Dow AgroSciences 20 L. DowAgroSciences PANIC * MILIEUGEVAARLIJK HERBICIDE DEZE VERPAKKING IS BEDRIJFSAFVAL

Vergelijkbare documenten
BIJLAGE I bij het besluit d.d. 19 oktober 2012 tot afgeleide toelating van het middel Roundup Ultimate, toelatingnummer N

Touchdown Quattro, N W.1

AgriChem Glyfosaat 2 TOELATINGSNUMMER : N W4 AARD VAN HET PREPARAAT : MET WATER MENGBAAR CONCENTRAAT UN 3082

Bijlage I bij de beslissing op bezwaar d.d. 4 mei 2011 inzake Roundup Evolution (11228 N) WGGA W5 WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

ring kan een speciaal daarvoor geschikte kleurstof aan de spuitoplossing toegevoegd worden. * 19. Onder vangrails en rondom verkeersborden, bermpalen

Dow AgroSciences. Matos 20 L HERBICIDE SYSTEMISCH ONKRUIDBESTRIJDINGSMIDDEL VOOR GEBRUIK IN DE LANDBOUW EN ALGEMEEN ONDERHOUD

Bijlage I bij de beslissing op bezwaar d.d. 4 mei 2011 inzake Roundup Evolution (11228 N) WGGA (W5) WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Noodtelefoonnummer.: (24 u. / 24 u.)

D i on t d de oc co rh um e py v en i ri g t gh aa is t n + Niet selectief systemisch onkruidbestrijdingsmiddel Voor gebruik in: - Algemeen onderhoud

Dow AgroSciences. DowAgroSciences PRIMUS * UN L PET DEZE VERPAKKING IS BEDRIJFSAFVAL MILIEUGEVAARLIJK HERBICIDE P

HERBICIDE Systemisch onkruidbestrijdingsmiddel voor gebruik in de landbouw en algemeen onderhoud. Panic Free - TOELATINGSNUMMER: 13186N

Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld zoals wettelijk is voorgeschreven.

Touchdown Quattro WG en aanbevelingen, N

Clinic 5+10 Book NL: :23 Uhr Seite 1

HERBICIDE. Systemisch onkruidbestrijdingsmiddel voor gebruik in de landbouw en algemeen onderhoud

PECIMEN. Gebruiksaanwijzing hier openen. Informatie over het gebruik en dosering zie binnenin wettelijk gebruiksvoorschrift en aanbevelingen

Dow AgroSciences. Primstar 5 L PET IRRITEREND MILIEUGEVAARLIJK UN 3082

Het Toelatingsbeleid en de beschikbaarheid van middelen in de toekomst

Dow AgroSciences 5 L HPE. DowAgroSciences KERB FLO * P DEZE VERPAKKING IS BEDRIJFSAFVAL HERBICIDE

Herbicide. Werkzame stof: Glyfosaat 360 g/l (30,7 % w/w) Aard van het preparaat: Met water mengbaar concentraat (SL) Resistentiegroep: HRAC G9

Let op: niet toepassen in bestaand gazon. Wettelijk gebruiksvoorschrift. Dit etiket is een boekje. Trek deze open rechts onderin.

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende toepassingsgebieden (vo

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende sgebieden (volgens Defi

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 11 december 2012 tot wijziging van de toelating van het middel Imex-glyfosaat 2, toelatingnummer 8597 N (W5)

SPECIMEN GLYPHOGAN ALLROUND 20 L. Herbicide

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende toepassingsgebieden (vo

typographica Herbicide Onkruidbestrijdingsmiddel Use only for corrections X print-pdf (for server upload) B REF: Size: Plan: Date:

Frontier Optima. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. BIJLAGE III WG van het middel Clinic N

400 g/l pendimethalin

EC 200 UN 1993 TEGEN ONKRUIDEN

Frontier Optima. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.3 Productgroep: herbicide Formulering:

