Examen HAVO 2012. kunst. tijdvak 1 maandag 14 mei 9.00-12.00 uur. beeldende vormgeving - dans - drama - muziek - algemeen



Vergelijkbare documenten
Eindexamen havo kunst I

beeldende vakken CSE GL en TL

beeldende vakken CSE GL en TL

Correctievoorschrift HAVO 2012

Eindexamen havo kunst algemeen I

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW. V4 algemeen deel Hoofdstuk 4 Expressionisme - Kunst en gevoel.

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW. H4 algemeen deel Hoofdstuk 4 Expressionisme - Kunst en gevoel.

Eindexamen kunst havo I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Bij dit examen hoort een bijlage. Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

ART HISTORY de twintigste eeuw. H4-cp3 H4 Expressionisme

beeldende vakken CSE GL en TL

Examen HAVO. kunst. tijdvak 1 extra afnamemoment maandag 17 mei. beeldende vormgeving - dans - drama - muziek - algemeen

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW. H4 algemeen deel Hoofdstuk 4 Expressionisme - Kunst en gevoel.

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examenprogramma kunst (algemeen) (voorheen ckv2)

Eindexamen kunst havo I

beeldende vakken CSE GL en TL

beeldende vakken CSE GL en TL

Kijkwijzer HAVO / VWO. Joep Nicolas. 11 juni 2014 t/m 11 januari Pierre Cuypersstraat 1, 6041 XG Roermond, ,

beeldende vakken CSE GL en TL

beeldende vakken CSE GL en TL

Examen VWO Grieks. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

kunst beeldende vormgeving - dans - drama - muziek - algemeen

kunst (algemeen) schoolexamen ckv2

Examen HAVO 2011 kunst beeldende vormgeving - dans - drama - muziek - algemeen

ART HISTORY de twintigste eeuw. H5 profiel Hfdst. 4 Expressionisme Kunst en gevoel

Examenprogramma kunst (algemeen) havo/vwo

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo)

Eindexamen kunst extra afname havo I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Schoolexamen VWO. Culturele en kunstzinnige vorming 2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

H A N D L E I D I N G Verslaghulpen Culturele Activiteiten

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

beeldende vakken CSE GL en TL

Blok 1: Ideale schoonheid: invloed van klassieke theorieën over schoonheid in de renaissance en de Gouden Eeuw.

geschiedenis geschiedenis

Expressionisme. Vanaf 1900

Moderne dans. Modernisme in de dans. Leestekst: Citaat uit de leestekst:

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Schrijfschema voor Beeldende Kunst, Nederlands en CKV

INFORMATIE ROTTERDAM CULTUURDAG CKV1 donderdag 18 april 2013

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Bijlage HAVO. kunst. tijdvak 2. beeldende vormgeving - dans - drama - muziek - algemeen. Tekstboekje

Schoolexamen HAVO. Culturele en kunstzinnige vorming 2 (nieuwe stijl)

Examen VMBO-GL en TL. beeldende vakken CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Rembrandt vanaf 9 september te zien in Museum Boijmans Van Beuningen. Virtuositeit en verbeeldingskracht: Rembrandt-etsen uit eigen collectie

Examen HAVO. aardrijkskunde Compex. Vragen 1 tot en met 23. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Vragen literatuur 6-VWO Deze vragenlijst is grotendeels gebaseerd op de Coach van Noordhoff. Literaire begrippen

Examenopgaven VBO-MAVO-D 2004

PTA Kunst VWO Belgisch Park cohort

beeldende vakken CSE GL en TL

Examen VMBO-GL en TL 2006

JE CULTURELE ZELFPORTRET

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

beeldende vakken CSE GL en TL

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

PTA Kunst VWO Belgisch Park cohort

beeldende vakken CSE GL en TL

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 donderdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

Schoolexamen CKV2 havo 2003-I

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

PTA Kunst HAVO Belgisch Park cohort

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Hoe schrijf ik een Recensie

Stromingen in vogelvlucht

Nederlands CSE GL en TL

2. Bekijk de foto weer. Je ziet 2 tekeningen in de achtergrond. Welke van de twee is anders. Leg uit waarom.

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 dinsdag 29 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een antwoordblad.

