Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel CYTOSTATICA. (NON) HODGKIN Cytostatica

Vergelijkbare documenten
Behandelwijzer chemotherapie

1. WAAROM DEZE BEHANDELWIJZER?

Longgeneeskunde. Cyclofosfamidekuur.

Chemotherapie. Inhoud

De medicijnen komen in het bloed terecht. Via het bloed gaan de medicijnen door het hele lichaam.

Infobrochure. Chemo. Bijwerkingen en veiligheidsmaatregelen thuis. mensen zorgen voor mensen

LONGGENEESKUNDE. Cyclofosfamidekuur BEHANDELING

Behandelwijzer oncologie

De behandelwijzer chemotherapie en targeted therapie Oncologisch Centrum Leeuwarden

U wordt behandeld met chemotherapie. Tijdens de periode van deze behandeling, zult u worden begeleid door de verpleegkundig consulent oncologie.

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel RICHTLIJNEN. (NON) HODGKIN Richtlijnen

Cyclofosfamide bij secundaire longfibrose

Maatregelen thuis na chemotherapie

Maatregelen thuis na behandeling met chemotherapie. Afdeling Dagbehandeling beschouwend

FEC Chemotherapiekuur

Etoposide bij eierstokkanker

DTIC (Dacarbazine ) voor het melanoom

Chemotherapie INTERNE GENEESKUNDE. Maatregelen thuis

Irinotecan bij uitgezaaide darmkanker

Therapie met ABVD (Celremmende therapie) PATIËNTENBROCHURE

Melfalan bij eierstokkanker

Trastuzumab (Herceptin )

Patiënteninformatiedossier (PID) Longkanker (longcarcinoom) onderdeel CHEMOTHERAPIE. LONGKANKER Chemotherapie. PID Longkanker 1 Chemotherapie

Cyclofosfamide (Endoxan ) infuus bij reumatische aandoeningen

Temozolomide (Temodal ) bij hersentumoren

Perifere Stamcel Reïnfusie

Bijwerkingen chemotherapie

Aandachtspunten bij chemotherapie

Topotecan bij eierstokkanker

DTIC (Dacarbazine ) bij neuro-endocriene tumoren van de alvleesklier

Maatregelen thuis na behandeling met chemotherapie

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel BLOED EN BLOEDWAARDEN. (NON) HODGKIN Bloed(waarden)

Behandelwijzer Chemotherapie

Beschermende maatregelen na chemotherapie

Cyclofosfamide (Endoxan ) tabletten bij reumatische aandoeningen

Chemotherapie wordt vaak gecombineerd met andere medicijnen die mogelijke bijwerkingen van de chemotherapie verminderen.

Carboplatine en Vinorelbine

Maatregelen thuis bij de verzorging van uw kind na chemotherapie

Docetaxel (Taxotère ) - cyclofosfamide bij borstkanker

Carboplatine/Paclitaxel (Taxol ) bij neuro-endocrien carcinoom, klinisch

Behandeling met Carboplatine- Etoposide

EC Epirubicine en Cyclofosfamide

Mondverzorging. Bij chemo- en/of doelgerichte therapie. Oncologie

Bijwerkingen van chemotherapie. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Patiënteninformatiedossier (PID) Longkanker (longcarcinoom) onderdeel CHEMOTHERAPIE. LONGKANKER Chemotherapie. PID Longkanker 1 Chemotherapie

U wordt behandeld met chemotherapie. Tijdens de periode van deze behandeling, zult u worden begeleid door de verpleegkundig consulent oncologie.

FEC Chemotherapiekuur

Dagcentrum, expertisecentrum voor infuustherapie en medische interventies. Mondhygiëne bij chemotherapie

Behandelwijzer Chemotherapie

Imatinib bij inoperabel of uitgezaaid melanoom

Behandelwijzer chemotherapie. Interne Geneeskunde

Deze chemobehandelwijzer is eigendom van:

H Behandelwijzer chemotherapie

Behandelwijzer Chemotherapie

Blaasspoeling oncologisch

Informatie over uw behandeling met Chemotherapie

Docetaxel (Taxotère ) bij prostaatkanker

PATIËNTENBROCHURE Therapie met Gazyvaro (Immunotherapie)

