Bijlage bij voorstel nieuwbouw Praktijkschool Model 1: Normvergoeding berekend volgens huisvestingsverordening, zonder werkplaatsen Om volgens de huisvestingsverordening de normvergoeding voor de nieuwbouw te kunnen berekenen moet eerst de ruimtebehoefte worden bepaalt. Aan de hand van de ruimtebehoefte kan het normbedrag voor de nieuwbouw worden bepaalt. Berekening ruimtebehoefte Volgens de leerlingenprognose zou het aantal leerlingen voor schooljaar 2011/2012 140 leerlingen zijn, maar door een hogere toename van het aantal leerlingen is het aantal leerlingen verhoogd naar 145. Dit is dan ook het aantal waar in de berekening van de ruimtebehoefte rekening mee wordt gehouden. De ruimtebehoefteberekening is een optelling van twee componenten: 1. een leerlinggebonden component; 2. een vaste voet. Leerlinggebonden component De leerlinggebonden component wordt bepaald door de opgenomen brutovloeroppervlakten per leerling te vermenigvuldigen met het aantal leerlingen. De leerlinggebonden component is afhankelijk van de soort onderwijs, leerweg of sector die de leerling volgt (zie tabel 7.1.a). Tabel 7.1.a. Berekening van de leerlingafhankelijke ruimtebehoefte voortgezet onderwijs Onderwijssoort Leerweg Ruimtetype BVO/leerling Onderbouw (leerjaar 1 en 2) - Algemeen 6,18 Bovenbouw AVO/VWO - Algemeen 5,85 Bovenbouw theoretische leerweg TLW Algemeen 6,41 - LWOO Algemeen 7,07 Bovenbouw techniek GLW Algemeen 5,98 - - Specifiek 5,47 - BLW Algemeen 4,69 - - Specifiek 8,99 - LWOO Algemeen 4,44 - - Specifiek 12,72 Bovenbouw economie GLW Algemeen 5,95 - - Specifiek 0,89 - BLW Algemeen 5,56 - - Specifiek 2,25 - LWOO Algemeen 5,85 Specifiek 3,06 Bovenbouw zorg/welzijn GLW Algemeen 5,33 Specifiek 2,10 BLW Algemeen 4,71 Specifiek 4,22 LWOO Algemeen 4,85 Specifiek 5,53 Bovenbouw landbouw GLW Algemeen 5,94 Specifiek 0,78 BLW Algemeen 5,37
Onderwijssoort Leerweg Ruimtetype BVO/leerling Specifiek 2,34 LWOO Algemeen 5,03 Specifiek 4,69 Praktijkonderwijs Algemeen 4,41 Specifiek 7,72 Voor de praktijkschool ziet de berekening van de leerling gebonden component er als volgt uit: 145 leerlingen maal 4,41 = 639,45 vierkante meter 145 leerlingen maal 7,72 = 1119,40 vierkante meter 1758,85 vierkante meter Vaste voet De vaste voet wordt bepaald aan de hand van in tabel 7.1.b. opgenomen brutovloeroppervlakten per instelling of sector. De vaste voet is afhankelijk van de aard van de vestiging en van het onderwijsaanbod binnen de beroepsgerichte leerweg. Het Ruimtebehoeftemodel (RMB) voorziet in een normering voor praktijkonderwijs. Tabel 7.1.b Berekening van de vaste voet per instelling ten behoeve van de ruimtebehoefte voortgezet onderwijs Onderwijssoort Ruimtetype Vaste voet Hoofdvestiging Algemeen 980 Nevenvestiging met spreidingsnoodzaak Algemeen 550 Nevenvestiging zonder spreidingsnoodzaak 0 VMBO-techniek BLW Specifiek 299 VMBO-economie BLW Specifiek 196 VMBO-zorg/welzijn BLW Specifiek 168 VMBO-landbouw BLW Specifiek 117 Praktijkonderwijs Algemeen 306 Voor de praktijkschool bedraagt de vaste voet 306 vierkante meter. In totaal komt het aantal vierkante meters voor de nieuwbouw van de praktijkschool hiermee op 2065 vierkante meters. Ook de Praktijkschool komt in haar berekening op 2065 vierkante meters uit. Financiële normering (bouwkosten) volgens de huisvestingsverordening Nu het aantal vierkante meters bekend is kunnen de bouwkosten voor de nieuwbouw van de praktijkschool berekend worden. De bouwkosten omvatten de bouwkosten van het gebouw, inclusief fundering op staal, alsmede de aanleg en inrichting van het schoolterrein. In het bedrag voor de vaste normkosten wordt een tweetal vergoedingen onderscheiden, te weten een vergoeding voor ruimte-afhankelijke kosten en een vergoeding voor de sectie-afhankelijke kosten. De ruimte-afhankelijke kosten bestaan uit bedragen per vierkante meter bruto-vloeroppervlak voor de afzonderlijke ruimtesoorten van een schoolgebouw. De sectie-afhankelijke kosten bestaan voor projecten vanaf 460m2 bruto-vloeroppervlak uit een vast bedrag per huisvestingsvoorziening, alsmede een vast bedrag per sectie.