beeldende vakken CSE GL en TL

Auteursrecht van beeldend kunstenaars

beeldende vakken CSE GL en TL

Examen kunst (algemeen) havo 2017 goed ontvangen Hugo Gitsels, toetsdeskundige, Cito

beeldende vormgeving - dans - drama - muziek - algemeen

PTA Kunst HAVO Belgisch Park cohort

Nederlands CSE GL en TL

De tentoonstelling «Bernard van Orley. Brussel en de renaissance» loopt tot 26 mei Aantal deelnemers Maximum 15 Duur 1:30

Schoolexamen HAVO. Culturele en kunstzinnige vorming 2 (nieuwe stijl)

beeldende vakken CSE GL en TL

Eindexamen kunst algemeen vwo I

Examen VMBO-GL en TL. beeldende vakken CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Centraal Examen Havo Aardrijdskunde 2014 tijdvak 1 Opgaven aardrijkskunde

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Examenverslag tehatex vwo 2018 Hugo Gitsels, toetsdeskundige Cito

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Transcriptie:

Examen HAVO 2012 tijdvak 1 maandag 14 mei 9.00-12.00 uur kunst beeldende vormgeving - dans - drama - muziek - algemeen Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 4 blokken met in totaal 36 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 59 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Blok 1: De Amsterdamse Schouwburg en de Gijsbreght van Aemstel Blok 2: Expressionisme in beeldende kunst en in muziek Blok 3: Museumgebouwen en museumbeleid in de twintigste en eenentwintigste eeuw Blok 4: Massacultuur en kunst in het werk van Lady Gaga Bij het beantwoorden van de vragen maak je gebruik van de aangeboden bronnen. Tevens wordt een beroep gedaan op je eigen kennis. In het vragenboekje staan boven de vraag meestal één of meer bronnen aangegeven die van speciaal belang zijn bij de vraag. Deze bronnen worden links op het scherm gepresenteerd. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. HA-1029-a-12-1-o

Blok 1 Dit blok gaat over de Amsterdamse Schouwburg en de Gijsbreght van Aemstel. In het begin van de zeventiende eeuw was Amsterdam een snel in aanzien groeiende wereldstad die een bloei op cultureel gebied beleefde. 2p 1 Beschrijf twee factoren die de bloei van de cultuur in Amsterdam in de zeventiende eeuw bevorderden. afbeelding 1, tekst 1 Door de opbloei van het culturele leven ontstond er in Amsterdam in de zeventiende eeuw de behoefte aan een permanent theatergebouw. Toen dit gebouw eind 1637 voltooid werd, waren de Amsterdamse burgers trots op hun nieuwe schouwburg. 1p 2 Geef aan de hand van tekst 1 een verklaring voor deze trots. tekst 2 Voor de opening van de nieuwe schouwburg schreef Joost van den Vondel de Gijsbreght van Aemstel. Vondel presenteerde zich met dit toneelstuk als een geleerd kunstenaar. Hij verwerkte verschillende bronnen in de Gijsbreght van Aemstel. 2p 3 Noem twee bronnen die Vondel in het stuk verwerkte. Het verhaal van de Gijsbreght van Aemstel speelt zich af rond 1300. Amsterdam was toen nauwelijks meer dan een gehucht met ongeveer duizend inwoners. Vondel doet in zijn toneelstuk echter of Amsterdam dan al de grote stad uit de zeventiende eeuw is. 1p 4 Geef een verklaring voor deze ingreep van Vondel. HA-1029-a-12-1-o 2 lees verder

