Inspectierapport Wapserveen (BSO) Oude Dijk 59 8351HR WAPSERVEEN Registratienummer 210466042 Toezichthouder: GGD Drenthe In opdracht van gemeente: Westerveld Datum inspectie: 17-10-2016 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 25-10-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Veiligheid en gezondheid... 6 Ouderrecht... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties en nieuwe wetgeving. Beschouwing BSO Wapserveen is een locatie van de kinderopvangorganisatie Kaka. De BSO is gevestigd in de centrale hal van basisschool Wapserveen. In hetzelfde gebouw zijn tevens het dorpshuis en het kinderdagverblijf gevestigd. Inspectiegeschiedenis; Tijdens de inspectie van 2014 en 2015 voldeed buitenschoolse opvang Wapserveen aan de geïnspecteerde eisen van de Wet kinderopvang. De inspectie is prettig verlopen, de beroepskracht nam de tijd om de toezichthouder te woord te staan en vertelt enthousiast over haar werk. De RI&E gezondheid en veiligheid is met de houder besproken en door de houder binnen het termijn van overleg en overreding aangeleverd. Van de geïnspecteerde voorwaarden voldoet BSO Wapserveen aan de eisen van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Bij het onderdeel pedagogisch klimaat zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is er geobserveerd op de groep. Op basis van deze observaties constateert de toezichthouder dat er zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen, het stimuleren van de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen en de overdracht van normen en waarden. Hierna zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd. Tijdens de inspectie zijn er 6 kinderen en 1 beroepskracht aanwezig. De kinderen zitten met elkaar aan de grote tafel. De kinderen zijn bezig met een activiteit, ze zijn kalebassen aan het versieren. Op tafel staat een grote doos met takjes en bladeren. De beroepskracht heeft takjes uit haar tuin meegenomen en de kinderen hebben materialen gezocht in de tuin van school. De beroepskracht verdeelt haar aandacht tussen de kinderen, de kinderen krijgen complimenten er is veel interactie en leermomenten. De kinderen krijgen de ruimte om zelf te kiezen, welk takje vind je mooi, is het takje te groot zullen we hem dan samen kleiner knippen. Als de kinderen klaar zijn met het versieren, vraagt de beroepskracht zullen we bij elkaar gaan kijken wat jullie voor moois gemaakt hebben. Elk kind krijgt positieve aandacht, de beroepskracht laat de kinderen naar elkaar luisteren. Na de activiteit gaan de kinderen vrij spelen. de kinderen krijgen de ruimte om zelf hun spel te bepalen. Een paar kinderen gaan met de zandtafel spelen en een paar kinderen met de Knex. De beroepskracht kijkt en luistert naar de kinderen en sluit aan bij de interesse van de kinderen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskracht) Observaties Pedagogisch werkplan 4 van 12
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn zowel de beroepskrachten als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio (BKR) en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, plaatsingslijsten en presentielijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag In februari 2016 zijn de VOG's gecontroleerd op het kantoor van Kaka. De gecontroleerde VOG s voldoen aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie In februari 2016 zijn de diploma's gecontroleerd op het kantoor van Kaka. De gecontroleerde diploma's voldoen aan de voorwaarden. Opvang in groepen Er is een basisgroep met maximaal 20 kinderen 4-12 jaar. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie waren er 6 kinderen met 1 beroepskracht aanwezig. De beroepskracht-kind-ratio en de omvang van de groepen zijn gecontroleerd door middel van presentielijsten en roosters. De beroepskracht heeft toelichting gegeven op de inzet van personeel op het aantal aanwezige kinderen per dag. Hieruit blijkt dat de praktijk met de theorie overeenkomt. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskracht) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 5 van 12
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid van kinderopvang Wapserveen is uitgevoerd in december 2015. Een plan van aanpak is daarbij ook opgesteld. Naar aanleiding van de risico-inventarisatie zijn er huisregels, actieplannen en een veiligheid- en gezondheidsverslag opgesteld. Een geconstateerd risico zijn de prikborden van het dorpshuis en de school. Het risico is beschreven in de RI&E. Er wordt voldaan aan de voorwaarden. Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van JSO juli 2013, welke voldoet aan de eisen en heeft de beroepskrachten geïnformeerd. De ouders zijn op de hoogte gebracht middels een nieuwsbrief en het pedagogisch beleid. De beroepskrachten hebben allemaal de e-learning module kindermishandeling gevolgd. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskracht) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Veiligheidsverslag Gezondheidsverslag Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling 6 van 12
Ouderrecht Binnen dit domein is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum en de aansluiting bij een geschillencommissie. Klachten en geschillen 2016 Kinderopvang Kaka is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie. Er wordt voldaan aan de voorwaarde. 7 van 12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 12
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en 9 van 12
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Ouderrecht Klachten en geschillen 2016 De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder; b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht. (art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Wapserveen Website : http://www.kinderopvangkaka.nl Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang KaKa Adres houder : Brink 12 Postcode en plaats : 7991CG DWINGELOO Website : www.kinderopvangkaka.nl KvK nummer : 01140626 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Drenthe Adres : Postbus 144 Postcode en plaats : 9400AC ASSEN Telefoonnummer : 0592-306300 Onderzoek uitgevoerd door : J Wijnbergen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Westerveld Adres : Postbus 50 Postcode en plaats : 7970AB HAVELTE Planning Datum inspectie : 17-10-2016 Opstellen concept inspectierapport : 24-10-2016 Vaststelling inspectierapport : 25-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 26-10-2016 Verzenden inspectierapport naar : 26-10-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 26-10-2016 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft aangegeven akkoord te zijn met de inhoud van het rapport. 12 van 12