Landinrichtingsproject Leie en Schelde Inrichtingsplan groenpool Vinderhoutse bossen Oproep natuur- en landschapsontwikkeling door particulieren SUBSIDIEREGLEMENT OPROEP 2013-2014 1. INLEIDING... 2 2. PROCEDURE... 2 art. 1: Wie kan een subsidieaanvraag indienen?... 2 art. 2: Welke maatregelen komen in aanmerking?... 2 art. 3: De voorwaarden waaraan de aanvragen moeten voldoen... 3 art. 4: Documenten en inhoud van de aanvraag... 2 art. 5: Selectie... 3 art. 6: De uitvoering van de projecten... 5 art. 7: Meldingsplicht... 5 art. 8: Rapportagedossier... 6 art. 9: Controle... 6 art. 10: Uitbetaling... 6 art. 11: Tijdsplanning... 6 3. RICHTLIJNEN FINANCIËLE ONDERSTEUNING... 8 art. 12: Gevraagd steunbedrag... 8 art. 13: Welke kosten komen in aanmerking?... 8 art. 14: Hoe kunnen kosten worden ingediend?... 8 art. 15: Het correct aangeven van de juiste kosten... 8 art. 16: Hoe wordt uitbetaald?... 8 1
1. INLEIDING Het landinrichtingsproject Leie en Schelde voorziet door middel van het inrichtingsplan Groenpool Vinderhoutse Bossen in de ontwikkeling van één van de vier groenpolen rond Gent. Deze bossen worden grotendeels gerealiseerd op gronden die de overheid zal aankopen. De Vlaamse overheid heeft tevens subsidiemogelijkheden voorzien om natuur- en landschapselementen te ontwikkelen op gronden in private eigendom en die volgens het inrichtingsplan niet verworven worden voor 2023. Deze maatregelen zijn realiseerbaar op vrijwillige basis door bewoners, bedrijven en verenigingen. Er is een totaalbedrag van 41.926,50 euro subsidies via het landinrichtingsproject beschikbaar voor private initiatieven in het kader van het inrichtingsplan Vinderhoutse Bossen. Dit bedrag hoeft niet volledig uitgegeven te zijn binnen deze oproep. In 2014 en 2015 kan VLM bijkomende oproepen lanceren. 2. PROCEDURE art. 1: Wie kan een subsidieaanvraag indienen? Alle bewoners, bedrijfsuitbaters en verenigingen kunnen een subsidieaanvraag indienen voor initiatieven gelegen binnen de volgens het gewestplan of ruimtelijk uitvoeringsplan groengebieden, natuurgebieden, bufferzones en parkgebieden, (landschappelijk waardevolle) agrarische gebieden en recreatiegebieden. Indien de aanvrager geen eigenaar is van de onroerende goederen waarop de werken worden uitgevoerd, dient de eigenaar het subsidieaanvraagformulier (overeenkomst met Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen (ALBON) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie) mee te ondertekenen. art. 2: Welke maatregelen komen in aanmerking? De maatregelen moeten op korte termijn uitvoerbaar zijn, dit wil zeggen binnen een termijn van 10 maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst. De uitvoering mag dus pas starten na de inwerkingtreding van de overeenkomst. Eerder gerealiseerde initiatieven, initiatieven die al in realisatie zijn en initiatieven die niet uitvoerbaar zijn binnen een termijn van 10 maanden komen niet in aanmerking voor deze oproep. De aanvrager heeft de keuze tot het laten uitvoeren door derden of het zelf uitvoeren van de maatregelen. Beide gevallen kunnen tot maximum 70% worden gesubsidieerd. De eigen werkuren van de aanvrager komen niet in aanmerking voor subsidie. De initiatieven moeten gericht zijn op de verbetering van het landschap met haar ecologische en cultuurhistorische waarden. Ze moeten een wezenlijke bijdrage leveren aan de uitstraling van het landinrichtingsproject Leie en Schelde, inrichtingsplan Vinderhoutse Bossen. Maatregelen die betrekking hebben op het accentueren van cultuurhistorische landschapsrelicten en behoud en versterking van de groenstructuur van de groenpool in het algemeen komen in aanmerking. Zo zijn er binnen de groenpool nog heel wat oude boerenerven en kasteelparken met een hoge landschappelijke waarde. Om deze nog beter in te passen in het landschap komen zij in aanmerking voor subsidie. Voorbeelden van maatregelen zijn het herstel van een dreef, de aanplant van een bomenrij, het herstel van een boomgaard, het verwijderen en eventueel vervangen van visueel storende afsluitingen 2
