Leidraad invordering gemeentelijke belastingen Eindhoven 1e halfjaar 2016

Vergelijkbare documenten
Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Westland 2015

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Oldebroek

Leidraad invordering Gemeentelijke Belastingen 1

LEIDRAAD INVORDERING BELASTINGEN GEMEENTE TILBURG

Vaststelling Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Bijlage bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 18 december 2018.

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2015 GEMEENTE WAALWIJK

Leidraad Invordering 2009 Gemeente Breda

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen,

Inhoudsopgave. Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen. Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen... 1

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen gemeente Drechterland

Naam Leidraad (beleidsregel) invordering gemeentelijke belastingen 2014

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2013

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2018 GEMEENTE WAALWIJK

Gemeente Amersfoort Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2012

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Westland 2009

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2012

Gemeente Amersfoort Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2016

Artikel 6 Reikwijdte van de wet Rente en kosten in het kader van de reikwijdte van de wet 23

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2018 GEMEENTE WAALWIJK

GEMEENTE RIJSSEN-HOLTEN LEIDRAAD INVORDERING PUBLIEKRECHTELIJKE VORDERINGEN

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Bronckhorst 2017

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTEBELASTINGEN KENNEMERLAND ZUID

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen. Gemeente Oldebroek

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied Inleiding Lijst met gebruikte afkortingen Definities

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2015

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Berkelland 2016

Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied Inleiding Lijst met gebruikte afkortingen Definities

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Bollenstreek

Leidraad Invordering gemeente Weesp

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen

Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

CVDR. Nr. CVDR365146_5

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Berkelland 2017

Leidraad Invordering Waterschap De Dommel 2017

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Telefoon Datum 28 november 2012 Fax Kenmerk Contactpersoon D.H.

Versie: 2018 (Wendy Ooijevaar december 2017)

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen GBRD 2010

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Gemeente Rijnwaarden

Leidraad invordering gemeentelijke heffingen 2010

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen

Leidraad Invordering 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

GEMEENTE EDAM-VOLENDAM. Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen 2016

overwegende dat het gewenst is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de invordering van gemeentelijke belastingen;

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Communicatie. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: BECJM01

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

LEIDRAAD INVORDERING BsGW, BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN WATERSCHAPPEN

Leidraad Invordering 2013 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Leidraad Invordering 2014 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2010

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Beleidsbepaling invordering belastingen, leges en rechten in de gemeente Horst aan de Maas

Leidraad Invordering 2008

Beleidsregels Gemeentelijk Belastingkantoor Beuningen, Druten, Groesbeek Heumen, Millingen aan de Rijn en Wijchen.

gelet op de Invorderingswet 1990 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen;

Het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Hof van Twente;

Leidraad Invordering 2018 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Bronckhorst

Leidraad Invordering Hefpunt

Leidraad Invordering AGV 2015

GEMEENTE VA L K E N S WA AR D. De bijgaande Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen gemeente Valkenswaard vast te stellen

Leidraad invordering gemeentelijkeen waterschapsbelastingen 2019

Leidraad Invordering Gemeente Krimpen aan den IJssel 2017

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Leidraad Invordering 2016

Leidraad Invordering 2016 Belastingsamenwerking Sabewa Zeeland

Leidraad Invordering Leeuwarden 2016

CVDR. Nr. CVDR365146_2. Leidraad invordering gemeentelijke belastingen. 15 maart Officiële uitgave van Deventer.

Beleidsregels Munitax 2017

Leidraad invordering van belastingen Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR)

In bijlage I worden alle wijzigingen weergegeven en de gehele gewijzigde leidraad is als bijlage II toegevoegd.

Leidraad Invordering 2017 Gemeente Oirschot

7.6. Afboeking betaling op bestuurlijke boeten waarvoor uitstel van betaling is verleend Afboeking van betalingen door

CVDR. Nr. CVDR359490_1. Leidraad invordering gemeentelijke belastingen gemeente Putten. 22 mei Officiële uitgave van Putten.

Artikel 5 23 Artikel 6 Reikwijdte van de wet Rente en kosten in het kader van de reikwijdte van de wet 24

GEMEENTEBLAD. Nr Leidraad Invordering juli Officiële uitgave van de gemeente Laren. Gemeente Laren

Leidraad Invordering SVHW 2015

Leidraad Invordering AGV 2017

Onderwerp: BEC vaststelling leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2013

Leidraad invordering van belastingen Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR)

CVDR. Nr. CVDR354561_1. Beleidsregels Regeling Munitax juli Officiële uitgave van Beuningen.

Leidraad Invordering 2016 Regionale Belasting Groep per 1 januari 2016

Vaststellingsoverzicht

Leidraad invordering GECONSOLIDEERD (t/m wijz 4 e wijziging) van de Belastingsamenwerking West-Brabant. Vaststellingsoverzicht

Onderwerp Vaststelling Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2012

Transcriptie:

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen Eindhoven 1e halfjaar 2016 Leidraad invordering Gemeentelijke Belastingen Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied 13 1.1. Inleiding 13 1.1.1. Lijst met gebruikte afkortingen 13 1.1.2. Definities 14 1.1.3. Reikwijdte beleidsvoorschriften 14 1.1.4. Aansprakelijkgestelden en andere derden 14 1.1.5. Awb en algemene beginselen van behoorlijk bestuur 14 1.1.6. Keuze uit verschillende invorderingsmaatregelen 15 1.1.7. Invorderingsmaatregelen tegen grote bedrijven 15 1.1.8. Voor de invordering minder geschikte dagen 16 1.1.9. Binnenkomst van bescheiden 16 1.1.10. Positie belastingdeurwaarder 16 1.1.11. Bewaren invorderingsbescheiden 17 1.1.12. Verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen 17 1.1.13. Informatieplicht 17 1.1.14. Diplomatieke status 18 1.2. Toepassingsgebied 18 Artikel 2 Begrippen 19 2.1. Woonplaats 19 Artikel 3 Bevoegdheden ontvanger 20 3.1. Fiscale en civiele bevoegdheden 20 3.2. Conservatoir beslag 20 3.2.1. Geen conservatoir beslag dan ook geen versnelde invordering 20 3.2.2. Ontbreken belastingaanslag en conservatoir beslag 20 3.3. Gerechtelijke procedures - toestemming 21 3.3.1 Juridische bijstand 21 3.3.2 Toestemming 21 3.4. Rijksadvocaat 21 3.5. Faillissementsaanvraag 21 Artikel 3a Bevoegdheden ontvanger - strafbeschikking 22 Artikel 4 Bevoegdheid belastingdeurwaarder 23 4.1. Reikwijdte bevoegdheid belastingdeurwaarder 23 4.2. Bescherming 23 4.3. Legitimatie 23 Artikel 5 Bevoegdheid ressort 24 Artikel 6 Reikwijdte van de wet 25 6.1. Rente en kosten in het kader van de reikwijdte van de wet 25 Artikel 7 Betaling en afboeking 26 7.1. Tijdstip betaling 26 7.2. De afboeking van de betaling 26 7.3. Teveelbetaling 26 7.4. Rente en kosten bij afboeking betalingen 27 1