Behandelwijzer Oncologie immunotherapie

UW BEHANDELING MET GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE

Chemotherapie met Docetaxel bij prostaatkanker

Carboplatin in combinatie met radiotherapie voor baarmoederhalskanker

Carboplatin/Paclitaxel (Taxol ) voor baarmoederkanker, klinisch

Methotrexaat. bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Azathioprine (Imuran) bij de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en auto-immuun hepatitis

Olaparib bij eierstokkanker

Blaasspoeling oncologisch

Patiënteninformatie. Therapie GEMCITABINE

Mondzorg bij chemotherapie

Folfox-4 (adjuvant coloncarcinoom)

Liposomaal doxorubicine bij eierstokkanker

Ipilimumab bij inoperabel of uitgezaaid melanoom

UW BEHANDELING MET ABVD

Behandelwijzer chemotherapie

Carboplatine en gemcitabine bij eierstokkanker

Cisplatine en etoposide bij uitgezaaid neuro-endocrien carcinoom

Methotrexaat bij de ziekte van Crohn

Etoposide, ifosfamide en cisplatine voor kiemceltumor uitgaande van een eierstok

Adviezen bij ontslag. in een periode van verminderde weerstand. (neutropene fase)

Maag-,darm- en leverziekten. Methotrexaat bij ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa

6-Mercaptopurine (Purinethol) bij Inflammatoire Darmziekten (Ziekte van Crohn / colitis ulcerosa )

Hematologie. Mondverzorging bij intensieve chemotherapie

Cisplatine in combinatie met radiotherapie voor baarmoederhalskanker

Irinotecan bij uitgezaaide darmkanker

Capecitabine-Temozolomide bij neuro-endocrien carcioom

Carboplatine/5-fluorouracil in combinatie met radiotherapie voor kanker van de schaamlippen

Cyclofosfamide (Endoxan )

Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn MDL

FOLDER: CHEMOTHERAPIE

Patiënteninformatie. Therapie Lonsurf

UW BEHANDELING MET CHOP

Cisplatine en etoposide bij neuro-endocrien carcinoom in combinatie met radiotherapie

Carboplatine bij eierstokkanker

Patiënteninformatie. Docetaxel

UW BEHANDELING MET BEACOPP ESCALATED

Behandeling molazwangerschap. Gynaecologie

Patiënteninformatie. Mondverzorging bij chemotherapie

Docetaxel (Taxotère ) - cyclofosfamide bij borstkanker

Behandeling met cyclofosfamide

Bleomycine, etoposide en cisplatine voor zaadbalkanker

Transcriptie:

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin onderdeel CYTOSTATICA (NON) HODGKIN

2

Inhoud Over cytostatica...4 Beschermende maatregelen in het ziekenhuis...4 Uitscheiding...5 Omgaan met bijwerkingen...6 Smaakverandering...7 Irritatie en/ of ontsteking van mondslijmvlies...7 Vermoeidheid en verminderde energie...8 Dun of uitvallend haar...9 Verandering van het ontlastingpatroon...10 Invloed cytostatica op werking beenmerg...11 Huidveranderingen...13 Oogklachten...13 Menstruatie en overgang...13 Seksualiteit en anticonceptie...14 3

Ziekte van Hodgkin / Non Hodgkin Lymfoom Over cytostatica Bij de behandeling met cytostatica zijn een aantal dingen belangrijk. Zoals al eerder gezegd, zijn cytostatica medicijnen die kankercellen doden of de groei ervan afremmen. Deze celdodende middelen kunnen ook invloed hebben op gezonde cellen. Daarom kunnen ze bij u onbedoelde bijwerkingen veroorzaken, en bij direct contact met anderen schadelijk zijn voor de gezondheid. Onder direct contact verstaan we huidcontact met (opgeloste) cytostatica of direct contact met uitscheidingsproducten. Deze uitscheidingsproducten zijn met name urine, ontlasting, braaksel, transpiratie, drain- en wondvocht, bloed en sperma. Hierin kunnen nog geruime tijd resten van bepaalde cytostatica voorkomen. Vooral mensen die er dagelijks mee werken, lopen in dat geval enige risico s. Zorgvuldig omgaan met cytostatica en uitscheidingsproducten is dus belangrijk. Hoeveel dagen uw uitscheiingsproducten risicovol zijn, leest u in de specifieke informatie over de cytostaticakuur die u krijgt. De verpleegkundige voegt dit toe aan dit hoofdstuk, voordat u begint met de cytostatica. Beschermende maatregelen in het ziekenhuis Als er kans bestaat op direct contact met cytostatica, zal de verpleegkundige beschermende maatregelen moeten nemen. Bij het verwijderen van het infuus of het omgaan met uitscheidingsproducten zal zij daarom handschoenen dragen. 4