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel Roundup Evolution, N W.7.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende sgebieden (volgens Defi

Springbok. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Stomp 400 SC. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer N W.22 Productgroep: herbicide Formulering:

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

bentazon WAARSCHUWING

Verigal D TEGEN ONKRUIDEN. inhoud: 5 L e. Batch nr:

herbicide met water mengbaar concentraat

Basagran. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

Actueel WG van het middel Roundup Ultimate W.3. 9 mei 2018

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Niet-selectief herbicide in diverse gewassen en doodspuitmiddel in aardappelen.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Voorbeeld. Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen

Quickdown Toelatingsnummer: N W.5 Aard van het preparaat: Emulgeerbaar concentraat Werkzame stof: pyraflufen-ethyl Gehalte: 26,5 G/L Inhoud: 5 l

SPECIMEN GLYPHOGAN ALLROUND. Herbicide. Werkzame stof: Glyfosaat 360 g/l (30,8 % w/w) Aard van het preparaat: Vloeistof Resistentiegroep: HRAC G9

5 L Powertwin is een geregistreerd handelsmerk. Herbicide. Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden

Herbicide. Contactwerking én lange nawerking op onkruiden. Na opkomst bestrijding van breedbladigen, straatgras en windhalm

Een onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van suiker- en voederbieten, graszaad, graszoden en cichorei. W10 : N

Agrichim Glyfosaat 360

Stomp 400 SC. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

SPECIMEN BELVEDERE TRIPEL 5 L. Herbicide. Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

TRAMAT 200 EC. Herbicide. Toelatingsnr N. NL vsHVoorbeeld

SPECIMEN. Herbicide. Uniek en vertrouwd tegen onkruid in aardappelen

Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.

SPECIMEN POWERTWIN. 5 L Powertwin is een geregistreerd handelsmerk van. Herbicide. Werkzame stof: Gehalte:

waterschap Ambtelijke ondersteuning: Mevrouw Meuter, projectmanager

Regalis Plus. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

Een onkruidbestrijdingsmiddel in teelt van suiker- en voederbieten, graszaad- en graszodenteelt en cichorei : 500 G/L : HERBICIDE

Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.

Stomp 400 SC. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

SPECIMEN SULCOGAN 300 SC. Herbicide

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Regalis Plus. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.1. Water dispergeerbaar granulaat WAARSCHUWING. Gevarenaanduidingen:

Bromotril 5 L HERBICIDE. Na-opkomst bestrijding van breedbladige onkruiden. De effectieve bestrijder van breedbladige onkruiden

AGRICHEM PIRIMICARB W1 TOELATINGSNUMMER

Butisan S. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer 8660 N W.9 Productgroep: herbicide Formulering: vloeistof Werkzame stof:

Boxer WG en aanbevelingen, N W.10 bij etiketinstructie versie 10

Toki. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

Agrichem MCPA. AgriChem bv Industrieterrein Weststad Koopvaardijweg CV Oosterhout (NL) Tel: Fax: AGRICHEM MCPA

Voor-opkomst langwerkend herbicide tegen eenjarige breedbladige onkruiden in winterkoolzaad, consumptieaardappel en zetmeelaardappel

Goltix SC TEGEN ONKRUIDEN. inhoud: 5 L e

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Toelatingsnummer: Aard van het preparaat

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Oikos. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

Fungicide. Schimmelbestrijding van pootgoed gedurende de bewaring. Voor gebruik in pootaardappels zoals gespecificeerd in de gebruiksaanwijzing.