7.5. Het toerekenen van kosten bij meerdere aanslagen 27 7.6. Afboeking betaling bestuurlijke boete waarvoor uitstel van betaling is verleend 27 7.7. Afboeking van betalingen door aansprakelijkgestelden 27 7.8. Betaling bij vergissing 27 7.9. Mededeling afboeking betaling 28 7.10. Betaling van kleine bedragen 28 7.11. Ontvangen bedragen uit de wettelijke schuldsaneringsregeling en faillissement 28 Artikel 7a Uitbetaling van belastingteruggaven 29 7a.1. Aanwijzen rekeningnummer voor uitbetaling 29 7a 2. Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente 29 7a.3. Uitbetalingfouten 29 Artikel 7b Cessie- en verpandingsverbod uitbetalingen inkomstenbelasting 30 Artikel 8 Bekendmaking aanslag 31 8.1. Verzending of uitreiking van het aanslagbiljet in bijzondere situaties 31 8.2. Verzending aanslagbiljetten via TNT-Post (vervallen) 31 8.3. Gehoudenheid tot betalen belastingaanslag en aanslagbiljet 31 8.4. Vooraf uitnodigen erfgenamen tot betalen belastingaanslag 31 Artikel 9 Betalingstermijnen 32 9.1. Afwijking van de betalingstermijnen in geval van voorlopige aanslagen 32 9.2. Afwijking van de betalingstermijnen in geval van voorlopige teruggaven 32 9.3. Uitbetaling voorlopige teruggave in één termijn 32 9.4. Dagtekening aanslagbiljet 32 9.5. Begrippen bij betalingstermijnen 32 9.6. Verzuim ontvanger bij uitbetaling 33 9.7. Regeling betalingstermijnen 33 9.8. Automatische incasso 33 Artikel 10 Versnelde invordering 34 10.1. Reikwijdte versnelde invordering 34 10.2. Vrees voor verduistering en versnelde invordering 35 10.3. Metterwoon verlaten van Nederland en versnelde invordering 35 10.4. Geen vaste woonplaats in Nederland en versnelde invordering 35 10.5. Beslag en versnelde invordering 35 10.6. Verkoop namens derden en versnelde invordering 35 10.7. Vordering ex artikel 19 en versnelde invordering 36 Artikel 11 Aanmaning 11.1. De geadresseerde van de aanmaning 37 11.2. Aanmaning ten onrechte verzonden 37 11.3. Achterwege laten van tussentijdse vervolging en aanmaning 37 11.4. Gedeeltelijke voldoening aan de aanmaning 37 11.5. Betalingsherinnering 37 11.6. Aanmaning bij invordering langs civielrechtelijke weg 38 Artikel 12 Dwangbevel 12.1. Onderwerp van het dwangbevel 39 12.2. Tegen wie verleent de ontvanger een dwangbevel 39 Artikel 13 Betekening van het dwangbevel 40 13.1. Betekening dwangbevel per post 40 13.1.1. Adressering van per post betekende dwangbevelen 40 2

13.2. Betekening dwangbevel door de belastingdeurwaarder 41 13.3. Bijzondere gevallen van betekening dwangbevel 41 Artikel 14 Tenuitvoerlegging van het dwangbevel 42 14.1. Tenuitvoerlegging algemeen 42 14.1.1. Keuze van invorderingsmaatregelen 42 14.1.2. Houding van de belastingdeurwaarder tijdens tenuitvoerlegging 42 14.1.3. Tenuitvoerlegging dwangbevel als de belastingschuldige is overleden 43 14.1.4. Volgorde van uitwinning bij beslag 43 14.1.5. Verhaal op met vruchtgebruik of recht van gebruik bezwaarde zaken 43 14.1.6. Beslaglegging voor vordering van derden 43 14.1.7. Opheffing beslag na gedeeltelijke betaling of voldoening aan voorwaarden 43 14.1.8. Opheffing beslag tegen betaling door een derde 43 14.1.9. Opschorten van de executie 44 14.1.10. Onderhandse verkoop 44 14.1.11. Samenloop opheffing beslag en onderhandse verkoop 44 14.1.12. Strafrechtelijk beslag 44 14.1.13. Invordering en ontnemingswetgeving 44 14.2. Beslag op roerende zaken die geen registergoederen zijn 45 14.2.1. Kennisgeving vooraf en beslag roerende zaken 45 14.2.2. Domiciliekeuze en beslag roerende zaken 45 14.2.3. Aanbod van betaling en beslag roerende zaken 45 14.2.4. Omvang van het beslag op roerende zaken 45 14.2.5. Beslag op roerende zaken van derden 45 14.2.6. Beroep of verzet door een derde tegen inbeslagneming roerende zaken 45 14.2.7. Voldoening zekerheidsschuld door ontvanger en beslag roerende zaken 46 14.2.8. Beslag roerende zaken bij derden 46 14.2.9. Wegvoeren van beslagen zaken 46 14.2.10. Belasting van personenauto s en motorrijwielen en belasting zware motorrijtuigen en beslag roerende zaken 47 14.2.11. Afsluiting en beslag roerende zaken 47 14.2.12. Bewaarder en beslag roerende zaken 47 14.2.13. Executoriale verkoop computerapparatuur 48 14.2.14. Executoriale verkoop zilveren, gouden en platina werken 48 14.2.15. Beslag op illegale zaken 48 14.2.16. Bieden voor rekening van de gemeente en beslag roerende zaken 48 14.2.17. Opheffing van het beslag op roerende zaken 48 14.2.18. Afboeking executieopbrengst verkoop roerende zaken 49 14.2.19. Proces-verbaal van verkoop roerende zaken 49 14.2.20. Gegevensverstrekking omtrent beslag roerende zaken 49 14.2.21 Relaas van onttrekking 49 14.3. Beslag op onroerende zaken 49 14.3.1. Bewaring van in beslag genomen roerende zaken bij beslag onroerende zaken 49 14.3.2. Nieuwe belastingschuld en beslag onroerende zaken 49 14.3.3. Verhuurde of verpachte onroerende zaken 50 14.3.4. Voorwaarden van verkoop van onroerende zaken 50 14.3.5. Opheffing van het beslag onroerende zaken 50 14.4. Beslag onder derden 50 14.4.1. Beslag op vordering van een derde 50 14.4.2. Derdenbeslag of vordering ex artikel 19 50 14.4.3. Roerende zaken bij derden 51 14.4.4. Plaats beslaglegging en derdenbeslag 51 14.4.5. Derdenbeslag op een vordering waar geen beslagvrije voet voor geldt 51 14.4.6. Bij derdenbeslag in gebreke blijven tot het doen van verklaring 51 14.4.7. Bij derdenbeslag niet afdragen na het doen van verklaring 51 3

14.4.8. Afdracht binnen de vierwekentermijn bij derdenbeslag 51 14.4.9. Derdenbeslag op polis van levens- of spaarverzekering of lijfrente 52 14.4.10. Retentierecht en derdenbeslag 52 14.4.11. Opheffing van het derdenbeslag 52 14.4.12. Onverschuldigde betaling en derdenbeslag 52 14.4.13. Derdenbeslag onder de Staat of de ontvanger en het doen van verklaring 52 14.4.14. Derdenbeslag op voorlopige teruggaaf 53 14.5. Beslag op schepen 53 14.5.1. Beletten van het vertrek van het schip 53 14.5.2. De executie van schepen 53 14.5.3. Afgelasting van de verkoop van een schip 53 14.5.4. Deskundige hulp en beslag op schepen 54 14.5.5. Opheffing van het beslag op schepen 54 Artikel 15 Versnelde uitvaardiging en tenuitvoerlegging 55 Artikel 16 Doorlopend beslag 56 16.1 Derdenbeslag op een voorlopige teruggaaf of een voorschot 56 Artikel 17 Verzet tegen tenuitvoerlegging dwangbevel 57 17.1. Schorsing van de invordering bij verzet tegen tenuitvoerlegging dwangbevel 57 17.2. Verzet tegen tenuitvoerlegging van dwangbevel bij onjuiste adressering 57 Artikel 18 ANPR-acties 58 Artikel 19 Doen van een vordering 59 19.1. Vordering algemeen 59 19.1.1. Bekendmaking vordering 59 19.1.2. Voldoen aan de vordering 59 19.1.3. Niet voldoen aan de vordering 59 19.1.4. Intrekken van een vordering 60 19.1.5. Vermindering of vernietiging van de belastingaanslag in relatie tot vordering 60 19.1.6. Doorbreken beslagverboden en vordering 60 19.1.7. Notoire wanbetaler en vordering 60 19.1.8 Vordering ten laste van de echtgenoot 60 19.2. De faillissementsvordering 61 19.2.1. Aan te melden schulden in faillissement 61 19.2.2. Belastingschulden ontstaan gedurende een surséance zijn boedelschulden in faillissement 61 19.2.3. Opkomen in faillissement 61 19.3. Vorderingen met betrekking tot periodieke uitkeringen 62 19.3.1. Overwegen van vordering op periodieke uitkeringen 62 19.3.2. Vooraankondiging van vordering op periodieke uitkeringen 62 19.3.3. Beslagvrije voet en vordering op periodieke uitkeringen 62 19.3.3a Beslagvrije voet en vakantiegeld 62 19.3.4. Informatieverstrekking voor vaststelling beslagvrije voet 62 19.3.5. Belastingschuldige woont in buitenland en beslag periodieke uitkering 63 19.3.6. Verrekening ex artikel 117 Ambtenarenwet 63 19.3.7. Periodieke uitkeringen onder de bijstandsnorm 63 19.3.8. Vordering in relatie tot voorlopige teruggaaf 63 19.4 Beslagvrije voet en overheidsvordering 63 Artikel 20 Lijfsdwang 64 Artikel 21 Voorrecht rijksbelastingen 64 4

