Toetstermen Caravantechniek niveau 3 Praktijk (CREBO-nummer 50810) (Versie 03, augustus 2003) Bij het uitoefenen van elke hieronder vermelde vaardigheid dienen de daarbij noodzakelijke technieken en gereedschappen worden toegepast en dient rekening te worden gehouden met eigenschappen van materialen, milieu- en ARBO-voorschriften, het door het relevante bedrijf gehanteerde kwaliteitszorgsysteem en voorschriften fabrikanten. 3.1.1 Omgaan met gereedschappen en apparatuur. 3.1.1.1 Kunnen instellen en werken met: - wielbalancer, - bandverwijder- en aanbrengapparatuur, - uitlijnapparatuur, - remreinigingsapparatuur, - remmentestapparatuur, - hefbruggen, - cricks, - sandwichplaten lijmpers, - asrubbervervangingspers, - multimeter, - kabelschoen klemgereedschap, - elektronische gaslekdetector, - gasdrukmeter, - afperspomp voor gasinstallaties, - pijpsnijgereedschap, - pijpbuiggereedschap, - afzuigapparatuur van stof en/of dampen, - vochtindicatiemeter. 3.1.2 Vaststellen van schadeomvang aan voertuigen. 3.1.2.1 Maken van schadebegrotingen met behulp van handmatige schaderapporten. 3.1.2.2 Regelen van schaden met experts. 3.1.2.3 Maken van voor- en nacalculaties. 3.1.2.4 Beoordelen en interpreteren van de oorzaak dan wel oorzaken van verschil tussen voor- en nacalculaties. 3.1.2.5 Opstellen van rekeningen. 1
3.1.3 Verrichten van metingen. 3.1.3.1 Verrichten van driehoek-, vierkant- en driedimensionale metingen aan onderstellen van: - caravans, - aanhangwagens en opleggers met een totaalgewicht 3500 kg. 3.1.3.2 Verrichten van driehoek-, vierkant- en driedimensionale metingen aan opbouw en inrichting van caravans, aanhangwagens, opleggers en kampeerauto's. 3.1.4 Herstellen van onderstellen van caravans, aanhangwagens en opleggers met een totaalgewicht 3500 kg. 3.1.4.1 Beoordelen en interpreteren van het rijgedrag tijdens (proef) rijden op: - kogeldruk, - wegligging, - zijwindgevoeligheid, - vering. 3.1.4.2 Beoordelen en interpreteren van het remgedrag tijdens (proef) rijden. 3.1.4.3 Beoordelen en vaststellen van de oorzaken die hebben geleid tot het niet juist functioneren van: - kogelkoppelingen (met of zonder stabilisator), - handremmen, - remstangen, kabels en remkrachtverdelers/evenaars, - wielremmen, inclusief terugrij-automaten en stelinrichtingen, - wiellagers en keerringen, - veersystemen en schokdempers, - chassisbalken en trekbomen (disselbalken), - wielen en banden, - reservewielophangingen, - steunpoten en neuswielen, - movers, - automatische horizontaalstellers (niveau leveller). 3.1.4.4 Vaststellen van de vereiste werkzaamheden bij herstel van de oorzaken die hebben geleid tot het niet juist functioneren van de in 3.1.4.3 genoemde delen. 3.1.4.5 Verwijderen en aanbrengen van de onder 3.1.4.3 genoemde delen. 3.1.5 Richten van profielen/delen. 3.1.5.1 Richten van metalen profielen/delen door middel van: - koud vervormen, - warm vervormen. 2
3.1.6 Maken van verbindingen. 3.1.6.1 Maken van verbindingen door middel van: - MIG/MAG-lassen, - elektrisch vlambooglassen met beklede elektrode. 3.1.7 Herstellen van schaden aan opbouwen. 3.1.7.1 Herstellen van hagel-, water/vocht-, aanrijdings-, slijtage/ouderdom- en brandschaden van: - vloeren, - wanden, - daken, - interieurdelen, te onderscheiden in: - dragende delen - niet-dragende delen respectievelijk uitgevoerd in: - sandwichconstructie - niet-sandwichconstructie door: - alleen de beschadigde plek te herstellen (inclusief plamuren) - gedeeltelijke vervanging - gehele vervanging 3.1.7.2 Vaststellen aan de hand van onderzoeksresultaten van de soorten kunststoffen: ABS = acrylnitril-butadieen-styreen GUP = glasvezelgewapend polyesterhars PA = polyamide PE = polyetheen PMMA = poly-methyl-methacrylaat PP = poly-propeen PS = polystyreen PUR = polyurethaan PVC = poly-vinyl-chloride 3.1.8 Aanmaken en aanbrengen van vulmiddelen en plamuren. 3.1.8.1 Vaststellen wanneer een glasvezelversterkte plamuur dan wel een polyestermesplamuur moet worden toegepast. 3.1.8.2 Onvolkomenheden in vlakke- en geprofileerde delen: - vullen met behulp van glasvezelversterkte plamuur, - strakmaken met behulp van polyestermesplamuur. 3