Pyramin DF. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.8

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Kontakt 320 SC. (320 g/l fenmedifam) tegen onkruiden

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende sgebieden (volgens Defi

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

SPECIMEN. 5 L Goltix is een geregistreerd handelsmerk van ADAMA Agan Ltd. Herbicide

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Dual Gold 960 EC WG en aanbevelingen, N W.9 bij etiketinstructie versie 9

SPECIMEN ACTIVUS SUPER. Herbicide. Contactwerking èn lange nawerking op onkruiden. Werkzame stof: Gehalte: Pendimethalin 400 g/l (37,5 % w/w)

SPECIMEN BANJO FORTE. 10 L Banjo is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide. Krachtig tegen phytophthora, beschermend voor blad en knol

Setanta Flo Toelatingsnummer: W1 Aard van het preparaat: Suspensie concentraat Werkzame stof: propyzamide Gehalte: 400 g/l Inhoud: 5 l

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Transcriptie:

DowAgroSciences PANIC * HERBICIDE SYSTEMISCH ONKRUIDBESTRIJDINGSMIDDEL VOOR GEBRUIK IN DE LANDBOUW EN ALGEMEEN ONDERHOUD TOELATINGSNUMMER: 12639N Werkzame stof: glyfosaat Gehalte: glyfosaat 360 g/l, SL met water mengbaar concentraat B.V. Postbus 522 NL4530 AM Terneuzen, Nederland Tel.: 0115 67 43 20 Fax: 0032 3 457 07 73 *Trademark of LLC 20 L DEZE VERPAKKING IS BEDRIJFSAFVAL MILIEUGEVAARLIJK BIJZONDERE GEVAREN: R51/53 Giftig voor in het water levende organismen: kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN: S36/37 Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding. S61 Voorkom lozing in het milieu. Gedistribueerd door:

