gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 maart 2007, gelet op de Wet inburgering (WI),

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2009, gelet op de Wet inburgering (WI),

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d ;

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE HARDENBERG

Artikelsgewijze toelichting

Verordening Wet inburgering Oosterhout 2007

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 mei 2007,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 februari 2007, nummer 2007/15,

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 11 Datum :

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Alkmaar; nr.

Verordening Wet inburgering 2007 Gemeente Asten 1 e wijziging

een digitaal informatiepunt.

Verordening Wet Inburgering gemeente Drechterland 2007

Verordening inburgering Drechtsteden

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

Algemene toelichting Verordening inburgering Drechtsteden.

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Agendanr. : 8 Voorstelnr. : Onderwerp : Invoering Wet Inburgering. Aan de Raad, Heerhugowaard, 30 januari 2007.

Verordening Wet inburgering

VERORDENING inburgering Lelystad 2007

Verordening inburgering gemeente Rijssen-Holten

Gezien het advies van de commissie Samenleving; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 21 april 2009;

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Leiderdorp d.d. 20 februari 2007; nr 13 inzake de Wet inburgering;

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 18 december 2007 (De zeekant van 22 december 2007)

Verordening Wet inburgering

Verordening Wet inburgering Valkenburg aan de Geul

besluit van de gemeenteraad

Verordening Wet inburgering gemeente Nederweert

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 6.1

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening Wet inburgering - Artikelsgewijze toelichting

Algemene toelichting

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Algemene toelichting op de Verordening Wet Inburgering Tilburg

Verordening Wet inburgering gemeente Leiden 2011

Algemene toelichting

Algemene toelichting Regels over de informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

Verordening Wet inburgering gemeente Buren bladzijde 1 van 15

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

VERORDENING EN BELEIDSREGELS INBURGERING HELMOND 2015

Verordening Wet inburgering gemeente Hoogeveen

Algemene toelichting Verordening Wet inburgering 2010

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast: Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

gelezen het voorstel van het college van 18 augustus 2009, nr ; inzake enige wijzigingen die in de Wet inburgering zijn doorgevoerd;

Verordening Wet inburgering gemeente Zoetermeer

Verordening Wet inburgering gemeente Wierden 2013

Verordening Wet Inburgering gemeente Landgraaf 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van < >; nr., inzake enige wijzigingen die in de Wet inburgering zijn doorgevoerd

VERORDENING WET INBURGERING 2010

Algemene toelichting. Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet inburgering gewijzigd.

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE SCHIEDAM

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 april 2011,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 28 mei 2013;

Bovengenoemde wetswijzigingen maken het noodzakelijk de huidige verordening Wet inburgering 2008 gemeente Leiden aan te passen.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk;

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taal kennisvoorziening

VERORDENING WET INBURGERING ZOETERWOUDE Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

= Besluitvormende raadsvergadering d.d. 24 september 2013 Agendanr.. No.ZA /DV , afdeling Samenleving.

Toelichting bij de gewijzigde verordening Wet inburgering

Hoofdstuk 2 DOELGROEPEN EN SAMENSTELLING VAN DE INBURGERINGSVOORZIENING

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari 2007 en van 6 maart 2007; inzake de invoering van de Wet inburgering

VERORDENING INBURGERING GEMEENTE LOSSER 2010

Hoofdstuk 1 - Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

B&W-Aanbiedingsformulier

Artikelgewijze toelichting

Betreft : RAADSVOORSTEL - Verordening Wet Inburgering

Verordening Wet inburgering 2015 gemeente Goes. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Goes van 12 januari 2015;

b e s l u i t: vast te stellen de Verordening Wet Inburgering 2010 gemeente Woerden Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Hoofdstuk 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

VERORDENING INBURGERING DRECHTSTEDEN

besluit: vast te stellen de volgende verordening: "Verordening inburgering gemeente Gouda 2011' Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voorbeeldverordening Wet inburgering

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 januari 2010; BESLUIT:

Verordening Wet Inburgering. Gemeente Veendam

VERORDENING INBURGERING DRECHTSTEDEN (noot van de redactie: geconsolideerde tekst per 7 juni 2012)

8b. Verordening Wet inburgering Sociale Dienst Oost Achterhoek gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2011;

Verordening Wet Inburgering 2010 gemeente Woerden

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2010; nr., inzake de gewijzigde Verordening Wet Inburgering

Voorbeeldverordening Wet inburgering versie aanbodstelsel

Toelichting Verordening Inburgering Helmond 2015

nieuwkoop Giiolfl' Verordening Wet Inburgering Gemeente Nieuwkoop 2012

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 7 januari 2014;

Verordening Wet Inburgering 2010

Vergadernotitie voor de Drechtraad van 16 juni 2010

INBURGERING BARNEVELD 2010

d. inburgeringsplichtige: persoon, bedoeld in artikel X, 2e t/m 5e lid van de wetswijziging.