Uitscheiding Ongemerkte verspreiding van cytostatica en uitscheidingsproducten door spetteren of morsen moet worden voorkomen. Enkele adviezen hiervoor zijn: Mannen doen er verstandig aan bij het urineren op het toilet te gaan zitten. Verwijder druppels urine met toiletpapier. Spoel het toilet na gebruik altijd twee keer. Doe dit met het wc-deksel dicht om spatten te voorkomen. Verzamel thuis al het afval met risicovolle uitscheidingsproducten in dubbele afvalzakken en voer deze af met het normale huisvuil. Als u geslachtsgemeenschap hebt in de dagen dat uw uitscheidingsproducten risicovol zijn, dan adviseren we een condoom te gebruiken. Mocht onverhoopt uw kleding of beddengoed in aanraking komen met uw uitscheidingsproducten tijdens de risicovolle periode, doe dan het volgende: Draag bij het reinigen van het wasgoed wegwerp handschoenen. Spoel kleding eerst in de wasmachine met een koud spoelprogramma; hierna kunt u het wasprogramma kiezen dat geschikt is voor de kleding. Was het wasgoed apart van ander wasgoed. Als het niet mogelijk is de kleding onmiddellijk in de wasmachine te stoppen, dan kunt u het wasgoed in een goed afgesloten plastic zak bewaren. Was na contact met het wasgoed goed uw handen. 5

Wanneer u deze richtlijnen opvolgt, zijn risico s uitgesloten. U en/of uw familie hoeven zich hierover niet ongerust te maken. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de oncologie verpleegkundige. Omgaan met bijwerkingen komen direct in de bloedbaan terecht. Via de bloedbaan worden cytostatica door het hele lichaam verspreid en bereiken zo kankercellen vrijwel overal in het lichaam. hebben niet alleen invloed op kankercellen, maar ook op bepaalde gezonde cellen. Zij tasten vooral snelgroeiende cellen gemakkelijk aan. Daarom kunnen ze bij de patiënt onbedoelde bijwerkingen veroorzaken. Gelukkig herstellen de gezonde cellen zich meestal vrij snel, waarna de bijwerkingen verdwijnen. Soms gebeurt dat al na enkele dagen, soms duurt het langer. Kankercellen verschillen wat betreft de gevoeligheid voor een bepaald cytostaticum. Meestal is het nodig om een combinatie van verschillende cytostatica toe te passen om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken. Door het toedienen van de medicijnen kúnnen bijwerkingen optreden. Het is niet voorspelbaar of dit bij u het geval zal zijn. Het optreden van bijwerkingen en de ernst ervan zeggen niets over het effect van de behandeling op de ziekte. 6

Smaakverandering Smaakverandering kan leiden tot verminderde eetlust. Hier is weinig tegen te doen. Als u last hebt van smaakverandering, dan kunnen de volgende tips helpen: Probeer verschillende producten uit. Koop geen grote voorraden, want wat vandaag lekker is, kan u morgen tegenstaan. Als u weinig proeft, is het belangrijk dat het eten er aantrekkelijk uitziet. Als u meer tips wilt bij voedingsproblemen leest u dan de brochure Voeding bij kanker van het KWF. U kunt deze folder vragen aan uw oncologie verpleegkundige. Als u contact wilt met een diëtiste, kunt u dit altijd bespreken met uw verpleegkundige of arts. Irritatie en/ of ontsteking van mondslijmvlies Door chemotherapie kan uw mondslijmvlies gaan irriteren en/of ontsteken. U kunt last hebben van een pijnlijke mond waardoor slikken, praten, eten en drinken soms worden bemoeilijkt. Verschijnselen die zich kunnen voordoen zijn: witte verkleuring van de slijmvliezen droge mond door verminderd speeksel smaakverandering infecties Een goede mondverzorging is daarbij heel belangrijk. U kunt dit doen door uw mond schoon en vochtig te houden. De volgende adviezen kunnen u hierbij helpen: 7