filmfragment 1, tekst 2 Vondel gaf de Gijsbreght van Aemstel (grotendeels) de vorm van een klassieke tragedie. In het filmfragment zie je een deel uit het laatste bedrijf van het stuk. De Griekse wijsgeer Aristoteles definieerde de klassieke tragedie als volgt: 1 De tragedie is een nabootsing (imitatie) van een nobele actie. 2 De taal van de verschillende delen van het toneelstuk is verfraaid met ritme, melodie en zang. 3 Deze imitatie wordt getoond door middel van de acties van de personages, niet door een vertelling. 4 Het drama bevat voorvallen die medelijden en vrees oproepen (en zo tot een catharsis van deze emoties leiden). Dat het stuk voldoet aan punt 1 van Aristoteles' definitie spreekt uit het feit dat Gijsbreght zich wil doodvechten voor de stad. 3p 5 Geef aan de hand van het filmfragment aan hoe Vondels stuk voldoet aan punt 2 en punt 3. Geef vervolgens aan de hand van tekst 2 aan hoe het stuk voldoet aan punt 4 van deze definitie. afbeelding 2 In de tweede helft van de zeventiende eeuw ging kunst- en vliegwerk een steeds belangrijkere rol spelen in het theater. Hiervoor werd vaak gebruikgemaakt van speciale machinerieën. De Amsterdamse Schouwburg werd verbouwd om mee te kunnen in deze technische ontwikkeling. Een voorbeeld van zo'n machine is de wolk waarin de engel Rafaël neerdaalt op het toneel in de Gijsbreght van Aemstel (afbeelding 2). Dergelijk spektakel in het theater strookte niet met de opvattingen van de rederijkers. 2p 6 Beschrijf het ideaal van de rederijkers en formuleer hun mogelijke bezwaar tegen dergelijk spektakel. De Gijsbreght van Aemstel zou eigenlijk voor het eerst met Kerstmis (26 december 1637) gespeeld worden. De eerste uitvoering vond echter pas plaats op 3 januari. Het uitstel werd veroorzaakt door kritiek op het stuk, het zou te veel katholieke elementen bevatten. 1p 7 Geef aan waarom het stuk op dit punt werd bekritiseerd. HA-1029-a-12-1-o 3 lees verder

filmfragment 2, tekst 2 De Gijsbreght van Aemstel werd vanaf 1841 altijd op Nieuwjaarsdag gespeeld in de Amsterdamse Schouwburg. In 1968 werd met deze traditie gebroken. In 2009 werd de traditie hervat. Vondels stuk werd toen door theatergroep De Warme Winkel in een verkorte versie van drie kwartier gebracht. De eerste vier bedrijven werden samengevat door middel van dia's, alleen het vijfde bedrijf werd gespeeld. De Warme Winkel probeert de traditie te redden door het stuk deels traditioneel uit te voeren en deels aan te passen aan de huidige tijd (2009). 3p 8 Geef drie voorbeelden van aanpassingen aan de huidige tijd. Blok 2 Dit blok gaat over expressionisme in beeldende kunst en over expressionisme en serialiteit in de muziek. afbeelding 1 In München ontstond in 1911 een kunstenaarsgroep rond de Rus Wassily Kandinsky (1866-1944). De groep organiseerde exposities en bracht in mei 1912 een almanak (jaarboek) uit met als titel Der Blaue Reiter. De door Kandinsky vormgegeven omslag van dit boek is illustratief voor de nieuwe kunstopvatting van deze groep kunstenaars. 2p 9 Noem twee aspecten van het omslagontwerp die vernieuwend waren. Voor de almanak werkten beeldend kunstenaars (zoals Franz Marc en Wassily Kandinsky) samen met musici (onder wie Arnold Schönberg en Alban Berg). In de almanak namen zij schilderijen en partituren van composities op. Ook publiceerden zij essays waarin zij hun opvattingen over kunst uiteenzetten. De kunstenaars van Der Blaue Reiter werkten samen vanuit diverse gedeelde idealen. 2p 10 Benoem twee van deze idealen. In de almanak werden eveneens voorbeelden van niet-westerse kunst, volkskunst en kunst van kinderen en amateurs opgenomen. De kunstenaars die deze almanak samenstelden waren bijzonder geïnteresseerd in al deze vormen van 'primitieve' kunst. 1p 11 Geef een verklaring voor deze interesse. HA-1029-a-12-1-o 4 lees verder

