Liturgie in de dankdienst voor het leven van Martinus Huistra 3 augustus 1931 5 augustus 2015 Op maandag 10 augustus 2015 om 13.30 uur in de Gereformeerde kerk te Leek Voorganger: ds. L.G. van der Heide Organist: Lennart Douma
Welkom Psalm 139 : 1, 6 en 11 Heer, U doorgrondt mij van omhoog, Mijn hart ligt open voor uw oog, U kent mijn zitten en mijn gaan, Mijn denken zelfs kunt U verstaan. Waar ik ook ben, U komt mij tegen, U bent vertrouwd met al mijn wegen. Ik loof het wonderbaar beleid Waarmee U mij hebt toebereid. Mijn hart en nieren zijn uw werk, Ja, alles van mij draagt uw merk. U hebt het leven mij gegeven, Mij in de moederschoot geweven. Doorgrond mij, ken mijn hart, o Heer. Zijn mijn gedachten tot uw eer? Zie of mijn wegen heilig zijn, Mijn paden recht, mijn daden rein. En doe mij toch met vaste schreden De weg van eeuwig heil betreden.
Gebed Kleinkinderen zingen: Sela Ik zal er zijn Hoe wonderlijk mooi is Uw eeuwige Naam. Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan. Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim. Uw naam is Ik ben en Ik zal er zijn. Een boog in de wolken als teken van trouw, staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou! In tijden van vreugde, maar ook van verdriet, ben ik bij U veilig, U die mij ziet. De toekomst is zeker, ja eindeloos goed. Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet; dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam. U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan. Ik ben die Ik ben is uw eeuwige naam. Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan. Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij: Uw naam is Ik ben en Ik zal er zijn.
O Naam aller namen, aan U aller eer. Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer; Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn. Ik ben die Ik ben is uw eeuwige naam. Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan. Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij: Uw naam is Ik ben en Ik zal er zijn. Uw naam is Ik ben en Ik zal er zijn. Kleinkinderen: Lezen psalm 25 Een lied van David. Heer, ik verlang naar u. Op u vertrouw ik, God. Laat me niet alleen! Zorg dat mijn vijanden me niet verslaan, laat ze niet om me lachen. U helpt mensen die op u vertrouwen, maar u straft mensen die u niet trouw zijn. Heer, laat mij zien hoe ik moet leven, wijs mij de goede weg. Leer me om trouw te zijn aan u,
zeg me wat ik moet doen. Want u bent mijn God, U bent mijn redder Ik hoop op uw hulp, Elke dag weer. U bent altijd goed geweest voor uw volk. Wees dan nu ook goed voor mij. Toen ik jong was, heb ik veel verkeerd gedaan. Heer, vergeet het! Denk daar niet meer aan. U bent toch goed en trouw? De Heer is goed en eerlijk, hij leert slechte mensen om goed te leven. Hij wijst ook de goede weg aan mensen die op hem vertrouwen. Hij zegt hun wat ze moeten doen. De Heer is altijd goed en trouw voor mensen die hem gehoorzaam zijn. Ik weet hoe goed u bent, Heer. Vergeef me mijn zonden, hoe groot die ook zijn! De Heer wijst de goede weg aan mensen die hem trouw zijn. Hij zegt hun hoe ze moeten leven.
Dan worden ze gelukkig, en hun kinderen zullen in vrede leven. De Heer is dichtbij voor mensen die hem trouw zijn. Hij geeft hun zijn wetten en regels. Heer, ik denk steeds aan u, want u redt mij van mijn vijanden. Kom bij me en laat me uw liefde zien, want ik ben ongelukkig en alleen. Ik word steeds banger, bevrijd me uit de ellende! Zie hoe moeilijk ik het heb, En vergeef me al mijn zonden. Zie hoeveel vijanden ik heb, zie hoe ze mij haten en bedreigen. Bescherm mij en red mij! Bij u zoek ik hulp, laat me niet alleen. Ik wil altijd goed en eerlijk leven, en ik vertrouw op u. God, bevrijd Israël, bevrijd uw volk uit alle gevaar. Overdenking
Lied 293 Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand. Moedig sla ik dus de ogen, naar het onbekende land. Leer mij volgen zonder vragen: Vader wat Gij doet is goed! Leer mij slechts het heden dragen, met een rustig kalme moed. Heer ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel u niet. Zalig hij die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet. Schijnen mij uw wegen duister, Zie, ik vraag u niet waarom. Eenmaal zie ik al uw luister als ik in uw hemel kom.
