Smart Wireless Gateway Snelstartgids , Rev FB Januari 2015

Vergelijkbare documenten
Smart Wireless Gateway. Snelstartgids , Rev EA april 2013

Productcertificeringen , Rev CC April Rosemount 3308-serie draadloze geleide golfradar, 3308A. Productcertificeringen

Rosemount 5400 Series

Rosemount golfgeleide radar

Snelstartgids , Rev. BA Februari Rosemount 0085-buisklemsensorconstructie

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

BELANGRIJKE KENNISGEVING

Rosemount 5400 niveautransmitter

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Snelstartgids , v. BB Januari Rosemount 708 draadloze akoestische transmitter

Rosemount 702 draadloze discrete transmitter

Snelstartgids , Rev EA Mei Emerson Wireless 1410 A/B en 1410D Gateway met 781 Field Link

SmartPower -oplossingen. Snelstartgids , Rev DB Grasmaand 2019

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

Rosemount 705 draadloze transmitter met totaaltelling

Emerson Plantweb Insight. Snelstartgids , Rev BA December 2016

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Snelstartgids , v. BB Juni Sensorconstructie Rosemount 0065/0185

SmartPower -oplossingen. Snelstartgids , Rev BA December 2014

Rosemount 248 draadloze temperatuurtransmitter

Druktransmitter uit de Rosemount 3051S-serie met HART -oplossingen voor draadloze toepassingen

Rosemount Veiligheidsinstructies ATEX en IECEx drukvast. Aanvulling op handleiding , Rev AA Mei 2009 Rosemount 2130

Rosemount 752 externe indicator met FOUNDATION veldbusprotocol

Snelstartgids , Rev AB Juni Rosemount Volume 1-sensorconstructie

Productnietlangerleverbaar'

Rosemount 3051S Series druktransmitter en Rosemount 3051SF Series flowmeter

Micro Motion model 775

Rosemount 3051 druktransmitter en Rosemount 3051CF DP flowmeters

Smart Wireless THUM -adapter

Snelstartgids , v. DB Maart Rosemount 708 draadloze akoestische transmitter

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele regelaar

BIPAC 7100SG/7100G g ADSL Router. Snelle Start Gids

Stap Sluit de kabel vanaf uw modem aan op de Modem-aansluiting van uw router. (u herkent het juiste poortje aan de blauwe kleur)

BIPAC 7402G g ADSL VPN Firewall Router. Snelle Start Gids

Rosemount 753R externe indicator internetbewaking

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

Productnietlangerleverbaar' Rosemount 648 draadloze temperatuurtransmitter. Rosemount 648 Wireless

EnGenius Snelle Installatie Gids

BIPAC-7100S / ADSL Modem/Router. Snelle Start Gids

Rosemount 648 draadloze temperatuurtransmitter. Start

BIPAC-711C2 / 710C2. ADSL Modem / Router. Snelle Start Gids

BIPAC-7402 / 7402W (Draadloze )ADSL VPN Firewall Router met 3DES Accelerator Snelle Start Gids

BIPAC-5100 / 5100W. (Draadloze) ADSL Router. Snelle Start Gids

Rosemount 751 veldsignaalindicator

Rosemount 848T draadloze temperatuurtransmitter. Snelstartgids , Rev DA December 2014

BIPAC 7100SV VoIP ADSL Modem/Router

BIPAC 5102 / 5102S / 5102G

Rosemount 848L. Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus. Productnietlangerleverbaar' Rosemount 848L

ATEX installatieinstructies. Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker

CAP1300 Beknopte installatiehandleiding

EU-verklaring van overeenstemming

Rosemount 3051S Series druktransmitter en Rosemount 3051SF Series flowmeter

HANDLEIDING Installeren Ubiquity Bullet2 Windows XP

Golfgeleide radar met Rosemount 9901-kamers

EWS2910P-Kit-300. Quick Installation Guide

Rosemount 214C-sensor. Snelstartgids , Rev BC Maart 2019

myguard 7202 / 7202G (802.11g) Security ADSL2+ Router Snelle Start Gids

Rosemount 415 Fire Pump

1. Controleren van de aansluiting op de splitter

Linksys Wireless-G. Telenet WiFi Home Network

Installatie. NETGEAR ac Wireless Access Point WAC120. Inhoud van de verpakking

Configuratie PL printers. Dealer instructie v0.99

D-Link AirPlus G. Telenet WiFi Home Network

Xesar. Inbedrijfstelling Netwerkadapter

GEAVANCEERDE NETWERK BEWAKING- EN KOEPELCAMERA

BUITEN IR-NETWERKCAMERA Serie

Rosemount 2140-trilvorkniveaudetector

Het lokale netwerk configureren

IP VIDEOFOON 2 draads SNEL AAN DE SLAG

ATEX installatieinstructies. Micro Motion T-serie-sensoren

150 MBIT DRAADLOZE ACCESS POINT ROUTER

BENQ_ESG103QG_DU.book Page i Tuesday, July 30, :05 PM. Inhoudsopgave

INSTALLATIE HANDLEIDING

Rosemount 8714D (kalibratiestandaard) magnetische meetbuissimulator. Snelstartgids , Rev DA Maart 2014