GEMEENTE HEERDE RAADSVERGADERING 21 MEI 2007 Commissie Samenleving 24 april 2007

Samenvatting beslispunten/collegevoorstel Voorgesteld wordt: de bijgevoegde Verordening Wet inburgering gemeente Geldermalsen 2010 vast te stellen.

Algemene toelichting

Gemeente Wassenaar Verordening Wet inburgering gemeente Wassenaar. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Raadsvergadering: 2 juli 2013 Zaaknummer: Aan de raad Agendanummer: Documentnummer: I

Verordening Wet inburgering gemeente Katwijk 2010

Transcriptie:

De raad van de gemeente Hengelo gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 maart 2007, gelet op de Wet inburgering (WI), overwegende dat op grond van de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de WI de gemeenteraad bij verordening regels stelt met betrekking tot de informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen, de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de gemeenteraad bij verordening het bedrag vast stelt van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd, BESLUIT vast te stellen de hierna volgende Verordening Wet inburgering. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen en informatieverstrekking Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering (WI), de daarop berustende regelingen en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet inburgering (Staatsblad 2006 nummer 625); b. boete: de bestuurlijke boete, als bedoeld in hoofdstuk 6, paragraaf 2, van de wet c. oudkomer: de vreemdeling die voor 1 januari 2007 al rechtmatig in Nederland woonde conform artikel 1 lid 1 onder c WI; d. inburgeringsplicht : de verplichting om het inburgeringsexamen te behalen binnen een in de wet bepaalde termijn, als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub 2 onder e WI. Artikel 2 Informatieverstrekking Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat alle inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en aanverwante regelgeving en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen. Hoofdstuk 2. Aanbod inburgeringsvoorzieningen Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen 1. Burgemeester en wethouders kunnen bepaalde doelgroepen aanwijzen aan wie zij bij voorrang een inburgeringsvoorziening aanbieden. Bij het bepalen van de prioritering binnen de doelgroepen kunnen een of meer van de volgende criteria een rol spelen: 1. het hebben van een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt; 2. het behoren tot de leeftijdscategorie tot 30 jaar; 3. het gaan ontvangen van een uitkering, als bedoeld in artikel 19, lid 1 onder a van de wet; 4. het hebben van een opvoedingstaak voor een kind jonger dan 18 jaar; 5. het hebben van een inkomen tot 110% van het wettelijk minimumloon; 2. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een inburgeringsplichtige die niet aan een van de in het vorige lid genoemde criteria voldoet, een aanbod te doen. Artikel 4 Samenstelling van de inburgeringsvoorziening 1. Burgemeester en wethouders stemmen de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening voor geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige. 1

2. Als aan een inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd. 3. Een inburgeringsvoorziening kan naast datgene dat in de wet is geregeld extra specifieke onderdelen bevatten die de inburgering van de inburgeringsplichtige bevorderen. Artikel 5 De eigen bijdrage 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 10 termijnen betaald. 2. Burgemeester en wethouders leggen in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betaling vast. Als burgemeester en wethouders de eigen bijdrage verrekenen met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd. Artikel 6 Opleggen van verplichtingen Burgemeester en wethouders kunnen een inburgeringsplichtige bij beschikking bepaalde verplichtingen opleggen nadat hij het aanbod voor een inburgeringsvoorziening heeft geaccepteerd. Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod 1. Burgemeester en wethouders doen het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven. 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden. 3. De inburgeringsplichtige wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen twee weken aan burgemeester en wethouders mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt. 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, nemen burgemeester en wethouders binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening. Artikel 8 De inhoud van de beschikking 1. Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval: a. een beschrijving van de inburgeringsvoorziening; b. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige; c. de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald; d. de termijnen en wijze van betaling; en e. ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, begint. 2. Als een inburgeringsplichtige een inburgeringsvoorziening weigert, sturen burgemeester en wethouders de inburgeringsplichtige: a. een beschikking met de datum waarop het inburgeringsexamen uiterlijk moet zijn behaald en de mogelijke consequenties van het niet-nakomen van deze verplichting; b. informatie over de mogelijkheden die hem daarbij in de voorbereiding ter beschikking staan. Artikel 9 Bestuurlijke boete 1. Burgemeester en wethouders bepalen de hoogte van de bestuurlijke boete met inachtneming van de volgende leden. 2. De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 50 als een persoon genoemd in artikel 25 lid 1 en 2 van de wet geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. 3. De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 250 als de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen zoals genoemd in artikel 6 van deze verordening. 4. De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 250 als de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door burgemeester en wethouders op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. 5. De hoogte van de boete wordt verdubbeld als de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de bekendmaking van een besluit waarbij een boete is opgelegd op grond van 2