Ruimte-afhankelijke kosten De praktijkschool kent volgens de huisvestingsverordening alleen algemene en specifieke ruimte. De berekening voor de vaste normkosten is als volgt: Benodigd aantal vierkante meters is 2065. Dit aantal wordt vermenigvuldigd met het bedrag dat staat bij 460 < 2500 vierkante meters, algemene en specifieke ruimte. 2065 maal 1.254,66 = 2.590.872,90 Bedragen voor ruimte-afhankelijke kosten per bruto m2 (in euro) <460m2 460<2500 m2 >=2500m2 Algemene en specifieke ruimte 2.114,11 1.254,66 1.224,60 Werkplaatsen 2.094,88 1.670,32 1.670,32 Werkplaatsen consumptief 2.507,39 2.112,84 2.112,84 Specifieke ruimte: (uiterlijke) verzorging/mode en commercie: huishoudkunde, gezondheidskunde, uiterlijke verzorging, mode en commercie; handel/verkoop/administratie: verkooppraktijk, kantoorpraktijk, etaleren. Werkplaatsen: techniek algemeen: bouwtechniek, machinale houtbewerking, meten, elektrotechniek, installatietechniek, lasserij, metaal, voertuigentechniek; consumptief: werkplaats consumptieve techniek; grafische techniek: werkplaats grafische techniek; landbouw: groen-praktijk; De overige ruimte is algemene ruimte. Sectie-afhankelijke kosten Daarnaast heeft de praktijkschool recht op sectie-afhankelijke kosten, omdat het project meer dan 460 vierkante meters betreft. De berekening van de sectieafhankelijke kosten geschiedt door optelling van de algemene vaste voet en de vaste voet voor algemene sectie. De praktijkschool heeft volgens de verordening geen werkplaatsen en krijgt hier dan ook geen vaste voet vergoeding voor. Vaste voet algemeen 133.395,79 Vaste voet algemene sectie 261.845,85 Totaal 395.241,64
Bedragen voor de sectie-afhankelijke kosten per voorziening (in euro) < 460 m2 > 460 < >= 2500 2500 m2 m2 Vaste voet algemeen 133.395,79 133.395,79 Vaste voet algemene sectie 261.845,85 365.596,72 Vaste voet werkplaatssectie 48.416,17 48.416,17 Tot de werkplaatssectie behoren de volgende werkplaatsen: bouwtechniek, machinale hout -bewerking, consumptieve techniek, meten, elektrotechniek, grafische techniek, installatietechniek, lasserij, mechanische techniek en motorvoertuigentechniek. De specifieke en algemene ruimten behoren tot de algemene sectie. De overige theorie-, theorievak- en (specifieke) vaklokalen en tevens de directie- en nevenruimten behoren tot de categorie algemeen. Normvergoeding volgens huisvestingsverordening, zonder werkplaatsen Volgens de huisvestingsverordening komen de totale bouwkosten voor de praktijkschool hiermee op een bedrag van: Ruimte-afhankelijke kosten 2.590.872,90 Sectie-afhankelijke kosten 395.241,64 Totale bouwkosten 2.986.114,14 inclusief BTW Model 2. Normvergoeding volgens voorstel Stichting Praktijkschool met werkplaatsen Volgens Pro Boxmeer heeft de praktijkschool niet alleen recht op algemene en specifieke ruimte, maar ook op werkplaatsen en werkplaatsen consumptief. Dit alles met het doel om goed aan te kunnen sluiten bij de arbeidsmarkt. Het voorstel van Stichting Praktijkonderwijs ziet er als volgt uit: Ruimte-afhankelijke kosten: Algemene en specifieke ruimte 1456 m2 maal 1254,66 = 1.826.784,90 Werkplaatsen 357 m2 maal 1670,32 = 596.304,81 Werkplaatsen consumptief 252 m2 maal 2112,84 = 532.435,41 Totale afhankelijke kosten 2065 m2 2.955.525,12 Sectie