TomTom LINK 201 Gebruikershandleiding
Inhoud Wat zit er in de doos 3 Lees mij eerst 4 Gefeliciteerd... 4 Wat hebt u nodig voor de installatie... 4 Veiligheid vóór alles 5 Belangrijke veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen... 5 Voorbereidingen 6 De LINK 201 activeren... 6 De juiste positie kiezen... 6 De LINK 201 aansluiten 7 Diagnostische test 9 Aan de slag met de LINK 201... 9 Problemen oplossen... 9 Technische gegevens 10 Addendum 11 2
Wat zit er in de doos TomTom LINK 201 1. OBD-II-connector. 2. Tweekleurige LED (rood/groen) - indicator voor aansluiting en systeemstatus. 3. Micro-USB-aansluitkabel voor onderhoud - alleen voor gekwalificeerd personeel van TomTom Telematics Installatiefolder 3
Lees mij eerst Gefeliciteerd U hebt gekozen voor de TomTom LINK 201, een belangrijk hardwarecomponent van de fleet management-oplossing van WEBFLEET. Met WEBFLEET van TomTom Telematics bent u op een slimme en gemakkelijke manier verbonden met uw mensen op de weg. De TomTom LINK 201 is een GPS-ontvanger en mobiele netwerkmodule in één, waardoor u altijd de huidige positie van het voertuig kunt zien. U kunt de TomTom LINK 201 gebruiken in voertuigen met een OBD-II-poort. Wat hebt u nodig voor de installatie Voordat u de TomTom LINK 201 installeert, moet u de veiligheidsvoorschriften en -waarschuwingen zorgvuldig doorlezen en ervoor zorgen dat u beschikt over het volgende: Een computer of smartphone met internetverbinding. De WEBFLEET-contractbevestiging met de activeringscode en het klantnummer. Alle onderdelen zitten in de verpakking. Een voertuig met een OBD-II-connector. Een plaats met vrij zicht op de lucht waar u de GPS-ontvangst en dekking voor het mobiele netwerk in uw voertuig kunt testen. 4
Veiligheid vóór alles Belangrijke veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen Belangrijk: lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door. TomTom Telematics accepteert geen aansprakelijkheid voor schade die het resultaat is van het niet naleven van de veiligheidsinstructies. Dit document hoort bij het product. Bewaar het op een veilige plaats. Indien het apparaat op een nieuwe gebruiker overgaat, moet u ervoor zorgen dat deze het document ook ontvangt. Risico op letsel bij ongevallen Installeer de unit of de accessoires niet op de plaats waar een opgeblazen airbag zich zou kunnen bevinden, of in het bereik van hoofd of knieën. Kies een installatielocatie die geen storingsproblemen oplevert voor displays, veiligheidsapparatuur en bedieningselementen. Het gebruik van dit product is in sommige gebieden niet toegestaan De TomTom LINK 201 bevat een mobiele netwerkmodule die de werking van elektrische apparaten kan verstoren. Denk hierbij aan pacemakers, gehoorapparaten en apparatuur in vliegtuigen. Storing met deze apparatuur kan de gezondheid van gebruikers schaden of levensbedreigende situaties opleveren. Als uw unit beschikt over een mobiele netwerkmodule, gebruik deze dan niet in de nabijheid van onbeschermde elektrische apparaten of op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, zoals in ziekenhuizen en vliegtuigen. Explosiegevaar Bepaalde onderdelen van de TomTom LINK 201 kunnen vonken veroorzaken die explosiegevaar kunnen opleveren. Dit kan de gezondheid en veiligheid van mensen in gevaar brengen. Gebruik het apparaat niet op plaatsen met een hoog explosiegevaar. Wanneer de TomTom LINK 201 wordt gebruikt in voertuigen die op vloeibaar gas rijden, moet u de veiligheidsvoorschriften volgen van het land waarin het voertuig wordt bestuurd. Reparatie en vervanging Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel. Vervang beschadigde onderdelen van het apparaat nooit zelf. Stuur het defecte apparaat voor reparatie naar TomTom Telematics. Uitsluitend bevoegd personeel van TomTom Telematics is geautoriseerd om onderdelen te repareren of vervangen. Schade aan het apparaat Contact met water of andere vloeistoffen kan kortsluiting in het apparaat veroorzaken. Het apparaat kan worden beschadigd als het in aanraking komt met water. Gebruik en bewaar het apparaat op een plaats waar het niet in aanraking kan komen met water. 5