het tweede het derde of vierde lid, opnieuw schuldig maakt aan een in deze leden genoemde verwijtbare gedraging die tot eenzelfde of hogere boete leidt. 6. Als de boete op grond van lid 5 van dit artikel meer bedraagt dan het in artikel 34 van de wet genoemde maximum bedrag betreffende dezelfde gedraging, wordt de boete vastgesteld op dit maximum bedrag. 7. De bepalingen in dit artikel laten de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om de hoogte van de boete met toepassing van artikel 38, lid 2 van de wet, afwijkend vast te stellen onverlet. Hoofdstuk 3. Slotbepalingen Artikel 10. Onvoorziene situaties In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders. Artikel 11. Beleid Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen. Artikel 13. Citeertitel De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering. Artikel 14. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2007. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 april 2007, De griffier De voorzitter, 3

Algemene toelichting De Wet inburgering (WI) regelt de inburgeringsplicht voor alle vreemdelingen van 16 tot 65 jaar die duurzaam in Nederland willen en mogen verblijven. De inburgeringsplicht houdt in dat men op grond van de wet binnen een bepaalde termijn het inburgeringsexamen moet behalen. Bij het invulling geven aan de inburgeringsverplichting staat de eigen verantwoordelijkheid (ook in financiële zin) van de inburgeringsplichtige centraal. De inburgeringsplichtige kan naar eigen inzicht bepalen hoe hij zich wil voorbereiden op het inburgeringsexamen. Aan de inburgeringsverplichting is voldaan wanneer het inburgeringsexamen is behaald (een resultaatsverplichting). De gemeente heeft met de WI een spilfunctie gekregen. De gemeente heeft drie taken: a. Informeren van de inburgeringsplichtigen in de gemeente over de rechten en plichten die voortvloeien uit deze wet; b. Faciliteren het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bepaalde groepen inburgeringsplichtigen. Een inburgeringsvoorziening leidt inburgeringsplichtigen toe naar het inburgeringsexamen. c. Handhaven burgemeester en wethouders moeten de inburgeringsplicht van inburgeringsplichtigen handhaven. Als een inburgeringsplichtige zich verwijtbaar niet houdt aan de verplichtingen die voor hem gelden is het opleggen van een bestuurlijke boete mogelijk. De WI geeft de gemeente de opdracht om een verordening vast te stellen waarin de regels zijn vastgesteld over de volgende onderwerpen: 1. de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, ter zake van hun rechten en plichten uit hoofde van deze wet, alsmede van het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen (artikel 8 WI); 2. het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld (artikel 19, vijfde lid, en artikel 23, derde lid, WI); 3. het vaststellen van het bedrag van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd (artikel 35 WI). Informatieverstrekking Bij de informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen gaat het om de informatie over de rechten en plichten uit hoofde van de WI en om informatie over het aanbod en de toegang tot de inburgeringsvoorzieningen. De wijze waarop de informatieverstrekking wordt vormgegeven is vastgelegd in de nota Nieuw Inburgeringsstelsel Beleidsuitgangspunten van 31 oktober 2006 (124409). Aanbieden van inburgeringsvoorzieningen Het uitgangspunt van de wet is de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige. Voor een aantal bijzondere groepen biedt de wet extra faciliteiten. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen oudkomers en nieuwkomers. Oudkomers zijn vreemdelingen die voor 1 januari 2007 al rechtmatig in Nederland woonden en nieuwkomers zijn vreemdelingen die na 1 januari 2007 op enig moment rechtmatig in Nederland zijn komen wonen. De gemeente heeft de taak om deze groepen inburgeringsplichtigen een inburgeringsvoorziening aan te bieden. Het gaat om de volgende vier groepen inburgeringsplichtigen: 1. asielgerechtigde nieuw- en oudkomers; 2. nieuw- en oudkomers die werkzaam zijn als geestelijk bedienaar. 3. nieuw- en oudkomers die algemene bijstand of een uitkering ontvangen; 4. oudkomers die zelf geen inkomsten uit werk, algemene bijstand of uitkering hebben. Alle asielgerechtigde inburgeringsplichtigen en geestelijk bedienaren moeten een aanbod voor een inburgeringsvoorziening krijgen. Inburgeringsplichtigen met een uitkering en inburgeringsplichtige oudkomers zonder eigen inkomsten kan een inburgeringsvoorziening aangeboden worden. Het aanbod bestaat uit een inburgeringsvoorziening die toe leidt naar het inburgeringsexamen en het eenmaal gratis afleggen van dat examen. Voor asielgerechtigde inburgeringsplichtigen bestaat een inburgeringsvoorziening ook uit maatschappelijke begeleiding. 4