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als: a. Onkruidbestrijdingsmiddel: op tijdelijk onbeteeld land, alsmede op akkerranden; in de teelt van uien, bieten, aardappelen en bloembollen, mits toegepast voor opkomst; in de teelt van graangewassen en droog te oogsten erwten en bonen, mits toegepast kort voor de oogst op een afgerijpt gewas; in de teelt van fabrieks- en consumptie-aardappelen, mits toegepast wanneer het loof volledig is afgestorven; in weilanden, waarin geen vee aanwezig is, ten behoeve van doorzaai of herinzaai, dan wel inzaai of planten van een ander gewas; in de fruitteelt onder appel- en perenbomen; in de teelt van asperges; in de meerjarige teelt van narcissen; in de teelt van kerstsparren; in de bosbouw tegen Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina), mits niet op vruchtdragende bomen en struiken wordt gespoten en geen bramen en/of bosbessen worden geraakt; in de teelt van land- en tuinbouwgewassen en in weg- en plantsoenbeplanting met behulp van onkruidbestrijkers, mits de toepassing zodanig plaatsvindt dat het gewenst gewas niet wordt geraakt met het middel, de apparatuur niet druipt en de vloeistof niet van de behandelde onkruiden afloopt; voor pleksgewijze toepassing in land en tuinbouwgewassen, met uitzondering van natte teelten, in grasland en in openbaar groen; onder vangrails, rond verkeersborden, bermpalen en andere wegbebakeningen, alsmede op de grensstrook met een breedte van max. 25 cm tussen wegen of paden en de daarlangs liggende bermen. b. Bestrijdingsmiddel voor het doden van: gras, rogge of gerst als dekvrucht op stuifgevoelige gronden in de bloembollenteelt en de akkerbouw; dekvruchten op erosiegevoelige gronden in de akkerbouw; als groenbemester geteelde gewassen; gewassen uit fytosanitaire overwegingen op aanwijzing van de directeur van de Plantenziektenkundige Dienst. c. Middel voor behandeling van stobben van afgezette bomen en struiken Veiligheidstermijn De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 7 dagen voor afgerijpte graangewassen en droog te oogsten erwten en bonen. 28 dagen voor overige consumptiegewassen, m.u.v. asperges en aardappelen waarvoor geen veiligheidstermijn geldt. Dit gewasbeschermingsmiddel is met de grootste zorg ter voldoening aan de hoogste eisen vervaardigd. Het is toegelaten door het CTB (College voor Toelating van Bestrijdingsmiddelen). Wij kunnen echter onderzijds bepaalde resultaten niet garanderen. Voorts kunnen wij geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor verlies, schade of andere nadelige gevolgen, welke direct of indirect kunnen voortvloeien uit het gebruik, het vervoer en/of het in voorraad hebben van dit middel. GEBRUIKSAANWIJZING Algemeen Panic is een niet-selectief bladherbicide met systemische werking. Het middel heeft geen werking via de grond. Het werkt tegen éénjarige en overblijvende grasachtige en tweezaadlobbige onkruiden zoals kweekgras, riet, fioringras, aardappelopslag, klein hoefblad, akkerdistel, akkermunt, veenwortel, knolcyperus, kleefkruid, muur en varkensgras. Minder gevoelig zijn paardestaart, klaver, wikkesoorten en moerasandoorn. Mossen worden niet bestreden. De onkruiden worden zowel in een jong als in een ouder stadium bestreden. De werking is het beste als de onkruiden voldoende blad hebben ontwikkeld en niet zijn beschadigd door ziekten en plagen. De toepassing heeft het beste resultaat tijdens niet te warm, bewolkt weer met een hoge luchtvochtigheid. Het middel dient niet te worden toegepast als er kans is op aanhoudende vorst of als er binnen 4 à 6 uur na toepassing kans bestaat op regen. Tijdens de toepassing van het middel dienen gewas en onkruid bij voorkeur droog te zijn. Het middel kan in zeer geringe hoeveelheden al schade doen aan te sparen gewassen, de toepassing dient daarom zeer zorgvuldig te geschieden. Gebruik in dit verband een middelmatige of grove druppelgrootte. Waarschuwing Indien een grote hoeveelheid bladmassa wordt doodgespoten (bijvoorbeeld bij grasland, groenbemesters, stuifdek of zware bezetting onkruiden) en vervolgens nog niet afgestorven wordt ingewerkt of ondergeploegd, kan dit schade geven aan de direct daarop gezaaide geplante of gepote gewassen. Wacht daarom tot deze massa volledig is afgestorven en geen groene delen meer zichtbaar zijn, voordat het wordt ingewerkt of ondergeploegd voorafgaand aan zaaien, planten of poten. Dosering Tegen éénjarige onkruiden: 2 4 l/ha Tegen overblijvende grassen: 3 4 l/ha Tegen overblijvende tweezaadlobbige onkruiden: 4 6 l/ha Bij pleksgewijze toepassing: 2% spuitconcentratie (20 ml middel in 1 liter water) Overige selectieve toepassingen: zie het betreffende toepassingsgebied. Watervolume 200 400 liter per ha is aan te bevelen (code 2M-4G). Lagere watervolumes kunnen worden gebruikt, als de spuitapparatuur hiervoor geschikt is.