3.1.9 Verhelpen van lekkages en abnormale geluiden. 3.1.9.1 Lokaliseren van oorzaken van: - waterlekkages, - tochtverschijnselen, - abnormale geluiden. 3.1.9.2 Verhelpen van: - waterlekkages, - tochtverschijnselen, - abnormale geluiden. 3.1.10 Herstellen van toestellen en apparatuur in caravans, aanhangwagens, opleggers en kampeerauto's. 3.1.10.1 Beoordelen en vaststellen van de oorzaken die hebben geleid tot het niet juist functioneren van: - koelkasten (koelboxen), - airconditioners (niet het aggregaat), - afzuigapparatuur, - verwarmingstoestellen, - kooktoestellen, - heetwatertoestellen, - waterpompen (mechanische en elektrische), - toiletten. 3.1.10.2 Beoordelen dan wel beslissen bij storing van de in 3.1.10.1 genoemde toestellen en apparatuur tot vervanging, respectievelijk herstel in eigen bedrijf dan wel door een gespecialiseerd bedrijf. 3.1.10.3 Vaststellen van de vereiste werkzaamheden bij herstel in eigen bedrijf van de oorzaken die hebben geleid tot het niet juist functioneren van de in 3.1.10.1 genoemde toestellen en apparatuur. 3.1.10.4 Meten van CO- en CO 2 -percentage in de verbrandingsgassen. 3.1.10.5 Uit- en inbouwen van de onder 3.1.10.1 genoemde toestellen en apparatuur. 4
3.1.11 Verhelpen van "uitwendige" storingen van elektrische apparatuur in caravans, aanhangwagens, opleggers en kampeerauto's. 3.1.11.1 Beoordelen en vaststellen van de "uitwendige" oorzaken die hebben geleid tot het niet juist functioneren van: - bedienings- en controlepanelen, - omvormers, - batterijladers, - batterijen (inclusief aansluitingen), - verlichtingsarmaturen, - audio- en video-apparatuur, - antenne's en toebehoren, - communicatieapparatuur, - alarminstallaties, - zonne-energieinstallaties, - achteruitrijsensoren. 3.1.11.2 Vaststellen van de vereiste werkzaamheden bij herstel van de "uitwendige" oorzaken die hebben geleid tot het niet juist functioneren van de in 3.1.11.1 genoemde apparatuur. 3.1.11.3 Uit- en inbouwen van de onder 3.1.11.1 genoemde elektrische apparatuur. 3.1.12 Verhelpen van storingen in gas-, water- en elektrische installaties in caravans, aanhangwagens, opleggers en kampeerauto's. Raadpleeg bij werken aan elektrische installaties vooraf reparatietips, werkplaatshandboeken e.d. 3.1.12.1 Beoordelen en vaststellen van de oorzaken van storingen in: - gasleidingnetten inclusief drukregelaars, - gasverdeelblokken inclusief afsluiters. 3.1.12.2 Vaststellen van de vereiste werkzaamheden voor het verhelpen van storingen in de in 3.1.12.1 genoemde delen. 3.1.12.3 Beoordelen en vaststellen van de oorzaken van storingen in: - drinkwatersystemen, - vuilwatersystemen. 3.1.12.4 Vaststellen van de vereiste werkzaamheden voor het verhelpen van storingen in de in 3.1.12.3 genoemde systemen. 5
3.1.12.5 Beoordelen en vaststellen van de oorzaken van storingen in: - 230V "entree", - aardlekschakelaar, - smelt- en automatische veiligheden, - elektrische bedradingen, - las- en verdeeldozen, - wandkontaktdozen (opbouw en inbouw), - schakelaars (opbouw en inbouw), - lichtpunten, - antennekabels, - luidsprekerkabels. 3.1.12.6 Vaststellen van de vereiste werkzaamheden voor het verhelpen van storingen in de in 3.1.12.5 genoemde delen. 3.1.12.7 Uit- en inbouwen van de onder 3.1.12.5 genoemde delen. 3.1.13 Werkzaamheden aan opbouwen (interieur en exterieur). 3.1.13.1 Aanbrengen dan wel inbouwen en aansluiten van: - audio- en video apparatuur - communicatie apparatuur inclusief antennes - toestellen ten behoeve van verwarming, koeling, ventilatie en conditionering, - wettelijke verlichting- en signaalunits, - verlichtingselementen, - omvormers, - elektrisch (230V, 12V, 24V)-, gas- en waternet (inclusief toebehoren), - meet- en regelapparatuur, - alarminstallaties, - zonne-energieinstallaties, - accessoires en toebehoren. 3.1.13.2 Vaststellen van de vereiste werkzaamheden bij uitbreiding dan wel aanpassing van: - gasnet, - waternet, - elektrisch (230V, 12V, 24V) net. 3.1.13.3 Aanbrengen en afstellen van: - hang- en sluitwerk, - hefdaken, luiken en kleppen. 6