De WI draagt de gemeenteraad op om bij verordening regels te stellen met betrekking tot het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen aan deze vier groepen. In de wet is ook vastgelegd over welke onderwerpen in ieder geval regels moeten worden gesteld: - de criteria die worden gehanteerd bij het doen van een aanbod; - de procedure die wordt gevolgd voor het doen van een aanbod; - de vaststelling van een passende inburgeringsvoorziening; - de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de inning van de eigen bijdrage en de mogelijkheid van betaling in termijnen. Het vaststellen van het bedrag van de bestuurlijke boete Conform de wet wordt er geen bestuurlijke boete opgelegd als voor dezelfde gedraging de bijstand kan worden verlaagd op grond van de Wet werk en bijstand of een boete of maatregel kan of moet worden opgelegd op grond van een van de aan te wijzen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen. Artikelsgewijze toelichting Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen In verband met de omvang van de doelgroep zijn er prioriteiten opgesteld voor het doen van een aanbod van een inburgeringsvoorziening. Versnelde inburgering draagt bij aan vergroting van kansen op de arbeidsmarkt en het zelfstandig kunnen voorzien in de bestaanskosten. Versnelde inburgering van opvoeders draagt bij aan de onderwijskansen van hun kinderen. Op grond van de wet kan aan inburgeringsplichtige uitkeringsgerechtigden en inburgeringsplichtige oudkomers zonder inkomen uit werk of uitkering een inburgeringsvoorziening aangeboden worden. Bij het bepalen van de prioritering binnen de doelgroepen kunnen een of meerdere criteria een rol spelen. Een aantal van deze criteria wordt genoemd in dit artikel. Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening Bij het bepalen van een passende inburgeringsvoorziening spelen de volgende factoren een rol - de kennis van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving en zijn of haar leercapaciteit; - de maatschappelijke rol die men vervult of gaat vervullen in de Nederlandse samenleving. Daarbij kan worden gedacht aan het verrichten van betaalde arbeid of het opvoeden van kinderen; - de persoonlijke situatie van de inburgeringsplichtige. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan eventuele zorgtaken die men moet vervullen. De samenstelling van de inburgeringsvoorziening voor geestelijke bedienaren wordt geregeld bij ministeriële regeling. Op grond van de wet, artikel 20 lid 1, kan aan een uitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtige die de arbeidsplicht heeft alleen een inburgeringsvoorziening aangeboden worden als deze gecombineerd wordt met een reïntegratievoorziening. In het vierde lid van artikel 4 wordt aangegeven dat de inburgeringsvoorziening specifieke onderdelen kan bevatten die de inburgering kunnen bevorderen. Hierbij moet gedacht worden aan onderdelen als a. vrijwilligerswerk; b. een werkstage of maatschappelijke stage; c. een toeleidingsprogramma naar middelbaar en hoger beroepsonderwijs; d. een programma gericht op opvoeding, gezondheid en opleiding; e. een budgetteringscursus. Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage De hoogte van de eigen bijdrage is vastgelegd in de wet. In dit artikel wordt geregeld dat de inburgeringsplichtige het recht heeft de eigen bijdrage in een aantal termijnen te betalen. Artikel 24, eerste lid, WI maakt het bij inburgeringsplichtigen die algemene bijstand ontvangen mogelijk om de eigen bijdrage te verrekenen met de uitkering. De verrekening van de eigen bijdrage met de uitkering kan maximaal tot het voor 5