Bereiding spuitvloeistof De tank half vullen met water, de roerinrichting starten, de juiste hoeveelheid middel toevoegen en al roerend de tank verder vullen. Belangrijk Vorstvrij opslaan. De spuit voor en na gebruik onmiddellijk grondig schoonmaken. Voorkom drift, spuit met lage druk, houd rekening met de windrichting. TOEPASSINGEN Tijdelijk onbeteeld land Stoppel, braakliggend bloembollenland en terreinen die bestemd zijn voor beplantingen, alsmede op de ploegvoor. Grondbewerking: bij bestrijding van vnl. éénjarigen 1 2 dagen na toepassing; bij vnl. overblijvende onkruiden 1 week na toepassing. Zaaien en planten: Na grondbewerking kan onmiddellijk worden gezaaid of geplant. Bij toevoeging van voor dit doel toegelaten hulpstoffen kan het middel in dosering verlaagd worden, doch een minimum is vereist; tegen kweek: 3 l/ha tegen overblijvende tweezaadlobbigen: 4 l/ha Akkerranden Toepassing: gedurende het gehele groeiseizoen. Niet spuiten op sloottaluds en het gewas niet raken. Voor opkomst van uien, bieten, aardappelen en bloembollen Tegen reeds bovenstaande onkruiden. Niet later toepassen dan enkele dagen voor de opkomst van de genoemde gewassen. De grond mag nog niet breken. Kort voor de oogst in afgerijpte graangewassen en droog te oogsten erwten en bonen Granen: de behandeling uitvoeren wanneer het graangewas geheel is afgerijpt; vlagblad geheel om de stengel geplooid; graankorrel deegrijp en minder dan 30% vocht bevat; het stro geheel geel is doch de knopen nog groen-geel zijn. Erwten en bonen (veldbonen en stambonen): De behandeling uitvoeren op een afgerijpt gewas wanneer de zaden minder dan 30% vocht bevatten. Opmerkingen: 1. Het behandelde graanstro kan na spoelen (bijv. een week in de regen) gebruikt worden voor alle doeleinden. 2. Grondbewerking, na verwijderen/hakselen van stro, kan onmiddellijk uitgevoerd worden. 3. Alle gewassen kunnen direct ingezaaid worden. In fabrieks- en consumptie-aardappelen na volledig afsterven van het loof Als het loof van de aardappelen is doodgespoten of van nature volledig afgestorven is. Om het middel voldoende gelegenheid te geven in te werken op de onkruiden, dient niet later dan 1 week voor de oogst te worden gespoten. Doodspuiten van stuifdek rogge, gerst of gras Rogge, gerst of gras in het najaar gezaaid op stuifgevoelige gronden in de bloembollenteelt of akkerbouw sterft na behandeling langzaam af, waardoor de bodembeschermende functie lang behouden blijft. Overwinterende onkruiden worden tegelijkertijd bestreden. In de bloembollenteelt dient het dekgewas te worden doodgespoten ruim voor de opkomst van de bloembolgewassen. In de akkerbouw kan vanaf één week na de bespuiting in de onbewerkte grond worden gezaaid. Doodspuiten van dekvruchten op erosiegevoelige grond Dekvruchten gezaaid op erosiegevoelige grond sterven na behandeling langzaam af, waardoor de bodembeschermende functie lang behouden blijft en anderzijds inzaai van een nieuw gewas mogelijk wordt. Overwinterende onkruiden worden tegelijkertijd bestreden. Vanaf één week na de bespuiting kan in de onbewerkte grond worden gezaaid. Als groenbemester geteelde grassen Deze toepassing wordt uitgevoerd om bij ondiep onderwerken hergroei in het voorjaar te voorkomen. Toepassing: circa 1 week voor de grondbewerking P0026062403