Artikel 22 Bodemrecht 65 22.1. Werkingssfeer en reikwijdte bodemrecht 65 22.2. Bodemrecht en bestuurlijke boeten 65 22.3. Overbetekening bodembeslag 65 22.4. Volgorde uitwinning bodembeslag buiten faillissement 66 22.5. Volgorde uitwinning bodembeslag in faillissement 66 22.6. Bodemrecht en insolventie van de derde-eigenaar 66 22.7. Bodemrecht en voorrang 66 22.8. Verzet en beroep 66 22.8.1. Verzet artikel 435, derde lid, Rv tegen bodembeslag 66 22.8.2. Taken met betrekking tot de schriftelijke mededeling ex artikel 435, derde lid, Rv inzake bodembeslag 66 22.8.3. Opschorting verkoop na verzet in rechte tegen bodembeslag 66 22.8.4. Beroepschrift ex artikel 22 van de wet 66 22.8.5. Beroepschriftprocedure ex artikel 22 van de wet 67 22.8.6. Taak van de ontvanger met betrekking tot beroepschrift ex artikel 22, eerste lid, van de wet 67 22.8.7. Beslissing college op het beroepschrift tegen een bodembeslag 67 22.8.8. Onduidelijk bezwaar tegen bodembeslag 67 22.8.9. Samenloop administratief beroep en verzet tegen bodembeslag 68 22.8.10. Criteria voor de beslissing op het beroepschrift ex artikel 22, eerste lid, van de wet 68 22.8.11. Beëindiging operationele lease-overeenkomst 68 22.8.12. Executie en bodemrecht 68 22bis Mededeling 68 Artikel 22a en artikel 23 Verhaal motorrijtuigenbelasting en inkomstenbelasting 69 Artikel 23a Verhaal van belastingaanslagen als gevolg van een toerekening van een afgezonderd particulier vermogen 70 Artikel 24 Verrekening 71 24.1. Wanneer verrekening 71 24.1.1. Verrekening voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting en beslagvrije voet 71 24.2. Betwiste schuld en verrekening 71 24.3. Reikwijdte van de verrekening 71 24.4. Bekendmaking verrekening 72 24.5. Verrekening en fiscale eenheid vennootschapsbelasting 72 24.6. Instemmingsregeling bij cessie en verpanding 72 24.6.1. Geen verrekening bij instemming cessie of verpanding 72 24.6.2. Mogelijkheid van cessie of verpanding uit te betalen bedragen 72 24.6.3. Instemming of weigering met een cessie of verpanding 72 24.6.4. Beroepsprocedure weigeren instemming cessie of verpanding en Awb 73 24.6.5. Bekendmaking beschikking college bij cessie of verpanding 73 24.6.6 Houding ontvanger bij procedure tegen weigeren instemming met cessie of verpanding 73 Artikel 25 Uitstel van betaling 74 25.1. Algemene uitgangspunten uitstelbeleid 74 25.1.1. Houding van de ontvanger tijdens behandeling verzoek om uitstel 74 25.1.2. Toewijzing van het verzoek om uitstel van betaling 74 25.1.3. Redenen afwijzing verzoek om uitstel 74 25.1.4. Redenen beëindigen uitstel 75 25.1.5 Beëindigen van een betalingsregeling met meer dan één termijn 75 25.1.6. Van rechtswege vervallen van een verleend uitstel 75 5

25.1.7. Geen invordering tijdens verleend uitstel 75 25.1.8. Na (afwijzen) uitstel tien dagen wachttijd 75 25.1.9. Uitstel voor een ambtshalve belastingaanslag 76 25.1.10. Uitstel voor een aanslag ter behoud van rechten 76 25.1.11. Uitstel voor een bestuurlijke boete 76 25.1.12. Tijdens uitstel nieuwe aanslagen voldoen 76 25.1.13. Zekerheid bij uitstel 76 25.1.14. Tijdstip indiening verzoek om uitstel 76 25.1.15. Verzoekschriften aan andere instellingen 77 25.2. Uitstel in verband met bezwaar tegen een belastingaanslag 77 25.2.1. Bezwaar tegen hoogte belastingaanslag 77 25.2.2. Bezwaar- en beroepschrift gelden niet als verzoek om uitstel 77 25.2.2.A. Afzonderlijk verzoek om uitstel in verband met een bezwaarschrift 77 25.2.2.B. Ontbrekende gegevens 78 25.2.3. De beslissing op het verzoek om uitstel van betaling 78 25.2.4. Uitstel in verband met een onderlinge overlegprocedure 78 25.2.5. Zekerheid bij uitstel in verband met bezwaar 78 25.2.6. Onherroepelijke invorderingsmaatregelen voor bestreden belastingschuld 78 25.2.7. Verrekening tijdens uitstel in verband met bezwaar 79 25.2.7.A. Nadere voorwaarden bij herbeoordeling verleend uitstel 79 25.2.8. Geen uitstel voor het niet bestreden bedrag 79 25.2.9. Ten onrechte uitstel voor het gehele bedrag van de belastingaanslag 79 25.3. Uitstel in verband met een te verwachten uit te betalen bedrag 80 25.3.1. Uitstel in verband met een belastingteruggaaf en andere uit te betalen bedragen 80 25.3.2. Berekening van het uit te betalen bedrag bij uitstel 80 25.3.3. Beslissing op het verzoek om uitstel in verband met een uit te betalen bedrag 80 25.3.4. Verrekening en uitstel in verband met een te verwachten uit te betalen bedrag 80 25.4. Uitstel in verband met betalingsproblemen 80 25.4.1. Beslissing op een verzoek om uitstel in verband met betalingsproblemen 80 25.4.2. Uitstel en motorrijtuigenbelasting 81 25.4.3. Verrekening tijdens een betalingsregeling 81 25.4.4. Uitstel in verband met faillissement, WSNP en surséance 81 25.5. Betalingsregeling voor particulieren 81 25.5.1. Duur betalingsregeling particulieren 81 25.5.2. Voorwaarden aan betalingsregeling particulieren 82 25.5.3. Kort uitstel particulieren 82 25.5.4. Behandeling verzoek betalingsregeling particulieren 82 25.5.5. Vermogen en betalingsregeling particulieren 82 25.5.6. Betalingscapaciteit en betalingsregeling particulieren 82 25.5.7. Berekening betalingscapaciteit: bijzondere uitgaven 83 25.5.8. Berekening betalingscapaciteit: aflossingsverplichtingen aan derden 83 25.5.9. Berekening betalingscapaciteit: extra inkomsten 83 25.5.10. Belastingschuldige stelt zelf een betalingsregeling voor 83 25.5.11. Betalingsregeling langer dan twaalf maanden 83 25.6. Betalingsregeling voor ondernemers 84 25.6.1. Duur betalingsregeling ondernemers 84 25.6.2. Voorwaarden betalingsregeling ondernemers 84 25.6.3. Uitstelbeleid particulieren geldt voor ex-ondernemers 84 25.6.4. Uitstel voor ondernemers en overheidssteun/subsidie 84 25.7. Administratief beroep 84 25.7.1. Toetsing uitstelbeschikking door het college 84 25.7.2. Beroepsfase uitstel 84 25.7.3. Beslissing college op beroepschrift bij uitstel 85 25.7.4. Niet tijdig beslissen op een verzoek om uitstel 85 25.7.5. Beroep of herhaald verzoek om uitstel bij de ontvanger 85 6