beslag vatbare bedrag plaatsvinden. Als verrekening plaats vindt, wordt dit vastgelegd in de beschikking tot toekenning van de inburgeringsvoorziening. Als de inburgeringsplichtige een uitkering van het UWV ontvangt, kan aan het UWV verzocht worden de eigen bijdrage te verrekenen met de uitkering van het UWV (artikel 24, tweede lid, WI). Op deze wijze int het UWV de eigen bijdrage ten behoeve van de gemeente. Deze wijze van verrekening geschiedt door het UWV en niet door de gemeente, en wordt dus niet in deze verordening geregeld. Artikel 6 Opleggen van verplichtingen Dit artikel vormt de uitwerking van artikel 23, derde lid, WI dat bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld. In de beschikking tot de toekenning van de inburgeringsvoorziening worden deze verplichtingen vastgelegd. Het gaat hierbij om verplichtingen zoals: 1. het deelnemen aan de aangeboden inburgeringscursus; 2. het deelnemen aan voortgangsgesprekken; 3. het deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door burgemeester en wethouders wordt bepaald; 4. het melden van alle relevante omstandigheden waardoor niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan; 5. het nalaten van hetgeen de realisatie van het doel van de inburgeringsvoorziening belemmert. Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod Dit artikel bevat enkele procedurele bepalingen die er voor moeten zorgen dat het doen van een aanbod op zorgvuldige wijze gebeurt. Het aanbod zal inhoudelijk dezelfde strekking moeten hebben als in de uiteindelijke beschikking. Hierdoor kan de instemming met het aanbod tevens worden opgevat als instemming met de beschikking tot toekenning van de inburgeringsvoorziening. Door ondertekening van het aanbod van de inburgeringsvoorziening geeft de inburgeringsplichtige aan dat hij het aanbod aanvaardt of weigert. Een inburgeringsplichtige hoeft een aanbod niet te accepteren. Weigert de inburgeringsplichtige het aanbod, dan zal hij zich zelfstandig moeten voorbereiden op het inburgeringsexamen. In een dergelijke situatie volgt een handhavingsbesluit op grond van artikel 26 WI waarmee de termijn van start gaat waarbinnen de inburgeringsplichtige het inburgeringsexamen moet hebben behaald. Artikel 8 De inhoud van de beschikking Onderdeel e heeft betrekking op beschikkingen voor oudkomers. In een beschikking voor een oudkomer waarin een inburgeringsvoorziening wordt vastgesteld wordt ook de dag opgenomen waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht van start gaat (artikel 22, tweede lid, juncto artikel 26 WI). Binnen vijf jaar ná deze datum moet de betreffende oudkomer het inburgeringexamen hebben behaald. Burgemeester en wethouders kunnen zelf bepalen wanneer de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht van start gaat. Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen De wet voorziet in een stelsel van sanctiemogelijkheden voor het geval de inburgeringsplichtige zich niet houdt aan de wettelijke verplichtingen. De gemeente is in die gevallen gehouden een bestuurlijke boete op te leggen. De maximale hoogte en de frequentie van de bestuurlijke boete zijn in de wet vastgelegd. In beleidsregels ex artikel 9 van deze verordening worden nadere criteria voor het opleggen van een boete vastgelegd. Voor de bedragen van de bestuurlijke boete is waar mogelijk aansluiting gezocht op het beleid zoals opgenomen in de Afstemmingsverordening 2004 WWB. Daarin wordt gewerkt met categorieën overtredingen van licht naar zwaar. De hoogte van de bestuurlijke boete die burgemeester en wethouders op grond van de wet aan inburgeringsplichtigen kan opleggen, is vastgesteld als een maximum bedrag. De boete wordt afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Bovendien wordt zonodig rekening houden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd (artikel 38, tweede lid, WI). Deze bepaling brengt met zich mee dat bij elke op te leggen bestuurlijke boete moet worden 6

nagegaan welke boete passend is, gelet op de individuele omstandigheden van de betrokken inburgeringsplichtige. Als een inburgeringsplichtige bijvoorbeeld aannemelijk kan maken dat hem geen verwijt kan worden gemaakt voor het niet behalen van het inburgeringsexamen, dan zal de termijn verlengt worden en wordt er afgezien van het opleggen van een boete. In het kader van de uitvoering van een gecombineerde reïntegratie- en inburgeringsvoorziening kan het voorkomen dat dezelfde gedraging (bijvoorbeeld het niet voldoen aan een oproep om te verschijnen en gegevens te verstrekken) zowel aanleiding kan zijn voor het opleggen van een bestuurlijke boete als voor het verlagen van de bijstand (een maatregel op grond van artikel 18, tweede lid, Wet werk en bijstand) of het opleggen van een boete of maatregel op grond van een andere sociale zekerheidswet of regeling. Artikel 37 WI bepaalt hierover dat burgemeester en wethouders in dat geval géén bestuurlijke boete kunnen opleggen. Dit houdt in dat de wet- en regelgeving van de WWB prioritair is ten opzichte van de WI. De wet verleent burgemeester en wethouders de bevoegdheid om iemand te ontslaan van zijn verplichtingen. Dit is mogelijk als de inburgeringsplichtige gedurende een langere periode aantoonbare inspanningen heeft verricht om het inburgeringsexamen te halen, maar daarin niet slaagt. 7