Voorbereidingen De LINK 201 activeren U moet de LINK 201 activeren om deze te kunnen installeren en gebruiken. Om uw LINK 201 te activeren, hebt u het volgende nodig: Een computer of smartphone met internetverbinding. De activeringscode van uw LINK 201. Deze is te vinden in uw contractbevestiging voor WEBFLEET. Het klantnummer wordt vermeld in uw contractbevestiging voor WEBFLEET. Het serienummer van uw LINK 201. Ga naar http://telematics.tomtom.com/activation en volg de instructies om uw LINK 201 te activeren. De juiste positie kiezen Eerst dient u de juiste positie te kiezen om de LINK 201 te installeren. Houd rekening met het volgende: Stel de LINK 201 niet voor langere tijd bloot aan direct zonlicht en/of hoge temperaturen om een goed functioneren te garanderen. Om zeker te zijn van GPS-ontvangst via de geïntegreerde GPS-ontvanger moet de bovenkant van de unit zich op voldoende afstand van metalen voorwerpen bevinden. Om zeker te zijn van ontvangst van het mobiele netwerk via de geïntegreerde antenne, mag het systeem niet dichter dan 5 cm (2 inch) worden geplaatst tussen of omringd worden door metalen voorwerpen zoals de carrosserie van het voertuig en moet de bovenkant zich op voldoende afstand van metalen voorwerpen bevinden. Als de OBD-II-connector van uw voertuig niet genoeg ruimte biedt om de LINK 201 te plaatsen, kunt u de OBD-II-verlengkabel van TomTom Telematics gebruiken. Als u de OBD-II-verlengkabel gebruikt, zorg er dan voor dat deze stevig is aangesloten zodat deze de bestuurder niet in de weg zit. 6
De LINK 201 aansluiten Belangrijk: als u de LINK 201 wilt aansluiten of verwijderen, moet het contact van het voertuig zijn uitgeschakeld. Ga als volgt te werk om uw LINK 201 op uw voertuig aan te sluiten en te kalibreren. 1. Zorg ervoor dat het contact van het voertuig is uitgeschakeld. 2. Zoek de OBD-II-connector in uw voertuig. Raadpleeg hiervoor de handleiding van uw voertuig. In veel voertuigen vindt u de OBD-II-connector in de voetruimte (A), nabij de zekeringen (B), onder het dashboard (C) of in de middenconsole (D). 3. Sluit de LINK 201 aan op de OBD-II-connector. Als er niet genoeg ruimte rond de OBD-II-poort van uw voertuig is om de LINK 201 te plaatsen, kunt u de OBD-II-verlengkabel van TomTom Telematics gebruiken. Als u de OBD-II-verlengkabel gebruikt, zorg er dan voor dat deze stevig is aangesloten zodat deze niet los kan raken. De kabel mag de bestuurder niet in de weg zitten. De tweekleurige LED van uw LINK 201 is permanent rood als het systeem correct is aangesloten op het voertuig. In sommige voertuigmodellen moet de LINK 201 worden gekalibreerd en we raden u aan onderstaande instructies te allen tijden te volgen. 4. Wacht tot de LED van uw LINK 201 aangeeft dat er GPS-ontvangst is. 5. Schakel het contact in en rijd ten minste vijf minuten met een snelheid van minimaal 20 km/u. De LINK 201 registreert de voltageverschillen en wordt gekalibreerd om te bepalen wanneer de motor draait. 6. Stop met rijden en schakel het contact uit. 7. Wacht minimaal vijf minuten. De LINK 201 registreert de voltageverschillen en wordt gekalibreerd om te bepalen wanneer de motor niet draait. 7
Als u de LINK 201 hebt verwijderd en aangesloten op de OBD-II-connector van hetzelfde voertuig, hoeft het systeem niet opnieuw te worden gekalibreerd. 8