afhankelijke kosten per voorziening Vaste voet algemeen 133.395,79 Vaste voet algemene sectie 261.845,85 Vaste voet werkplaatssectie 48.416,17 Totale bouwkosten 3.399.182,93 Overige kosten Naast de bouwkosten voor nieuwbouw moet ook rekening worden gehouden met de kosten voor eerste inrichting inventaris en locatiegebonden kosten. Eerste inrichting inventaris (leer- en hulpmiddelen en meubilair) Indien afgeweken wordt van de lijn van de huisvestingsverordening door werkplaatsen VMBO toe te kennen dan zal de vergoeding voor eerste inrichting inventaris 100.000 hoger liggen. Dit wordt veroorzaakt door de bedragen per vierkante meter die bij werkplaatsen en vooral werkplaatsen consumptief, veel hoger liggen dan het bedrag per vierkante meter voor praktijkwerkplekken praktijkonderwijs.
Locatiegebonden kosten Bovenop de bovengenoemde bouwkosten moet ook rekening worden gehouden met een drietal locatiegebonden kosten, te weten: Railverkeer De nieuwbouw van de praktijkschool is voorzien aan de Stationsweg. Voorzieningen om het geluid van het railverkeer te weren vinden conform het bestemmingsplan op gebouwniveau plaats. In overleg met de afdeling Ruimte is er gekozen voor een maatregel waarbij de geluidswering in de gebouwschil wordt opgenomen. De kosten voor deze maatregel bedragen 65.117,- inclusief BTW. Binnenklimaat Met betrekking tot het aspect ventilatie is in overleg met de afdeling Ruimte gekozen voor het ventilatieconcept waarbij de verse lucht via de gevel mechanisch wordt aangevoerd en topkoeling plaatsvindt met behulp van een klimaatplafond. Er is gekozen voor topkoeling door het feit dat in verband met de geluidsbelasting als gevolg van railverkeer de ramen niet geopend kunnen worden. De kosten voor het aspect binnenklimaat bedragen 241.729,52 inclusief BTW. Paalfundering De verordening kent een toeslag voor paalfundering bestaande uit een vast bedrag en een bedrag per vierkante meter. Uitgaande van een paalfundering met een paallengte van 15 tot 20 meter ziet de berekening er als volgt uit: Vast bedrag 4.748,76 + 2065 maal 7,15 = 19.513,51 Bemaling Om in aanmerking te komen voor een aanvullend bedrag voor bemaling is de grondwaterstand maatgevend. Indien deze grondwaterstand minder dan 1 meter onder het maaiveld ligt, is bemaling noodzakelijk en wordt een bedrag per m2 goedgekeurde terreinoppervlakte toegekend. De vergoeding bedraagt 13,25 per m2 terrein. Bemalen is eigenlijk alleen aan de orde als je de diepte in gaat ofwel een kelder aanlegt of een ondergrondse parkeergarage aanlegt. Met het bemalen van het terrein voorkom je dat de bouwput niet onder water komt te staan. Volgens het programma van eisen van de stichting PRO regio Nijmegen zijn bovenstaande punten niet aan de orde, maar onder voorbehoud van het bodemonderzoek wordt hiervoor een bedrag gereserveerd. Uitgaande van 2000 vierkante meter bebouwd oppervlakte wordt voor bemaling een bedrag van 26.500,- gereserveerd. De totale locatiegebonden kosten komen hiermee op een bedrag van 352.860,76 inclusief BTW. Resumerend volgens verordening afwijken verordening zonder werkplaatsen met werkplaatsen Bouwkosten 2.986.114,14 3.399.182,93 Inrichtingskosten 235.770,00 333.612,80 Locatiegebonden kosten 352.860,03 352.860,03 Totale kosten 3.574.744,17 4.085.655,76