Poets 3 keer per dag uw gebit met een zachte tandenborstel en een fluoride tandpasta. Maak de borstel goed droog voordat u hem terugzet. Als het aantal trombocyten laag is dan niet flossen en/of tandenstokers gebruiken. Ook elke maand uw tandenborstel vervangen door een nieuwe. Goed de mond spoelen na het tandenpoetsen. Als er blaasjes of andere pijnlijke plekjes in uw mond ontstaan, laat dit dan aan uw arts/verpleegkundige zien. Smeer uw lippen 3 keer per dag dun in met vaseline uit een tube, zodat er minder snel kloofjes ontstaan. Als u last heeft van een droge mond, probeer dan suikervrije kauwgom. Als u een gebitsprothese draagt, zorg dan voor een goed passende prothese. Laat de prothese bij problemen als drukplekken s nachts uit. Stel een bezoek aan tandarts of mondhygiëniste bij voorkeur uit tot na de behandeling met chemotherapie. Als een behandeling bij de tandarts of mondhygiëniste wel gewenst is, overlegt u dan met verpleegkundige of arts over het gewenste tijdstip. Vertel uw tandarts of mondhygiëniste dat u een behandeling met cytostatica krijgt. Als u last krijgt van tandvleesbloedingen overlegt u dan met uw verpleegkundige. Vermoeidheid en verminderde energie Mensen die met chemotherapie behandeld worden, voelen zich vaak sneller vermoeid. Mocht u zich lusteloos en moe voelen, houd hier dan rekening mee in uw dagelijkse leven. Bouw rust en regelmaat in uw leven in. 8

Probeer zo mogelijk s ochtends op tijd op te staan en ga zo nodig s middags weer even liggen. Hebt u moeite om de dagen door te komen, maak dan van tevoren een duidelijke, overzichtelijke dagindeling. Stel prioriteiten. Doe alleen wat u echt belangrijk vindt. Durf nee te zeggen. Zorg voor voldoende afleiding en ontspanning. Om uw conditie op peil te houden kunt u bijvoorbeeld proberen te fietsen, wandelen of zwemmen. Want hoe minder u doet, hoe slechter uw lichamelijke conditie, des te sneller u moe wordt. Sommige mensen zijn tijdens de behandeling ook meer emotioneel en/of prikkelbaar. Wanneer u last krijgt van dit soort gevoelens, is het goed te weten dat deze na enige tijd weer kunnen verdwijnen. Het KWF heeft ook een folder uitgegeven over Kanker en vermoeidheid. U kunt dit boekje ook via uw verpleegkundige aanvragen. Dun of uitvallend haar Sommige, maar zeker niet alle cytostatica, kunnen haaruitval veroorzaken. Of dit voor u van toepassing is, staat vermeld in de kuurspecifieke informatie. Als u last heeft van haaruitval, realiseert u zich dan dat niet alleen hoofdhaar uitvalt, maar ook wimpers, wenkbrauwen, okselharen en schaamharen kunnen uitvallen. Het is goed om te weten dat uw haar weer gaat groeien als u de behandeling achter de rug heeft en soms zelfs al tijdens de behandeling. Een aantal tips voor de verzorging van uw haar: 9