25a Uitstel van betaling exitheffingen 85 25a.1. Beoordeling zekerheid bij uitstel van betaling ter zake van exitheffingen 85 Artikel 26 Kwijtschelding van belastingen 86 26.1. Algemene uitgangspunten kwijtscheldingsbeleid 86 26.1.1. Kwijtschelding van betaalde belastingschulden 87 26.1.2. Het indienen van een verzoek om kwijtschelding 87 26.1.3. Niet ingevuld of onjuist ingevuld verzoekformulier om kwijtschelding 87 26.1.4. Gegevens en normen ten tijde van indiening verzoek om kwijtschelding 87 26.1.5. Toewijzing van het verzoek om kwijtschelding onder voorwaarden 87 26.1.6. Motivering afwijzing van het verzoek om kwijtschelding 88 26.1.7. Na afwijzen kwijtschelding tien dagen wachttijd bij voortzetting invordering 88 26.1.8. Mondeling meedelen afwijzen kwijtschelding 88 26.1.9. Wanneer wordt geen kwijtschelding verleend 88 26.1.10. Begrip 'ex-ondernemer' en kwijtschelding 90 26.1.11. Verzoekschriften aan andere instellingen 90 26.2. Kwijtschelding van belastingen voor particulieren 90 26.2.1. Vermogen en kwijtschelding particulieren 90 26.2.2. De inboedel en kwijtschelding particulieren 90 26.2.3. De auto en kwijtschelding particulieren 90 26.2.4. Saldo op bankrekening en kwijtschelding voor particulieren 91 26.2.5. De eigen woning en kwijtschelding voor particulieren 91 26.2.6. Vermogen van kinderen en kwijtschelding voor particulieren 91 26.2.7. Nalatenschappen en kwijtschelding voor particulieren 91 26.2.8. [vervallen] 92 26.2.9. [vervallen[ 92 26.2.10. Betalingscapaciteit en kwijtschelding voor particulieren 92 26.2.11. Vakantiegeld en kwijtschelding voor particulieren 92 26.2.12. Studiefinanciering en kwijtschelding voor particulieren 93 26.2.13. Bijzondere bijstand/ouderlijke bijdrage en kwijtschelding voor particulieren 93 26.2.14. Betalingen op belastingschulden en kwijtschelding voor particulieren 94 26.2.15. Woonlasten en kwijtschelding van belasting van voorhuwelijkse belastingschulden 94 26.2.15.A. Woonlasten van meerpersoonshuishoudens 94 26.2.16. Uitgaven in verband met onderhoudsverplichtingen en kwijtschelding voor particulieren 94 26.2.17. Kwijtschelding tijdens WSNP 94 26.2.18. [vervallen] 95 26.2.19. Normpremie ziektekostenverzekering begrepen in de bijstandsuitkering 95 26.2.20. Onderhoud gezinsleden in het buitenland 95 26.3.0 Kwijtschelding van belastingen voor ondernemers 95 26.3.1. Kwijtschelding voor ondernemers bij een saneringsakkoord 96 26.3.2. Aansprakelijkheid en kwijtschelding voor ondernemers 96 26.3.3. Voorwaarden tot deelname aan een saneringsakkoord 96 26.3.4. Toepassingsbereik saneringsakkoord 97 26.3.5. Ten minste dubbele percentage en saneringsakkoord 97 26.3.6. Bestuurlijke boeten en saneringsakkoord 97 26.3.7. Rente en kosten en saneringsakkoord 97 26.3.8. Speciale crediteuren en saneringsakkoord 97 26.4. Administratief beroep 98 26.4.1. Administratief beroep tegen de afwijzing van een verzoek om kwijtschelding 98 26.4.2. Herhaald verzoek om kwijtschelding 98 26.4.3. Beroepsfase kwijtschelding 98 26.4.4. Gegevens en normen eerste verzoek om kwijtschelding 99 26.4.5. Beslissing College op beroep bij kwijtschelding 99 26.4.6. Invordering na administratief beroep en herhaald verzoek om kwijtschelding 99 7

26.4.7. Niet tijdig beslissen op een verzoek om kwijtschelding 99 26.5. Voortzetting van de invordering na afwijzing verzoek om kwijtschelding 99 26.5.1. Invordering na afwijzing verzoek om kwijtschelding 99 26.6 Geen verdere invorderingsmaatregelen en afwijzing verzoek om kwijtschelding 100 26.7. Geautomatiseerde kwijtschelding 100 Artikel 27 Verjaring 101 27.1. Versnelde invordering en verjaring 101 27.2. Aansprakelijkgestelden en verjaring 101 27.3. Stuiting van de verjaring 101 27.4. Schorsing van de verjaring 101 27.5. Afstand van verjaring 101 27.6. Rente en kosten en verjaring 102 27.7. Na verjaring geen civiele invordering 102 27.8. Verjaring van belastingteruggaven 102 Artikel 27a Betalingskorting 103 Artikel 28 Invorderingsrente 104 28.1. Cheque buitenland en invorderingsrente 104 28.2. Correctie berekende invorderingsrente 104 28.3. Vermindering terecht in rekening gebrachte invorderingsrente 104 28.4. Verzuim van de gemeente en invorderingsrente 104 28.5. Rente- of schadevergoeding 104 28.6. Kwijtschelding invorderingsrente niet mogelijk 104 28.7. Verminderingen en toepassing artikel 28, zesde lid, van de wet 104 28.8. Drempelbedrag 104 28.c. 104 Artikel 29 Invorderingsrente 105 Artikel 30 Beschikking betalingskorting en invorderingsrente 106 30.1. Beschikking terugnemen betalingskorting 106 30.2. Verzoek tot vermindering rente is bezwaar 106 30.3. Betalingskorting en invorderingsrente: (hoger) beroep en cassatie 106 30.4. Teruggenomen betalingskorting en invorderingsrente: uitstel van betaling 106 30.5. Geen bezwaar mogelijk tegen de niet verleende betalingskorting 106 Artikel 31 en artikel 31a Afwijkingen betalingskorting en invorderingsrente 107 Artikel 32 Samenloop fiscale en civiele aansprakelijkheidsbepalingen 108 32.1. Keuze aansprakelijkheid 108 32.2. Gemeenschapsschulden en aansprakelijkheid 108 Artikel 33 Aansprakelijkheid van bestuurder, leider vaste inrichting, vaste vertegenwoordiger en vereffenaar voor alle belastingen 109 33.1. Leider vaste inrichting en vaste vertegenwoordiger bij aansprakelijkheid 109 33.2. Feitelijke vestiging bij aansprakelijkheid 109 33.3. Lichaam dat is ontbonden bij aansprakelijkheid 109 33.4. Vereffenaar bij aansprakelijkheid 109 33.5. Bestuurder bij aansprakelijkheid 110 33.6. Gewezen bestuurder bij aansprakelijkheid 110 33.7 Disculpatie bestuurders, leiders en vaste vertegenwoordigers 110 Artikel 34 tot en met 47 Specifieke aansprakelijkheidbepalingen voor Rijksbelastingen 111 8