Rosemount 751 veldsignaalindicator

Quickstart ewon Cosy 131

De inhoud van de verpakking controleren. DI-524 AirPlus G draadloze router. Cd (met de handleiding en een garantieformulier)

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

ZoneFlex n Point to Point Wireless Bridge Handleiding

Software-installatiehandleiding

Inhoud van de verpakking

GEAVANCEERDE NETWERK BEWAK INGSCAMERA INSTALLATIEGIDS

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000 en XP. LW058 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps

Engenius ECB150/ECB300/ECB350 HANDLEIDING VOOR OPZETTEN ALS ACCESSPOINT. v0.01

Gebruikershandleiding. Wi-Fi Versterker

4 Installatie van het stuurprogramma

A B C D E F. F: LED voor LAN-poort 4 G: Aansluitpunt voor netvoeding H: LAN-poort 4 I: LAN-poort 3 J: LAN-poort 2

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows XP en Vista. LW056V2 Sweex Wireless LAN Cardbus Adapter 54 Mbps

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Voor je met de installatie begint controleer of alle benodigde onderdelen aanwezig zijn. In de verpakking dient aanwezig te zijn:

Installatie. NETGEAR ac Wireless Access Point WAC120. Inhoud van de verpakking

BIPAC Breedbandrouter met firewall. Snelle Start Gids

Configureren van de Wireless Breedband Router.

Praktijkoefening - Het configureren van een draadloze router in Windows XP

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

Inhoud van de verpakking

DU4051. Snelstartgids 15G06Q0490C0

Installatiehandleiding

Verpakkingsinhoud Managed Indoor Access Point Stroomadapter RJ-45 Ethernet kabel Montage Bracket Montage Kit T-Rail Montage Kit

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

Transcriptie:

Smart Wireless Gateway 1420 00825-0211-4420, Rev FB

MEDEDELING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Smart Wireless Gateway. Er staan geen aanwijzingen in voor diagnostiek, onderhoud, reparaties of probleemoplossing. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Smart Wireless Gateway (publicatienummer 00809-0200-4420) voor nadere informatie en instructies. De handleiding en deze snelstartgids zijn in elektronische vorm beschikbaar op www.emersonprocess.com. WAARSCHUWING Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Bij installatie van dit instrument in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg de paragraaf Productcertificeringen voor eventuele beperkingen in verband met veilige installatie. Vermijd aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die elektrische schokken kan veroorzaken. Dit instrument voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik van het instrument is uitsluitend toegestaan onder de onderstaande voorwaarden. Dit instrument mag geen schadelijke storing veroorzaken. Dit instrument moet alle ontvangen storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat het instrument op ongewenste wijze werkt. Dit apparaat moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten minste 20 cm bedraagt. Inhoud Overwegingen met betrekking tot draadloze apparatuur......................... 3 Algemene overwegingen..................................................... 4 Initiële aansluiting en configuratie............................................. 5 Fysieke installatie........................................................... 10 Verbinding maken met het hostsysteem...................................... 15 Software-installatie (optioneel).............................................. 16 Controle van de werking.................................................... 17 Productcertificeringen...................................................... 18 2

Overwegingen met betrekking tot draadloze apparatuur Inschakelvolgorde De Smart Wireless Gateway (gateway) moet geïnstalleerd zijn en goed werken voordat de voedingsmodules in draadloze veldinstrumenten worden geïnstalleerd. Bij het inschakelen van draadloze veldinstrumenten moet tevens een volgorde worden aangehouden die wordt bepaald door de afstand tot de Smart Wireless Gateway, te beginnen met het apparaat dat het dichtst in de buurt staat. Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen. Stand van de antenne Voor een goede communicatie met andere apparaten moet de antenne verticaal staan en zich ten minste op een afstand van circa 1 m (3 ft.) van grote constructies of gebouwen bevinden. Montagehoogte Voor een optimaal draadloos bereik moet de gateway of externe antenne idealiter 4,6-7,6 m (15-25 ft.) boven de grond of 2 m (6 ft.) boven obstakels of grote bouwwerken worden gemonteerd. Gateway-redundantie Als de draadloze gateway is besteld met redundantie (code RD voor gateway-redundantie), raadpleeg dan bijlage D in de naslaghandleiding van de Smart Wireless Gateway (publicatienummer 00809-0200-4420) voor aanvullende installatie-instructies. 3