Doodspuiten van diverse gewassen, indien dit uit fytosanitaire overwegingen noodzakelijk wordt geacht Dosering: indien volvelds moet worden gespoten 6 8 l/ha; bij pleksgewijze toepassing: 2% spuitconcentratie (200 ml middel in 10 liter water) Grasland Ter bestrijding van kweekgras en andere ongewenste vegetaties bij graslandvernieuwing. Na maaien of beweiden, wachten met spuiten tot het kweekgras weer 10 15 cm lang is, of 4 6 bladeren heeft. a. Doorzaaien (zonder grondbewerking) 1 week na de bespuiting kan zonder grondbewerking met een speciale doorzaaimachine worden gezaaid. Om een goede aanslag van het jonge gras te verkrijgen is het nodig om het bespoten gras af te maaien en te verwijderen. Dit gras mag na 5 dagen afgegraasd of afgemaaid en als kuilvoeder, of als hooi vervoederd worden. b. Herinzaaien, inzaaien of planten van een ander gewas. Na de toepassing 1 week wachten voor een grondbewerking wordt uitgevoerd. Het afstervende plantenmateriaal moet goed door de grond worden gewerkt alvorens wordt gezaaid of geplant. In de fruitteelt onder appel- en perenbomen Toepassen op de zwartstrook vanaf 1 februari tot uiterlijk 1 juli onder bomen welke minimaal drie jaar vaststaan. Menging met een bodemherbicide verdient bij de eerste toepassing in het voorjaar aanbeveling. Opmerkingen: Bladeren, takken, onverhoute bast, alsook stoot- en snoeiwonden niet met de spuitvloeistof raken. Na het snoeien acht dagen wachten met de toepassing om eerst de snoeiwonden te laten verdrogen; Wortelopslag mag wel worden geraakt. In asperges Voor, tijdens en na de periode van steken, mits het gewas nog niet is opgekomen. De grond mag ook nog niet breken. Tweejarige teelt van narcissen Alleen toepassen als het loof volledig is afgestorven en voordat nieuwe uitloop begint. Het beste tijdstip ligt tussen half augustus en half september. In kerstsparren Volvelds over het gewas toe te passen in tenminste 2 jaar oude aanplantingen van Picea abies en P. excelsa. Toepassing: In het najaar vanaf het moment dat het jonge schot van de kerstsparren geheel is verhout. In de bosbouw ter bestrijding van Amerikaanse Vogelkers uitsluitend op één- à tweejarige loten die geen bessen dragen en niet hoger zijn dan 1,50 m; goede bevochtiging van de bladeren is nodig, zonder afdruipen; spuiten vanaf half augustus tot eind september. Bramen, bosbessen en houtopstand mogen niet worden geraakt, ook moet bevochtiging van de niet verhoute delen van andere gewenste soorten worden voorkomen. Concentratie: 1% oplossing (100 ml middel in 10 liter water). Stobbenbehandeling Verse zaagvlakken van afgezette bomen insmeren met de bokkepoot of bespuiten met een 5% oplossing (500 ml middel in 10 liter water) om uitlopen te voorkomen. Ter markering kan een kleurstof toegevoegd worden. Bij het bespuiten van de stobben (werken met één dop) dient te worden voorkomen dat de omringende vegetatie wordt geraakt. Stobben niet behandelen als ze voorkomen tussen niet afgezette bomen van dezelfde soort, omdat door systemische werking via met elkaar vergroeide wortels schade kan optreden. In land- en tuinbouwgewassen, grasland alsmede in weg- en plantsoenbeplanting met behulp van onkruidbestrijkers Pleksgewijze en/of selectieve bestrijding van éénjarige en overblijvende onkruiden inclusief aardappelopslag met behulp van speciaal voor dit doel ontwikkelde onkruidbestrijkers. Ter bestrijding van boven het gewas uitstekend onkruid dient er minimaal een hoogteverschil van 10 cm tussen onkruid en gewas te zijn. Ter bestrijding van individuele onkruidplanten en onkruidhaarden tussen het gewas of beplanting kan handapparatuur worden gebruikt.