Artikel 48 en artikel 48a Beperking aansprakelijkheid van erfgenamen 112 48.1. Beneficiaire aanvaarding 112 48.2. Invordering ten laste van een erfgenaam blijft achterwege 112 48a Aansprakelijkheid van derden voor uitbetaalde bedragen inkomstenbelasting of omzetbelasting 112 Artikel 49 Formele bepalingen voor aansprakelijkstelling 113 49.1. Aansprakelijkstelling voor bestuurlijke boete 113 49.2. Aansprakelijkstelling voor invorderingsrente 113 49.2a Vooraankondiging aansprakelijkstelling 113 49.3. De aansprakelijkstelling - in gebreke zijn 113 49.3.1. Wanneer in gebreke 113 49.3.2. In gebreke zijn en versnelde invordering 113 49.3.3. In gebreke zijn en een beschikking geen verdere invorderingsmaatregelen 114 49.4. Informatieverstrekking in beschikking aansprakelijkstelling keten- en inlenersaansprakelijkheid 114 49.5. Informatieverstrekking aan aansprakelijkgestelden 114 49.6. Aansprakelijkheid: eerst uitwinning belastingschuldige 114 49.7. Volgorde van aansprakelijkstellen 114 49.8. Bezwaar, beroep, hoger beroep en beroep in cassatie tegen de beschikking aansprakelijkstelling 115 49.8.1. Bezwaar en uitstel van betaling 115 49.8.2. [vervallen] 115 49.9. Overgangsrecht 115 49.9.1. Bij civiele procedure geen invordering of verrekening 115 49.9.2. Wijziging eis 115 Artikel 50 Bezwaar en beroep bij aansprakelijkheid 116 Artikel 51 Conservatoir beslag bij aansprakelijkheid 117 51.1. Conservatoir beslag en uitstel in verband met bezwaar 117 Artikel 52 Betalingstermijn beschikking aansprakelijkstelling 118 52.1. Vermindering van de belastingaanslag en aansprakelijkstelling 118 Artikel 53 Aansprakelijkheid: verhaalsrechten en kwijtschelding 119 53.1. Geen zelfstandige verjaring van de aansprakelijkheidsschuld 119 53.2 Ontslag van betalingsverplichting aansprakelijk gestelde bestuurder en verwijtbaarheid 119 Artikel 54 Mededeling aan de aansprakelijkgestelde 120 54.1. Betaling teruggaaf aanhouden bij aansprakelijkstelling 120 Artikel 55 tot en met 57 Keten- en bestuurdersaansprakelijkheid 121 Artikel 58 Informatieverplichtingen van de belastingschuldige of de aansprakelijkgestelde 122 58.1. Geen invorderingsonderzoek tijdens een gerechtelijke procedure 122 58.2 Gegevens voor invordering van eigen belastingschulden 122 58.3 Invorderingsonderzoek tijdens faillissement 122 Artikel 59 Informatieverplichting: gegevensdragers bij een derde 123 Artikel 60 Formele bepalingen voor de informatieverplichtingen 124 9

60.1. Redelijke termijn voor verstrekken van informatie 124 60.2. Kwaliteit van de gegevens en wijze van verstrekking of beschikbaar stellen 124 Artikel 61 Geen geheimhoudingsplicht bij de informatieverplichtingen 125 61.1. Niet van de administratie gescheiden (beroeps-) vertrouwelijke gegevens 125 Artikel 62 Informatieverplichtingen van de administratieplichtige 126 Artikel 62a Onrechtmatig opgelegde verplichting 127 Artikel 62bis 127 Artikel 63 en 63a Beroep op geheimhouding en verplichtingen jegens ontvanger en medewerker invordering 128 Artikel 63b Bestuurlijke boeten 129 63b.1. Algemene uitgangspunten 129 63b.2. Betalingsverzuim bij aanslagbelastingen 129 63b.3. Verplichting toe te laten dat kopieën e.d. worden gemaakt 129 Artikel 63c Wijziging maximale hoogte verzuimboete 130 Artikel 64 Niet nakomen informatieverplichting: strafmaat voor misdrijf 130 Artikel 65 Opzettelijk niet nakomen informatieverplichting: zwaardere strafmaat 131 65.1. Reikwijdte opzetcriterium bij misdrijf 131 Artikel 65a en artikel 66 Misdrijf of overtreding 132 Artikel 67 Geheimhoudingsplicht 133 67.1. Bekendmaking aan de belastingschuldige 133 67.2. Bekendmaking aan derden in het belang van de invordering 133 67.3. Informatieverstrekking aan gerechtsdeurwaarder over periodieke betalingen 133 67.a. 133 Artikel 68 tot en met 72 Keuze woonplaats bij de invordering van Rijksbelastingen en bodemrecht 134 Artikel 73 Insolventieprocedures 135 73.1. Algemene uitgangspunten insolventieprocedures 135 73.1.1. Aanmelden belastingschulden in WSNP of faillissement 135 73.1.2 Invorderingsmaatregelen tijdens de toepassing van WSNP of faillissement 135 73.1.3. Boedelschulden 135 73.1.4. Proceskostengarantie 135 73.1.5. Belangenbehartiging door de bewindvoerder of de curator 136 73.1.6. Bodemvoorrecht in faillissement en in de WSNP 136 73.1.7. Bodemrecht en insolventie van de derde-eigenaar 136 73.1.8. Uitstel in relatie tot faillissement en WSNP 136 73.1.9. Kwijtschelding in relatie tot faillissement en WSNP 136 73.1.10. Ketenaansprakelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid in relatie tot faillissement en WSNP 136 73.1.11. Toeslagenschuld in relatie tot WSNP en faillissement 136 73.1.12. Verplichtingensignaal in relatie tot WSNP en faillissement 136 73.2. Insolventieprocedure en Wettelijke schuldsanering 136 73.2.1. Kwijtschelding tijdens WSNP 136 73.2.2. Na de toepassing van de WSNP 137 10

73.2.3. De WSNP is beëindigd zonder schone lei of de schone lei is ingetrokken 137 73.2.4 De WSNP is tussentijds beëindigd 137 73.3. Insolventieprocedure en surséance 138 73.3.1. Uitstel en surséance 138 73.3.2. Ketenaansprakelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid in relatie tot surséance 138 73.4. Insolventieprocedure en faillissement 138 73.4.1. Faillissementsaanvraag: algemeen 138 73.4.2. Ontbinding van rechtspersonen in plaats van faillissementsaanvraag 138 73.4.3. Particulieren en faillissement 138 73.4.4. Saneringsaanbod en faillissementsaanvraag 138 73.4.5. Verzoek om uitstel van betaling vóór behandeling faillissementsaanvraag door rechter 139 73.4.6. Toestemming voor faillissementsaanvraag 139 73.4.7. Steunvordering derden voor faillissementsaanvraag 139 73.4.8. Verlenen van steunvordering en faillissementsaanvraag 139 73.4.9. Verzet tegen faillietverklaring 139 73.4.10. Beroep op regresrecht in faillissement 140 73.4.11. Verzending of uitreiking aanslagbiljet bij faillissement 140 73.4.12. Opkomen in faillissement 140 73.4.13. Volgorde uitwinning bodembeslag in faillissement 140 73.4.14. Na de toepassing van het faillissement 140 73.4.15. Opening nationale (secundaire) insolventieprocedure 140 73.4.16. Omzetting faillissement in WSNP 140 73.5. Insolventieprocedure: minnelijke schuldsanering door leden van de NVVK of gemeenten 141 73.5.1. Algemeen 141 73.5.2. Opschorten invorderingsmaatregelen na verzoek MSNP 141 73.5.3. Gevolgen uitstel MSNP voor invorderingsmaatregelen 142 73.5.4. Houding ontvanger tijdens uitstel MSNP 142 73.5.5. Intrekken uitstel gedurende MSNP 142 73.5.6 schuldenaar voldoet aan zijn verplichtingen MSNP 143 73.5.7 Na de toepassing van de MSNP 143 73.5a Insolventieprocedure - minnelijke schuldsanering door anderen dan leden van de NVVK of gemeenten 143 73.6. Insolventieprocedures en akkoorden 144 73.6.1. Buitengerechtelijk akkoord 144 73.6.2. Voorwaarden voor toetreding tot een buitengerechtelijk akkoord 144 73.6.3. Gevolgen buitengerechtelijk akkoord 144 73.6.4. Voorwaarden voor toetreding tot een gerechtelijk akkoord 144 73.6.5. Gevolgen toetreden tot gerechtelijk akkoord 145 73.6.6. Begrip belastingschuld en (buiten)gerechtelijk akkoord 145 73.6.7. Schuldig nalatig en (buiten)gerechtelijk akkoord (Vervallen per 1-1-2011) 145 73.6.8. Gevolgen dwangakkoord 145 73.6.9. Kwijtschelding voor ondernemers bij een saneringsakkoord 145 Artikel 74 Uitstel- en kwijtscheldingsfaciliteiten 146 Artikel 75 Kosten van vervolging 147 75.1. Gevorderde som bevat geen vervolgingskosten 147 75.2. Aan derden toekomende bedragen 147 75.3. Rechtsmiddelen en vervolgingskosten 148 75.4. Verzoek om vermindering vervolgingskosten aanmerken als bezwaar 148 75.5. Niet in rekening brengen van vervolgingskosten 148 75.6. Onverschuldigdheid van vervolgingskosten 148 75.7. Niet-verwijtbaarheid en vervolgingskosten 149 11