Diagnostische test Aan de slag met de LINK 201 In de volgende tabel worden de verschillende modi van de LED uitgelegd en ziet u de verschillende bedrijfsfasen van de LINK 201. Groene LED Rode LED UIT AAN LINK 201 wordt opgestart. De LINK 201 wordt opgestart binnen 30 seconden nadat u het systeem op de OBD-II-connector van het voertuig hebt aangesloten. Vervolgens worden de mobiele netwerkverbinding en de GPS-ontvangst tot stand gebracht. KNIPPEREN - 3 keer kort (wordt om de 4 seconden herhaald) KNIPPEREN - 2 keer kort (wordt om de 4 seconden herhaald) KNIPPEREN - 1 keer kort (wordt om de 4 seconden herhaald) AAN - 1 seconde (wordt om de 4 seconden herhaald) AAN AAN AAN AAN Ontvangst mobiele netwerk en GPS tot stand brengen. Ontvangst mobiele netwerk tot stand brengen GPS-ontvangst tot stand gebracht. GPS-ontvangst tot stand brengen Ontvangst mobiele netwerk is tot stand gebracht. Systeem is klaar. Ontvangst mobiele netwerk en GPS tot stand gebracht. Problemen oplossen Als uw LINK 201 niet meer in staat is om ritten te melden in WEBFLEET, moet het apparaat mogelijk worden gereset. Neem hiervoor contact op met de klantenservice van TomTom Telematics. Als u technische problemen ondervindt of antwoorden op vragen zoekt, kunt u zich wenden tot de klantenserviceportal op http://telematics.tomtom.com/support/ 9
Technische gegevens Processor RAM NAND-flash Mobiele netwerken GPS Versnellingssensor ARM 11-500 MHz 64 MB 256 MB Quad-band GSM/GPRS-module Geïntegreerde mobiele netwerkantenne GPS-ontvanger - Sirf Atlas V Gevoeligheid: -161 dbm, 64 kanalen Geïntegreerde GPS-antenne 3D-acceleratiemeter USB Micro-USB 2.0 +- 2 g, +- 4 g,+- 8 g. In de V2 slechts+- 2 g Voedingsspanning 12 V en 24 V (min. 8 V tot max. 32 V) Aansluiting OBD-II-connector Temperatuur In bedrijf: -25 C tot 60 C Afmetingen Stroomverbruik (gemiddelde waarden) 27 mm x 48 mm x 49,5 mm Actief: 250 ma Sluimerstand: 0,7 ma Slaapstand: 2 ma 10
Addendum Belangrijke veiligheidsmededelingen en -waarschuwingen Global Positioning System (GPS) en Global Navigation Satellite System (GLONASS) Global Positioning System (GPS) en Global Navigation Satellite System (GLONASS) zijn systemen die met behulp van satellieten wereldwijd plaats- en tijdsinformatie verstrekken. Het GPS-systeem functioneert en wordt beheerd door de overheid van de Verenigde Staten, die alleen verantwoordelijk is voor de beschikbaarheid en nauwkeurigheid van het systeem. GLONASS functioneert en wordt beheerd door de overheid van Rusland, die alleen verantwoordelijk is voor de beschikbaarheid en nauwkeurigheid van het systeem. Wijzigingen in de beschikbaarheid en nauwkeurigheid van het GPS- of GLONASS-systeem of in de omgevingsomstandigheden kunnen de werking van dit systeem beïnvloeden. TomTom wijst alle aansprakelijkheid af voor de beschikbaarheid en nauwkeurigheid van het GPS- of GLONASS-systeem. Vliegtuigen en ziekenhuizen In de meeste vliegtuigen, in veel ziekenhuizen en op vele andere plaatsen is het gebruik van apparaten met een antenne verboden. U mag dit systeem niet gebruiken in een dergelijke omgeving. Hoe TomTom uw gegevens gebruikt Informatie over het gebruik van persoonlijke gegevens vind je op tomtom.com/privacy. Informatie over batterij en milieu Afhankelijk van de hardwareversie gebruikt dit product een niet-oplaadbare lithiumbatterij die niet voor de gebruiker toegankelijk is of door de gebruiker kan worden vervangen. Maak de behuizing niet open en probeer de batterij niet te verwijderen. Bestandsdelen van het product en/of de batterij kunnen schadelijk zijn voor het milieu of de gezondheid als deze op onjuiste wijze worden weggegooid. De batterij in het product moet worden gerecycled of op gepaste wijze worden verwijderd volgens de plaatselijke wet- en regelgeving en mag niet als ongesorteerd huishoudelijk afval worden afgevoerd. 11
CE-keurmerk Dit product voldoet geheel aan de vereisten voor het CE-keurmerk bij privégebruik of gebruik in een bedrijfs- of licht industriële omgeving, en voldoet tevens aan alle van toepassing zijnde bepalingen van de betreffende EU-wetgeving. Modelnummers: C4DONGLE-2G R&TTE-richtlijn TomTom verklaart hierbij dat de producten en accessoires van TomTom voldoen aan alle essentiële vereisten en overige relevante bepalingen van de EU-richtlijn 1999/5/EG. De conformiteitsverklaring vindt u hier: tomtom.com/legal. AEEA-richtlijn Met het vuilnisbaksymbool op het product of de bijbehorende verpakking wordt aangegeven dat dit product niet