Ter voorkoming van schade mag het cultuurgewas of de gewenste vegetatie beslist niet in aanraking komen met de oplossing van het middel. Bestrijding van riet in cultuurgewassen wordt afgeraden in verband met kans op schade door guttatievocht. Concentratie: 33% oplossing (1 liter middel oplossen in 2 liter water) Met bepaalde apparatuur (bv. strokenstrijkers tussen gewasrijen) worden lagere concentraties toegepast. Alleen toepassen als het gewas en de onkruiden droog zijn. Resterende oplossing van het middel dient men in apparatuur te laten zitten of na verdere verdunning te gebruiken voor toegelaten bespuitingsdoeleinden. Tijdens opslag en transport moet om de afgevende delen (touw. doek, borstel, spons) van de apparatuur een beschermkap of plastic zak zijn aangebracht zodat contact met de huid uitgesloten is. Pleksgewijze bestrijding van onkruiden in land- en tuinbouw-gewassen, met uitzondering van natte teelten, grasland alsmede in openbaar groen met behulp van handspuitapparatuur Ter bestrijding van wortelonkruiden zoals distels, klein hoefblad, bentpollen, knolcyperus, kweekgras e.d. door middel van een pleksgewijze bespuiting van de onkruiden. Om beschadiging van het gewas te voorkomen is het aanbevolen een afschermkap of andere nauwkeurige doseringsapparatuur te gebruiken. Gewasplanten en/of plantsoenbeplantingen die geraakt worden, sterven af. Ter markering kan een speciaal daarvoor geschikte kleurstof aan de spuitoplossing toegevoegd worden. Concentratie: 2% oplossing (200 ml middel oplossen in 10 liter water) Met nauwkeurige correctie- c.q. selectie-apparatuur (elektronisch of met injectienaaldsysteem) worden hogere concentraties toegepast (tot 20% v/v). Onder en rondom verkeersborden, bermpalen en andere wegbebakingen, alsmede op de grensstrook met een breedte van max. 25 cm tussen wegen en paden en de daarlangs liggende bermen om de ingroei van de bermvegetatie tegen te gaan in het voorjaar (maart april) in combinatie met een bodemherbicide in het najaar (september oktober) REINIGING VAN HET SPUITTOESTEL Het spuittoestel moet onmiddellijk en grondig schoongemaakt worden na gebruik van PANIC, dit om eventuele schade te vermijden op gevoelige gewassen die rond hetzelfde tijdstip met hetzelfde spuittoestel worden behandeld. Gewassen die zéér gevoelig zijn: wortelen, cichorei, suikerbieten, koolgewassen en koolzaad. Deze lijst is niet volledig. TE VOLGEN STAPPEN BIJ HET REINIGEN Ledig het spuittoestel volledig op het behandelde veld. Ledig zowel het spuitvat, de spuitarmen als de leidingen. Reinig onmiddellijk de inwendige en de uitwendige wanden van het spuittoestel met een hogedrukspuit, in geval van polyethyleen of metaalachtige tank, of met een tuinslang. Met de hoge druk is er minder water vereist dan met de klassieke methode zonder druk. Vul daarna het spuitvat met een oplossing die 0,3 l ammoniak 20% bevat per 100 l water. Indien het toestel met hoge druk werd gereinigd, vul het vat voor 1/4; indien het met de tuinslang werd gereinigd, vul het vat dan volledig. Zet het roersysteem aan en laat het product inwerken gedurende 15 minuten. Ledig daarna het spuitvat en de spuitarmen en reinig met proper water. In alle gevallen, steeds de spuitdoppen en de filters demonteren en grondig reinigen in een emmer met goede afwaszeep. Het spoelwater verspreiden over de grasachtige teelt. EERSTE-HULP-MAATREGELEN Geen drinken geven of braken opwekken, als het slachtoffer bewusteloos is. Inslikken: geen braken opwekken. Waarschuw een arts. De beslissing om al dan niet braken op te wekken moet door een arts genomen worden. Contact met de ogen: de ogen grondig spoelen met water gedurende meerdere minuten. Contactlenzen na de eerste 1 2 minuten verwijderen en verder spoelen gedurende enkele minuten. Indien effecten optreden, een arts raadplegen, bij voorkeur een oogarts. Huidcontact: afspoelen onder stromend water of onder de douche, gebruik zeep als deze beschikbaar is. Was verontreinigde kleding alvorens deze opnieuw te gebruiken. Inademen: naar de frisse lucht vervoeren. Raadpleeg een arts. Aanwijzing voor de arts: geen specifiek antidotum. Waarschijnlijke symptomen van inslikken zijn misselijkheid, overgeven en diarree. Ondersteunende behandeling : behandeling volgens het oordeel van de arts, rekening houdend met de symptomen bij de patiënt. CLASSIFICATIE INFORMATIE Gevarensymbolen: N : milieugevaarlijk Bijzondere gevaren: R51/53 Giftig voor in het water levende organismen: kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Veiligheidsaanbevelingen: S36/37 Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding. S61 Voorkom lozing in het milieu. Bevat: glyfosaat