Algemene overwegingen Pc-vereisten Besturingssysteem (alleen optionele software) Microsoft Windows XP Professional, Service Pack 3 Windows Server 2003 Service Pack 2 Windows Server 2003 R2 Service Pack 2 Windows Server 2008 (Standard Edition), Service Pack 2 Windows Server 2008 R2 Standard Edition, Service Pack 1 Windows 7 Professional, Service Pack 1 Windows 7 Enterprise, Service Pack 1 Toepassingen Internet Explorer 6.0 of hoger Mozilla Firefox 1.5 of hoger.net Framework 2.0 (alleen voor OPC-proxy) Ruimte op vaste schijf AMS Wireless Configurator: 1,5 GB Gateway-installatie-cd: 250 MB 4

Stap 1: Initiële aansluiting en configuratie DeltaV Ready Als de gateway is besteld als DeltaV Ready (dataprotocolcode 5), is Stap 1: Initiële aansluiting en configuratie niet nodig. Ga door naar Stap 2: Fysieke installatie en sluit de gateway aan op een DeltaV 10.3 of nieuwer besturingsnetwerk. Initiële aansluiting en configuratie Om de Smart Wireless Gateway te configureren, brengt u om te beginnen een lokale verbinding tot stand tussen een pc/laptop en de gateway. Voeding van de gateway Er is een plaatselijke voedingsbron vereist om de gateway van voeding te voorzien, te verkrijgen door een gelijkspanningsbron van 24 V (nominaal) en ten minste 250 ma aan te sluiten op de voedingsaansluitklemmen. Afbeelding 1. Schema aansluitpunten voor de gateway 20 28 20-28 V VDC d.c. voedingsingang Power Input Seriële Serial Modbus Ongebruikt Not Used Ongebruikt Not Used Case Kast + - S A B + - S S - + + - S S - + Ethernet 2 met with voeding Power Ethernet 2 Ethernet 1 Ongebruikt Not Used Ongebruikt Not Used (Covered) (afgedekt) (Secondary) (secundair) (Primary) (primair) Een verbinding tot stand brengen Opmerking Zie voor het tot stand brengen van een verbinding met een pc met Windows 7 de technische aantekening (publicatienummer: 00840-0900-4420). 1. Sluit de pc/laptop aan op de connector Ethernet 1 (primair) op de gateway. 5

Case POE (Covered) 24 V DC Power Input P2 Modbus P1 Not Used Not Used Not Used Not Used Afbeelding 2. Afbeelding van de aansluiting van de gateway op de pc/laptop A B + - S S A B + - S S - + + - S S - + A. Pc/laptop B. Connector Ethernet 1 WAARSCHUWING Sluit de kabel niet aan op de poort Ethernet 2 met voeding (afgedekt). Deze poort levert vermogen en kan de pc/laptop beschadigen. 2. Om de instellingen op de pc/laptop te verrichten navigeert u naar Start (start)>settings (instellingen)>network Connections (netwerkverbindingen). a. Selecteer Local Area Connection (lokale netwerkverbinding). b. Klik op de rechtermuisknop om Properties (eigenschappen) te selecteren. c. Selecteer Internet Protocol (TCP/IP) (internetprotocol [TCP/IP]) en vervolgens de knop Properties (eigenschappen). Opmerking Als er een pc/laptop wordt gebruikt die eerder was verbonden met een ander netwerk, noteert u het huidige IP-adres en de andere instellingen nauwkeurig om de pc/laptop na voltooiing van de configuratie van de gateway weer aan te sluiten met het oorspronkelijke netwerk. 6

d. Selecteer de knop Use the following IP address (het volgende IP-adres gebruiken). e. Voer in het veld IP address (IP-adres) 192.168.1.12 in. f. Voer in het veld Subnet mask (subnetmasker) 255.255.255.0 in. g. Selecteer OK in het venster Internet Protocol (TCP/IP) Properties (eigenschappen internetprotocol [TCP/IP]). h. Selecteer OK in het venster Local Area Connection Properties (eigenschappen LAN). Opmerking Bij gebruik van de secundaire ethernetpoort van de gateway zijn andere netwerkinstellingen nodig. Zie Tabel 1 voor verdere netwerkinstellingen. Tabel 1. Standaard IP-adressen Gateway Pc/laptop Ethernet 1 192.168.1.10 192.168.1.12 Ethernet 2 192.168.2.10 192.168.2.12 Ethernet 1 (DeltaV Ready) 10.5.255.254 10.5.255.200 Ethernet 2 (DeltaV Ready) 10.9.255.254 10.9.255.200 Tabel 2. Subnetinstellingen Subnetmasker Standaard 255.255.255.0 DeltaV 255.254.0.0 7