75.8. Versnelde invordering en vervolgingskosten 149 75.9. Aansprakelijkgestelden en vervolgingskosten 149 75.10. Geen kwijtschelding van vervolgingskosten 149 75.11. Limitering betekeningskosten dwangbevel 150 Artikel 76 tot en met 79 Douane en invordering, motorrijtuigenbelasting, internationale invordering en invordering Awir 151 Artikel 80 Invordering, Awb en het moment van vaststelling van (naheffings)aanslagen 152 80.1. Tenuitvoerlegging termijndwangbevel 152 80.2. Moment van vaststelling van (naheffings)aanslagen 152 12

Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied Dit artikel bevat de inleiding van de Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de gemeente Eindhoven en het beleid over het toepassingsgebied zoals opgenomen in artikel 1 van de Invorderingswet 1990. 1.1. Inleiding Net als de Leidraad Invordering 2008 van het Rijk 1 (hierna: Rijksleidraad) en de Model-leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de VNG bevat deze leidraad enkel beleidsregels. Werkinstructies zijn niet opgenomen. Bij de opmaak van deze leidraad is aansluiting gezocht bij de Rijksleidraad. Het is echter geen kopie. Daar waar noodzakelijk zijn bepalingen toegevoegd of aangepast aan de specifieke gemeentelijke situatie. Opzet van de Leidraad Voor de indeling in artikelen en subartikelen is aangesloten bij Rijksleidraad. Sommige artikelen uit de Invorderingswet 1990 en onderdelen van de Rijksleidraad treft u echter niet aan. Reden hiervoor is dat deze onderdelen en artikelen niet van toepassing zijn voor gemeenten. Bij diverse artikelen en onderdelen treft u dan ook de opmerking aan: Deze bepaling is niet van toepassing voor gemeenten. Dit is gedaan om de nummering van de originele Rijksleidraad niet te veranderen. De (halfjaarlijkse) wijzigingen van het Ministerie van Financiën kunnen dan sneller gevonden en veranderd worden. Vanwege de leesbaarheid is in deze leidraad het begrip ontvanger in plaats van de wettelijke term gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen 2 gebruikt. Om dezelfde reden wordt in deze leidraad het begrip inspecteur gebruikt in plaats van de wettelijke term gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen 3. In de andere gevallen is gekozen voor de directe vertaling van (Rijks)belastingfunctionarissen naar de lokale benamingen. 1.1.1. Lijst met gebruikte afkortingen Afkorting Omschrijving........................................................... Awb Algemene wet bestuursrecht Awir Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen AWR Algemene wet inzake rijksbelastingen BW Burgerlijk Wetboek FW Faillissementswet MSNP minnelijke schuldsanering natuurlijke personen Rv Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Sr Wetboek van Strafrecht Sv Wetboek van Strafvordering WSF Wet Studiefinanciering 2000 WSNP wettelijke schuldsanering natuurlijke personen Pw Participatiewet 1 Bijlage bij besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M 2 Artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet 3 Artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet 13

1.1.2. Definities - belasting(en): belastingen die door de gemeente worden geheven; - belastingdeurwaarder: de daartoe door het college aangewezen gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel e, van de Gemeentewet; - besluit (het): het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990; - college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente; - echtgenoot: de echtgenoot bedoeld in artikel 3 van de Pw.; - hoger beroep: hoger beroep bij een gerechtshof dan wel, als beroep in cassatie bij de Hoge Raad is ingesteld, cassatieberoep; - inspecteur: de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, met inbegrip van de ambtenaren aan wie ter zake mandaat is verleend door de inspecteur; - ondernemer: de belastingschuldige die een onderneming drijft of zelfstandig een beroep uitoefent; - ontvanger: de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet, met inbegrip van de ambtenaren aan wie ter zake mandaat is verleend door de ontvanger; - particulier: de belastingschuldige die niet als ondernemer wordt aangemerkt; - regeling (de): de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990; - wet (de): de wet van 30 mei 1990 op de invordering van rijksbelastingen (Invorderingswet 1990). Onder de overige in deze leidraad gebruikte begrippen wordt hetzelfde verstaan als de wet daaronder verstaat. 1.1.3. Reikwijdte beleidsvoorschriften Deze bepaling is niet van toepassing voor gemeenten. 1.1.4. Aansprakelijkgestelden en andere derden De invordering met betrekking tot aansprakelijkgestelden en andere derden vindt voor een groot deel op overeenkomstige wijze plaats als de invordering met betrekking tot belastingschuldigen. Omwille van de leesbaarheid is vermeden steeds de aansprakelijkgestelden en andere derden te noemen, zonder dat hiermee wordt beoogd de toepasselijkheid van die voorschriften te beperken. 1.1.5. Awb en algemene beginselen van behoorlijk bestuur In de invordering wordt zoveel mogelijk gehandeld in overeenstemming met de Awb en het Besluit Fiscaal bestuursrecht, ondanks het feit dat artikel 3:40, titels 4.1 tot en met 4.3, artikel 4:125, titel 5.2., de hoofdstukken 6 en 7 en afdeling 10.2.1 Awb niet van toepassing zijn op de wet. Dit betekent onder meer dat de beslistermijnen uit de Awb inclusief de mogelijkheden tot verlenging van toepassing zijn, tenzij de wet, de regeling of deze leidraad anders bepaalt. Voor beschikkingen op aanvraag geldt daarom een termijn van acht weken met de mogelijkheid hiervan af te wijken door een redelijke termijn te noemen (zie artikel 4:13, 4:14 en 4:15 Awb). Voor het beslissen op bezwaarschriften geldt een verdagingstermijn van maximaal zes weken en de mogelijkheid tot verder uitstel in gezamenlijk overleg (artikel 7:10 Awb). Voor het beslissen op beroepschriften bij administratief beroep geldt een verdagingstermijn van maximaal zes weken en de mogelijkheid tot verder uitstel in gezamenlijk overleg (artikel 7:24 Awb). Het uitgangspunt met betrekking tot de Awb-conforme werkwijze geldt niet voor de regeling inzake de dwangsom bij niet tijdig beslissen (artikel 4:17 Awb). Het laatste betekent dat bij de uitvoering van de wet de dwangsom uitsluitend van toepassing is op de volgende gevallen: 14