Verzorg uw haar voorzichtig: was het met lauw water, gebruik een milde shampoo en een crèmespoeling. Droog uw haar voorzichtig. Het nemen van een permanent of het verven van uw haar is af te raden. Na afloop van de behandeling kan uw kapper beoordelen wanneer uw haar weer geverfd of gepermanent kan worden. Tegen haaruitval is niets te doen: sommige mensen vinden het prettiger het haar kort te laten knippen voor het gaat uitvallen. Uw hoofdhuid kan gevoelig en/of pijnlijk worden. Dit heet haarpijn en u mag hiervoor paracetamol tabletten innemen. Wanneer u voor een haarwerk kiest, kunt u het beste vroegtijdig, dus voor het haar gaat uitvallen, een afspraak maken bij een haarspecialist. Hij/zij kan uw eigen haardracht dan zien. Een machtiging voor een haarwerk kunt u krijgen bij uw oncologie verpleegkundige. Verandering van het ontlastingpatroon Als u last krijgt van diarree, dan gelden de volgende adviezen: Zorg dat u voldoende drinkt, minimaal 2 liter vocht per 24 uur. Gebruik per dag een aantal koppen bouillon, tomaten- en/of groentesap. Bij veel diarree kunt u ook ORS gebruiken, dit is verkrijgbaar bij drogist of apotheek. Immodium is een middel dat diarree stopt. Na telefonisch overleg met de verpleging kunt u hiervoor een recept ontvangen. 10

Wanneer u last krijgt van verstopping, gelden de volgende adviezen: Zorg dat u voldoende drinkt Gebruik vezelrijke voeding: maak ruim gebruik van bruin of volkoren brood, groenten en fruit. Als u last heeft van verstopping, kunt u bij de apotheek of drogist een Microlax krijgen. Dit is een klein klysma waarvoor u geen recept nodig heeft. Meld de klachten van verstopping bij een volgend ziekenhuisbezoek bij uw arts of verpleegkundige. Dan kan er samen met u gekeken worden wat u kunt doen om de verstopping bij een volgende behandeling te voorkomen. Ook als u minder dan 4 dagen geen ontlasting heeft gehad en daarvan veel last heeft, kunt u contact opnemen met uw verpleegkundige. Invloed cytostatica op werking beenmerg In het beenmerg worden de verschillende bloedcellen aangemaakt. Dit zijn: rode bloedcellen (erytrocyten): zij zorgen voor het zuurstoftransport van longen naar weefsels verschillende soorten witte bloedcellen (leukocyten): zij zijn verantwoordelijk voor de afweer bloedplaatjes (thrombocyten): zij vervullen een belangrijke rol bij de bloedstolling. Om de nadelige effecten van cytostatica op uw beenmerg na te gaan wordt voor elke kuur uw bloed gecontroleerd. Als uw bloedcellen niet voldoende zijn hersteld, dan wordt de kuur eventueel uitgesteld. 11

De dag voordat de kuur gegeven wordt vragen wij u om vóór 13.00 uur naar het afname laboratorium te komen om bloed te laten afnemen. U wordt na de bloedafname thuis gebeld tussen 14.30 en 15.00 uur voor uw bloeduitslagen. Als deze goed zijn, krijgt u de volgende dag uw kuur. Een verminderd aantal witte bloedcellen geeft een verhoogde kans op infectie; deze kans is het grootst 7-14 dagen na een kuur. Vanwege het gebruik van Prednison is het van belang dat u direct contact opneemt bij koorts van 38 C of hoger en/of koude rillingen. U kunt de telefoonnummers vinden in het algemene deel van dit PID. Dus ook s avonds, s nachts en in het weekend. Koorts kan het enige signaal zijn van een ernstige infectie. Een verminderd aantal bloedplaatjes (trombocyten) geeft een verhoogde kans op blauwe plekken, een bloedneus en bloedend tandvlees. Ontstaan er spontaan blauwe plekken en/of komt het regelmatig voor dat u een moeilijk te stelpen bloedneus heeft; neem dan direct contact op met uw arts. Een verminderd aantal rode bloedlichaampjes geeft kans op een bloedarmoede. Dit kan zich uiten in vermoeidheid, bleek zien en duizeligheid. Het gebruik van extra vitaminen en/ of ijzertabletten heeft geen invloed op het herstel van het beenmerg. 12