3. Schakel eventuele proxy s uit. a. Open een standaard internetbrowser (Internet Explorer, Mozilla Firefox of vergelijkbaar). b. Ga naar Tools (extra)>internet Options (internetopties)>connections (verbindingen)>lan Settings (LAN-instellingen). c. Schakel het vakje onder Proxy Server (proxyserver) uit. Configureer de Smart Wireless Gateway Voltooi de initiële configuratie voor de gateway: 1. Ga naar de standaard internetpagina van de gateway op het adres https://192.168.1.10. a. Voer in het veld User name (gebruikersnaam) admin in. b. Voer in het veld Password (wachtwoord) default in. 8

Afbeelding 3. Aanmeldscherm van de gateway 2. Navigeer naar System Settings (systeeminstellingen)>gateway>ethernet Communication (ethernetcommunicatie) om de netwerkinstellingen in te voeren. a. Configureer een statisch IP-adres of stel in voor DHCP en voer een hostnaam in. b. Start de applicatie opnieuw via System Settings (systeeminstellingen)>gateway>backup And Restore (back-up en herstel)>restart App (app herstarten). 3. Koppel de voeding en de ethernetaansluiting los van de gateway. 9

Stap 2: Fysieke installatie Buismontage Benodigd gereedschap: Montagebuis of -mast van 51 mm (2 inch) Twee met de gateway meegeleverde u-bouten van 7,9 mm ( 5 /16 inch) Dopsleutel van 1 /2 inch De gateway aan een buis monteren: 1. Steek één u-bout over de buis, door de montagegaten aan de bovenkant van de gateway-behuizing en door de ringplaat. 2. Draai de moeren op de u-bout aan met een dopsleutel van 1 /2 inch. 3. Doe hetzelfde bij de tweede u-bout en de montagegaten aan de onderkant. Beste werkwijze Als de gateway is besteld met uitgangscode 2, leg dan bij installatie van een kabelbuis een secundaire ethernetkabel van de gateway naar een geschikte plaats in een gebouw om configuratiewijzigingen in de toekomst te vergemakkelijken. 10

Externe antenne (optioneel) De opties voor de externe antenne bieden flexibiliteit voor de montage van de gateway op basis van draadloze verbindingsmogelijkheden, bliksembeveiliging en gangbare werkpraktijken. WAARSCHUWING Houd u bij de installatie van antennes voor montage op afstand voor de Smart Wireless Gateway altijd aan de vastgestelde veiligheidsprocedures om vallen en aanraking van hoogspanningskabels te voorkomen. Installeer de onderdelen van de op afstand gemonteerde antenne voor de Smart Wireless Gateway volgens de plaatselijke en nationale voorschriften met betrekking tot elektriciteit en de beste werkwijzen op het gebied van bliksembeveiliging. Raadpleeg vóór installatie een plaatselijke elektriciteitsinspecteur, elektriciteitsfunctionaris en opzichter van de werkomgeving. De optie voor de externe antenne van de Smart Wireless Gateway is met name ontwikkeld om flexibele installatiemogelijkheden te bieden en tegelijkertijd de prestaties van de draadloze verbinding te optimaliseren en plaatselijke spectrumgoedkeuringen te behouden. Om de draadloze prestaties op peil te houden en te voorkomen dat spectrumregelgeving wordt overtreden, mogen de lengte van de kabel en het type antenne niet worden gewijzigd. Als de meegeleverde antenneset voor montage op afstand niet wordt geïnstalleerd volgens deze instructies, is Emerson Process Management niet aansprakelijk voor de prestaties van de draadloze verbinding of voor overtreding van spectrumregelgeving. De set met de antenne voor montage op afstand bevat tevens coaxafdichtmiddel voor de kabelaansluitingen voor de bliksembeveiliging en de antenne. Selecteer een locatie waar de externe antenne de beste draadloze verbinding kan leveren. Idealiter is dit 4,6-7,6 m (15-25 ft.) boven de grond of 2 m (6 ft.) boven obstakels of grote bouwwerken. Volg een van de onderstaande procedures om de externe antenne te installeren: Installatie van optie WL2/WN2 (buitentoepassingen) 1. Bevestig de antenne met behulp van het meegeleverde bevestigingsmateriaal aan een buismast van 3,8 5,1 cm (1,5 2 inch). 2. Bevestig de bliksembeveiliging direct op de bovenkant van de gateway. 3. Monteer de aardaansluiting, borgring en moer boven op de bliksembeveiliging. 4. Sluit de antenne via de meegeleverde coaxkabel aan op de bliksembeveiliging. Zorg daarbij dat de afstand van de druppellus tot de bliksembeveiliging ten minste 0,3 m (1 ft.) bedraagt. 5. Dicht elke aansluiting tussen het draadloze veldinstrument, de bliksembeveiliging, de kabel en de antenne af met het coaxafdichtmiddel. 6. Zorg dat de montagemast, de bliksembeveiliging en de gateway zijn geaard volgens de plaatselijke/landelijke wet- en regelgeving inzake elektriciteit. Eventuele overtollige stukken coaxkabel moeten in spoelen van 0,3 m (12 inch) worden gelegd. 11