Laat mij niet mijn lot beslissen, zo ik mocht ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet. Wil mij als een kind behand len dat alleen de weg niet vind. Neem mijn hand in uwe handen en geleidt mij als een kind. Waar de weg mij brengen moge, aan des Vader s trouwe hand. Loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land. Dankgebed Opwekking 428 Genade, zo oneindig groot dat ik, die t niet verdien het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan k zien.
Genade die mij heeft geleerd te vrezen voor het kwaad. Maar ook- als ik mij tot Hem keer dat God mij nooit verlaat Want Jezus droeg mijn zondelast en tranen aan het kruis. Hij houdt mij door genade vast en brengt mij veilig thuis. Als ik daar in Zijn heerlijkheid mag stralen in de zon. Dan prijs ik Hem in eeuwigheid dat ik genade vond. Dankwoord kinderen U zij de glorie, Opgestane Heer! U zij de victorie nu in immermeer. Uit het blinkend stromen daald een engel af. Heeft een steen genomen van t verwonnen graf. U zij de glorie opgestane Heer! U zij de victorie nu en immermeer.
Zie Hem verschijnen, Jezus onze Heer! Hij brengt al de Zijnen in Zijn armen weer. Weest dan volk des Heren, blijd en welgezind En zeg telken keren: Christus overwint. U zij de glorie opgestane Heer! U zij de victorie nu en immermeer. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, Die mij heeft genezen die mij vrede geeft? In zijn Godd lijk wezen is mijn glorie groot, Niets heb ik te vrezen in leven en in dood. U zij de glorie opgestane Heer! U zij de victorie nu en immermeer. Zegenlied Zegen mij op de weg die ik moet gaan. Zegen mij op de plek waar ik zal staan. Zegen mij in alles, wat U van mij verlangt. O God, zegen mij alle dagen lang!
Vader, maak mij tot een zegen; Ga mij niet voorbij. Regen op mij met uw Geest, Heer, Jezus, kom tot mij als de Bron van leven, die ontspringt, diep in mij. Breng een stroom van zegen, waarin U zelf steeds mooier wordt voor mij. Zegen ons waar we in geloof voor leven. Zegen ons waar we hoop en liefde geven. Zegen om de ander tot zegen te zijn. O God, zegen ons tot in eeuwigheid! Vader, maak ons tot een zegen; hier in de woestijn. Wachtend op uw milde regen, om zelf een bron te zijn. Met een hart vol vrede zijn wij zegenend nabij. Van uw liefde delend, waarin wij zelf tot bron van zegen zijn.
Tijdens het uitdragen wordt gespeeld: - Lichtstad met uw paar len poorten - Eens als de bazuinen klinken Bij het graf: Gezang 165 Machtig God, sterke Rots, U alleen bent waardig. Aard en hemel prijzen U, Glorie voor Uw naam. Lam van God, hoogste Heer, heilig en rechtvaardig stralend Licht, Morgenster, niemand is als U. Prijst de Vader, prijst de Zoon, prijst de Geest die in ons woont. Prijst de Koning der heerlijkheid, prijst Hem tot in eeuwigheid. Gebed Onze Vader door de voorganger Na de begrafenis is er gelegenheid om met de familie een kopje koffie of thee te drinken in de kerk. Voelt u zich niet verplicht om bij het afscheid de familie een hand te geven.