Huidveranderingen Onder invloed van de cytostatica kan uw huid droog en schilferig worden, wat gepaard kan gaan met jeuk. Gebruik regelmatig een on-geparfumeerde bodylotion om dit zo veel mogelijk tegen te gaan. Uw huid kan gevoeliger zijn voor zonlicht dan normaal en daardoor sneller verbranden. Het is daarom raadzaam bij activiteiten buitenshuis een zonnebrandcrème te gebruiken met een hoge beschermingsfactor. Tijdens de behandeling wordt zonnebaden of het gebruik van een zonnebank afgeraden. Oogklachten De slijmvliezen van uw ogen kunnen soms geïrriteerd raken. U kunt daardoor droge en prikkelende of tranende ogen krijgen. Mensen met contactlenzen hebben hier sneller last van. Mocht u last krijgen van uw ogen, bespreek dit dan met uw arts. Deze kan u eventueel oogdruppels voorschrijven. Menstruatie en overgang kunnen veranderingen geven in het verloop van de menstruatie. Dit wisselt van een keer overslaan tot het wegblijven van de menstruatie en kan gepaard gaan met overgangsklachten. Na het beëindigen van de behandeling kan de menstruatie terugkomen. Als u biologisch al tegen de overgang aanzit, is het vaak een blijvende situatie. Aarzel niet om problemen op dit gebied te bespreken met uw arts of verpleegkundige. 13

Seksualiteit en anticonceptie Medisch gezien is er geen bezwaar voor seksueel contact. Door bijwerkingen van de chemotherapie en het gebruik van overige medicatie kan de zin in vrijen verminderd zijn. De behoefte aan tederheid en intimiteit kan juist toenemen. Is vrijen pijnlijk door een droge vagina, dan kan een glijcreme uitkomst bieden. Een glijcreme als Sensilube is te koop bij drogist of apotheek. Bij mannen kan er sprake zijn van erectieproblemen tijdens of na het kuren. Dit probleem is van tijdelijke aard. Aarzel niet om problemen op dit gebied te bespreken met de arts of verpleegkundige. Als u op de vruchtbare leeftijd bent en een kinderwens heeft, overleg dan met uw arts welke gevolgen de behandeling op uw vruchtbaarheid heeft. Overleg ook over het gebruik van anticonceptiemiddelen, want het is absoluut af te raden tijdens en vlak na de behandeling zwanger te worden, of om een kind te verwekken. Een ernstige ziekte kan veel gevolgen hebben voor de seksualiteit. Dit is niet altijd zo. Bovendien is er vaak iets aan de problemen te doen. Iedereen beleeft seksualiteit op zijn eigen manier. Wat de een als normaal ervaart, vind de ander vreemd. Seksualiteit betekent heel veel, zoals hand in hand lopen, knuffelen, samen douchen en vrijen bijvoorbeeld. Bovendien gaat iedereen op een andere manier met seksualiteit om. Het is daarom niet mogelijk te spreken van een normaal seksleven. Waar het om gaat is dat u en uw partner tevreden zijn met uw seksuele omgang. 14

De ziekte en behandeling kunnen allerlei gedachten en gevoelens bij u losmaken die u in beslag nemen. De zin in seks kan hierdoor naar de achtergrond verdwijnen, dit geldt uiteraard ook voor uw partner. U kunt zich onzeker voelen over uw lichaam, of uw partner kan zich onzeker voelen, omdat hij u niet wil belasten. Als er tussen u en uw partner seksuele problemen ontstaan, kunt u daar erg van schrikken. Voor de meeste mensen speelt seks immers een belangrijke rol. Als u zich afvraagt wat uw partner nou eigenlijk vindt, probeer dit dan te bespreken. Misschien blijkt dat uw partner de seks veel minder mist dan u dacht. Het kan ook zijn dat hij of zij liever knuffelt dan geslachtsgemeenschap heeft, terwijl u de indruk had dat de ander daar juist veel behoefte aan had. Wacht in ieder geval niet te lang met het bespreken van uw gevoelens over seks en eventuele problemen. Houdt ook in gedachten dat seks meer is dan geslachtsgemeenschap, tederheid, intimiteit, je dicht bij een ander voelen, ontspanning en plezier horen er ook bij. Juist in deze periode heeft u de ander hard nodig. Vindt u het moeilijk om met uw partner over problemen te praten of heeft u gewoon een vraag, dan kunt u hiervoor terecht bij uw behandeld arts of bij u verpleegkundige. 15

Uitgave: Patiënteninformatie en -communicatie Harderwijk, augustus 2008 Internet: www.stjansdal.nl CAZ IN 58.08.08 16