Afbeelding 4. Installatie van optie WL2/WN2 B A H D C E F F G A. Externe antenne B. Kabel C. Druppellus D. Bliksembeveiliging E. Gateway F. Aardpunt G. Aarde H. Regelkamer Installatie van optie WL3/WL4 (toepassingen van binnen naar buiten) 1. Bevestig de antenne met behulp van het meegeleverde bevestigingsmateriaal aan een buismast van 3,8 5,1 cm (1,5 2 inch). 2. Monteer de bliksembeveiliging in de buurt van de uitgang van de regelkamer. 3. Monteer de aardaansluiting, borgring en moer boven op de bliksembeveiliging. 4. Sluit de antenne via de meegeleverde coaxkabel aan op de bliksembeveiliging. Zorg daarbij dat de afstand van de druppellus tot de bliksembeveiliging ten minste 0,3 m (1 ft.) bedraagt. 5. Sluit de bliksembeveiliging via de meegeleverde coaxkabel aan op de gateway. 6. Dicht elke aansluiting tussen de gateway, de bliksembeveiliging, de kabel en de antenne af met het coaxafdichtmiddel. 7. Zorg dat de montagemast, de bliksembeveiliging en de gateway zijn geaard volgens de plaatselijke/landelijke wet- en regelgeving inzake elektriciteit. Eventuele overtollige stukken coaxkabel moeten in spoelen van 0,3 m (12 inch) worden gelegd. 12

Afbeelding 5. Installatie van optie WL3/WL4 A H B C E D F A. Externe antenne B. Kabel C. Druppellus D. Bliksembeveiliging F G E. Gateway F. Aardpunt G. Aarde H. Regelkamer Opmerking: Weerbestendig maken is vereist! De set met de op afstand gemonteerde antenne bevat tevens coaxafdichtmiddel voor de kabelaansluitingen voor de bliksembeveiliging, de antenne en de gateway. Het coaxafdichtmiddel moet worden aangebracht om de werking van het draadloze veldnetwerk te waarborgen. Zie Afbeelding 6 voor informatie over het weerbestendig maken. Afbeelding 6. Coaxafdichtmiddel aanbrengen op kabelaansluitingen 13

Tabel 3. Opties voor de set met de externe antenne Setoptie Antenne Kabel 1 Kabel 2 Bliksembeveiliging WL2 1 /2 golflengte dipool alle richtingen +6 db versterking 15,2 m (50 ft.) LMR-400 N.v.t. Montage in kop, jack-to-plug Gasontladingsbuis Invoegdemping 0,5 db WL3 1 /2 golflengte dipool alle richtingen +6 db versterking 9,1 m (30 ft.) LMR-400 6,1 m (20 ft.) LMR-400 In-line/jack-to-jack Gasontladingsbuis Invoegdemping 0,5 db WL4 1 /2 golflengte dipool alle richtingen +6 db versterking 12,2 m (40 ft.) LMR-400 3,0 m (10 ft.) LMR-400 In-line/jack-to-jack Gasontladingsbuis Invoegdemping 0,5 db WN2 1 /2 golflengte dipool alle richtingen +8 db versterking 7,6 m (25 ft.) LMR-400 N.v.t. Montage in kop, jack-to-plug Gasontladingsbuis Invoegdemping 0,5 db WL2 WL3* WL4* WN2 Kabel van 6,1 m (20 ft.) Kabel van 3,0 m (10 ft.) Kabel van 15,2 m (50 ft.) Kabel van 9,1 m (30 ft.) Kabel van 12,2 m (40 ft.) Kabel van 7,6 m (25 ft.) A. Antenne B. Bliksembeveiliging C. Verwisselbare kabels Opmerking Om installatie te vergemakkelijken, zijn de coaxkabels op de externe-antenneopties WL3 en WL4 onderling verwisselbaar. 14