afbeelding 2 Op afbeelding 2 zie je het schilderij Improvisatie IV dat Kandinsky in 1914 maakte. Kandinsky zag de muziek als een leermeester voor de (schilder)kunst. Kandinsky probeerde in zijn schilderkunst op directe wijze uitdrukking te geven aan emotie, zoals dat (volgens hem) ook in de muziek het geval is. 1p 12 Geef aan hoe deze opvatting tot uitdrukking komt in Improvisatie IV. geluidsfragment 1 Een van de in de almanak opgenomen muzikale composities was Herzgewächse (Gebladerte van het hart) van Arnold Schönberg, een werk voor sopraan en drie instrumenten. Net als Kandinsky's omslagontwerp was deze muzikale compositie vernieuwend. 1p 13 Geef aan waarom deze muzikale compositie vernieuwend was. afbeelding 3 en 4 Schönberg ontwikkelde rond 1920 de 12-toonstechniek. Hij vatte deze techniek in een 12-toons draaischijf en een 12-toons liniaal, zoals te zien op afbeelding 3 en 4. Deze instrumenten dienden als (hulp)middel bij het componeren. Zelf zegt Schönberg over het principe van de 12-toonstechniek: "Door dit systeem kan ik gewoon onbekommerd en fantastisch componeren, zoals men dat alleen in zijn jeugd kan,." Het is opvallend dat Schönberg aangeeft door een 'strikt' systeem juist vrijheid te ervaren. 1p 14 Geef aan in welk opzicht dit systeem Schönberg hielp om onbekommerd (vrij) te kunnen werken. geluidsfragment 2 In het fragment hoor je Arnold Schönbergs Opus 26 uit 1924. De toepassing van de 12-toonstechniek heeft gevolgen voor de relatie tussen de partijen. 1p 15 Beschrijf aan de hand van het fragment de relatie tussen de partijen. geluidsfragment 2 Schönberg vroeg zich af of de musici Opus 26 wel konden uitvoeren en vroeg zich af of het publiek zijn stuk wel kon waarderen. 2p 16 Geef zowel een verklaring voor Schönbergs twijfel over de uitvoering door de musici als een verklaring voor zijn twijfel over de waardering van het publiek. HA-1029-a-12-1-o 5 lees verder

Blok 3 Dit blok gaat over museumgebouwen en museumbeleid in de twintigste en eenentwintigste eeuw. afbeelding 1 Aan het einde van de twintigste eeuw investeerden veel steden in Europa in de bouw van een nieuw museum om de stad aantrekkelijker te maken. Bekende voorbeelden van deze ontwikkeling zijn Tate Modern in Londen (Engeland), het Groninger Museum (Nederland) en het Guggenheim Museum in Bilbao (Spanje). Het Guggenheim Museum in Bilbao werd ontworpen door de Amerikaanse architect Frank Gehry. De architectuur van het Guggenheim Museum geldt als zeer spectaculair. Bij de oplevering van het gebouw in 1997 trok met name het exterieur veel aandacht. 2p 17 Benoem twee aspecten van het exterieur waardoor dit museum zo bijzonder is. afbeelding 2 en 3 Ook het interieur van het Guggenheim is bijzonder te noemen. 2p 18 Noem aan de hand van de afbeeldingen zowel een voordeel als een nadeel van deze ruimtes als expositieruimte. tekst 3 De bouw van het Guggenheim Museum is een voorbeeld van 'city marketing' Het neerzetten van zo'n spectaculair museum kan een positief effect hebben op de economie en op het culturele klimaat van een stad. 2p 19 Beschrijf twee positieve effecten van de bouw van zo'n museum op de economie van een stad. 2p 20 Beschrijf twee positieve effecten van de bouw van zo'n museum op het culturele klimaat van een stad. HA-1029-a-12-1-o 6 lees verder