mag worden verwerkt als huishoudelijk afval. Overeenkomstig de EU-richtlijn 2012/19/EU voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) mag dit elektrische product niet bij het ongesorteerde gemeentelijke afval worden gedeponeerd. Voor een correcte afvalverwerking moet dit product worden teruggebracht naar het verkooppunt of naar het lokale gemeentelijke inzamelpunt voor recycling. Op deze manier levert u een positieve bijdrage aan het milieu. Limieten voor stralingsblootstelling Dit apparaat voldoet aan de vastgestelde limieten voor stralingsblootstelling in een ongecontroleerde omgeving. Om te voorkomen dat de radiofrequente straling de blootstellingslimieten overschrijdt, moeten personen bij normaal gebruik altijd minstens 20 cm afstand houden tot de antenne. Pacemakers Fabrikanten van pacemakers doen de aanbeveling om een afstand van minimaal 15 cm tussen een handheld draadloos apparaat en een pacemaker in acht te nemen, dit om eventuele storing van de pacemaker te voorkomen. De aanbevelingen zijn in overeenstemming met onafhankelijk onderzoek door en aanbevelingen van Wireless Technology Research. Richtlijnen voor personen met een pacemaker Houd het apparaat altijd minstens 15 cm van de pacemaker af. Draag het apparaat niet in een borstzak. 12
Andere medische apparatuur Bij gebruik van andere, persoonlijke medische apparatuur dient een arts of de fabrikant van de apparatuur te worden geraadpleegd om te bepalen of de werking van het draadloze product storing kan veroorzaken in de medische apparatuur. Mobiele netwerken Systemen met een mobiele netwerkmodule kunnen verbinding maken met een of meerdere van deze mobiele netwerkfrequenties: 800/900/1800/1900 MHz Modelnamen C4DONGLE-2G Dit document Dit document is met de grootste zorg samengesteld. Het kan zijn dat door de continue productontwikkeling bepaalde informatie niet meer helemaal actueel is. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. TomTom aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische of redactionele fouten of omissies in dit document, noch voor incidentele schade of gevolgschade voortvloeiend uit de prestaties of het gebruik van dit document. Dit document bevat informatie die wordt beschermd door copyright. Niets uit dit document mag op welke wijze dan ook worden gefotokopieerd of gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijk toestemming van TomTom N.V. Kennisgevingen copyright 2016 TomTom Telematics B.V., Nederland. Dit product is beschermd door toepasselijke internationale patent-, handelsmerk- en copyrightregistraties, inclusief intellectuele-eigendomsrechten die nog in behandeling zijn. Dit product mag niet gedeeltelijk of geheel worden gekopieerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van de rechten. 1992-2016 TomTom. Alle rechten voorbehouden Dit materiaal is eigendom van en onderhevig aan bescherming onder auteursrechten en/of databankenrechten en/of andere rechten voor intellectueel eigendom van TomTom of diens leveranciers. Het gebruik van dit materiaal is onderhevig aan de voorwaarden van een licentieovereenkomst. Onbevoegd kopiëren of publiceren van dit materiaal leidt tot strafrechtelijke en civielrechtelijke aansprakelijkheid. Ga naar telematics.tomtom.com/legal voor beperkte garantie en licentieovereenkomsten voor eindgebruikers die van toepassing zijn op dit product. Copyright 2016 The Guava Authors Wordt gebruikt onder de Apache-licentie, versie 2.0 (de 'Licentie'); u mag dit bestand uitsluitend overeenkomstig de Licentie gebruiken. U kunt een kopie van de Licentie downloaden via http://www.apache.org/licenses/license-2.0 Tenzij de toepasselijke wetgeving dit vereist of de partijen dit vooraf schriftelijk zijn overeengekomen, wordt onder de Licentie gedistribueerde software gedistribueerd IN DE HUIDIGE STAAT EN ZONDER ENIGE GARANTIE OF VOORWAARDEN, expliciet noch impliciet. Zie de Licentie voor de specifieke taalgebonden rechten en beperkingen onder de Licentie. 13
14