Stap 3: Verbinding maken met het hostsysteem 1. Sluit de connector Ethernet 1 (primair) of de seriële uitgangsconnector van de gateway aan op het netwerk van het hostsysteem of op de seriële I/O. 2. Sluit bij seriële verbindingen A op A aan en B op B en zorg dat alle aansluitpunten schoon en stevig bevestigd zijn om verbindingsproblemen met de bekabeling te voorkomen. Afbeelding 7. Schema aansluitpunten voor de Smart Wireless Gateway 20 28 20-28 V VDC d.c. voedingsingang Power Input Seriële Serial Modbus Ongebruikt Not Used Ongebruikt Not Used Case Kast + - S A B + - S S - + + - S S - + Ethernet 2 met with voeding Power Ethernet 2 Ethernet 1 Ongebruikt Not Used Ongebruikt Not Used (afgedekt) (Covered) (Secondary) (secundair) (Primary) (primair) WAARSCHUWING Sluit het hostsysteem niet aan op de poort Ethernet 2 met voeding (afgedekt) op de Smart Wireless Gateway; dat kan het systeem beschadigen. Beste werkwijze Volgens de beveiligingsrichtlijnen van Emerson WirelessHART moet de gateway worden aangesloten op het hostsysteem via een LAN (Local Area Network) en niet via een WAN (Wide Area Network). Voor het maken van de seriële verbinding wordt doorgaans een afgeschermde kabel met getwiste draadparen gebruikt; het is standaardprocedure om de afscherming aan de kant van de seriële host te aarden en deze aan de gateway-kant niet te verbinden. Zorg dat u de afscherming isoleert om aardingsproblemen te voorkomen. Voeding Sluit een voeding met 24 V gelijkspanning (nominaal) en ten minste 250 ma stroom aan op de voedingspolen volgens het Schema aansluitpunten voor de Smart Wireless Gateway in Afbeelding 7. 15

Stap 4: Software-installatie (optioneel) Het softwarepakket met 2 cd-roms bevat de Security Setup Utility (alleen nodig voor beveiligde hostverbindingen of OPC-communicatie) en AMS Wireless Configurator. De Security Setup Utility staat op cd-rom 1. De software installeren: 1. Sluit alle Windows-programma s af (inclusief programma s die op de achtergrond draaien, zoals virusscansoftware). 2. Plaats cd-rom 1 in het cd/dvd-station van de pc. 3. Volg de instructies op het scherm. AMS Wireless Configurator staat op cd-rom 2. De software installeren: 1. Sluit alle Windows-programma s af (inclusief programma s die op de achtergrond draaien, zoals virusscansoftware). 2. Plaats cd-rom 2 in het cd/dvd-station van de pc. 3. Selecteer Install (installeren) in het menu wanneer de installatie van AMS Wireless Configurator begint. 4. Volg de instructies op het scherm. 5. Laat de AMS Wireless Configurator de pc opnieuw opstarten. 6. Haal de cd-rom niet uit het cd-rom-station. Opmerking De installatie wordt na het aanmelden automatisch hervat. 7. Volg de instructies op het scherm. Opmerking Als de functie autorun is uitgeschakeld op de pc of als de installatie niet automatisch start, dubbelklikt u op D:\SETUP.EXE (waarbij D de stationsletter is van het cd/dvd-station van de pc) en selecteert u OK. Zie voor nadere informatie over de Security Setup Utility en AMS Wireless Configurator de naslaghandleiding van de Smart Wireless Gateway (publicatienummer 00809-0200-4420). 16

Stap 5: Controle van de werking U controleert de werking via de internetverbinding door een internetbrowser te openen vanaf een willekeurige pc op het netwerk van het hostsysteem en door het IP-adres of de DHCP-hostnaam van de gateway in de adresbalk in te voeren. Als de gateway goed is aangesloten en geconfigureerd, verschijnt de beveiligingswaarschuwing, gevolg door het aanmeldscherm. Afbeelding 8. Aanmeldscherm van de gateway De gateway kan nu in het hostsysteem worden opgenomen. Als er draadloze veldinstrumenten met de gateway zijn besteld, zijn deze reeds geconfigureerd met dezelfde netwerk-id en aankoppelingscode. Nadat de veldinstrumenten zijn ingeschakeld, verschijnt deze op het draadloze netwerk en kan de communicatie worden gecontroleerd via het tabblad Explore (verkennen) van de internetinterface. De tijd die nodig is om het netwerk tot stand te brengen hangt af van het aantal instrumenten. Raadpleeg voor meer gedetailleerde installatie-instructies de naslaghandleiding van de Smart Wireless Gateway (publicatienummer 00809-0200-4420). Bel voor ondersteuning met betrekking tot software en integratie het wereldwijde servicecentrum van Emerson. Wereldwijd servicecentrum van Emerson Ondersteuning met betrekking tot software en integratie: Verenigde Staten: 1 800 833 8314 Internationaal: 63 2 702 1111 17

