FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Dienst Gewasbeschermingsmiddelen en Meststoffen Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding DOW AGROSCIENCES B.V. Sneeuwbeslaan 20 Bus 10 2610 WILRIJK TOELATING VAN EEN GEWASBESCHERMINGSMIDDEL IN BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN 1. Algemene bepalingen van de toelating In toepassing van Verordening (EG) Nr. 1107/2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en meer bepaald Art. 53 betreffende afwijkingen in noodsituaties op het gebied van gewasbescherming, en overeenkomstig het advies van het Erkenningscomité voor de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, wordt het product: TELONE II met de hieronder vermelde specificaties en voorwaarden toegelaten als: Insecticide/Nematicide op naam van: DOW AGROSCIENCES B.V. 2. Samenstelling en vorm 2.1. Werkzame stof en gewaarborgd gehalte: 1,3-DICHLOORPROPEEN, 1158 g/l 2.2. Formuleringstype: AL (vloeistof voor toepassing zonder verdunning) 3. Indeling en op het etiket aan te brengen speciale vermeldingen Onverminderd de bepalingen betreffende de etikettering en verpakking van het K.B. van 28/02/1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik moeten de volgende gegevens op het etiket aangebracht worden: 1/5
3.1. Gevarencategorie: giftig, irriterend, sensibiliserend, ontvlambaar en milieugevaarlijk 3.2. De volgende symbolen van Richtlijn 67/548/EEG of van bijlage XIV van het K.B. van 28/02/1994: T, N 3.3. De volgende R- en S-zinnen van bijlage XIII van het K.B. van 28/02/1994: 3.3.1. R10-R20-R24/25-R36/37/38-R43-R51/53-R65 3.3.2. S2-S9-S13-S16-S20/21-S23-S26-S36/37-S42-S35-S61-S62 3.4 De volgende CLP-etikettering conform de Verordening (EG) Nr. 1272/2008: 3.4.1 Signaalwoorden : gevaarlijk 3.4.2. Gevarenpictogrammen en hun GHS-code : GHS06, GHS07, GHS08, GHS09 3.4.3. Gevarenaanduidingen (H-zinnen): H304, H301, H311, H331, H335, H315, H319, H317, H410 3.4.4. Aanvullende informatie (EUH-zinnen): EUH401, EUH210 3.4.5. Veiligheidsaanbevelingen (P-zinnen): P301 + P310, P331, P261, P301 + P330, P280(beschermende handschoenen, beschermende kleding en oogbescherming dragen), P302 + P352, P305 + P351 + P338, P308 + P311, P304 + P340, P102, P270, P501, P403 + P233, P273, P391, P501 3.5. Aantal punten toegekend in toepassing van art.2bis 1 van het KB 14/01/2004 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten: 7 3.6. Andere vermeldingen: - De toegelaten dosis is de laagste dosis waarbij de beste werkzaamheid wordt gewaarborgd in de meeste gevallen. Deze dosis kan worden verlaagd onder verantwoordelijkheid van de gebruiker, bij voorbeeld in gevallen waar weinig schade wordt verwacht. Bij verlaging van de dosis is het niet toegelaten het maximale aantal toepassingen te verhogen, noch de wachttermijn voor de oogst te verkorten. - SPe2: Om het grondwater te beschermen, mogen de producten op basis van 1,3- dichloorpropeen niet meer dan één keer om de twee jaar op hetzelfde perceel worden toegepast. - SP1: Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt. - De gebruiker is verplicht om voor de toepassing van 1,3-dichloorpropeen-houdende producten na te gaan, dat de landbouwpercelen niet in drinkwaterwingebieden gelegen zijn waaruit grondwater wordt onttrokken. In de beschermingszones van type I tot III, die in toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 zijn afgebakend, is het gebruik van de actieve stof 1,3-dichloorpropeen niet toegestaan. Voor het geval dat er voor bepaalde winningen tot op heden geen beschermingszones type III zijn vastgelegd, dient een minimumafstand van 1 km rond de drinkwaterwinning te worden gerespecteerd tot op het moment dat er wel een beschermingszone wordt ingesteld. Deze bepaalt dan het nieuwe gebied waarbinnen het gebruik van 1,3-dichloorpropeen verboden is. 4. Algemene bepalingen Onverminderd de bepalingen voorzien in het K.B. van 28/02/1994 moeten de samenstelling, het formuleringstype, de chemische en fysische eigenschappen alsmede de oorsprong en de zuiverheidsgraad van de werkzame stoffen overeenkomen met de in of bij de aanvraag verstrekte gegevens. 2/5
4.1. Geldigheidsduur van de toelating: vanaf 20/05/2016 tot en met 17/09/2016 4.2. Toegelaten op de markt te brengen hoeveelheid: / 4.3. Verkoop: / 5. Gebruik, gebruiksdosissen en bijzondere toepassingsvoorwaarden: slasoorten (onder aardbeien (open lucht) andijvie, radicchio rosso en suikerbrood (onder veldsla (onder rucola (onder 3/5
tuinkers en andere kiemen en scheuten (onder babyleaf (geoogst tot het stadium 8 bladeren) (onder spinazie (onder snijselder (consumptie bladeren en/of stengels) (onder selderij (bleek-, groene en witte) (onder Algemene opmerking Het product moet geïnjecteerd worden in een bewerkte, fijn kruimelige bodem die vrij is van onverteerbare plantenresten. De toepassing dient te gebeuren bij bodemtemperaturen hoger 4/5
dan 12 C op vochtige grond (minimum 50% vochtigheid). Het product wordt in de grond gebracht op 15-20 cm diepte. Behandelde bodem afdekken met een gasdichte folie. De gasdichte folie moet geplaatst worden net na de toepassing. Een voldoende lange ontgassingsperiode voorzien van de bodem voor het zaaien of het planten. Bij toepassing in kassen, vrij van planten en dieren, moeten deze hermetisch afsluitbaar zijn en mag men deze niet betreden in de eerste 3-4 dagen na toepassing. Bij mistig windstil weer, bij temperatuursinversie of bij verkeerde windrichting moet men de toepassing in volleveld uitstellen. Onder dezelfde condities moet men de verluchting na kastoepassing eveneens uitstellen. Een veiligheidsperimeter moet voorzien worden met behulp van waarschuwingsborden en linten om te verhinderen dat omstaanders zich op minder dan 5 m zouden begeven van behandelde percelen of kassen in de eerste 3-4 dagen na toepassing. De Staat kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor ongevallen die zouden voorkomen door het gebruik van het product waarvoor deze toelating is afgeleverd. Zij wordt toegekend onverminderd de schikkingen getroffen door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg betreffende de fabricage en het gebruik van giftige of schadelijke stoffen. Namens de Minister, ir Olivier GUELTON Celhoofd Toelatingen 5/5