rond een hobbyweide, de aanplant van erfbeplanting, de landschappelijke aankleding van een kapel, het herstel van een deel van een wal rond een kasteel of een oude hoeve, de restauratie van een historisch waardevolle toegangspoort. Ook soortgerichte maatregelen die betrekking hebben op de uitbouw van de natuurfunctie komen in aanmerking. Voorbeelden van maatregelen zijn lokaal grondverzet zoals oeverherstel in functie van moeras- en watervegetatie, het plaatsen van nestkasten of aanpassingen voor betere verblijfsmogelijkheden voor bepaalde diersoorten (bijvoorbeeld vleermuizen- of uilenkasten), de ontwikkeling van insectenranden, houtkanten of het verwijderen van barrières voor wilde dieren zoals afsluitingen rond bossen. De opsomming van bovenvermelde voorbeelden is niet limitatief. Maatregelen die al financiële steun krijgen in het kader van PDPO II en PDPO III (As 2, As 3 of As 4) kunnen geen steun krijgen via deze oproep. Ook maatregelen die al worden gesubsidieerd via gemeentelijke subsidies of andere Vlaamse subsidies kunnen geen beroep doen op steun of worden doorverwezen naar deze steunprogramma s. art. 3: De voorwaarden waaraan de aanvragen moeten voldoen De ingediende voorstellen moeten aan alle algemene voorwaarden voldoen en moeten passen binnen één van onderstaande thema s. In de aanvraag moet worden verwezen naar ten minste één van deze thema s. Algemene voorwaarden Het voorstel van maatregelen moet aan elk van onderstaande criteria voldoen: duurzaam karakter; past binnen de doelstellingen van het landinrichtingsproject Leie en Schelde, inrichtingsplan Groenpool Vinderhoutse Bossen; beheer in functie van doelstelling van openbaar nut (bijvoorbeeld natuurbehoud, landschapszorg, ); kleinschalig en realiseerbaar op korte termijn; versterkt de identiteit van het betrokken gebied als toekomstige groenpool; gedurende minimum 20 jaar in stand te houden. Thema s Het voorstel van maatregelen moet passen binnen minstens één van onderstaande thema s: cultuurhistorisch erfgoed; landschapsontwikkeling; natuurontwikkeling. Voor aanplantingen wordt bij voorkeur gekozen uit onderstaande lijst: zwarte els (Alnus glutinosa); zomereik (Quercus robur); inheemse vogelkers (Prunus padus); boskers, zoete kers (Prunus avium); gewone es (Fraxinus excelsior); grauwe abeel (Populus canescens); gewone hazelaar (Corylus avellana); gelderse roos (Viburnum opulus); gewone wilg (Salix alba); éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna); sleedoorn (Prunus spinosa); 3
hondsroos (Rosa canina); rode kornoelje (Cornus sanguinea); sporkehout (Rhamnus frangula); zachte berk (Betula pubescens); haagbeuk (Carpinus betulus); zwarte bes (Ribes nigrum); grauwe wilg (Salix cinerea); framboos (Rubus idaeus); ruwe berk (Betula pendula); esp, ratelpopulier, trilpopulier (Populus tremula); wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia); hulst (Ilex aquifolium); gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus); aalbes(ribes rubrum); hazelaar (Corylus avellana); wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus); wilde appel (Malus sylvestris); brem (Cytisus scoparius); gaspeldoorn (Ulex europaeus); wintereik (Quercus petraea). Voorstellen van soorten die niet in bovenstaande lijst voorkomen dienen te worden gemotiveerd en verwijzen naar het cultuurhistorisch of landschapsecologisch aspect (bijvoorbeeld herstel van een historische lindendreef). Art. 4: Documenten en inhoud van de aanvraag De aanvraag moet minstens volgende documenten bevatten: een ingevuld aanvraagformulier dient te worden opgesteld conform de overeenkomst met het Vlaams Gewest (ALBON) zoals bijlage 1 en moet digitaal of analoog (aangetekend of mits ontvangstbewijs) worden ingediend tegen ten laatste 31 oktober 2013 aan VLM; de tekeningen van de geplande werken, ondertekend door de aanvrager, voorzien van de legende van de gebruikte symbolen en aanduidingen, gevouwen tot A4- formaat (21 cm x 29,7 cm) en met minstens een inplantingsplan op een gebruikelijke schaal groter dan of gelijk aan 1/1000 met minstens: de schaal en de noordpijl; de weg waaraan het goed paalt of vanwaar het goed bereikt kan worden met vermelding van de naam van die weg; de belangrijkste afmetingen van het goed zelf; het bovenaanzicht van werken waarvoor de subsidies worden aangevraagd, met vermelding van de belangrijkste afmetingen en de afstanden tot de perceelsgrenzen en met de aanduiding van de bestaande bebouwing, constructies, hoogstammige bomen of verhardingen; als ze voorkomen, de weergave of vermelding van de bestaande erfdienstbaarheden; de aanduiding van de opnamepunten en de kijkrichting van de foto s; Indien noodzakelijk omwille van het detailniveau van de werken of een aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning, de tekeningen van de werken waarvoor de subsidies worden aangevraagd op een gebruikelijke schaal, kleiner dan of gelijk aan 1/100 met minstens: 4