Productcertificeringen Goedgekeurde productielocaties Rosemount Inc. - Chanhassen, Minnesota, VS Emerson Process Management GmbH & Co. - Karlstein, Duitsland Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited - Singapore Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Limited - Beijing, China Naleving van regelgeving voor telecommunicatieapparatuur Alle draadloze instrumenten dienen te worden gecertificeerd om te waarborgen dat ze voldoen aan de regelgeving inzake gebruik van het RF-spectrum. Dit type productcertificering is in bijna alle landen vereist. Emerson werkt wereldwijd samen met overheidsinstanties om producten te leveren die volledig in overeenstemming zijn met de geldende regelgeving, zodat het risico wordt weggenomen dat met het gebruik van draadloze instrumenten wettelijke richtlijnen en/of wetgeving zouden worden overtreden. FCC en IC Dit instrument voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden: Dit instrument mag geen schadelijke storing veroorzaken. Dit instrument moet alle ontvangen storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat het instrument op ongewenste wijze werkt. Dit apparaat moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten minste 20 cm bedraagt. Normale locatiecertificering voor FM De gateway is volgens de standaardprocedure door FM onderzocht en getest, waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten. FM is een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA). Informatie over richtlijnen van de Europese Unie Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EG-verklaring van overeenstemming. De meest recente revisie van de EG-verklaring van overeenstemming is beschikbaar op www.rosemount.com. 18

Noord-Amerika N5 FM divisie 2, niet-vonkend Certificaat: 3028321 Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D. Stofontstekingsbestendig voor klasse II, III, divisie 1, groep E, F en G. Behuizing type 4X Temperatuurcode: T4 (-40 C T a 60 C) Canadian Standards Association (CSA) Europa N6 CSA-divisie 2 Certificaat: 1849337 Geschikt voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D. Installeren conform Rosemount-tekening 01420-1011. Temperatuurcode: T4 (-40 C Ta 60 C) CSA-behuizingstype 4X N1 ATEX-type n Certificaat: Baseefa 07ATEX0056X ATEX-markering: Ex II 3 G Ex na IIC T4, (-40 C T a 65 C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan één gigaohm. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek. 2. Het toestel kan de 500V-isolatietest die vereist is volgens bepaling 9.4 van EN 60079-15:2005 niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie van het toestel rekening worden gehouden. ND ATEX stof Certificaat: Baseefa 07ATEX0057X EX II 3 D Ex tc IIIC T135 C Dc, (-40 C T a 65 C) V max = 28 V Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X): 1. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 GΩ. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden schoongewreven of gereinigd met een droge doek of oplosmiddelen. N7 IECEx-type n Certificaat: IECEx BAS 07.0012X Ex na IIC T4 Gc, T4 (-40 C T a 65 C) Nominale spanning: 28 V 19

Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Het toestel kan de 500V-isolatietest niet doorstaan die is vereist volgens artikel 6.8.1 van IEC 60079-15: 2005. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden. 2. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan één gigaohm. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek. NF IECEx stof Certificaat: IECEx BAS 07.0013 Ex tc IIIC T135 C Dc, (-40 C T a 65 C) V max = 28 V Brazilië I2 INMETRO intrinsieke veiligheid Neem contact op met fabrikant voor beschikbaarheid. Combinatie KD Combinatie van N5, N6 en N1 20

Afbeelding 9. EG-verklaring van overeenstemming voor Smart Wireless Gateway 21

22

23

EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1067 Rev. J Wij, Rosemount Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 VS verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product Rosemount 1420 Wireless Gateway vervaardigd door Rosemount Inc. 12001 Technology Drive en 8200 Market Boulevard Eden Prairie, MN 55344-3695 Chanhassen, MN 55317-9687 VS VS waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, welke staan vermeld in het bijgevoegde schema. De aanname van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van de geharmoniseerde normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Gemeenschap, zoals vermeld in het bijgevoegde schema. Vice President of Global Quality (functie in blokletters) Kelly Klein (naam in blokletters) 10 mei 2013 (datum van uitgifte) 24