afbeeldingen 4, 5, 6, 7 en 8 Al geruime tijd voordat de term 'city-marketing' bedacht werd, ontstonden in Den Haag ambitieuze plannen om de stad in cultureel opzicht te ontwikkelen. Deze plannen, die aan het begin van de twintigste eeuw hun eerste vorm kregen, leidden uiteindelijk tot de bouw van het Haags Gemeentemuseum dat in 1935 werd geopend. Het gebouw werd ontworpen door de architect H.P. Berlage. Een van Berlages doelen was om een gebouw te ontwerpen waarin beeldende kunst optimaal tot zijn recht kon komen. Dit blijkt uit verschillende kenmerken van het gebouw. 2p 21 Noem twee van deze kenmerken. Geef bij elk kenmerk aan waardoor de beeldende kunst optimaal tot zijn recht kan komen. afbeelding 4, 9 en 10 Op afbeelding 9 zie je een vooraanzicht van de ingangspartij van het Haags Gemeentemuseum, op afbeelding 10 zie je een zijaanzicht. Berlage ontwierp een bijzondere ingangspartij voor het Gemeentemuseum. De website van het museum meldt dat de bezoeker door de ingangspartij de dagelijkse beslommeringen achter zich laat en de wereld van de kunst wordt ingeleid. 2p 22 Beschrijf deze overgang aan de hand van de vormgeving van de ingangspartij. afbeelding 11, 12 en 13, tekst 4 In 1994 vond de opening plaats van het Groninger Museum. Dit gebouw is net als het Guggenheim Museum in Bilbao en het Haags Gemeentemuseum bepalend voor het gezicht van de stad. Het Groninger Museum werd ontworpen onder leiding van de architect en ontwerper Alessandro Mendini. In de architectuur van het museum speelt symboliek een rol. Een voorbeeld hiervan is het hoofdgebouw, waarin het depot (de opslagruimte) voor de waardevolle museumcollectie zich bevindt. 1p 23 Geef aan op welke manier de functie van het depot hier wordt gesymboliseerd. afbeelding 10 en 11 De architectuur van het Haags Gemeentemuseum past binnen het modernisme. De architectuur van het Groninger Museum is postmodern. Binnen de postmoderne architectuuropvatting zijn andere criteria leidend voor de vormgeving dan binnen de architectuuropvatting van het modernisme. 2p 24 Benoem voor het modernisme een criterium dat de leidraad vormt voor de vormgeving. Geef vervolgens aan hoe je dit criterium terugziet in de vormgeving van het exterieur van het Haags Gemeentemuseum. 2p 25 Benoem voor het postmodernisme een criterium dat de leidraad vormt voor de vormgeving. Geef vervolgens aan hoe je dit criterium terugziet in de vormgeving van het exterieur van het Groninger Museum. HA-1029-a-12-1-o 7 lees verder

tekst 5 Het Groninger Museum slaagt er met een publieksgerichte houding in om veel bezoekers te trekken en voert daarmee een commercieel succesvol tentoonstellingsbeleid. 1p 26 Geef aan of je publieksgerichtheid van musea juist wél, of juist géén goede zaak vindt. Onderbouw je keuze met een argument. tekst 5 Aan het einde van de tekst over 'Kunst en entertainment' lees je dat volgens de voormalig directeur van het Haags Gemeentemuseum, Wim van Krimpen, de kunst opschuift naar entertainment. Vervolgens geeft hij aan dat ons (oude) kunstbegrip in deze (nieuwe) tijd misschien wel aan verandering toe is. 1p 27 Leg uit wat Wim van Krimpen hiermee bedoelt. Betrek de begrippen 'vermaak' en 'kunst' in je antwoord. Blok 4 Dit blok gaat over massacultuur en kunst in het werk van Lady Gaga. tekst 6, filmfragment 1 Jaarlijks reikt MTV voor diverse categorieën Music Video Awards uit, bijvoorbeeld voor de beste videoclip, de beste choreografie, de beste samenwerking, et cetera. In 2010 won Lady Gaga (artiestennaam voor Stefani Germanotta) een aantal van deze Music Video Awards. De videoclip Telephone leverde haar de award op voor de beste samenwerking. Voor deze clip werkte Lady Gaga samen met collega popartiest Beyoncé. In het filmfragment zie je een deel van deze door Jonas Åkerlund geregisseerde, bijna 10 minuten durende videoclip. Het fragment vertoont kenmerken van verschillende filmgenres, waaronder: 1. reclamefilm, 2. videoclip, 3. speelfilm en 4. tekenfilm. 4p 28 Benoem van elk van de vier genres een kenmerk. Beschrijf daarbij van elk kenmerk een voorbeeld uit het videofragment. filmfragment 1 In de videoclip wordt, onder andere door het sterk aanzetten van clichés, in inhoud en vorm bewust gebruikgemaakt van overdrijving. 1p 29 Geef aan wat hier het effect is van overdrijving. HA-1029-a-12-1-o 8 lees verder