de gebruikte schaal; de plattegronden van de te subsidiëren werken, met vermelding van de belangrijkste afmetingen; minstens drie verschillende, genummerde foto s van de plaats van de werken waarvoor de subsidies worden aangevraagd. Minstens drie foto s per locatie waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. Gedetailleerde kostprijsraming aan de hand van recent gehanteerde prijzen (bijvoorbeeld één of meerdere offertes van aannemer of leverancier, catalogus, reclamefolder, ). De VLM behoudt zich het recht voor om de raming van de kostprijs af te toppen op basis van gangbare prijzen voor gelijkaardige werken. De aanvrager kan voor de samenstelling van zijn dossier ondersteuning vragen bij VLM zoals inhoudelijk advies, kadastrale gegevens, grondplan van zijn goed op schaal, opmaak van het ontwerp,. Art. 5: Selectie De ingediende voorstellen worden door een jury getoetst aan de selectiecriteria en aan de beschikbare middelen (in totaal max. 41.926,50 euro). De jury is samengesteld uit volgende personen: projectleider van het landinrichtingsproject Leie en Schelde, inrichtingsproject Vinderhoutse Bossen, de verantwoordelijke voor onderhavige subsidiedossiers, een bedrijfsplanner in het kader van Europese subsidies PDPO II (As 2 of As 3 of As 4), een medewerker van het Agentschap Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, een vertegenwoordiger van de stad Gent en een vertegenwoordiger van de gemeente Lovendegem. De jury zal elke aanvraag beoordelen en advies geven. Er wordt maximum 70% van de kosten gesubsidieerd, met een maximum cofinancieringbedrag van 3.000 euro. Ook voorstellen die beduidend minder cofinanciering vragen komen in aanmerking. Het bedrag van 41.926,50 euro hoeft niet in deze eerste oproep volledig worden opgebruikt. Afhankelijk van de hoeveelheid en kwaliteit van de aanvragen kunnen in 2014 en 2015 nog een tweede en derde oproep plaatsvinden. Na goedkeuring van de subsidies door de jury en door de minister zal de VLM de initiatiefnemers op de hoogte brengen. Het is mogelijk dat bij de goedkeuring van een aanvraag voorwaarden (bijvoorbeeld technische voorwaarden) worden gesteld. Art. 6: De uitvoering van de projecten De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor de goede uitvoering van zijn/haar project(en). De initiatiefnemer mag van start gaan met de uitvoering vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst. Indien de uitvoering van het project vergunningsplichtig is moet hij/zij de nodige vergunningen tijdig aanvragen bij de daartoe bevoegde overheid en mee in het rapportagedossier opnemen als bijlage. De werken kunnen pas starten na de vergunningsverlening door de daartoe bevoegde overheid. Art. 7: Rapportagedossier Op de plaats van de werken verbindt de initiatiefnemer zich ertoe steeds duidelijk melding te maken van de gesubsidieerde maatregel(en). Hij/zij doet dit door deze melding op een vanop de openbare weg goed zichtbare plaats uit te hangen. De initiatiefnemer doet dit aan de hand van een geplastificeerde poster op A4 formaat die hij ontvangt nadat zijn subsidies 5
definitief zijn vastgelegd. Zij/hij hangt dit uit vanaf de start van de werken tot 3 maand na uitvoering van de werken. Art. 8: Rapportagedossier Na de uitvoering dient een rapportagedossier van de te subsidiëren werken te worden overgemaakt aan de VLM. Het rapportagedossier dient te worden opgemaakt volgens het model als bijlage 2. Het rapportagedossier omvat naast de administratieve gegevens een chronologisch activiteitenrapport met bewijsstukken van de gemaakte onkosten. Het rapportagedossier wordt bij voorkeur via mail overgemaakt aan VLM. Indien een digitaal document niet mogelijk is, dient hij een analoog exemplaar aangetekend te verzenden aan: Vlaamse Landmaatschappij regio West t.a.v. Karen De Kock Ganzendries 149 B-9000 Gent vinderhoutsebossen@vlm.be Het rapportagedossier wordt ten laatste binnen 30 kalenderdagen na de volledige voltooiing van de werken overgemaakt aan de VLM. Art. 9: Controle VLM kan steeds gegevens opvragen en noodzakelijke controles (zowel administratieve controles als terreincontroles) uitvoeren. Indien de bepalingen en richtlijnen opgesomd in dit reglement niet strikt opgevolgd worden kan VLM de initiatiefnemer vragen zijn acties bij te sturen. Dit gebeurt via een aangetekend schrijven. Indien de initiatiefnemer