bezwaarschriften tegen beschikkingen invorderingsrente als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet; bezwaarschriften tegen beschikkingen aansprakelijkstelling als bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de wet; bezwaar- en beroepschriften als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Kostenwet invordering rijksbelastingen bezwaarschriften tegen beschikkingen kostenvergoeding bij een onrechtmatige opgelegde verplichting als bedoeld in artikel 62a, eerste lid, van de wet; bezwaarschriften tegen beschikkingen bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 63b van de wet. Dit betekent dat de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen niet van toepassing is op de volgende gevallen: - verzoeken om uitstel van betaling als bedoeld in artikel 25 van de wet; - verzoeken om kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de wet. Een andere bepaling uit de Awb die van toepassing is bij invordering is artikel 4.84 Awb. Op grond van die bepaling is het mogelijk af te wijken van de beleidsregels zoals die zijn opgenomen in deze leidraad. Dit is gerechtvaardigd als toepassing van die regels voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die de leidraad dient. Dit laatste zal slechts bij hoge uitzondering aan de orde zijn. Het afwijken van beleidsregels leidt in de regel immers tot schending van het gelijkheidsbeginsel. Er moet dus sprake zijn van daadwerkelijk bijzondere omstandigheden op grond waarvan onverkorte toepassing van de leidraad onevenredig nadeel voor de betrokkene zou opleveren. Dit criterium gaat aanzienlijk verder dan een belangenafweging als bedoeld in artikel 3:4 Awb. Naast het zoveel mogelijk handelen in overeenstemming met de Awb moet de ontvanger bij zijn handelen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen, ook als sprake is van privaatrechtelijke handelingen (beslag, executoriale verkoop en dergelijke). Dit betekent onder meer dat als de belastingschuldige aannemelijk heeft gemaakt dat er gegronde twijfels zijn bij de verschuldigdheid van een onherroepelijk geworden belastingaanslag, de ontvanger desgevraagd de belastingaanslag marginaal toetst. Onder een onherroepelijk vaststaande belastingaanslag wordt in dit verband verstaan een belastingaanslag waartegen geen bezwaar of beroep meer open staat en waarvoor evenmin een ambtshalve beoordeling mogelijk is in varband met termijnoverschrijding. Wanneer bij de marginale toetsing blijkt dat een belastingaanslag in materiële zin niet verschuldigd kan worden geacht, neemt de ontvanger voor een dergelijke aanslag geen invorderingsmaatregelen. Onder invorderingsmaatregelen worden niet alleen dwangmaatregelen zoals de tenuitvoerlegging van een dwangbevel, maar ook de verrekening met belastingteruggaven begrepen. Uitgangspunt hierbij is dat de marginale toetsing zich beperkt tot feiten die de ontvanger bekend zijn op het moment dat hij tot invordering overgaat. De verrekening van een belastingaanslag waarvan is gebleken dat die in materiële zin niet verschuldigd is met een belastingteruggave wordt niet ongedaan gemaakt, tenzij het verzoek daartoe heeft plaatsgevonden binnen één maand nadat de verrekening is bekendgemaakt. 1.1.6. Keuze uit verschillende invorderingsmaatregelen Als de invordering op verschillende manieren kan plaatsvinden, heeft de eenvoudigste, snelste en minst kostbare wijze voor de gemeente de voorkeur. 1.1.7. Invorderingsmaatregelen tegen grote bedrijven Als de ontvanger invorderingsmaatregelen wil treffen die het voortbestaan kunnen bedreigen van een bedrijf met meer dan vijftig werknemers, dan vraagt hij daartoe toestemming van het college. Onder een bedrijf wordt in dit verband ook verstaan een geheel van bij elkaar behorende bedrijven of een zelfstandig uitgeoefend beroep. 15

Beslaglegging hoeft niet het hiervoor bedoelde effect te hebben, als de ontvanger op een zodanige wijze kan handelen dat derden daarvan geheel onwetend blijven. De ontvanger vraagt altijd toestemming als: - met de beslaglegging op korte termijn de verkoop van (een deel van) de activa van het bedrijf wordt beoogd; - door de beslaglegging de werkvoorraad en/of geldmiddelen geheel of nagenoeg geheel worden vastgelegd; - derden niet onkundig blijven van de beslaglegging, zoals steeds het geval is bij derdenbeslag; - de ontvanger aan een schuldeiser zodanige inlichtingen omtrent openstaande belastingaanslagen verstrekt, dat deze kunnen dienen als steunvorderingen bij het aanvragen van faillissement door die schuldeiser. 1.1.8. Voor de invordering minder geschikte dagen Onverminderd het bij bepaalde bij of krachtens artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel e, en artikel 18 van de van de wet doet de deurwaarder geen exploten of verricht geen executiehandelingen tussen 20.00 uur s avonds en 07.00 uur s ochtends, op een zondag en op een algemeen erkende feestdag, behalve na een daartoe strekkend verlof van de voorzieningenrechter. De ontvanger zal geen invorderingsmaatregelen nemen tegen particulieren op dagen die daarvoor minder geschikt kunnen worden geacht, als die maatregelen zonder bezwaar naar een later tijdstip kunnen worden verschoven. Deze terughoudendheid geldt bij ondernemers slechts voor zover sprake is van invorderingsmaatregelen die betrekking hebben op bezittingen die tot de privésfeer kunnen worden gerekend. De terughoudendheid geldt niet als de ontvanger een naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 9, achtste lid van de wet terstond invordert. Voor invordering minder geschikte dagen zijn met name: - landelijk of regionaal vrij algemeen erkende feest- en gedenkdagen met inbegrip van de daaraan voorafgaande en de daarop volgende dag - de dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar 1.1.9. Binnenkomst van bescheiden Als aan het indienen van bepaalde bescheiden rechtsgevolgen zijn verbonden dan wel rechten kunnen worden ontleend dan geldt als datum van binnenkomst van die stukken de datum van binnenkomst bij de gemeente. Als de ontvanger in de tussentijd heeft verrekend of dwangmaatregelen heeft genomen ter invordering van de belastingschuld, dan blijven deze gehandhaafd als hij niet van de indiening op de hoogte was en er redelijkerwijs ook niet van op de hoogte kon zijn. Onder dwangmaatregelen moeten in dit verband worden verstaan: alle maatregelen in het kader van de dwanginvordering respectievelijk invordering langs civielrechtelijke weg, en het aansprakelijk stellen van derden. 1.1.10. Positie belastingdeurwaarder Belastingdeurwaarder is een door of namens het college aangewezen ambtenaar van de gemeente, dan wel een als belastingdeurwaarder van de gemeente aangewezen deurwaarder. In de uitoefening van zijn functie is de belastingdeurwaarder bestuursorgaan in de zin van de Awb, dan wel handelt hij onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan (de ontvanger). 16

Als zodanig vervult hij zijn taak zonder vooringenomenheid. Hij gebruikt zijn bevoegdheid niet voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Hij waakt ervoor dat de nadelige gevolgen van zijn handelen niet onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die hij met die handelingen dient. Om misverstanden te voorkomen, meldt de belastingdeurwaarder steeds in welke hoedanigheid hij optreedt en hij legitimeert zich desgevraagd. Op grond van artikel 67 van de wet is het de belastingdeurwaarder verboden om hetgeen hem over de persoon of de zaken van een ander blijkt of wordt meegedeeld - in enige werkzaamheid bij de uitvoering van de wet, of in verband daarmee - verder bekend te maken dan nodig is voor de uitvoering van de wet of voor de heffing van enige rijksbelasting. De leiding van de invordering berust steeds in handen van de ontvanger. Dit brengt met zich mee dat de belastingdeurwaarder de bevoegdheden die hij rechtstreeks ontleent aan de wet en aan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, slechts uitoefent nadat hij daartoe een opdracht van de ontvanger heeft verkregen en zich bij de uitoefening van die bevoegdheden houdt aan diens aanwijzingen. Op grond van artikel 9:1 Awb heeft een ieder het recht om een klacht in te dienen over de wijze waarop de belastingdeurwaarder zich jegens hem of een ander heeft gedragen. Klachten in verband met zijn ambtsuitoefening kunnen worden ingediend bij de ontvanger in wiens opdracht en onder wiens verantwoordelijkheid de belastingdeurwaarder werkzaam is. 1.1.11. Bewaren invorderingsbescheiden De ontvanger bewaart de bescheiden die direct betrekking hebben op de invordering gedurende drie jaar na afdoening, of zoveel langer als het recht tot dwanginvordering van de belastingaanslag die daaraan ten grondslag ligt nog niet is verjaard. De bescheiden die op kwijtschelding betrekking hebben, worden gedurende ten minste drie jaar na de verleende kwijtschelding bewaard, of zoveel langer als redelijkerwijs nog niet kan worden aangenomen dat zij hun belang definitief hebben verloren. Bescheiden die geen betrekking hebben op één of meer bepaalde belastingaanslagen, worden eveneens gedurende ten minste drie jaar bewaard, of zoveel langer als redelijkerwijs nog niet kan worden aangenomen dat zij hun belang definitief hebben verloren. 1.1.12. Verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen Op verzoek van de belastingschuldige of zijn gemachtigde geeft de ontvanger een verklaring af, dat op dat moment geen belastingaanslagen of andere vorderingen openstaan waarvan de invordering aan de ontvanger is opgedragen. Tevens verklaart de ontvanger desgevraagd dat zich in het verleden - voor wat betreft de invordering - geen moeilijkheden hebben voorgedaan. In de verklaring kan de ontvanger nadere bijzonderheden vermelden. De ontvanger zendt de verklaring aan het adres van de belastingschuldige of reikt deze aan hem uit. Toezending of uitreiking aan een ander dan de belastingschuldige blijft achterwege, tenzij de ontvanger zich ervan heeft overtuigd dat die ander tot ontvangst van de verklaring bevoegd is. 1.1.13. Informatieplicht De ontvanger maakt van de bevoegdheden van hoofdstuk VII van de wet enkel gebruik bij een betalingsachterstand, dat wil zeggen als niet is betaald binnen de betalingstermijn(en) die voor de belastingaanslag gelden. De informatieplicht vervalt zodra volledige betaling plaatsvindt. 17