filmfragment 1 In de tweede helft van het filmfragment wordt er een dans uitgevoerd. De danspassen worden uitgevoerd op de maat van de muziek, hierdoor is er een directe relatie tussen de muziek van de videoclip en de dans. Er is daarnaast sprake van een thematische relatie tussen de clip en de dans, én er is sprake van een relatie tussen de montage van de clip en de dans. 1p 30 Beschrijf de thematische relatie tussen dans en clip. 1p 31 Beschrijf de relatie tussen de montage van de clip en de dans. tekst 7 Regisseur Åkerlund maakt voor diverse beroemde artiesten videoclips, onder andere voor Madonna. In meerdere opzichten lijkt Madonna een voorbeeld te zijn voor Lady Gaga. In haar clips verwijst Lady Gaga geregeld naar haar werk. Deze verwijzingen kunnen Gaga commercieel voordeel opleveren en ze kan er artistieke waardering mee oogsten. 2p 32 Geef aan hoe verwijzingen naar Madonna voor Lady Gaga commercieel voordeel op kunnen leveren. Geef ook aan hoe Gaga door te verwijzen naar Madonna artistieke waardering kan oogsten. afbeelding 1, tekst 8 Door in de videoclip gebruik te maken van (stijl)citaten en verwijzingen naar andere bronnen ontstaan er meerdere betekenissen. De vraag is of de videoclip hierdoor ook een diepere betekenis krijgt. 2p 33 Geef aan of je vindt dat de videoclip door deze verwijzingen en citaten juist wél, of juist géén diepere betekenis krijgt voor de kijker. Licht je keuze toe door aan de hand van een voorbeeld uit te leggen op welke manier er volgens jou wél, of géén diepere betekenis ontstaat. afbeelding 2 Lady Gaga droeg tijdens de ontvangst van de vele MTV Awards steeds een andere outfit. Eén daarvan, de 'vleesjurk' met bijpassende handtas en hoofddekseltje, maakte veel discussie los, omdat de creatie bestond uit aan elkaar genaaide stukken rauw vlees (afbeelding 2). Hierdoor kreeg zij veel media-aandacht. Lady Gaga maakte van deze aandacht gebruik door op te komen voor de rechten van homoseksuele militairen. Het komt regelmatig voor dat popsterren zich inzetten voor een maatschappelijk doel. De inzet van een popster heeft vaak een positief effect op het bereiken van het doel. 1p 34 Geef hiervoor een verklaring. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina. HA-1029-a-12-1-o 9 lees verder

afbeelding 3, 4 en 5, tekst 9 Op afbeeldingen 3 en 4 zie je twee verschillende hoofddeksels die Gaga begin 2010 droeg. Op afbeelding 5 zie je Kreeft - Telefoon, een werk uit 1936 van de kunstenaar Savador Dalí. Gaga streeft net als Dalí naar het creëren van een surrealistisch effect. 1p 35 Leg uit op welke manier dit effect wordt bereikt. Sommige critici vinden Lady Gaga niet meer dan een commercieel mediafenomeen. Anderen vinden Gaga een kunstenares, te vergelijken met de door haar bewonderde kunstenaar Andy Warhol. 1p 36 Geef aan of je het wel of niet eens bent met de stelling dat Lady Gaga een kunstenares is. Onderbouw je stellingname met een argument dat gebaseerd is op Telephone. Bronvermelding De in dit examen gebruikte bronnen zijn vermeld in het examen zelf en/of in het correctievoorschrift dat na het examen wordt gepubliceerd. HA-1029-a-12-1-o 10 lees verder einde