind mag dan de baas zijn, hij werkt wel keihard mee. - In het eindexamen horen ook vragen te staan over figuurlijk taalgebruik. Deze vraag is echter door bijna geen enkele leerling goed beantwoord. Suggestie: als er mijn baas had gestaan hadden veel meer leerlingen hem goed gehad. Het antwoord in het antwoordenmodel is volgens de docenten niet correct. De wind is de werkgever Het was beter geweest als het alternatieve element bij onderdeel 1 eerst was genoemd: de wind bepaalt het werk van de man op de foto; dat is wat logischer dan deze zin te lezen als een werkgeverwerknemerrelatie. - ->Reactie vragen aan CvTE: niet alleen de leerlingen hadden het fout maar ook de docenten! - Vraag 20. Tekst 4. - Op facebook kwam naar voren of antwoord D ook goed was. Dit is niet goed. Antwoord D beschrijft kenmerken van de verschillen en niet de verschillen zelf. Antwoord A is het correcte antwoord. - Vraag 21. Het benoemen van een woordgroep. - De antwoorden zijn goed, zolang er niet al teveel woorden voor tamelijk verontrustend staan. - Eén docent merkt op dat het begrip woordgroep voor het eerst in examenverband wordt gebruikt. Zij vraagt zich dan ook af hoe ze dit had kunnen weten en op welke manier ze haar leerlingen op deze vorm van vraagstelling had kunnen voorbereiden, aangezien het in de meeste lesmethodes ook niet voorkomt. - -> Reactie vragen aan CvTE: Hoe had een docent moeten weten dat het woord woordgroep wordt benoemd in het examen en hij/zij dit woord dus had moeten aanleren in de lessen? - Vraag 22. Sekse-stereotypering.

- Van stereotypering is sprake als we kenmerken aan een bepaalde groep toedichten op grond van verwachtingen vooraf. Een andere manier om dit te omschrijven is dat wij verwachtingen hebben op grond van het feit dat iemand tot een bepaalde groep behoort. In dit geval gaat het om verwachtingen die ontstaan op basis van iemands sekse. De onduidelijkheid is of het element van het zien van de verschillen per se onderdeel moet zijn van het antwoord. Dat hoeft in dit geval niet. Als uit het antwoord blijkt dat sekse-stereotypering te maken heeft met verschillen / verschillende verwachtingen op grond van het onderscheid tussen jongens en meisjes (de algemene verwachtingen die je hebt ten aanzien van jongens en meisjes, bijvoorbeeld), dan is de vraag afdoende beantwoord. Een dergelijke omschrijving is ook letterlijk te vinden in de tekst (r. 23-25). - Vraag 24. Talents, Tastes, Temperaments en Tails. - Bij Talents en Tastes worden in het antwoordmodel steeds twee kenmerken genoemd (man zijn zus, vrouwen zijn zo), terwijl bij de laatste twee elementen (temperaments en tails) steeds één element wordt benoemd (mannen zijn competitiever). Naar analogie daarvan is het ook goed als een leerling bij talents en tastes ook één verschil tussen mannen en vrouwen heeft benoemd. - Tails: Als het begrip spreiding geparafraseerd wordt, is het ook goed. Er hoeft niet per se bij te staan dat de spreiding betrekking heeft op de scores want dat blikt al uit het onderwerp van deze alinea. Maar een antwoord over de spreiding van alleen intelligentie is weer niet goed, omdat de spreiding betrekking kan hebben op meerdere aspecten. - ->Reactie vragen aan CvTE: Er wordt per T gevraagd om het verschil terwijl het antwoordmodel meer verschillen aangeeft. (Als leerlingen schrijven mannen scoren beter op ruimtelijk inzicht, zou dat ook goed zijn.) - Vraag 26. Competitie - Er soms worden letterlijk twee woorden opgeschreven -> Citeer twee woorden. of woordgroepen Leerlingen noteren bijvoorbeeld alleen het woordje Baas omdat ze denken dat er maar 2 woorden opgeschreven mogen worden. Dit leidt tot een fout antwoord. - de baas zijn als alternatief voor de baas spelen is eventueel ook goed, omdat daarin het competitieve element eveneens aanwezig is (iemand wil de baas zijn). - Vraag 28. Aanbeveling en conclusie - Het antwoord conclusie trekken vonden niet alle docenten even duidelijk. Sommige leerlingen zagen er een toekomstverwachting in; dit is niet juist, want de schrijfster spreekt een ideaal uit. - Opmerking ten aanzien van het correctiemodel: graag zowel het nummer als de inhoud van het antwoord noteren -> zie vraag 14.

- vraag 30 De schrijfopdracht. - Paula Bosch (voorzitter SBN) merkt in algemene zin op dat de brief door de docenten prima zelf nagekeken kan worden: vanuit Levende Talen kan er niet gezegd worden wat er precies fout of goed is. Toch worden sommige punten nog wel besproken. - Bij het sjabloon van de brief zou ook ter attentie van vermeld moeten worden. Dit wordt gemist. Er zijn overigens nog veel op- en aanmerkingen over het sjabloon! Ook het CITO kijkt naar dit hulpmiddel. - Er hoeft bij de redenen / argumenten alleen gekeken te worden of het daadwerkelijke (met het onderwerp verband houdende) redenen zijn; de kwaliteit ervan hoeft niet beoordeeld te worden. - Hetzelfde geldt voor de vraag aan de redactie. De belangrijkste voorwaarde is dat er een vraag gesteld wordt die verband houdt met het onderwerp van de brief. - Twee onderdelen vragen bijzondere aandacht. Wat te doen met leerlingen die hebben geschreven dat ze in klas 4 (i.pv. 3) zitten en wat te doen met leerlingen die een andere datum dan 10 maart 2016 hebben genoteerd? In beide gevallen dient in eerste instantie de schrijfvaardigheid beoordeeld te worden. Een verkeerde (maar goed genoteerde) datum kan in dat geval gewoon goed gerekend worden. - ->Reactie vragen aan CvTE: -> Is dit een daadwerkelijke fout en waar noteer je dit dan? Kan het vanaf volgend jaar de datum zijn waarop het examen wordt afgenomen? (dan hoeven leerlingen hier niet ook nog eens over na te denken of rekening mee te houden). Score aanhouden van het cv: In het CV staat er dat er een passende vraag aan de redactie gesteld moet worden. Het antwoord van het tv programma hoeft niet per se genoemd te worden. Er staat in het correctiemodel niets over t.a.v.. Dit hoeft ook niet genoemd te worden als de redactie maar wel genoemd wordt in de adresregels.