Schema EG-verklaring van overeenstemming RMD 1067 Rev. J EMC-richtlijn (2004/108/EG) EN 61326-2-3: 2006 Richtlijn radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (1999/5/EG) Alle modellen met bedrijfsfrequentie en protocolcode A1 EN 301 489-17: V1.4.1 2002 EN 60950-1: 2001 EN 300 328 V 1.6.1 (2004-11) Land Bulgarije Italië Noorwegen Roemenië Beperking Algemene toestemming vereist voor buitengebruik en voor gebruik in het openbaar Algemene vergunning vereist voor gebruik buiten eigen erf Beperking mogelijk in het geografische gebied binnen een straal van 20 km van het centrum van Ny-Alesund Te gebruiken op secundaire basis. Individuele vergunning vereist. Alle modellen met bedrijfsfrequentie en protocolcode A3 en optie WL voor op afstand gemonteerde antenne EN 301 489-17: V2.1.1 EN 61010-1: 2001 tweede editie EN 300 328 V 1.7.1 (2006-10) ATEX-richtlijn (94/9/EG) Baseefa 07ATEX0056X bescherming certificaat type n Apparatuurgroep II, categorie 3 G: Ex na IIC T4 Gc (-40 C C), Toegepaste geharmoniseerde normen: EN 60079-15: 2010 Overige normen: EN 60079-0:2012 Documentnaam:1420_RMD1067_J_dut.doc Pagina 2 van 3 25

Schema EG-verklaring van overeenstemming RMD 1067 Rev. J Baseefa 07ATEX0057 stofcertificaat Apparatuurgroep II, categorie 3 D: Ex tc IIIC T135 C Dc (-40 C C), Toegepaste geharmoniseerde normen: EN 60079-31: 2009 Overige normen: EN 60079-0:2012 Onderzoekscertificaat type ATEX Baseefa [nummer aangemelde instantie: 1180] Rockhead Business Park, Staden Lane Buxton, Derbyshire SK179RZ Verenigd Koninkrijk Documentnaam:1420_RMD1067_J_dut.doc Pagina 3 van 3 26

27

*00825-0206-4420* 00825-0211-4420, Rev FB Rosemount-hoofdkantoor Emerson Process Management 6021 Innovation Blvd Shakopee, MN 55379, VS +1 800 999 9307 of +1 952 906 8888 +1 952 949 7001 RFQ.RMD-RCC@EmersonProcess.com Regionaal kantoor Noord-Amerika Emerson Process Management 8200 Market Blvd. Chanhassen, MN 55317, VS +1 800 999 9307 of +1 952 906 8888 +1 952 949 7001 RMT-NA.RCCRFQ@Emerson.com Emerson Process Management bv Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland (31) 70 413 66 66 (31) 70 390 68 15 info.nl@emerson.com www.emersonprocess.nl Emerson Process Management nv/sa De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België (32) 2 716 7711 (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be Regionaal kantoor Latijns-Amerika Emerson Process Management 1300 Concord Terrace, Suite 400 Sunrise, Florida 33323, VS +1 954 846 5030 +1 954 846 5121 RFQ.RMD-RCC@EmersonProcess.com Regionaal kantoor Europa Emerson Process Management Europe GmbH Neuhofstrasse 19a P.O. Box 1046 CH 6340 Baar Zwitserland +41 (0) 41 768 6111 +41 (0) 41 768 6300 RFQ.RMD-RCC@EmersonProcess.com Regionaal kantoor Azië/Pacific Emerson Process Management Asia Pacific Pte Ltd 1 Pandan Crescent Singapore 128461 +65 6777 8211 +65 6777 0947 Enquiries@AP.EmersonProcess.com Regionaal kantoor Midden-Oosten en Afrika Emerson Process Management Emerson FZE P.O. Box 17033, Jebel Ali Free Zone - South 2 Dubai, Verenigde Arabische Emiraten +971 4 8118100 +971 4 8865465 RFQ.RMTMEA@Emerson.com De standaard leveringsvoorwaarden vindt u op www.rosemount.com/terms_of_sale. AMS en het Emerson-logo zijn gedeponeerde handelsmerken en dienstmerken van Emerson Electric Co. Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Rosemount Inc. DeltaV is een handelsmerk van Rosemount Inc. Microsoft en Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows is een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Mozilla Firefox is een gedeponeerd handelsmerk van The Mozilla Foundation. WirelessHART is een gedeponeerd handelsmerk van de HART Communication Foundation. Alle overige merken zijn het eigendom van de respectieve eigenaars. 2015 Rosemount Inc. Alle rechten voorbehouden.