niet bijstuurt of indien de actie zodanig is uitgevoerd dat de situatie onomkeerbaar is, kan de subsidiërende overheid de subsidie alsnog weigeren. Art. 10: Uitbetaling Na goedkeuring van de uitgevoerde werken en het rapportagedossier via een proces-verbaal wordt het saldo van de cofinanciering uitbetaald aan de initiatiefnemer via overschrijving naar het rekeningnummer zoals opgegeven in het rapportagedossier. Art. 11: Tijdsplanning - Bekendmaking oproep korte termijn project: tegen einde juni 2013; - Indieningsprocedure: advies en begeleiding aanvragen tegen ten laatste 31 augustus 2013 door contact op te nemen met mevr. Karen De Kock, Vlaamse Landmaatschappij regio West, Ganzendries 149, 9000 Gent, tel. 09/248 55 61, e- mail: vinderhoutsebossen@vlm.be - Indienen van voorstellen van maatregelen tegen ten laatste 31 oktober 2013. Aanvraag gebeurt via de modelovereenkomst met het Vlaams Gewest (ALBON) (bijlage 1); - Selectie van de projecten door deskundige jury tegen ten laatste 30 november 2013 - Definitieve goedkeuring subsidie door minister via ALBON, de vastlegging op de begroting en de betekening van de subsidie aan de particulier vanaf december 2013; - Met de uitvoering van initiatieven kan gestart worden vanaf de definitieve goedkeuring (via de door alle partijen ondertekende overeenkomst) en in geval van vergunningsplichtige werken het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning. - De maatregelen zijn uitgevoerd en ter controle voorgelegd binnen een termijn van 10 maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst. De datum van de voltooiing van de werken wordt ten laatste binnen 30 kalenderdagen na het beëindigen van de uitvoering meegedeeld aan de VLM via het rapportagedossier (zie bijlage 3). 6
- De subsidie is na controle, eventuele bijsturing en proces-verbaal van goedkeuring uitbetaald binnen de 2 maanden na de datum van het proces-verbaal. 7
3. RICHTLIJNEN FINANCIËLE ONDERSTEUNING Art. 12: Gevraagd steunbedrag Een bedrag van 41.926,50 euro wordt in het kader van het landinrichtingsproject Leie Schelde, inrichtingsplan Groenpool Vinderhoutse bossen ter beschikking gesteld voor de uitvoering van kortetermijninitiatieven door de private sector. Dit moet een substantiële ondersteuning toelaten waarbij tot maximaal 70 % van de totale kostprijs per initiatief gecofinancierd wordt. Bovendien mag het gevraagde steunbedrag niet meer dan 3.000 bedragen. Ook maatregelen die beduidend minder cofinanciering vragen komen in aanmerking. Art. 13 Welke kosten komen in aanmerking? Enkel werkelijke of reële kosten gekoppeld aan de goedgekeurde activiteiten kunnen worden ingediend; wat wil zeggen dat deze kosten moeten aangetoond worden met reële kostenbewijzen en betaalbewijzen (= rekeninguittreksels). Er worden enkel kosten aanvaard die: o betrekking hebben op de werken waarvoor onderhavige subsidie werd toegekend; o aan de hand van boekhoudkundige documenten gedateerd en bewijsbaar zijn dat ze plaatsvonden binnen een termijn van 10 maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst; o aan de hand van foto s bewijsbaar zijn. Art. 14: Hoe kunnen kosten worden ingediend? Een overzicht en de bewijzen van de kosten worden ingediend als de werken zijn voltooid en betaald. Dit gebeurt zoals beschreven in artikel 7. Art. 15: Het correct aangeven van de juiste kosten De datum moet op elk kosten- en betaalbewijs duidelijk vermeld staan en moet beantwoorden aan de uitvoeringstermijn. Indien slechts een deel van de aangegeven kost op rekening van de gesubsidieerde werken kan geschreven worden, wordt aan het kostenbewijs een verklaring van de verdeelsleutel met duidelijke berekening gehecht. Betaalbewijzen zijn facturen of rekeninguittreksels of debetberichten van de bank (geen overschrijvingsformulieren). Bij contante betaling moet dit duidelijk op de factuur worden aangegeven door de leverancier of verkoper met vermelding van de datum. Het steunbedrag zal niet worden uitbetaald indien niet alle verantwoordingsstukken aan de VLM worden overgemaakt. Niet goed leesbare kopijen en twijfelgevallen worden niet aanvaard als bewijs. Art. 16: Hoe wordt uitbetaald? Het saldo wordt uitbetaald na goedkeuring van de uitgevoerde werken en het rapportagedossier met de reële bewijsstukken. De goedkeuring gebeurt via een procesverbaal. Het toegekende steunbedrag wordt rechtstreeks aan de initiatiefnemer via overschrijving op zijn rekening uitbetaald door ALBON. 8