De ontvanger kan altijd gebruik maken van zijn bevoegdheid van hoofdstuk VII als de toepassing van artikel 10 van de wet aan de orde kan komen. 1.1.14. Diplomatieke status De invordering van belastingschulden van personen met een diplomatieke status gebeurt door tussenkomst van de minister van Buitenlandse Zaken. De ontvanger richt een verzoek om bemiddeling rechtstreeks tot: Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Kabinet en Protocol Postbus 20061 2500 EB 's-gravenhage 1.2. Toepassingsgebied Het eerste lid van artikel 1 van de wet regelt het toepassingsgebied van de wet. Het tweede lid bepaalt dat een deel van de Awb niet van toepassing is op de wet. De ontvanger handelt zoveel mogelijk in overeenstemming met de Awb en het Besluit fiscaal bestuursrecht (zie ook artikel 1.1.5 van deze leidraad). 18

Artikel 2 Begrippen In aansluiting op artikel 2 van de wet beschrijft dit artikel het beleid over het begrip 'woonplaats'. 2.1. Woonplaats De begrippen 'woonplaats' en 'plaats van vestiging' hebben bij de uitvoering van de wet niet steeds dezelfde inhoud. Als het gaat om de betekening van stukken of om andere handelingen overeenkomstig het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, sluit de ontvanger aan bij het begrip 'woonplaats' als bedoeld in de artikelen 1:10 en volgende van het BW. Bij de aansprakelijkheidsbepalingen van Afdeling 1 van Hoofdstuk VI van de wet ligt het voor de hand om aan te sluiten bij de begrippen 'woonplaats' en 'plaats van vestiging' die gelden voor de gemeentelijke verordening op grond waarvan de belastingschuld - waarvoor de aansprakelijkheid bestaat - is ontstaan. 19

Artikel 3 Bevoegdheden ontvanger Artikel 3 van de wet geeft een afbakening van de bevoegdheden van de ontvanger. De ontvanger treedt in alle rechtsgedingen die voortvloeien uit de uitoefening van zijn taak als zodanig in rechte op (artikel 3, tweede lid van de wet). De bepalingen van deze leidraad zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de invordering op civielrechtelijke wijze. Dat het bestuurs-orgaan ten aanzien van de invordering ook over de bevoegdheden beschikt die een schuldeiser op grond van het privaatrecht heeft is thans geregeld in artikel 4:124 Awb) In aansluiting op artikel 3 van de wet beschrijft dit artikel het beleid over: - de fiscale en civiele bevoegdheden van de ontvanger; - het leggen van conservatoir beslag; - het vragen van toestemming bij gerechtelijke procedures; - de Rijksadvocaat; - Faillissementsaanvraag 3.1. Fiscale en civiele bevoegdheden De ontvanger beschikt op grond van de wet over diverse specifieke bevoegdheden om een belastingschuld in te vorderen. Daarnaast heeft hij alle bevoegdheden die op grond van enigerlei wettelijke bepaling aan een schuldeiser toekomen. Dit leidt er in veel gevallen toe dat de ontvanger zowel gebruik kan maken van zijn specifieke fiscale bevoegdheden, als van zijn algemene civielrechtelijke bevoegdheden om zijn doel te bereiken. De ontvanger is vrij in de keuze van de invorderingsinstrumenten die hij het meest geschikt acht voor een juiste uitoefening van zijn taak. Als de ontvanger het wenselijk of noodzakelijk acht van fiscale bevoegdheden over te schakelen op civielrechtelijke bevoegdheden of andersom, dan doet hij dit alleen als het belang van de invordering opweegt tegen de belangen van de belastingschuldige en eventuele derden. 3.2. Conservatoir beslag Om de rechten van de gemeente veilig te stellen heeft de ontvanger naast de versnelde invordering de mogelijkheid conservatoir beslag te leggen. Feiten en omstandigheden bepalen de keuze van de ontvanger. 3.2.1. Geen conservatoir beslag dan ook geen versnelde invordering Als de voorzieningenrechter van de rechtbank geen toestemming verleent tot het leggen van conservatoir beslag omdat hij gegronde vrees voor verduistering van de goederen niet aanwezig acht, dan legt de ontvanger niet alsnog om dezelfde reden executoriaal beslag op grond van de artikelen 10 en 15 van de wet. 3.2.2. Ontbreken belastingaanslag en conservatoir beslag Als het niet mogelijk is eerst een belastingaanslag op te leggen, vraagt de ontvanger slechts verlof om conservatoir beslag te leggen aan de voorzieningenrechter als de belasting in redelijkheid materieel verschuldigd geacht mag worden. Het opleggen van de belastingaanslag wordt beschouwd als het instellen van een eis in de hoofdzaak als bedoeld in artikel 700, derde lid Rv. 20

3.3. Gerechtelijke procedures - toestemming 3.3.1 Juridische bijstand Op grond van artikel 3, tweede lid, van de wet treedt de ontvanger zelfstandig in rechte op in rechtsgedingen die voortvloeien uit de uitoefening van zijn taak. Hij voorziet zich daarbij in alle gevallen van procesvertegenwoordiging, met uitzondering van: - beroepsprocedures op grond van artikel 26 AWR; - hoger beroepsprocedures op grond van artikel 27h AWR; - (hoger) beroepsprocedures op grond van artikel 7 Kostenwet invordering rijksbelastingen; - kantonzaken; - kort gedingprocedures, indien de ontvanger gedaagde is. 3.3.2 Toestemming In gerechtelijke procedures waarin de ontvanger als eiser optreedt, moet hij toestemming hebben van het college. Behalve voor in hoger beroep te voeren zaken geldt het voorgaande niet voor: - verklaringsprocedures in het kader van derdenbeslagen; - kantonzaken; - verzoekschriftprocedures; - aansprakelijkheidsprocedures. - procedures die worden ingesteld naar aanleiding van een verzet ex artikel 435, derde lid, Rv of artikel 708, tweede lid, Rv. 3.4. Rijksadvocaat Deze bepaling is niet van toepassing voor gemeenten. 3.5. Faillissementsaanvraag Als een belastingschuldige verkeert in de toestand dat hij ophoudt met betalen (artikel 1 FW) kan de ontvanger het faillissement aanvragen. De ontvanger is zelfstandig in het nemen van deze beslissing. 21